zondag 24 maart 2019

Forum voor democratie en de smalle marges van de politiek


De grote overwinning voor Forum voor Democratie bracht mijn gedachten onmiddellijk op Urgenda. Heeft Urgenda bijgedragen aan de overwinning?

Niet alleen migratie, maar ook het klimaatakkoord was een reden om te stemmen op FvD. Urgenda heeft via de rechter van de overheid afgedwongen meer te doen voor het klimaat. In essentie zegt de rechter dat de overheid burgers moet beschermen en dat de Staat meer moet doen om het dreigende gevaar veroorzaakt door de klimaatverandering te keren. De mensen die FvD stemden trekken zich niets aan van wat de rechter vindt en ik zag na de uitspraak van de rechter al het probleem voor me: “ U moet meebetalen en meer doen: niet omdat devertegenwoordigers dat willen, maar omdat de rechter dat wil” schreef ik al

CDA en VVD leggen hun dilemma niet uit
FvD heeft vooral kiezers gewonnen van CDA, VVD en PVV. Bij het CDA en de VVD leeft meer eerbied voor de rechter en internationale verdragen. Maar wat ze gedaan hebben is: met de mond wat belijden over klimaat en kosten (Buma en Dijkhof hebben wel moeilijk gedaan), maar uiteindelijk geaccepteerd dat er meer moest gebeuren. Maar vervolgens blijft er een beeld van niet willen, maar ook niet doorzetten. Met welk dilemma de politiek worstelde blijft verborgen. 

Ook dilemma rond migratie
Ook voor migratie gaat dat op. Met alle maatregelen die je neemt, moet je zorgen dat je binnen de grondwet en internationale verdragen opereert. Dat maakt het asielbeleid heel traag en taai. Ik denk persoonlijk dat het ook goed is. Het gaat niet alleen om de rechten van de mensen hier in Nederland, maar over de hele wereld. Dat leidt inderdaad tot spanning: groepen die nog niet goed in de samenleving integreren (en alleen al door hun naam herkenbaar zijn en aanwijsbaar) en woningen die toegewezen worden aan mensen die recht hebben op asiel en uit het asielcentrum zullen moeten omdat ze de integratie in Nederland mogen starten.

Als bedrijven zo gerund zouden worden, gingen ze snel failliet
Trump heeft ook succes met maatregelen die door de rechter afgekeurd worden. Het kan hem niet schelen dat de rechter die afkeurt, want het maakt zijn succes alleen maar groter. Natuurlijk is het op de lange termijn heel dom om je niet aan internationale afspraken te houden. Als jij het niet doet, doen anderen dat ook niet. In Italië konden populisten alleen maar garen spinnen bij een afkeuring van de Europese Commissie. Snel valt weg dat de afkeuring er over gaat dat de Italianen veel meer uitgeven dan ze hebben en een enorme schuld opbouwen. Als bedrijven beloofden wat de klanten wilden zonder zich zorgen te maken over kosten of de wet zouden ze snel failliet gaan.

De populisten bedenken dat op de lange termijn toch iedereen wel dood is. Dus waarom rekening houden met de lange termijn? En die internationale afspraken? Die hebben zij toch niet gemaakt? Klimaatverandering ontken je gewoon, dan ben je daar ook vanaf. En laten de andere landen maar eerst hun best doen. 

Reclamemakers hebben de macht
De politiek is versmald tot wat mensen nu willen. Reclamemakers geven aan dat dat scoort en dat dat is wat je kiezers willen. De kiezers zijn immers klanten die resultaten verlangen. Doe mij maar wat minder overlast, lagere belastingen en snel een mooi huis. In Utrecht stond dat in het programma van FvD: meer woningen, meer openbaar vervoer, ook in de kleine kernen, sneller knelpunten oplossen voor auto's. Dat alles mèt meer democratie en meer referenda en lagere belastingen. Gratis bier staat er net niet bij.  

Een ingewikkelde afweging rond je houden aan verdragen en samen met andere Europese landen optrekken om traag de zaken te verbeteren slaat niet aan. 

Leve de het compromis!
Wie houdt er nog een fel pleidooi voor de smalle marges van de politiek om dingen te veranderen? Wie pleit er nog voor te het werken met een compromis? Dat wat minder glanzend is dan wat je eigen clubje wilde: om binnen de begroting te blijven en rekening te houden met de ander?  Dat is wat vooral de regeringspartijen hebben laten liggen. Een voordeeltje: je kunt het scharen onder het behoud van de typisch Nederlandse cultuur. 

Dat moeten VVD en CDA vooral doen: pleiten voor behoud van deze Nederlandse poldercultuur.

vrijdag 15 maart 2019

Participatieve democratie versus representatieve democratie

In ons democratische systeem is op verschillende manieren ingebouwd dat de bestuurders geen misbruik maken van hun gegeven macht. Ik hoor vaak ongenoegen over de representatieve democratie. Partijen doen niet wat ze beloven, luisteren niet naar "ons soort mensen". Liever nemen mensen dan het heft in eigen handen en kiezen voor participatie in plaats van representatie. 

De klacht over partijen die niet luisteren is natuurlijk bekend en daarom is al een goede tegenmacht tegenover de bestuurders vastgelegd. Uiteraard de verkiezingen na vier jaar, waarbij je ziet dat te weinig aandacht geven aan ongenoegen in de samenleving leidt tot opkomst van nieuwe partijen, zeker als het een specifiek thema is, waar ontevredenheid over is. Daar komt de bescherming van de rechtsstaat bij: de regering moet zich aan de gestelde regels houden, anders kunnen de mensen naar de rechter stappen om gelijk te krijgen. Het gaat  om de spreiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Zij kunnen elkaar dan controleren en verbeteren.

Participatieve democratie is de nieuwe tegenstrevende macht
Daar is nu de participatieve democratie naast aan het ontstaan. Dat is eigenlijk een nieuwe tegenstrevende macht. Naast de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht, de zelf-bestuurlijke macht. Ik hoor wel eens dat de representatieve democratie niet functioneert en dat het bestuur weer bij de bewoners moet komen. Ik zie ook dat de participatieve democratie schuurt met de representatieve democratie. Anders dan anderen vind ik dit juist goed.

Niet in plaats van maar naast
Participatieve democratie is niet het nieuwe stelsel in plaats van de representatieve democratie, maar een nieuwe tegenstrevende macht. Meer zelfbestuur omdat het kan en omdat de representatieve democratie door schaalvergroting steeds verder weg is gekomen.

Uit niets blijkt dat de rol van verkiezingen voorbij is. Als ik de opkomst van lokale lijsten zie en zie hoe nieuwe partijen in de Tweede Kamer een stem krijgen, dan blijkt juist dat de representatieve democratie een vaste plaats moet houden. Bij de participatieve democratie is weliswaar meer kennis van de lokale situatie, maar er zijn nog altijd overstijgende thema's waar andere belangen spelen. Bovendien zijn er nu eenmaal ook mensen die zich niet thuis voelen in de plaatselijke arena en liever hebben dat hun vertegenwoordigers goede kaders opstellen. (Lees hier) Mensen die actief zijn in de participatie zijn zeker geen vertegenwoordiging van de lokale bevolking.

Overigens: in veel gevallen is participatie beter dan representatie. Net zo goed als het voorkomen van een gang naar de rechter beter is dan de gang naar de rechter.

woensdag 13 maart 2019

Vertrouwen

Het vertrouwen is in Nederland vergeleken met andere landen hoog, zo bleek onlangs weer uit onderzoek van het CBS. Vertrouwen is belangrijk voor de samenleving: je doet makkelijker zaken met elkaar als je de ander vertrouwt. Het afdwingen van je recht als dat vertrouwen geschaad wordt is dan ook zeer belangrijk voor het floreren van een land. Economieën van dictators doet het op de korte termijn soms goed vanwege de besluitvaardigheid, maar op de lange termijn slecht omdat je je rechten niet kunt afdwingen en daardoor een groep machthebbers steeds minder betrouwbaar wordt. 

Vertrouwen is ook het cement  tussen werkgever en werknemer. Nederlandse werknemers die aangeven hun werkgever te vertrouwen, belonen deze met een grotere toewijding (80%), betrokkenheid (66%), loyaliteit (70%) en de bereidheid om publiekelijk voor het bedrijf op te komen (74%).

Vertrouwen groot in Nederland, maar vertrouwen in de toekomst minder
Het mooie nieuws dat het vertrouwen in Nederland groot is mag echter wel van wat extra kleur voorzien worden. Niet alleen het CBS, ook Edelman doet jaarlijks onderzoek naar vertrouwen. Deze Edelman Trustbarometer bevestigt enkele zaken uit het CBS onderzoek: het vertrouwen is groot in Nederland. Maar de meter voegt er ook nieuwe elementen aan toe en geeft vergelijkingen met de rest van de wereld. Zo blijkt dat het vertrouwen in de toekomst in Nederland niet zo groot is.  Vier op de tien Nederlanders zijn bang om hun baan te verliezen. Nederland is daarmee het op vier na meest pessimistisch gestemde land ter wereld (van de 24 vergeleken landen). Je kunt het ook hebben over West Europa, want met Japan zijn dat de landen (Duitsland, het VK en Frankrijk) in de onderste regionen.

De trustbarometer kijkt ook naar het verschil tussen het geïnformeerde publiek en de mensen die zich er niet zo in verdiept hebben. Eerder bleek al dat die kloof in Nederland groter is dan elders. Ook dit jaar blijft in Nederland de vertrouwenskloof tussen het geïnformeerde publiek (67%) en het brede publiek (54%) significant. Ook blijkt er een groot verschil tussen vertrouwen bij lager opgeleiden en hoger opgeleiden.

Het CBS constateert dat eveneens. In 2018 heeft 43 procent van de mensen met alleen basisonderwijs vertrouwen in de medemens. Dat vertrouwen loopt op tot 84 procent bij de groep met een universitaire opleiding. Hoger opgeleiden hebben doorgaans ook meer vertrouwen in (politieke) instituties dan lager opgeleiden.

Overheid: win vertrouwen van lager opgeleiden
Het zou daarom aanbeveling verdienen als de overheid meer aandacht schenkt aan het vertrouwen (en gebrek aan vertrouwen) van lager opgeleiden. Verdient de overheid wel hun vertrouwen?

Nu moet je voor de grap eens kijken naar de verantwoording van de politiek over resultaten: wat was er beloofd en wat is er van terecht gekomen. Voor zover die documenten er zijn, zijn ze volstrekt gericht op hoger opgeleiden (en geschreven door hoger opgeleiden). Dat is jammer, want eerlijk zijn over wat er niet goed gaan en vertellen wat er wel is gebeurd helpt voor het vertrouwen en de betrokkenheid.

Een andere manier om vertrouwen te winnen is als mensen de controleurs kennen. Kijken we naar de gemeenteraad of Tweede Kamer als toezichthouders, dan blijkt dat daar opnieuw vooral hoger opgeleiden rondlopen. Daar kunnen redenen voor zijn, maar het draagt niet bij aan het vertrouwen van lager opgeleiden. Zo kunnen ze de indruk hebben dat de volksvertegenwoordigers heel goed begrijpen wat het belang is van de aftrek van de hypotheekrente, maar niet wat het belang is van de individuele huursubsidie. Het ene maken de volksvertegenwoordigers zelf mee, het andere halen ze uit stukken en is minder doorleefd.

Een volgende manier om vertrouwen te winnen is het voorleggen van dilemma's en mensen daar over laten meedenken. Ook dit gebeurt niet bij lager opgeleiden, het gesprek gaat meer over uitleggen in Jip en Janneke-taal. Rond het klimaat zijn de dilemma's verschoven naar klimaat-tafels.

Kijken we overigens naar pessimisme over de toekomst en de angst je baan te verliezen, dan krijgt het gebrek aan vertrouwen van lager opgeleiden ook meer kleur: juist zij zijn steeds minder zeker van hun baan.

Beter betrekken bij de verantwoording, betere verbinding tussen politici en stemmers, meer mensen betrekken bij dilemma's en oprechte interesse in hun afweging zou helpen voor het vertrouwen. Ik denk dat het beleid er ook beter van wordt.

zondag 3 maart 2019

Dilemma's uitgebannen uit het publieke debat.

In een wereld die schreeuwt dat mensen uit hun comfort zone moeten komen, is het vreemd dat dilemma's uitgebannen lijken uit het publieke debat. Ik kom hierop door de aankoop van aandelen Air France door de Nederlandse staat. Die aankoop is nu eenmaal een dilemma voor alle partijen. Niemand gaf dat toe.  

Met de aankoop wil de overheid een publiek belang veilig stellen. Het is nogal een stap bezien vanuit de VVD en CDA die nog niet zo lang geleden juist alle aandelen Schiphol van de hand wilden doen. Overheidsingrijpen waar marktpartijen veel meer kennis van de markt hebben? Had de SP tien jaar geleden gevraagd om invloed op Air France KLM door het belang te vergroten, dan was de partij weggehoond. Nu beschermt het kabinet volgens Sybrand Buma de ,,Nederlandse belangen door het kopen van een aanzienlijk belang in Air France-KLM. Dit is van grote betekenis voor een solide toekomst van KLM”. Was het dan geen dilemma voor het CDA?

Winst voor de SP: meer overheidsinvloed!
De SP zou dus deze omslag juichend kunnen binnenhalen. Maar dat is niet het geval. Op internet zag ik de reacties van Groen Links (“De daadkracht van het kabinet om voor de luchtvaart op te komen staat in schril contrast met hun inspanningen voor het klimaat”.) (244 retweets) en, nog demagogischer, de SP (“700 miljoen voor KLM en Schiphol. Nu ook voor onze ziekenhuizen, leraren en pensioenen?)  (197 retweets). Was het geen dilemma voor vooral de SP, die bepalende sectoren liever vanuit de overheid vormgeeft dan over te laten aan de bedrijven?

Zet tegenover die retweets het commentaar van Asscher “Belang van KLM netwerk is groot. Daarom verdedigbare stap. Publiek belang moet voorop staan: economisch, werkgelegenheid, duurzaamheid” (36 retweets)

De retweets (244 plus 197 (inspelen op boosheid) versus 36 (blijk geven van nuance)) geven aan: mensen zijn niet zo dol op een dilemma.

De toekomst van KLM en Schiphol is een dilemma. Want meer vliegbewegingen leveren meer vervuiling. Maar als de vliegbewegingen niet vanuit Schiphol, maar vanuit Parijs gaan, is de vervuiling even groot, maar mist Amsterdam een belangrijk vestigingsvoordeel. Dat kost banen waarvoor we het alternatief nog niet voor handen hebben. Ik zit er in elk geval wel mee, maar ja, ik was tegen de liberalisering van de postbezorging (twee of drie bezorgers na elkaar aan de deur), ben voor het in overheidshanden houden van de Volksbank en maar was ook voor liberalisering van de telecomindustrie en elementen van markt in de gezondheidszorg en zie niets in een overheid die de rente zelf dicteert.

En wat doet het opgeven van Schiphol voor de langere termijn? Je kunt hier schone handen bepleiten, maar wat als het niets verandert en de vliegbewegingen ongebreideld door blijven groeien? Sterker: wordt de kans op een accijns op kerosine in Europa niet kleiner naarmate de Fransen en Duitsers daarmee meer dan andere landen een onderscheidend voordeel op zullen moeten geven? Als accijns op kerosine Nederland geen pijn doet en de Fransen wel, kun je een Europese accijns wel vergeten.

Boosheid scoort
Uit onderzoek blijkt dat tweets waarin boosheid geuit wordt meer gelezen en geretweet worden dan tweets die andere emoties uiten, laat staan dilemma's. Dat verzwakt het publieke debat. Voor een goed publiek debat moet je op zoek naar de argumenten  van de ander. Heeft de ander misschien toch een punt? En die zoektocht naar het gelijk van je tegenstander is de ultieme stap uit je comfortzone. Misschien heb jij wel een beetje gelijk, maar de ander ook?

Blijf dicht bij jezelf en vertrouw op je gevoel?
In een wereld waarin je ook opgeroepen wordt om dicht bij jezelf te blijven en te vertrouwen op je gevoel wordt weinig uit de comfort zone gestapt. Je gevoel deelt de wereld zo makkelijk mogelijk in: Wilders is fout, Klaver is goed of omgekeerd. Electoraal is het zeer slim om geen dilemma te presenteren maar een heel simpele wereld, waarin bijvoorbeeld de arme vluchteling geholpen moet worden of waarin de stroom vluchtelingen-profiteurs gedempt moet worden, Neem ik het dan op voor Wilders? Ook een kapot horloge kan twee keer per dag de goede tijd aangeven en Wilders kan slechte oplossingen hebben, maar wel eens een terechte zorg uiten.

Voor het bestuur van het land is het zwart/wit denken desastreus. Eerst zet je de tegenstellingen zwaar aan, vervolgens moet je er samen uit komen. Dat weten politici best, maar eerst is de achterban flink opgezweept, dus hoe leg je dat uit? Twitter-leiders lijken zich vooral te laten leiden door hun volgers.

De ChristenUnie zie ik dat doen: uitleggen, dilemma's erkennen. Het is ook tevens de partij die als enige profiteert van het regeren. Ik snap ook niet dat de anderen dat niet meer doen. Het nazeggen van je volgers scoort kort, maar het voorleggen van dilemma's wekt vertrouwen voor de langere termijn. Toch zijn partijen bang om te ondergaan wat de PvdA onderging. Allemaal bang om aandacht te geven aan de noodzaak om te komen tot compromissen. Maar was angst niet een heel slechte raadgever?? (En is niet keer op keer aangetoond dat de PvdA al sinds 1956 in een dalende trend zit?)

En de PvdA? De opmars van Kok begon nadat hij de WAO-crisis had overleefd een dijk van een dilemma. Diederik Samsom won met het eerlijke verhaal: ik ga u niets beloven. Regeren is vooruit zien.

vrijdag 1 maart 2019

Participatie en democratie

Mijn buurvrouw voelt zich niet helemaal prettig in de buurt. Het is een leuke vrouw met een grappige dochter die een goede start maakten in hun nieuwe woonomgeving. Inmiddels gaat het minder. Ze heeft het idee dat haar dochter wordt gepest. De mensen die in de buurt veel doen, besluiten op manieren die niet bij haar passen, ze voelt de actieve bewoners als een front tegenover haar staan. Hoe houden we mensen als mijn buurvrouw bij ons in de participatiesamenleving? 

De inzet van de overheid is om de samenleving meer ruimte te geven bij de inrichting van de omgeving. Het idee is dat dat beter zal aansluiten bij de wensen in de buurt: meer maatwerk. Bovendien levert de extra betrokkenheid meer gemeenschapszin en "sociale cohesie". Mensen zijn niet meer de klanten van de politiek, maar gaan zelf aan de slag om met elkaar te spreken over hun dilemma's en welke uitweg men daar gezamenlijk in vindt. Participatieve democratie heet het. Ik ben er voor. En toch...

Hoe krijgt de buurvrouw een goede plek in die participatieve democratie?

Invloed op de wat chaotische ons-kent-ons-vergadering
Ik bezoek de vergaderingen in de buurt niet graag, hoewel ik weet dat de mensen hun best doen met iedereen rekening te houden. De vergaderingen zijn soms chaotisch, zaken kunnen binnen een paar maanden opnieuw ter discussie gesteld worden omdat mensen met gezag het toch niet eens zijn met het besluit. Je kunt je moeilijk voorbereiden omdat er geen goede vergaderstukken zijn, zoals ik in mijn werkomgeving gewend ben. Mensen kunnen een leuk idee opperen en zo de vergadering ineens over andere onderwerpen laten gaan dan vooraf bedacht was. Ik zie dat sommige mensen in die omgeving floreren en heel veel invloed hebben. Het zijn vaak ook mensen die zaken in regels willen vangen die dan voor iedereen gelden, ook voor de mensen die er niet bij zijn. Dat maakt het namelijk overzichtelijk.

Op zo'n vergadering kwam mijn buurvrouw met een voorstel.

Ze zag de anderen als één front dat het niet goed met haar voor had. Dat was niet werkelijk zo, maar in een ongemakkelijke omgeving waar je het gevoel hebt dat de anderen elkaar allemaal kennen zie je jezelf tegenover de rest staan. Uitsluiting is niet altijd bewust, maar gebeurt door signalen die soms verkeerd geïnterpreteerd worden. Het eind van het liedje is dat er van haar voorstel niets terecht komt.

Er zijn meer mensen die niet op vergaderingen floreren
Er zijn veel meer mensen zoals mijn buurvrouw. Ik herken mij er soms zelf in. Er zijn momenten dat ik het gevoel heb dat de vergadering gedomineerd wordt door mensen die een heel andere kijk hebben op wat er in de buurt nodig is dan de mensen die niet naar vergaderingen (durven) komen.

Een ervaring die ik daarbij had ging over hoe de huizen van de Vereniging van Eigenaren (VvE) er uit mogen zien. Het gaat dan om het schilderen van deuren, plaatsen van zonnepanelen, plaatsen van dakramen en uitbouwen.

De mensen op de vergadering van de VvE waren in meerderheid voor eenvormigheid en gezamenlijke afspraken over hoe de buurt er als een eenheid uit blijft zien. Het is niet ongebruikelijk dat als iemand een dakraam wil plaatsen en dat op de vergadering inbrengt, mensen zich bemoeien met de plaats van het dakraam, of dat er gevraagd wordt om een andere kleur zonnescherm. Iemand kocht ooit een tweedehands rood zonnescherm en dat is hem lang nagedragen. Dat detoneerde met de zandkleurige schermen.

Ik heb toen met anderen een enquête gehouden en inderdaad: het bleek veel verdeelder dan de vergadering suggereerde. Een belangrijke meer individualistische groep was er sterk voor dat mensen zelf hun individuele keuzen kunnen maken en een meer collectief gerichte groep was sterk voor meer eenvormigheid en een mooie gezamenlijke uitstraling.

Mijn buurvrouw en ik waren meer van de individualistische variant. Die was op de vergadering nauwelijks naar voren gekomen.

Houd aandacht voor diversiteit en insluiten van iedereen
Wat gebeurt er als we meer participatief gaan werken zoals met de omgevingswet? Als het er op aan komt breng ik mijn ideeën wel in, maar mijn buurvrouw en veel anderen zullen zich er niet aan wagen. In discussies over de omgevingswet hebben organisaties van bedrijfsleven, agrariërs, natuur- en milieuorganisaties en actieve bewonersgroepen veel meer gewicht dan ongeorganiseerden. Wat is dan nodig om toch goed iedereen aan bod te laten komen?

Voorwaarden voor participatieve democratie
Ik noem enkele voorwaarden:
1. Ook de vertegenwoordigende, representatieve democratie blijft. Die besluit over de kaders, overkoepelende doelstellingen en de individuele rechten van mensen
2. Kritische informatievoorziening zoals vrije pers is meer dan ooit nodig (en is juist verzwakt). Die zorgt dat dingen die fout gaan niet binnenskamers blijven en met de mantel der liefde worden bedekt.
3. Toets het draagvlak op meerdere manieren. Nodig mensen uit om in een veilige omgeving hun mening te geven zoals in een enquête, in gesprekken of voor mijn part op anonieme muurkranten
4. Zorg dat duidelijk is wat er met de inbreng van bewoners gebeurt. Beargumenteer waarom iets niet wordt overgenomen. In sommige gevallen horen daar eigen beroepsprocedures bij.
5. Leer mensen het met elkaar oneens te zijn en toch steeds de relatie goed te houden
6. Zorg dat op vergaderingen diverse rollen ingevuld zijn: bijvoorbeeld een goede voorzitter, maar ook een advocaat van de duivel, een secretaris die zaken vastlegt, een “jurist” die let op individuele rechten en een onderzoeker die wil weten of de feiten kloppen

Ik zie dat er veel aandacht is voor participatieve democratie en ik ben daar voor. Onze democratie moeten we niet aan politici overlaten.

Maar ik ben er ook voor dat in onze democratie mijn buurvrouw op nummer 48, het overbelaste gezin op 36, de buschauffeur op 9 die een hekel heeft aan linkse klimaatredders of het Islamitische gezin op 33 een plek krijgen. Zij zijn anders misschien beter beschermd met de representatieve dan met de participatieve democratie.