maandag 28 april 2014

Collegeakkoord Utrecht: sympathiek zonder harde beloften


Het collegeakkoord ademt de geest van "samen aan de slag". Het Motto is: Utrecht maken we samen. Dat is duidelijk gericht op de samenleving en niet op het college samen met de gemeenteraad. Een bespreking van de punten die gaan over burgerparticipatie en overheidsparticipatie. Sympathiek, nog vier jaar te gaan.

100x100 logo
Hein Albeda is lid van 100x100
De inleiding is fris en straalt uit dat er niet vanuit een bestuurlijke toren gewerkt wordt, maar dat het college samen werkt met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. “We zoeken in onze aanpak naar andere en nieuwe vormen van samenwerking en participatie” Het eerste hoofdstuk heet ook samenwerking 030. Het college neemt een faciliterende houding aan naar haar inwoners. Het is overduidelijk dat het college wil luisteren en ruimte wil geven aan initiatieven in de samenleving. De regie blijft wel bij het college.

En de vraag is of de inwoners niet wat meer mochten verwachten. Want de goede inzet op samenwerking wordt helaas niet altijd even concreet vertaald en nergens houdt de inwoner na het lezen enige zekerheid over. De taal is sympathiek “Het college inspireert met voorbeeldgedrag en verbindt. (...). Dit leidt tot een bestuurscultuur die gericht is op: • het verbinden van burgers, ondernemers en organisaties; (...)

Ik kijk namelijk even of er zaken in staan waar inwoners het college aan kunnen houden. Hoe hard zijn de beloften? En hoe wil de gemeente omgaan met de wijken waar initiatieven minder gemakkelijk van de grond komen? Om met dat laatste te beginnen: daar lezen we niets over. Opbouwwerk is uit de tijd. We zullen het de komende vier jaar moeten volgen.

Overal een gesprek over aangaan
Zoekend naar harde beloften valt op dat de bedoelingen goed zijn, maar dat het college nergens concreet houvast geeft aan Utrechters. Samen praten over zaken is een duidelijke belofte, samen beslissen is wat anders. Het wijkgesprek en het stadsgesprek zijn blijkbaar effectieve instrumenten, want deze worden op meerdere plaatsen genoemd. Terwijl van veel instrumenten genoemd wordt dat ze geëvalueerd moeten worden, geldt dat voor de wijk en stadsgesprekken niet. Waarom niet?

Eigenlijk is er vooral een welwillende houding tegenover initiatieven te lezen. Maar daar moeten we niet gemakkelijk over doen: deze is dusdanig sterk dat het college wel wat uit te leggen heeft als het niet lukt. Het zou vragen om een tussentijdse evaluatie na twee jaar, maar die stap wordt helaas niet gemaakt. Een burgervisitatie na twee jaar reageren op initiatieven en samenwerking zoeken zou op zijn plaats zijn geweest.

Nooit de regie uit handen
Nergens geeft het college de regie uit handen. Capabele burgers gaan niet evalueren of sociaal makelaars effectief werken. Er wordt gewezen op evaluatie en hoe belangrijk het is daarbij ook gebruikers te horen. Gebruikers gaan niet zelf evalueren. Terwijl er in Utrecht vast mensen wonen die van evalueren heel veel verstand hebben. Kennis wordt opgehaald om beleid te maken, maar capaciteiten worden op dit punt onbenut gelaten.

Geen inbreng bij de begroting en verantwoording
Rond de begroting staan de kaders stevig en dat lijkt mij terecht, maar bij de verdeling van middelen en benoemen van prioriteiten staan de inwoners aan de kant. Waarom eigenlijk? Rond de begroting wordt zelfs geen stadsgeprek beloofd, ook rond het jaarverslag niet. Het leefbaarheidsfonds en het flexibel welzijnsbudget worden samengevoegd, maar het blijft de gemeente die beslist over de besteding. Dat hoeft helemaal niet. Geef de buurt daarin een stem en laat de buurtbewoners vervolgens zelf de shit over zich heen krijgen als ze dat niet goed hebben gedaan. In Deventer kan het ook. In Utrecht niet?

Al met al ben ik niet ontevreden. Ja, er had veel meer kunnen staan, maar er is ruimte om verder te gaan. Het begint natuurlijk met erkenning van de kracht van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Die erkenning is onweerlegbaar aanwezig. De rest moeten bewoners maar bevechten dan.

Sympathiek en goed bedoeld: we zullen Utrecht er aan moeten houden.


P.S. Ik heb politiek er buiten gelaten en alleen gekeken naar overheids- en burgerparticipatie. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk veel interessants voor Utrecht in staat dat ik niet noemde.




Hier een tabel die kijkt naar initiatieven, gezamenlijke initiatieven en en andere onderwerpen die belangrijk zijn voor burgerparticipatie en overheidsparticipatie.
Initiatieven We creeren meer ruimte voor eigen initiatief.
Dit vraagt een gemeentelijke cultuur met een “ja-en”-houding.


We stimuleren en ondersteunen duurzame bewonersinitiatieven en verleiden particulieren en private partijen te investeren in duurzaamheid in Utrecht; We hebben geleerd van Lage Weide, dat draagvlak een belangrijke voorwaarde is voor windenergie.


Rondom zonnepanelen: “We stimuleren initiatieven van bewonerscollectieven “


Wij stellen ongebruikte terreinen in onze stad beschikbaar voor tijdelijke initiatieven.


Wij maken bestemmingsplannen flexibel en creëren regelvrije zones.


Zaken die vrijwillige inzet van bewoners in buurten belemmeren worden onderzocht en aangepakt met name ten aanzien van aansprakelijkheid. En we stimuleren vrijwillige inzet van bewoners door goede samenwerking met huisartsen, leraren en welzijnswerkers.


Fonds om 3 decentralisaties te laten landen “we denken oa aan (…) aan het stimuleren van buurtnetwerken die bij kunnen dragen aan “samenredzaamheid”;


Bij sportaccomodaties: ruimte bieden aan initiatieven op het gebied van zelfwerkzaamheid en zelfbeheer.


Bij veiligheid en leefbaarheid: We beschouwen onze inwoners als bondgenoot in de aanpak van veiligheid en stimuleren coproductie en eigen kracht.


We blijven, waar het kan, buurthuizen in zelfbeheer houden en kijken waar nodig naar mogelijkheden om de sociaal beheerder gedeeltelijk terug te brengen in het buurthuis


We voegen het leefbaarheidsbudget en het flexibel welzijnsbudget samen tot een initiatievenfonds, bedoeld voor permanente verbeteringen van de openbare ruimte of vernieuwende initiatieven gericht op zorg en welzijn in de buurt. Dit vanuit het principe van cofinanciering en/of eigen inzet van de initiatiefnemer.


Ook op andere beleidsterreinen kijken we hoe wijkinitiatieven van bewoners en bedrijven meer ruimte kunnen krijgen en elkaar kwalitatief en financieel kunnen
versterken. Denk aan zzp'ers en in combinatie met mantelzorg, groenonderhoud in eigen beheer, etc


We stimuleren en faciliteren inwoners die willen bijdragen aan het beheer van openbare ruimte en het groen


We richten ons op het wegnemen van barrières voor initiatieven van Utrechters zelf.
Gezamenlijke initiatieven Daarom willen we een aantal projecten en ontwikkelingen laten benoemen waarmee Utrechters en ambtenaren samen, in gelijkwaardigheid, aan de slag gaan.


De stadsgesprekken worden deze collegeperiode voortgezet op buurt-, wijk-, stad- en gemeenteniveau. Op deze manier doen we ervering op met de nieuwe manier van samenwerken


Gebouwen in de wijk worden multifunctioneel gebruikt, waarmee deze ontmoeting en deze samenwerking wordt versterkt
Gebruik maken van kennis in de stad en daarbuiten Voordat plannen worden gemaakt, verkennen we eerst of ze nodig zijn, of er draagvlak voor is en wat de ideeën erover zijn in de stad.


In wijken met oplopende gezondheidsproblemen willen we wijkgesprekken organiseren om alle belanghebbenden aan tafel te krijgen en samen te zoeken naar methodes en oplossingen die werken.


Buiten de grenzen van ons land zijn relevante kennis, inspirerende voorbeelden, invloedrijke netwerken en middelen voor cofinanciering te vinden. Wij werken daarom netwerkgericht


Wij geven de ontwikkeling, fasering en invulling van de publieke voorzieningen vorm in overleg met bewoners en de private ontwikkelaars en realiseren daarmee een aanbod dat aansluit bij vraag en aanbod
Invloed op beleid Draagvlak, betrokkenheid en participatie zijn belangrijke aspecten die terug moeten komen in dit energieplan
Inbreng bij de begroting Niets
Controle op de uitvoering We gaan met bewoners en ondernemers op zoek naar de paarse krokodillen in de organisatie.
Verantwoording resultaten We gaan zelfredzaamheid monitoren.


Meer algemeen is er aandacht voor meetbare resultaten


We leren op basis van evaluaties waarbij gebruikers betrokken worden van nieuw opgedane ervaringen en bepalen op basis daarvan onze vervolginzet en afspraken.


Wij werken nu twee jaar met sociaal makelaars. Het is tijd om te evalueren of en hoe deze nieuwe werkwijze heeft bijgedragen aan de doelstellingen van vernieuwend welzijn: het inspelen op en ondersteunen van activiteiten en initiatieven vanuit de wijk. We gaan de evaluatie organiseren via wijkgesprekken, met tafels waaraan alle belanghebbenden plaats kunnen nemen
Wat als initiatieven minder gemakkelijk van de grond komen? Geslaagde initiatieven en samenwerkingsverbanden gebruiken wij als voorbeeld van hoe we Utrecht samen maken
Waar knelpunten zijn, zoeken we naar nieuwe en betere samenwerkingsvormen om zo veel mogelijk Utrechters te bereiken.
Hein Albeda
24/4/2014

P.S.: Hier de rapportage van 100x100 Utrecht (pdf)

Ben ik eigenlijk wel liberaal genoeg?

Bij de laatste peiling van Ipsos kwamen VVD en D66 op 54 zetels, de vorige verkiezingen heeft de VVD veel gewonnen, nu gaat het duidelijk minder. D66 heeft nu de wind mee. Door de jaren heen zie je echter dat als D66 heeft gewonnen, de kiezers de stemming daarna schrikken en naar de VVD overstappen. (grafiek)

Bijna iedereen stemt liberaal. De VVD en D66 zijn groot. Af en toe zakt de VVD wat weg, maar daarna krijgt de VVD een duwtje na de winst van D66 (rode puntjes in grafiek). En heet de PVV niet voor de vrijheid te zijn ?
PvdA en CDA zakken in. En ik moet bekennen dat ik grote sympathie heb voor D66 en liberalen als Winsemius.

Liberale samenleving
In de liberale aanpak heeft de burger vooral rechten en slechts de plicht om zich te houden aan het ‘sociale contract’ dat hij of zij verondersteld wordt te hebben afgesloten met andere burgers. Burgers dienen in hun vrijheid anderen niet te beperken. De burger moet politiek desgewenst kunnen opkomen voor zijn of haar belangen en idealen, maar hoeft niet te participeren vanuit het idee van een gemeenschappelijk belang. Vrijheid om wat te ondernemen!

Ondertussen zien we in de coalitie-akkoorden voor gemeenteraden een minder liberale trend. In de gemeenten komen de lokalen op. Die dreiging van de lokalen zorgt ervoor dat gemeentelijke akkoorden spreken van samenwerking en verbinding met burgers. Daarbij lijkt de burger meer aangesproken te worden op de plicht participeren.

Solidariteit? Welbegrepen eigenbelang? Nee hoor, als je goed leest zie je eerder dat de gemeente burgers in staat stelt eigen initiatieven te nemen. De lokale partijen komen niet op vanuit de gedachte dat burgers moeten participeren vanuit een gemeenschappelijk belang, maar dat de gemeente ruimte moet geven voor (hun) initiatieven.

Werkt dat liberale wel?
Of dat liberale gedachtegoed ook echt werkt om te komen tot de maatschappij die de meeste mensen willen is de vraag. "Met ons gaat het goed, maar met de samenleving niet", zo knaagt het gevoel. Wordt dat gevoel met de akkoorden recht gedaan? 

Dat gevoel knaagt ook bij mij. Ben ik eigenlijk wel liberaal genoeg? (vrij naar Jan Blokker).

Tja.
Ik ben economisch vrij liberaal: vrijhandel werkt en de onzichtbare hand doet het beter dan de socialistische planeconomie. Maar ik geloof ook in marktfalen. Ik ben voor toezicht en wil voorkomen dat de rekening gelegd wordt bij die partijen die niet sterk genoeg zijn. Kortom, ik ben blij dat de overheid er is. Noem me naïef. Ik denk dat rechten voor vakbonden, minimumlonen, de 40-urige werkweek, en zeker de leerplicht heel veel goed hebben gedaan.

Opbouwwerk
Maatschappelijk ben ik ook niet helemaal liberaal genoeg. Noem me maatschappelijk naïef: ik geloof dat in de huidige tijd opbouwwerk nodig is. Opbouwwerk omdat in bepaalde wijken mensen minder kansen hebben om eigen initiatieven te nemen. Initiatieven neem je niet in je eentje, maar met de gemeenschap. In die gemeenschap moet een bepaalde kern zitten die iets voor elkaar kan krijgen en in sommige gemeenschappen is weinig kracht.

Het schopt een beetje tegen de huidige blijheid om mijn twijfels weg te duwen met diverse prachtige initiatieven (ja, maar kijk nu eens in Elsendorp, Hein, daar kunnen ze het toch zelf?). Noem het ouderwets wantrouwen tegen maatschappelijke vernieuwing. Noem me conservatief. Zodra één visie gaat overheersen krijgen blinde vlekken veel kans.
 
Ja, er zit in sommige gemeenschap veel kracht - minder dan vroeger -, maar je kan sommige gemeenschappen wel een potje laten breken. Daar moet de overheid zeker ruimte voor geven. Ik heb dat ook vaak bepleit!

Dat model van ruimte maken is echter niet te exporteren naar alle gebieden. In alle initiatieven die ik zag was er iets bijzonders. Nee, het was niet zo dat het ging om ondernemers!

De mensen waren gericht op samenwerking, de mensen waren geneigd diversiteit te omarmen. De initiatiefnemers waren niet liberaal, eerder communitaristisch.

En zo blijf ik met mijn twijfel zitten. Ben ik wel liberaal genoeg? De bezielde doe-democratiegelovers, de ruimtemakers, de "minder regels", de politici die zich omringen met sociaal ondernemers, de liberalen, de participatiesamenlevingbezuinigers. Dat soort. U zult van mij geen kwaad woord over ze horen, maar ze moeten in de gaten worden gehouden, al was het maar om hun eigen bestwil!



Jan Blokker over wantrouwen: De bezielde maatschappijvernieuwers, de in burgerpak gestoken pastoors (...) de schrijvers van revolutionaire boeken en de componisten van de revolutionaire muziek. Dat soort. U zult van mij geen kwaad woord over ze horen, maar ik vind wel dat we ze scherp in de gaten moeten houden, al was het maar voor hun eigen bestwil. Uit: ben ik eigenlijk wel links genoeg?


vrijdag 25 april 2014

Op naar de verenigingsdemocratie

Afscheid van de representatieve democratie en welkom aan de verenigingsdemocratie. Zo zou je de collegeakkoorden kunnen duiden. Maar wordt die stap echt gemaakt? En beseffen de politici wat er voor gevaren zijn? Kijken ze ook naar uitsluiting en afnemende bereidheid om voor langere tijd verantwoordelijkheid te nemen? 

Motto: luisteren, samen en vertrouwen.
De eerste blik op de motto's die collegeakkoorden meekrijgen zou verwachtingen moeten scheppen. Venlo doet het met “Verbinden vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid”, Maastricht met “Investeren in vertrouwen”. Giessenlanden vitaal: samenwerken tot in de kern! Neerijnen ‘Bouwen aan vertrouwen’

In Oude IJsselstreek is een procesakkoord gesloten om duidelijk te maken hoe de gemeenteraad om wil gaan met de burgers. Het collegeakkoord bevat als tekst “Dat doen we in productieve samenwerkingsverbanden met inwoners en netwerkpartners. Wij zullen daarbij de verbindingskracht van gemeenteraadsleden en de ondersteuningskracht van onze ambtenaren benutten".

Utrecht zegt: “Samen maken we de stad” en kunnen we oplossingen zoeken voor de uitdagingen waar we als stad voor staan. Wageningen heeft het over “initiatief voor de stad”. Voordat het coalitieakkoord wordt afgerond wilden de onderhandelaars horen wat er voor ideeën leven in de Wageningse samenleving.

Veel zelf laten doen, op tijd laten meedenken
Wat dat betekent? Veel zaken worden teruggelegd bij burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld, verder worden burgers geraadpleegd over van alles en nog wat. Was dat eigenlijk dan niet zo?

Op het moment dat in al die gemeenten opgeschreven wordt wat eigenlijk heel gewoon hoort te zijn is er iets aan de hand. De gemeente is niet meer van ons!

De gemeente als onze vereniging
Zou de gemeente nog echt “onze vereniging” zijn, dan was het vanzelfsprekend dat de ledenvergadering beslist over belangrijke zaken, dat het bestuur luistert naar de leden, dat er vertrouwen is. Verder zouden er veel mensen niet op de ledenvergadering komen: zij zijn minder geïnteresseerd in die gemeenschappelijke vergaderingen, ze komen pas als hun eigen belang echt geschaad wordt. Tenslotte zijn er ook veel mensen die niet meevergaderen, maar die wel desgewenst bereid zijn hun handen uit de mouwen te steken voor het collectief of voor andere individuen.

Naar die echte vereniging lijken de akkoorden terug te verlangen. Weg van de representatieve democratie en meer richting de verenigingsdemocratie. Daarin is het luisteren en verbinden van leden met elkaar heel gewoon. En als dat zo is, missen we wat in die akkoorden?

  1. Werkgroepen van leden die plannen uitwerken en aan de ledenvergadering kunnen voorleggen. Mensen die een speciale kennis en passie hebben zet je samen om besluiten voor te bereiden voor de vergadering. Burgers die zelf hun herprofilering of centrumplan maken.
  2. Niet het bestuur beslist over de contributie, maar de leden. Het bestuur realiseert zich donders goed dat elke verhoging pijnlijk kan zijn en dat er iets tegenover moet staan. Burgers die meer betrokken zijn bij de begroting.
  3. Het bestuur kent de leden: hun speciale kennis en hun eigenaardigheden en spreekt mensen gericht aan als hun expertise nodig is. Op tijd profiteren van de kennis die je in huis hebt
  4. Er is een doordachte manier om vrijwilligers te behouden en te belonen voor hun werk. Aandacht en bedankjes zijn heel normaal.
Verenigingen en afdelingen
Verder zijn verenigingen kleiner dan gemeenten. Wellicht zal je de gemeenten dus moeten opsplitsen in afdelingen. 

De afdelingen hebben een mate van zelfstandigheid en het bestuur kan ingrijpen als in de afdelingen ondemocratisch gewerkt wordt en een bepaalde groep leden de boel domineert. Probleem is wel dat mensen zich vrijwillig organiseren in verenigingen. Bij een gemeente hoort iedereen er bij. Die taak om op te letten dat mensen niet buiten gesloten worden en dat hun rechten geschonden worden is bij gemeenten dus nog belangrijker dan bij verenigingen. Dat zou dus ook bij de akkoorden een rol moeten gaan spelen.

Bouwen de gemeenten aan vertrouwen en kennen ze de schduwkant?
Lees nu de akkoorden eens door en kijk of de gemeenten echt de stap maken naar de verenigingsdemocratie. Misschien ook even bedenken dat veel verenigingen in Nederland geen moeite hebben vrijwilligers te vinden voor eenmalige inspanning of initiatief, maar wel om mensen te vinden die zich langdurig willen inzetten en een verantwoordelijkheid nemen.

maandag 21 april 2014

Dubai, een wereldwonder



Combineer Singapore, Hong Kong en het burgerschap in het oude Rome en je komt op Dubai uit. Weinig politieke vrijheid, een heel liberale economie en misschien 10% van de bevolking mag zich burger van Dubai noemen. Na een korte inzinking door de crisis komen de mooie verhalen weer terug. Dubai als lokkend economisch model! We gaan er nog veel over lezen, met een beroep op Ayn Rand gaan mensen vertellen dat in Dubai luilekkerland is uitgevonden. Nog even hier door de berg met rijstebrij eten en wij kunnen ook luilekkerland in. Bedenk dan even wat we bewonderen.


Een open economie zoals sommigen die graag zien. Wie vanuit een ander land naar Dubai komt kan daar aan de slag voor een mager loon, maar in vergelijking met het thuisland mooi, zonder enige sociale zekerheid. Minimumloon bestaat er niet, belasting ook niet, werkgevers moeten zich gewoon respectvol gedragen. De stad die eerst groeide op de opbrengst van de olie, stelt nu een economie te zijn die niet alleen floreert dankzij grondstoffen. Emirates airlines, Dubai Ports, Majid al-Futtaim, excellente overheidsdienstverlening, de grootste kunstinkoper, bloeiend toerisme: het is niet alleen olie wat er blinkt.


Een vluchthaven voor de allerrijksten is Dubai geworden, daar was wel behoefte aan bij deze onbedreigde bevolkingssoort. Tussen 1950 en 1970 werden zowaar de armen wat sneller rijk dan de rijken, een periode die de rijken maar weer zo snel mogelijk willen vergeten en inmiddels is de toon ook alweer gezet.(Zie grafiek: 1950 - 1970 een anomalie waarin de rijken wat minder snel rijk werden dan de armen). Als je het goed aanpakt raak je de rijkdom van de olie niet meer kwijt.

Bron Thomas Piketty Capital in the 21 century

En Dubai doet dat goed. Het is geen exporteerbaar model, want anders zouden Russische, Indiase en Chinese rijken hun geld niet meer naar Dubai brengen. Nu de VS en Europa bezig zijn het bankgeheim in Zwitserland aan te pakken ligt er een nieuwe industrie klaar. Dubai wordt het nieuwe Zwitserland van de wereld. Bij Dubai past geheimhouding. Er is geen democratie, alles wordt beslist door de emir. Daarom wordt Dubai een vrije bank-handelszone. 


Om de rijkdom te behouden mogen vrouwen niet met buitenlanders trouwen of moeten ze het land verlaten als ze dat doen. Daar staat tegenover dat de emir inderdaad goed zorgt voor zijn burgers! Hij eist respect en dan zorgt hij dat je verzekerd bent van rijkdom, een huis, gratis gezondheidszorg als je in Dubai blijft en met een burger trouwt. Het is een privilege waar de rijken graag aan mee willen werken. Zolang de winst binnen een beperkte groep blijft is het verder prima. Beetje leeg: veel Ferrari, weinig intellectuele hoogstandjes, maar met al dat geld zal er ook wel een intellectueel hoogstandje komen. Een inspiratie voor alle armen die in de Amerikaanse droom trappen.


En wij gaan er gewoon afhankelijk van worden. Iets wat geen enkele politieke partij hier gaat voorkomen. Als de rente stijgt gaan we meer geld betalen aan aflossing van onze schulden dan aan onderwijs (wat we nu gelukkig zeker niet doen). En het grappige is: die rente stijgt zodra we tezeer knagen aan de positie van de allerrijksten. De Amerikaanse schuld levert de Chinezen flink wat geld op, zoiets krijgen we in Europa ook. Hadden we de crisis maar wat beter moeten gebruiken. In het Oude Griekenland werden in tijden van crisis de rijken verplicht om flink in de bus te blazen. We hadden hen banken kunnen laten redden, maar nee, die zijn gered door belastingbetalers. 


Toen Jeroen Dijsselbloem suggereerde dat belastingbetalers dat redden niet altijd vanzelf voor hun rekening nemen en aandeelhouders ook eens moesten bloeden voor hun fouten stond de Financial Times te roepen dat Dijsselbloem iets verschrikkelijk doms had gezegd. En nu: ach, managers van geredde banken mogen een tijdje niet belachelijk veel verdienen. De schade voor de rijken is te overzien. Zij zetten lekker de bloemetjes buiten in Dubai.  


Dubai een wenkend perspectief voor minder dan 1% van de wereldbevolking.

zondag 6 april 2014

Betalen voor gezondheidszorg individueel of collectief?



Ja, de kosten voor gezondheidszorg lopen op. Ja, er wordt veel over participatiesamenleving gesproken. Ja veel burgers vinden dat mensen meer zelf moeten doen. Nee, de vraag wat het collectief kan en wat het individu betaalt is niet ingewikkeld. Gewoon de ouderwetse solidariteit.
Tussen al het gepraat over groeiende zorgkosten, ingewikkelde vergoedingsystemen, eigen verantwoordelijkheid en groeiende verschillen tussen de gezondheid voor arm en rijk is het een verademing te zien hoe duidelijk burgers oordelen. Het principe is simpel en het heet solidariteit. 

Solidariteit is “Het bewustzijn van saamhorigheid en bereidheid om de consequenties daarvan te dragen”. Mensen denken wel eens dat dat verdwenen is, maar voor de meeste mensen is het een leidend principe. We vinden het terug in het denken van gemiddelde burgers over concurrentie, decollectivisering, individualisering en al die mooie beleidstermen. 
De verwachting dat burgers de kostenstijging door vergrijzing weten te drukken door meer eigen verantwoordelijkheid te nemen, een illusie of niet? 

In bijgaand plaatje zie je meningen van burgers over de verantwoordelijkheid voor het individu en het collectief. 


Nu even de verklaring. Simpel gezegd verwachten burgers dat mensen zelf een bijdrage leveren om de schadekosten binnen hun mogelijkheid te beperken en kostenveroorzakers zoveel mogelijk te voorkomen. Het is goed om collectief een bijdrage te leveren aan de kosten veroorzaakt door lasten waar mensen niets aan kunnen doen. Eigenlijk zo simpel als een brandverzekering. Het collectief wil betalen voor de gevolgen van een brand bij een van hen - omdat mensen die last alleen niet kunnen dragen - mits iedereen maar het zijne doet om de brand te voorkomen. 

Verzorgingsstaat of participatiemaatschappij? 
Het is dus niet zo dat de participatiesamenleving in plaats van de verzorgingsstaat de groeiende zorgkosten maar moet aanpakken. Eigenlijk zijn de mensen niet voor een verzorgingsstaat of voor een participatiesamenleving: het gaat hen om mensen en solidariteit. 
Neem de zorg voor dementie, een hoge kostenpost. Moet de participatiesamenleving die maar gaan dragen? Nee. Je kunt er niets aan doen dat je dement wordt, wel willen mensen dat je jezelf fit houdt. Ook willen mensen dat die kosten voor dementie binnen de perken wordt gehouden. Dus al er zaken vergoed worden zullen mensen kijken of de familie niet ook een bijdrage moet leveren. Opnieuw de vergelijking met de brand: de kosten van het blussen horen natuurlijk gewoon vergoed te worden, maar als het even kan steek je je handen uit de mouwen. 

Bijdragen aan de gezondheidszorg in Polen? Nee, niet zolang de mensen zich niet verbonden voelen met die Polen. Bijdragen aan de gezondheidszorg van de Polen in de straat? Ja, mits ze zich solidair opstellen (en voor mensen waarmee de verbondenheid niet vanzelfsprekend is, vraagt dat meer transparantie). Gewoon simpel de vraag naar de kostenverdeling terugbrengen naar de solidariteit.

Let wel: solidariteit betekent niet dat het vergoedingsstelsel ruim moet zijn. Voor de pil in het pakket is heel veel te zeggen. Maar uiteindelijk betaalt men het liefst alleen voor tieners. Vergoeding van een operatie in het buitenland? Alleen als dat kosten bespaart, hier niet te krijgen is en voor iedereen in dezelfde situatie beschikbaar komt. Paracetamol in het pakket? Nee. Behandelingen waar debat over de werkzaamheid is, zoals homeopathie? Nee.