vrijdag 26 mei 2023

Wat hebben overheid, straffen en opvoedingsstijlen gemeen?

Het viel mij in de jaren 80 op dat controle op en straffen van misbruik van uitkeringen wel erg gemakkelijk werd overgeslagen. Dat keerde in de jaren 90 en sloeg door naar streng zijn omdat de maatschappij streng wilde zijn. Iets als de “Bulgarenfraude” mocht niet voorkomen.  Dit was een fraude met toeslagen in Nederland begin jaren 2010 door een Bulgaarse bende. Deze bende moedigde Bulgaren aan zich in te schrijven op een Nederlands adres en onterecht met terugwerkende kracht toeslagen aan te vragen. De maatschappij wilde straffen en strengheid zien!

In 2003 sprak ik bij een Centrum voor Werk en Inkomen (later opgegaan in UWV) over verantwoording en prestaties en vroeg ik of die strengheid ook betere resultaten opleverde: gingen meer mensen aan het werk? Toen gebeurde er iets interessants, want ambtenaren begonnen mij te vertellen dat streng zijn nu eenmaal moest. Sommigen vonden dat er vroeger te soft werd gewerkt, anderen vonden dat streng zijn te weinig opleverde. Strengheid en controle werd de norm. Met de toeslagenaffaire en de herbouw van huizen in Groningen als slecht voorbeeld hoe dit uitpakt.

Onlangs pleitte de Ombudsman ervoor om meer vertrouwen te geven. “Als u weer vertrouwd wil worden, moet u vertrouwen geven’. Het is logisch dat mensen de overheid niet vertrouwen als de overheid hen niet vertrouwt. Op internetfora zie ik overigens nog steeds een enorme gerichtheid op straffen, vooral van anderen dan de eigen groep.

Voordat we nu doorslaan naar vanzelfsprekend vertrouwen is het goed eens te kijken hoe we de strengheid van de overheid kunnen vergelijken met opvoedingsstijlen. Want de vergelijking dringt zich op. 

1. Toegeeflijk (permissief)

Toegeeflijke ouders kijken eerst naar de wensen en behoeften van hun kind. Het kind moet niet te streng behandeld worden en ruimte hebben voor eigen wensen en ontwikkeling. Om conflicten te voorkomen worden er weinig eisen aan het kind gesteld. Ouders nemen hun kind serieus maar hun eigen regels niet. Er zijn kinderen die hier een goede ruimte in vinden, maar zullen moeite houden met regels en grenzen. Ik zie hier dus de overheid in de jaren 80 en 90 in.

2. Autoritair

Autoritaire ouders geven heldere regels. De ouder is immers de baas en het kind leert gehoorzamen en omgaan met regels. Straf is een vaste manier om kinderen te helpen zich in het vervolg aan de regels te houden. Maar uitleg van de regels is niet aan de orde “omdat ik het zeg”. Ook hier zijn kinderen soms gebaat bij. Een kind weet wat ouders van hem verwachten. Het wordt wel bij moeilijk opvoedbare kinderen gebruikt die veel behoefte hebben aan duidelijkheid, vooral tijdelijk kan het baat hebben. Duidelijk nadeel is dat het kind kind angstig en volgzaam of juist opstandig en agressief kan worden. Ik zie hier de overheid in deze eeuw in.

Over de verwaarlozende opvoedingsstijl zullen we het maar niet hebben. Maar er is ook een derde stijl die eigenlijk meer past bij Nederland. Dat is:

3. Democratisch (ook autoritatief)

Hierbij weten ouders heel duidelijk hoe ze grenzen moeten stellen aan hun kinderen, maar ze nemen ook deel aan het onderhouden van een goede relatie met hun kinderen. Er is ruimte voor eigenaardigheden en in plaats van straffen is er meer aanmoedigen en prijzen. Maar de regels zijn wel serieus. Ouders staan ​​niet toe dat kinderen zich misdragen, Ze moeten zich aan regels houden en hebben echte verwachtingen. Maar de regels die ze stellen onderbouwen ze met argumenten. Niet de regels, maar de doelen staan centraal, belangen van de kinderen krijgen aandacht. Dat spreekt mij aan.

Dat is ook de weg die de Ombudsman lijkt te willen vinden. “In een goed gesprek met individuele burgers hoort de overheid dan ook de juiste vragen te stellen. Met als allerbelangrijkste vraag: wat heb je nodig?” ...“‘Natuurlijk, wat de overheid ten minste voor de burger zal doen, moet voor eenieder gelijk zijn. Maar daarboven moeten er verschillen zijn. Die moeten dan wel goed uit te leggen zijn.

Tijd en energie
De democratische opvoedingsstijl heeft ook nadelen. Deze kost veel tijd en energie. Het kind wil argumenten horen. Dat kost tijd en geduld. Wensen van ouders en kinderen zijn verschillend en er komt een moment dat de ouder grenzen moet stellen aan dat argumenteren. Maar de belangen van de kinderen zijn wel in beeld.

Niet alle ouders zijn een fan van de democratische opvoeding. Die zien voortdurend in gesprek gaan met kinderen die niet willen gehoorzamen maar de grenzen willen verruimen. Er moet onderhandeld worden om groenten te eten. Zie de reclame van Albert Heijn https://youtu.be/-e5ZZ1T3YP4

Dat is juist niet de weg die ik op wil. Dan leg je bijvoorbeeld geen stikstofregels meer op, maar ga je in onderhandeling om geen boze boeren te treffen. Dat is niet een democratische stijl, maar een onderhandelende stijl.

Terwijl een open blik naar de boeren die bekend staan als de PAS-Melders wel logisch is. Boeren met PAS-meldingen waren in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vrijgesteld van de vergunningsplicht vanwege een beperkte stikstofdepositie. Nu moeten ze zich na hun investeringen ineens wel houden aan het PAS. Dan is het vanzelfsprekend te kijken naar doelen, regels, maar ook belangen en gewekte verwachtingen.

Dus regels die uitgelegd worden, in gesprek gaan, belangen erkennen, redelijk en billijk blijven en het doel behalen is belangrijk.

Bij een klein foutje keihard straffen doet het vertrouwen in de handhaving door de overheid dalen. Dat is onrechtvaardig, zeker als een specifieke groep per definitie niet vertrouwd wordt. Maar we moeten niet doorslaan naar een permissieve of onderhandelende overheid.



vrijdag 19 mei 2023

Landbouwonderhandelingen of boerenbedrog?

 Het is altijd lastig als een economische sector onder druk staat. Tata Steel die teveel vervuilt, textielindustrie die het niet kan redden tegen textielindustrie in andere landen en nu de boerensector die een verkeerde afslag heeft genomen. Onder aanvoering van banken en voedingsindustrie zijn ze goedkoop en veel gaan produceren zonder rekening te houden met de druk op de natuur. Je zou de boeren die hier in gerommeld zijn willen helpen om tot een goede, duurzame en rendabele sector te komen en een uitweg voor de boeren die daar niet meer in passen. De sympathieke minister Adema wil graag een akkoord sluiten om samen verder te komen. Terecht, maar misschien moeten we als belastingbetaler ook een plaats aan tafel krijgen.

Boeren zijn jarenlang teveel gerustgesteld
De boeren benadrukken hun liefde voor het boerenbedrijf, de boerderij die al honderden jaren in de familie is, de tradities van Nederland. Iedereen wil naar een duurzaam toekomstperspectief. De overheid heeft hier ook wel een ereschuld na jarenlang van uitstel en vergunningen gedogen om vervolgens te merken dat dat helemaal niet mag. Persoonlijk heb ik het meeste betrokkenheid met PAS-melders, boeren die buiten hun eigen schuld werken zonder natuurvergunning.

Pure financiële blik met het mes op tafel
Maar het kabinet mag dan inzetten op een akkoord, voor de boeren die onderhandelen ligt dat anders. De grootste boeren en de voedingsindustrie hebben geen haast en wachten tot de zak met geld groter wordt. Anders dan de textielindustrie of Tata Steel hebben ze alle tijd om van het kabinet geld te vragen. Let wel: er zijn boeren die het vel over de oren getrokken krijgen door de rest van de keten naar de consument, maar er zijn er ook die een dikke boterham verdienen. Onteigening levert hen in hun ogen te weinig op. Ze onderhandelen met het mes op tafel. De aandacht blijft bij wat allemaal niet kan.

Ondertussen is de sector gespekt met subsidies. Een kwart van het inkomen van de boer is subsidie, berekende Frank Kalshoven in de Volkskrant:  in 2020 had het gemiddelde bedrijf  78.000 aan bedrijfsopbrengsten, daarvan was 19.000 subsidie. Ook blijkt dus dat de schade die veroorzaakt wordt aan de natuur niets kost. Dat is een volgende minder zichtbare vorm van subsidie: als wij dat met benzine doen staat daar accijns tegenover. Overigens vond Kalshoven ook uit dat driekwart van de kosten van dierziekten die uitbreken in de stallen van veehouders betaald wordt door de belastingbetaler. Waarom betaalt de sector dat zelf niet? Ook dat risico hoort toch bij bedrijfsvoering?

Samen een oplossing zoeken
We moeten samen naar een kringlooplandbouw en kunnen dat niet alleen op de boeren schuiven. Maar ik krijg het gevoel dat er bij de boeren totaal geen urgentie is om deze scheefgegroeide situatie op te lossen.  Om tot een akkoord te komen heb je wel nodig dat je erkent dat je samen iets op te lossen hebt.  

Eén van de adviezen van de heer Remkes is het gericht en versneld wegnemen van de emissies van 500 - 600 piekbelasters. Je zou zeggen dat die piekbelasters ook een probleem zien. Maar die lijken vooral eurotekens in hun ogen te hebben.

Willen de boeren wel naar een duurzame toekomst voor de landbouw? Echt in gesprek over - zoals Remkes het noemde - "wat wel kan"? Of willen ze gewoon (nog meer) geld zien van de belastingbetaler?

woensdag 17 mei 2023

Waar moet dat heen, hoe zal het gaan?


Het is in de politieke discussie gewoon geworden kiezers te mobiliseren op hun wantrouwen jegens de gevestigde politieke elite. Partijen die jarenlang het land bestuurden komen dan met “gaaf land” of misschien dat we harder moeten lopen op duurzaam te worden. Of een ereschuld inlossen. Maar waar willen we met Nederland heen?

Ruimte
Gelukkig spreekt Hugo de Jonge zich uit over de noodzaak hiervan bij de ruimtelijke ordening. “We staan aan de vooravond van een nieuwe manier van werken waarin we cruciale keuzes gaan maken over de inrichting van Nederland”. Er gaat een nieuwe nota ruimte komen. Met keuzen rond de verdeling van wonen, bereikbaarheid, energie, economie, landbouw en natuur.

Dat lijkt mij hard nodig. Ik heb het wel gehad met kritiek op neoliberalisme (zo ongeveer de schuld van alles) en de gebrekkige muren die opgetrokken worden rond fort Europa (de schuld van de rest van de problemen). Waar willen we met Nederland en Europa heen? Want als we zo door gaan loopt niemand warm voor de toekomst. Je kunt het hier en nu alleen bekijken. De zorgkosten lopen op, de woningnood loopt op, de arbeidstekorten lopen op, winkels verdwijnen uit het straatbeeld. Als je de gewenste toekomst als startpunt neemt kun je beter kijken waar je heen wilt. Natuurlijk niet los van de huidige trends, maar je kunt sturen.

Wat valt wel te kiezen?
Uit onderzoek blijkt dat mensen na het stemmen op populistische partijen nog ontevredener worden over de politiek, dus na hun stem te hebben gegeven, leveren ze geen bijdrage aan een andere koers. En een ander verleden creëren lukt niet.  Ze hadden in de jaren 60 nooit arbeiders hierheen moeten halen, nooit iedereen een auto moeten beloven, nooit de woningcorporaties loslaten, nooit ... (vul maar in)

Tja, alleen zeggen wat je niet wilt of wat vroeger anders had gemoeten helpt niet. Zeker niet als je je weinig aantrekt aan internationale verdragen en de financien. Maar wat kunnen we wel? Daar is toch echt verschil mogelijk.

  • Neem het leren, dat is op meer soorten werk ingericht. Je kunt steeds bijleren voor je volgende baan, je kunt ook als ontwikkeling nemen dat je je hele leven bijleert en vaker in combinatie live en digitaal. Hoe moet het onderwijs er dan uitzien? Stoppen we met vormgeven na school en studie en laten we alles aan de markt? Of breiden we de publieke taak uit?

  • Neem het samenleven. We leven steeds vaker in onze eigen bubbel en komen weinig andersdenkenden tegen. Willen we dan toch samen in gesprek over de toekomst van het land? Hoe gaan we dat organiseren? Hoe organiseren we solidariteit tussen gemeenschappen die elkaar minder tegenkomen? Of is het solidariteit in eigenkring met als gevolg toenemende verschillen?

  • Neem de druk van migratiestromen. Die neemt toe. Faciliteren we dat voor bepaalde banen of kan er niemand bij? Of wordt het een loterij die buiten Europa kunt aangaan met hoop op een plek? Of bouwen we buiten Europa steden om daar te wonen?

  • De zorg kost veel geld en er is steeds meer mogelijk. Gaan we inzetten op persoonlijke app's en zorg en digitalisering? Gaan we werk en zorg beter combineren (en dus ook minder lang doorwerken) of meer uitgeven en minder mantelzorgen? Of kiezen we ervoor om dure nieuwe zorg niet toe te laten? Kiezen we dat samen of kiezen experts?

  • Zetten we in op een rijk en concurrerend Nederland met veel dynamiek of zetten we in op meer gelijkheid en minder concurrentie? Of worden we vooral Europees? En sluiten we landen als China uit of juist niet?

Je zou kunnen kiezen voor meer publiek of juist meer privaat (traditioneel links versus rechts) en een internationale oriëntatie of juist niet (inmiddels tot mijn verbazing ook links versus rechts) en organiseer je meer solidariteit in eigen kring (traditioneel CDA) of juist anonieme solidariteit via de overheid (traditioneel links). Kijken we naar Japan, de VS of Scandinavië.

Politieke partijen kunnen betrokken worden en scenario's uitwerken. Ik denk dat het nodig is de echte discussie over de toekomst terug te brengen. Wat te doen?
  1. Maak helder waar we heen kunnen gaan, binnen verschillende haalbare scenario's inclusief de gevolgen voor de financiën. Daarin worden verschillende richtingen van leren/zorg/samenleven gecombineerd. Dat helpt het denken en de discussie.

  2. Werk vanuit gedeelde waarden die we steeds terugzien als gelijkheid, vrijheid en betrokkenheid bij elkaar

  3. Geef bewoners zelf kansen om mee te denken over hoe we omgaan met verscheidenheid en de scenario's en of er betere keuzen zijn die verschillende wegen recht doen

  4. Vergeet niet helder te zijn over verwachtingen die men mag hebben

Politieke partijen kunnen dan aangeven waar verschillen zijn en er is inhoudelijke discussie mogelijk over de richting in plaats van de hoogte van de ereschuld, een hoger eigen risico of het inzetten van commerciële bureaus om fouten recht te zetten. Politiek gaat dan weer ergens over.