vrijdag 3 april 2015

De groei van collectieve organisaties van de mensen zelf!

Het zijn boeiende tijden. Eerst groeiende concurrentie. We zien toenemende welvaart, maar ook toenemende risico's en instituties die niet meer vanzelfsprekend gezag hebben. We zien prijsdumping. De werkgelegenheid in Nederland wordt bedreigd. Mensen merken dat ze zelf risico moeten dragen als hun handel niet goed loopt. Ze worden niet automatisch opgevangen en bedenken ze dat ze daar gezamenlijk iets op kunnen vinden. En dan gebeurt het! Mensen nemen zelf de verantwoordelijkheid om deze zaken collectief te regelen en rekenen niet meer op traditionele instituties. Mensen regelen een gezamenlijke verzekering voor arbeidsongeschiktheid waarbij alle deelnemers wat geld inleggen om als een van hen ziek wordt te kunnen betalen. De leden regelen zo zelf hoe ze kunnen zorgen dat ongeluk niet onoverkomelijk is. Gilden worden opgericht. In korte tijd zie je een opbloei van collectieve initiatieven. Het is een tijd waarin solidariteit met een herkenbare groep veel aandacht krijgt. In heel Europa zie je deze aandacht terugkomen.

Voor alle duidelijkheid: ik heb het natuurlijk over de late middeleeuwen, de 11 tot vooral in de 13e eeuw.

Er was toen geen goede bescherming voor handelslieden die hun handel verloren, terwijl hun afzet in gevaar was omdat er nieuwe toetreders kwamen. Kwaliteitscriteria waren er niet meer, er werden goederen gedumpt onder de prijs, terwijl de markt internationaler(nou ja in elk geval groter) werd. De feodale tijd was op zijn retour. De koopmansgilden kwamen het eerste op om bescherming van hun handel te regelen. Daarna volgden andere ambachten die zich niet alleen beschermden tegen buitenstaanders en zo een minimuminkomen garandeerden, maar ook gingen zorgen voor een soort collectieve verzekering die we nu “Broodfonds” zouden noemen. Boeren gingen boeren op “gemene gronden”, marken en meenten. Want door samen te werken konden ze beter produceren. Er was steeds meer druk op beschikbare natuurlijke rijkdommen. Gezamenlijk werken bood schaalvoordelen. Ook de waterschappen waren vormen om collectief aan te pakken wat mensen individueel niet konden dragen. Tine de Moor gaf er aandacht aan in haar oratie vorig jaar.

Bloei van cooperaties na tijden van toenemende onzekerheid en privatisering
Interessant is dat de tweede bloei van coöperatieve werkwijzen begon nadat diverse genootschappen juist waren geprivatiseerd. Diverse gilden waren eind van de achttiende eeuw opgeheven. Het is de tijd na de Franse revolutie en Napoleon maakte zijn opmars en heeft bijna heel Europa verenigd (om zich stuk te gaan lopen op Rusland). Interessant is ook dat het oude bestel sterk gedecentraliseerd was en dat de Fransen dit centraliseerden. Te vergelijken met de zaken die eerst nationaal waren vastgesteld en nu ineens in Europa worden geüniformeerd om meer internationale concurrentie mogelijk te maken.

Blijkbaar lopen diverse historische vormen van solidariteit vast, komt er een periode van toenemende concurrentie en onzekerheid en inspireert dit mensen om gezamenlijk een coöperatie op te richten. In 1811 wordt dan in Achlum een coöperatief waarborgfonds opgericht dat uiteindelijk Achmea zou worden.

We kunnen er dus vanuit gaan dat er nu organisaties ontstaan zijn of binnenkort opgericht worden die heel groot worden. Want na de periode van privatisering en centralisatie bloeien plotseling opnieuw de coöperaties. Wie de grote coöperatie van de toekomst wordt weten we niet.

Zijn het energiecoöperaties? Die groeien als kool! Zijn het zorgcoöperaties die de eigen zorg inkopen? Het gaat in elk geval om het oprichten van collectieve activiteiten en niet-anonieme solidariteit. De gezamenlijkheid, met zijn allen eigenaar zijn: dat is een bijzondere vorm die terug is. Daar zitten de heel groten van de toekomst bij. Of blijven ze in grote betalen klein?

Het zijn boeiende tijden. Nu heb ik het wèl over deze tijd. 

Vooral ontleent aan  www.collective-action.info/sites/.../_PUB_Homo-cooperans_NL.pdf van Tine de Moor

Geen opmerkingen:

Een reactie posten