woensdag 26 maart 2014

Burgermacht en eigen kracht

Er zijn grote voordelen aan meer ruimte geven aan burgerkracht in de samenleving. Mensen die zich eigenaar voelen van hun omgeving zijn trotser en gelukkiger. Mensen die meer participeren dan anderen zijn ook gemiddeld gesproken gezonder. Je zou zeggen een nastrevend waardig doel: meer burgerkracht gebruiken om de omgeving in te richten. 

Gelukkig heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau wat meer nuance in de discussie gebracht met de publicatie “Burgermacht op eigen kracht? ”. Het heeft daarin 5 gemeenten onderzocht die meer ervaring hebben met burgerkracht, overigens vooral dorpse gemeenten. De meerderheid waardeert het dat er meer gebruik gemaakt wordt van de kennis, kracht en inzet van de bevolking. Men heeft ook het idee dat het leidt tot beter beleid.

Ook steun voor representatieve democratie
Maar is het een nastrevenswaardig ideaal om meer macht van de gemeente over te dragen aan burgers??? Dat vinden de bewoners van de onderzochte gemeenten niet direct. Er is nog altijd een heel groot draagvlak voor besluiten van de gemeenteraad en de representatieve democratie. Zelfs als je participanten vergelijkt met niet participanten kun je niet zeggen dat de meerderheid van de participanten de zaken zelf wil aanpakken. Er blijft grote steun voor de overheid, bijvoorbeeld om ongelijkheid tussen participerenden en niet participerenden te voorkomen. Het mag niet zo zijn dat als je meer tijd hebt, je ook meer te zeggen mag hebben. Het werken met een wijkbudget krijgt veel steun, meer van mensen die participeren dan van de niet-participerenden. Ik ben er zelf een groot voorstander van omdat je meer kwaliteit krijgt voor je geld en tegelijk de samenhang in de buurt bevordert. Maar zelf de voorzieningen in de wijk organiseren, denk aan de bibliotheek of het zwembad? Dat willen er weinig.
Het is niet of burgerkracht of overheid, maar èn èn.

Een ander punt dat uit de publicatie blijkt is dat mensen niet de indruk hebben dat ze zich meer zijn gaan inzetten voor de buurt! Het kan een gevoel zijn dat niet strookt met de werkelijkheid, maar het is wel opvallend: meer mensen zeggen zich juist wat minder te zijn gaan inspannen dan vijf jaar geleden.


Het SCP heeft ook gekeken naar burgerkracht in andere landen. Leveren die mooie voorbeelden om meer te kunnen gaan rekenen op burgerkracht? Daar moet de overheid zich niet mee rijk rekenen. Ja, vergelijkingen met andere landen laten zien dat aanzienlijkhogere niveaus van (zelfredzame en beleidsbeïnvloedende) participatie mogelijk zijn dan thans bestaan in ons land. Maar: Aan dit hogere niveau lijken echter voorwaarden verbonden – kleinschaligheid, autonomie, sociale druk en uitsluiting, ongelijkheid – die moeilijk te realiseren zijn of door velen onwenselijk worden geacht.

Ruimte voor vrijwillige inzet
Hoe dan ook. Vrijwillige inzet wordt zeer gewaardeerd, veel mensen zijn bereid zich in te zetten en halen daar ook voldoening uit. Mensen zijn trots op hun omgeving, voelen zich eigenaar en zijn daar blij mee. Het grootste gevaar is echter dat de overheid op de inzet van burgers gaat rekenen. Want het rekenen op burgerkracht kan ook leiden tot het gevoel te zijn gebruikt. De grens tussen die twee (trots en het gevoel gebruikt te zijn) wordt snel overschreden zodra vrijwilligers het gevoel krijgen dat ze als ‘gewone werknemers’ worden behandeld.

http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2014/Burgermacht_op_eigen_krachtHet mooiste voorbeeld dat ik vond in de publicatie was dit. “Een inwoner van de gemeente Berkelland die twaalf jaar lang vrijwilliger voor Tafeltje Dekje was kreeg, toen hij vijf minuten te vroeg de maaltijden voor zijn groep kwam ophalen, te horen ’12 uur is 12 uur’. Diezelfde dag stopte hij met dit vrijwilligerswerk.”



Lezen: Burgermacht op eigen kracht? , SCP 2014

vrijdag 14 maart 2014

Negen voorstellen voor versterking van de rol van bewoners in democratie

Ik heb geen moeite met politieke verschillen. Laat die een belangrijke rol spelen. Wel of geen intensivering van het armoedebeleid, wel of geen extra camerabeveliging om boeven te pakken, wel of geen 80 km als maximumsnelheid: allemaal duidelijke punten om over van mening te verschillen.

Maar ondertussen is er ook een niet te negeren druk om mensen meer zelf te laten besluiten. Waar vroeger draagvlak werd gemaakt door afspraken tussen politieke leiders, is het nu nodig om burgers rechtstreeks te benaderen en hun wensen en gedachten te horen. Traditionele inspraak wordt vervangen door ‘samenspraak’, beleid wordt dan in interactie met de samenleving gemaakt. Overheden experimenteren met nieuwe werkwijzen. Het is nodig dat daar ook in de collegeakkoorden afspraken over gemaakt worden. De gemeenten zijn groter, staan verder van mensen af, ondertussen zijn minder mensen lid van een politieke partij en zijn mensen beter opgeleid.

Ik kwam op 9 voorstellen voor meer burgerdemocratie.

Voorstel 1

Experimenteer met de raadsvergaderingen om burgers meer ruimte te geven

Sinds de dualisering experimenteren gemeenteraden met nieuwe vergadervormen. Op de Politieke markt in Almere zien we veel meer burgers dan bij de reguliere wijze van vergaderen. De essentie daar is dat stemmen en overleggen uitelkaar is gehaald. Burgers weten welke debatten ze kunnen bezoeken en hoeven geen lange onduidelijke stemmingen af te wachten. Meerdere debatten kunnen tegelijkertijd gevoerd worden.

Voorstel 2

Geef burgers meer mogelijkheden het budget te beïnvloeden en mee te denken

De politiek bepaalt de grote lijnen van de besluiten, en zo hoort het ook. Maar in de praktijk worden bestedingen tot in detail bepaald door ambtenaren. In de gemeente Oude Ijsselstreek is een representatieve groep burgers gevraagd advies te geven over de begroting. In veel gemeenten wordt gewerkt met wijkbudgetten. De wijken en dorpen kunnen dan ook meer betrokken worden in het beheer en de uitgaven. Zij zouden moeten kunnen schuiven met gelden die niet (politiek) vastgelegd zijn. Maak Prestatieafspraken met dorpen en wijken: de doelen liggen vast, maar hoe is aan de buurt zelf.

Voorstel 3

Gebruik de kennis van burgers bij Beleidsontwikkeling

Wikipedia laat zien dat bij de massa veel kleine stukjes kennis zitten, klaar om gebruikt te worden. Natuurlijk weten ambtenaren veel van hun eigen professie. Maar bewoners weten vaak meer details van hun buurt. En kan de gemeente niet heel goed de professionele kennis van burgers op de diverse andere gebieden gebruiken?

Voorstel 4

Geef burgers zelf de kans beleid te maken.

Bestemmingsplannen kunnen door burgers zelf gemaakt worden. In Vlaardingen (Broekpolder) gaven burgers zelf invulling aan het bestemmingsplan. En geef burgers ruimte hun onderwerpen op de politieke agenda te plaatsen door een E-petitie mogelijk te maken.

Voorstel 5

Laat burgers oordelen in moeilijke afwegingen

Gemeenten kunnen een Burgerjury instellen om burgers te laten meedenken in moeilijke beslissingen die niet per se politiek gekleurd zijn. Er is veel kennis over het werken met een Burgerjury, waarbij aselect gekozen burgers over een niet politiek onderwerp alle overwegingen en argumenten tot zich nemen, met elkaar debatteren en vervolgens beslissen. De kennis wordt alleen nog niet gebruikt. Ook zijn nieuwe mogelijkheden als een Internet dialoog mogelijk.

Voorstel 6

Stel burgers in staat over belangrijke besluiten te stemmen

Referendumverordeningen zijn vrij algemeen ingevoerd bij gemeenten. Het gebruik is echter miniem. De ervaring leert dat een referendum ertoe leidt dat bij de bevolking veel meer aandacht komt voor de voor- en tegenargumenten. Belangrijke besluiten met gepassioneerde voor- en tegenstanders zijn gebaat bij draagvlak. Referenda maken de democratie levendig en laten zien dat mensen soms niet een meerderheid kunnen overtuigen en zich daarbij neer moeten leggen. Interessant zou zijn om ook te experimenteren met een meer-keuze Referendum.

Voorstel 7

Laat burgers resultaten controleren

Wie vertrouwt het college of de gemeenteraad als ze zeggen dat de gemeente goede resultaten heeft behaald? Helaas niet meer iedereen. De resultaten krijgen meer glans als een groep onafhankelijke burgers dit gunstige oordeel deelt. Daarom is het goed om halverwege de raadsperiode te werken met een burgervisitatiecommissie. Als dat vooraf wordt afgesproken is er minder kans dat het gezien wordt als een politieke afrekening. De burgervisitatiecommissie kan dan kijken naar: 1. Politiek-bestuurlijk leiderschap; 2. Organisatorisch vermogen (intern en extern); 3. Resultaatgerichtheid; 4. Beleidsprestaties en maatschappelijke effecten; 5. Kwaliteitszorg; 6. Gedrag richting en samenwerking met stakeholders. In Rotterdam is een vaste Burgeronderzoeksgroep die zelf onderzoek doet en daarbij het referentiekader van burgers gebruikt.

Voorstel 8

Monitor de kwaliteit van burgerparticipatieprocessen

Uit onderzoek blijkt dat weinig gemeenten goed zicht hebben op de kwaliteit van de processen voor burgerparticipatie. Spreek nu af dat de raad na 2 jaar een beeld krijgt van de kwaliteit van burgerparticipatie: de realisatie van projecten, de democratische manier van werken, professionaliteit van de organisatie en de kwaliteit van de samenwerking zijn daarbij mogelijke toetspunten. Zo kunnen gemeenten successen vieren en leren van fouten.

Voorstel 9

Zorg voor permanente toetsing van de kwaliteit van de participatie

Er is niemand die er op aangekeken wordt als de participatieprocessen niet goed gaan. Wel als resultaten achterblijven of de financiën niet kloppen. Daardoor is goede participatie niet alleen geen vanzelfsprekendheid, maar ambtenaren weten zelfs niet waar ze aan moeten voldoen. Een foutje kan altijd gebeuren, maar stelselmatig onzorgvuldige participatieprocedures moeten bekend worden en in de gemeenteraad ter discussie staan. Voor goede, eerlijke behandeling van burgers is de Ombudsman in het leven geroepen. Iets dergelijks zou ook voor participatie moeten komen, de stadsdemocraat.

vrijdag 7 maart 2014

Minder regels?

Er zijn in Nederland heel veel regels en regeltjes en dat is soms maar goed ook en in sommige gevallen gewoon gemakzucht. In elk geval zijn veel regels waar mensen zich aan ergeren goed voor het onderling vertrouwen. Hoed u voor het gemakzuchtig schrappen van regels. 

Laten we beginnen met een simpele regel. Stel je voor dat het uitbouwen van je huis geen vergunning meer nodig hebt. Daar is afgezien van de controle op de deugdelijkheid om zo de omgeving en jezelf niet in gevaar te brengen best veel voor te zeggen. Als je eigenaar bent, mag je toch ook het huis veranderen naar eigen inzicht? Schrappen dus?

Toch is het lastiger dan we op het eerste gezicht denken. Ik heb zelf pas 5 jaar een eigen huis en heb gemerkt dat je toch meer te maken hebt met anderen dan je denkt. Er zijn namelijk veel mensen die vinden dat jou huis hun uitzicht beinvloedt. Jouw verandering verandert hun uitzicht en daar zijn de (over)buren niet altijd blij mee.

Zo hoorde ik van iemand, laten we hem P. noemen, die zijn huis verbouwde. Allemaal prachtig, maar toen het af was waren de buren woest dat het huis van P. ineens zoveel groter was (op de garage kwam een verdieping). Nu had P. de buren wel wat tekeningen laten zien, maar het resultaat viel de buurman nogal tegen. Nu komt het: de uitbouw was goedgekeurd door de gemeente. Het plan had ter inzage gelegen en niemand had bezwaar gemaakt, dus het was in orde. P. verwees de buurman dus netjes naar de gemeente op de vraag of dat zomaar kon. De buurman kon boos naar de gemeente gaan. Hij bleef boos dat het zomaar kon, maar de relatie met P. was al snel weer goed. Door de regels van de gemeente.

Stel nu dat de gemeente hier niet meer tussen zou zitten. Daar is principieel veel voor te zeggen. Laat mensen maar zelf verantwoordelijkheid nemen. Welstand zegt mij in het algemeen niet zoveel, anderen hebben er meer mee. Ik vind het wel grappig als iemand zijn deur rood schildert of zelfs de hele gevel kleurt. Afschaffen die regel dus maar? Bedenk dan dat je voortdurend met de buren over de welstand in de clinch kunt blijven liggen.

Is het dan niet beter dat de gemeente een regel heeft en een uitspraak doet? Niet altijd in jouw voordeel, wel helder en duidelijk. Dan mag het best wat minder met de welstandsregels, maar de goedkeuring van de gemeente schept wel rust.

Heldere regels ja, veel ruimte binnen de regels prima. Maar minder regels?

Het paspoort is niet iets dat mensen graag willen. Ik weet dat mijn kinderen er trots op zijn, maar ze hebben het omdat ze op vakantie wilden. In die zin is het paspoort een dienst: dankzij de garantie van Nederland dat deze personen zijn, die ze zeggen te zijn, bekend zijn en wonen in Nederland, accepteren andere landen hen als gast. Dat kan je een vervelende afspraak vinden tussen landen onderling. Maar de overheid zorgt wel voor vertrouwen in onbekende mensen. Minder regels? 

De overheid geeft met regels en regeltjes vaker vertrouwen. Denk aan brandveiligheid, instortende balkons, de waarde van het geld. Als je een verschil van mening hebt met iemand die je wat heeft verkocht zijn er in het Nieuw Burgerlijk Wetboek nogal wat regels waarop je kunt vertrouwen. In de Scandinavische landen zijn best veel regels. Minder regels goed voor ondernemers? Ach. Een goede overheid en veel onderling vertrouwen is belangrijker.

Daarom geloof ik ook niet zo in het schrappen van regels om zo economische voorspoed te krijgen. De regel dat banken beter moeten controleren of iemand zijn hypotheek kan betalen kun je schrappen om een hoop mensen in staat te stellen een huis te kopen. Maar wat als die hypotheken op drijfzand en wind gebaseerd zijn? Dan gaat er toch echt iets mis. 

Simpele uitvoering, geen dubbel werk: daar ben ik erg voor. Dat helpt ook de economie. Dat brengt welvaart. Maar minder regels? Dan eerst terug naar het doel van die regels. Wellicht is iedereen dat doel vergeten en wil men dat doel eigenlijk nog steeds bereiken. Dan is schrappen niet het beste om te doen. Dat er meer groei door minder regels is, is nog niet zo een twee drie bewezen.