vrijdag 17 september 2021

De verdwijnende collectieve bankjes

Bij ons in het parkje stonden 4 bankjes, een glijbaan, klimrek korfbalpalen en een kabelbaan. Er spelen vaak kinderen in het parkje, de ouders of grootouders zitten op een bankje erbij. Ik gebruikte het bankje in coronatijd als koffiehoekje. Jongeren gebruikten een bankje met wat vrienden als zij 's avonds afspraken, want veel gelegenheid binnen was er niet. Dat zorgde voor geluidsoverlast (zelf had ik er geen last van, terwijl het bijna naast ons huis is). Je zou zeggen dat de bewoners het gesprek met de jongeren hadden kunnen aangaan. Maar met inschakelen van de politie was de boel flink geëscaleerd. Dat is nu opgelost!

Terugtrekstrategie
De bankjes zijn weggehaald! Omdat 's avonds jongeren op het bankje zaten, kunnen de ouders, opa's en oma's niet meer in het park zitten. Wie bedenkt zo'n terugtrekstrategie? Het idee er achter is dat de jongeren (in een openbaar park) niet mogen zitten, omdat iemand anders elke keer de politie belt. Dat is veel duurder dan het weghalen van bankjes (of gewoon met elkaar gaan praten en een biertje of een cola drinken en samen een oplossing vinden). 

En om het zitten van jongeren op een bank te voorkomen mag niemand er meer zitten, iedereen straf.

Het zette mij wel aan het denken. Want zien we dat niet in de hele samenleving terug? 

Het collectief: samen kijken hoe je belangen kunt verenigen
Wie denkt er na over het collectieve geheel en is bereid te zoeken naar belangenoverstijgende oplossingen? Misschien iets in te schikken? Kijk naar de formatie. Het lukt niet een kabinet te maken. Diverse partijen die in de Kamer gekozen zijn om te praten over de richting en inrichting van de samenleving praten over de formatie, maar veel partijen laten al vooraf weten niet mee te willen doen. Waarschijnlijk is dat omdat de grootste partij zetels wint en de kleinere wordt afgestraft voor deelname aan een kabinet, overigens bij de laatste verkiezingen niet per sé waar. Wel na het kabinet VVD – PvdA en veel andere kabinetten. Je wil dus invloed, maar om moeilijke compromissen te sluiten voor het collectief ben je te belabberd.

Wel ongeduld, geen bereidheid tot regeren
Dat leidt tot vreemde taferelen, waarbij  partijen zich ongeduldig tonen. De SP wil bijvoorbeeld niet meeregeren, maar roept wel dat het te lang duurt (voor ze niet mee kunnen doen). CU wil niet meeregeren. BIJ1 wil niet in de regering. Volt wil niet meeregeren. BBB wil niet meeregeren, maar roept ook dat er maar snel een regering moet komen. De PVV en FvD hebben zich allang onmogelijk gemaakt. JA21 is gelukkig wel bereid.

Er moet snel een regering komen, maar de eigen achterban wil geen nare compromissen. Neem BBB die misschien een boer moet laten onteigenen bijvoorbeeld: ondenkbaar! Zo veroorzaakt één kalkoenboer uit Ermelo op de Veluwe meer stikstofneerslag dan alle automobilisten in Nederland besparen met de verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen naar 100 kilometer per uur. Onteigenen zou ik zeggen, maar Sjaak van der Tak (LTO-Nederland, oud CDA wethouder en burgemeester) staat al te brullen. CDA en BBB durven dan natuurlijk niet meer. Tja, dan kom je als regering niet ver. 

En allemaal maar roepen dat het te lang duurt. De VVD wil wel regeren, maar de meerderheid van de regering moet zo klein zijn dat de VVD de linkse partij die meedoet in de tang kan houden. Dus of de PvdA of Groen Links, maar niet allebei. Over de inhoud, de richting en inrichting van het land gaat het al lang niet meer.

Collectief vraagt afwegen, compromissen, belangen overstijgen
Als niemand zich wil inzetten voor het behoud van iets collectiefs, omdat er altijd wel mensen zijn die mogelijk ergens last van kunnen hebben, waar gaan we dan heen met de samenleving en het algemeen belang? De focus op wie tegen is verlamt, verdoezelt dat veel mensen ook vóór iets kunnen zijn, maar minder hard schreeuwen. Uit beeld raakte dat de politici moeten zoeken naar de belangentegenstellingen van groepen en individuenen hoe deze tot hun recht komen en waar mogelijk overstegen worden met betere oplossingen. (zie deze blog). 

En dan is dit dus het gevolg. Niets oplossen, bankjes verwijderen.

Naar een samenleving zonder bankjes. 

zaterdag 11 september 2021

Democratie tussen wal en schip

 Gaven vroeger partijen nog leiding en richting aan de achterban, nu is het omgekeerd. Dat lijkt goed: partijen die werkelijk geïnteresseerd zijn de gedachten en meningen van hun achterban naar believen te verkondigen. Het is echter nogal strijdig met de gedachte van de representatieve democratie. Politici versterken zelfs de meningen van hun achterban zonder te werken aan een weg naar verbetering. Want dat was het idee: om met andere politici samen te kijken naar betere oplossingen die recht doen aan belangen dan wel compromissen te zoeken die voor iedereen acceptabel zijn.

We zitten nu in een soort wal en schip-democratie. De wal van de directe democratie van bewoners die (samen) zelf beslissen en het schip van representatieve democratie van politici die samen in gesprek gaan en zoeken naar manieren om besluiten te nemen over publieke kwesties en zich verantwoorden aan de kiezers.

Schematisch ziet het representatieve systeem er zo uit: Kiezers stemmen hun vertegenwoordigers. de vertegenwoordigers voeren de discussie, overwegen en zoeken hoe belangen verenigd kunnen worden (delibereren). Vervolgens wordt gekozen, zodat dat de meerderheid zich er in herkent.  Het ideaal is een besluit dat de belangen overstijgt en dus beter is dan als er niet gezocht werd naar elkaars belangen en hoe daar recht aan gedaan kan worden.

representatieve democratie

Essentieel is dat er echte discussie is en naar elkaar geluisterd wordt om beter te kunnen besluiten. Dat gebeurt nu minder omdat kiezers niet trouw zijn. Een compromis van de representatieve democratie wordt niet geaccepteerd door de kiezers. Je wordt weggestemd. Het zou nog goed kunnen gaan als kiezers onderling gesprekken en debatten hebben. Die blijven echter beperkt tot de eigen bubbel. Precies om die reden accepteren ze ook geen compromis, want in hun eigen bubbel worden ze bevestigd in het beeld dat het niet nodig is. Op twitter krijgen de tegenstanders alle aandacht. de gematigde medestanders niet.  

In directe democratie discussiëren niet de politici, maar de mensen zelf. Dan moeten mensen wel uit hun bubbel komen en naar elkaar luisteren. De nuance neemt toe, het onderlinge begrip wordt groter. Dat is ook de ervaring in burgerjury's: men laat zich overtuigen en luistert naar elkaar.  We vinden zoiets terug in burgerjury's, G1000, of in het Amerikaanse rechtssysteem de juryrechtspraak waarbij mensen een oproep kunnen krijgen lid te worden van een jury. Nadeel is dat goedgebekte mensen hier blij mee zijn, maar minder goedgebekte kiezers misschien liever iemand als vertegenwoordiger kiezen die namens hen discussieert en luistert. Je ziet ook dat hoog opgeleide mensen sneller meedoen aan zo'n burgerjury of G1000. 

In de huidige tussen wal en schip-democratie luistert men niet meer naar elkaar, men zoekt niet naar belangen, maar wil graag zijn eigen mening terug horen in het debat. Zo kan iemand roepen dat alle Marokkanen het land uit moeten, omdat mensen met een Marokkaanse achtergrond (die vaak in Nederland geboren zijn) een gevaar zouden zijn. Schandalig, maar als je daar iets over zegt heet het dat je tegenwoordig de waarheid niet hardop mag zeggen. Dat dat helemaal niet kan, dat het verboden ophitserij is, doet er voor mensen niet toe. Ze spreken de mensen waar ze het over hebben ook niet, want dat past niet bij hun comfortabele bubbel. Een bevolkingsgroep kun je haten, het wordt lastiger als je de echte mensen ontmoet. Het zou  hun wereldbeeld doen wankelen, want dan blijken het gewoon net zulke mensen als zij zelf. Zo kan Wilders de derde partij van Nederland aanvoeren. Zonder belangen te willen overstijgen, zonder zich te willen binden aan compromissen of te kijken of de aangedragen oplossingen wel kunnen.

Politicus is een beroep dat niet veel vertrouwen inboezemt. Toch was het ooit wel wat. Uit beeld raakte dat de politici zochten naar de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen. Dat was een kunst: uit verschillende meningen, belangen en waarden iets te creëren wat de samenleving vooruit hielp. Uit beeld is ook dat directe democratie niet bestaat uit een wirwar van referenda waarin iedereen vlot zijn mening geeft. Ook directe democratie gaat over luisteren naar elkaar, belangen weten te verenigen en eigen belang weten te overbruggen. Democratie is dus wezenlijk anders dan steeds je privé-mening geven. Privé en publiek was vroeger gescheiden. Nu loopt het door elkaar. Ik wil privé geen last hebben van het algemeen belang is het idee. Mooi dat klimaat, maar kom niet aan mijn vlees, mijn auto en mijn werkgelegenheid. Maar dat komt wel ergens vandaan. Minder vertrouwen in compromissen wordt gevoed door minder vertrouwen in de overheid. 

Onze wereld is gepolariseerd, snel, gericht op meningen. Er is weinig tijd om verschillende belangen af te wegen en te integreren. Terwijl bekend is dat je tot betere besluiten komt als je wel naar elkaar luistert, bereid bent je eigen mening te heroverwegen en niet te blijven hangen in elkaars tegengestelde meningen, maar te kijken hoe je recht doet aan belangen. 

De vraag is nu waar je dat verandert. Aan de top, in de politiek? Of aan de basis, bij de burgers? Ik neig naar het laatste. Vertrouwen in burgers onderling en vertrouwen van burgers in politiek en overheid. Daar ligt de basis voor de democratie.


zondag 5 september 2021

Zijn het wel de partijen die niet tot een compromis komen?

 De partijen zijn er niet uitgekomen. CDA en VVD willen niet in een kabinet waarin Groen Links en PvdA samen deelnemen. De linkerkant wordt dan te sterk. D66 wil niet in een kabinet met CU (en CDA). De medisch- ethische verschillen worden dan te groot voor de liberale D66. Er is veel over gesteggeld en gerekend. Kom op! roept de SP die niet wil regeren. De VVD voelt de concurrentie op rechts van FvD en PVV wordt gezegd. CDA voelt de concurrentie van BBB wordt gezegd. 

Maar. Zijn het wel de partijen die er niet uitkomen? Want waarom is er zo'n angst voor een afrekening na in een kabinet te hebben gezeten? Denk aan de PvdA die gedecimeerd werd na verantwoordelijkheid te hebben genomen in een kabinet met de VVD. Het gaat dus niet om de partijen, de inhoud of de poppetjes: het gaat om de kiezers! 

Nederland is gepolariseerd en kiezers zijn niet trouw. Kiezers zijn ook niet geneigd compromissen te accepteren. Dat lijkt op links nu wat minder accuut, want PvdA en GroenLinks stonden klaar. Maar op rechts wel. 

Vroeger kon er nog een compromis komen dat de PvdA en KVP elk op hun eigen manier aan de achterban uitlegden. Maar de kiezers, vooral de populistische kiezers op rechts, willen niet horen van een compromis: "geen gezeik iedereen rijk" of "geen gezeik, lekker doorgaan met de bioindustrie, en de automobiliteit".  Ze kijken wat hun stem henzelf oplevert en willen geen lastige verhalen over kiezen uit kwaden horen.

Juist omdat veel ingrepen die nodig zijn bij bepaalde groepen pijn doen loopt dat vast. De reactie van CDA en VVD op PvdA en GL is gewoon conform hun kiezers. Wat je zou willen is verantwoordelijkheid nemen voor moeilijke keuzen en uitleg geven. Precies om die reden zijn er ideeën over loting en burgerjury's: om mensen te laten overleggen en naar elkaar te laten luisteren. Nu mensen meer zelf willen besluiten hoort dat er ook bij.

Eigenlijk is het een breuk met het oude systeem van vertegenwoordigers die namens hun kiezers kijken welke moeilijke keuzen er gemaakt worden. Dat lukt niet meer, maar mensen kunnen het ook niet zelf doen. 

In elk geval vind ik dat teveel aandacht uitgaat naar de poppetjes in den Haag en te weinig naar de onderliggende wensen bij hun kiezers.