zondag 31 juli 2022

Meebuigen met populisme 1

Rutte is op 2 augustus 2022 de langstzittende premier. Hij is een ster in het smeden van coalities, geeft ministers de ruimte om zelf problemen op te lossen. En onder zijn premierschap werden de kiemen geplaatst voor de toeslagenaffaire, de weifelende reactie op de aardbevingen in Groningen, de stikstofaffaire, de onmacht van het COA om met de stroom asielzoeker s om te gaan. Is dat Rutte te verwijten? Was hij zo’n slechte premier?

Rutte en afwezigheid van overtuigende grootste partij
Anders dan onder langstzittende premier Lubbers was er geen duidelijk grote machtige partij. Onder Lubbers I had het CDA 45 zetels, en het kabinet had een meerderheid van 81 zetels. In Lubbbers II was het CDA machtig met 54 zetels en het kabinet had een meerderheid van 81 zetels. In Lubbers II had het CDA opnieuw 54 zetels en het kabinet had een meerderheid van van 103 zetels. Onder Wim Kok I had de PvdA 37 zetels en het kabinet had een meerderheid van 92 zetels. Onder Kok II had de PvdA 45 zetels en het kabinet had een meerderheid van 97.

Het waren andere tijden.

Rutte startte met de tijd van opkomend populisme. Er waren geen grote partijen meer. In Rutte I had de VVD 31 zetels en het gedoogkabinet had niet eens een “echte” meerderheid, maar met de PVV kwam het op 76 zetels. In Rutte II was de VVD groter met 41 zetels, maar de VVD moest met concurrent PvdA een meerderheid vormen van 79 zetels. In Rutte III had de VVD 33 zetels, met 4 partijen was er een meerderheid van 76. Rutte IV heeft opnieuw 4 partijen en heeft de VVD 34 zetels en een meerderheid van 77.

Credits
Het tekent Ruttes talent dat hij die kabinetten bij elkaar kon houden in tijden van populisme en versplinterde partijen. Daar verdient hij de credits voor. 

Het was wel lastig in een tijd van opkomend populisme en sociale media. Een wankele meerderheid, zeker als het een coalitie is van meerdere partijen is kwetsbaar en neemt dus niet graag maatregelen die bepaalde mondige groepen kunnen schaden. Er is altijd wel een regeringspartner gevoelig voor het protest. Ook dat is niet zo erg, totdat logica en deugdelijk redeneren niet meer een vaste regel is.  Kortom: totdat het populisme zijn intrede doet. Zie Meebuigen met populisme 2. 


Meebuigen met populisme 2

Het tekent Ruttes talent dat hij vier kabinetten bij elkaar kon houden in tijden van populisme en versplinterde partijen. Daar verdient hij de credits voor.  Maar heeft hij gebrek aan tegenspraak ingezet en de bestuurscultuur verpest? Dat ligt ingewikkelder!

Gebrek aan tegenspraak is onvoldoende verklaring

Zo komen we op die affaires. Dat kwam toch door Rutte? Natuurlijk, in zekere zin wel. 

Maar misschien moeten we even terug naar de wortel van de affaires. De aardbeving startte erg VVD: economie boven veiligheid. Daarna was het gebrekkige aandacht voor de uitvoering, iets wat vaker terugkomt. Toch zit er in de kern van de andere affaires iets ingewikkelders. Het is een systeem, een samenspel tussen Tweede Kamer, kabinet, lobby en ambtelijk apparaat.

Na de toeslagaffaire kwam er meer aandacht voor tegenspraak. Ambtenaren vroegen zich af hoe het kon gebeuren dat het zo uit de hand liep. Waarom leveren de ambtenaren niet meer weerwoord, waarom is er zo weinig tegenspraak? Dat leek mij een terecht spoor. Memo’s werden niet opgemerkt, onwelgevallige boodschappen weggewuifd. Misschien waren ambtenaren niet moedig genoeg? Een nieuwe bestuurscultuur was nodig waarbij men opener is en meer tegenspraak laat horen.

Iemand die bij de IND had gemerkt zette mij op een ander spoor. Hij onthulde dat onder Opstelten de toon werd gezet: Opstelten wilde al die tegenwerpingen niet meer horen. Hij zette de trend om geen tegenspraak te dulden. Hij wilde dat er creatief werd meegedacht. Dat past nog precies in het spoor van te weinig tegenspraak. Is het zo simpel te verklaren? Geen tegenspraak en weinig transparantie? 

Een minister zonder ambtenaren is als een roer zonder schip
Maar na enig nadenken zag ik nog iets anders. Opstelten kwam uit Rotterdam. Daar heb ik in een commissie (Commissie Van Middelkoop) subsidies onder de loep genomen. Toen viel mij op dat de ambtenaren de politici zagen als tijdelijke verstoring van hun werk. Een directeur meldde ons: ach dat Leefbaar Rotterdam is een tijdelijk fenomeen. Hij wilde eigenlijk gewoon niet doen wat het college wilde. Marco Pastors, de stevige wethouder van Leefbaar moest als een botte hufter door de macht van de ambtenaren heen breken om gedaan te krijgen wat hij wilde. De ambtelijke macht zat meer op de lijn van de PvdA.

Ik denk dus dat het iets ingewikkelder was, ingewikkelder dan alleen geen tegenspraak. Denk aan de lessen van de Engelse serie “Yes Minister”, waarbij topambtenaar Sir Humphrey Appleby een handige techniek heeft om niets te hoeven doen.

Sir Humphrey Appelby

Toen mijn vader minister was (Van Agt – Wiegel) merkte hij dat al op. Hij kwam in zijn kamer en zag een groot bord met een uitspraak van een van zijn voorgangers. “Een minister zonder ambtenaren is als een schip zonder roer”. Dat bord heeft hij meteen weg laten halen. Hij wilde daar een ander bord “Een minister zonder ambtenaren is als een roer zonder schip”!

Opstelten merkte dat de ambtenaren juist  goed waren in het verzinnen waarom iets niet kon. Ze sloegen niet de richting in die de politiek aangaf. Combineer de macht van ambtenaren met de behoefte van Opstelten om te veranderen en het beeld wordt dus genuanceerder. In een tijd van populisme moest het roer om. De tegenspraak werd ervaren als weigeren om in beweging te komen en mee te denken. De minister was het roer niet meer. 

Anticiperen op een mogelijke komst van meer asielzoekers of minder boeren werd een onmogelijkheid

In het geval van kabinet Rutte I wilde de minister vooral minder asielzoekers. Maar voortdurend kreeg hij te horen wat niet kon. Geen wonder dat hij die onwelgevallige stukken zat was. En met hem hoor je vaak van oud-bestuurders over de moeite die het kost om ambtenaren mee te krijgen in een nieuwe richting. Hier was het vooral meebuigen met het populisme: dogma was dat er gewoon niet meer asielzoekers inkwamen en zo werd het COA gekort zodra het aantal asielzoekers afnam. Ook al was dat rationeel niet verstandig. Zodra het aantal asielzoekers afnam, werden mensen ontslagen en werd de ontwikkeling van ICT programmatuur stopgezet. In de IND hetzelfde. Voorbereid zijn op meer asielzoekers werd een onbegaanbare weg. Terwijl èn voorbereiden èn de deur niet wagenwijd open zetten mogelijk had gekund (iets wat Job Cohen bijvoorbeeld deed). Inspelen op de "smalle marges van de democratie". Maar het ging niet meer om de stroom tegen te houden: alles met asielzoekers was besmet door Wilders. Meebuigen met populisme levert ons nu nog problemen op in opvang van asielzoekers.

Henk Bleker was de staatssecretaris die meedacht over het Programma Aanpak Stikstof. Die wilde  ruimte houden voor boeren in de buurt van stikstof gebieden. Hij wilde niet horen dat het voorsorteren op succesvol beleid in de toekomst uiterst kwetsbaar was. Samen met LTO bedacht hij manieren om niet te hoeven ingrijpen. Ambtenaren hadden het nakijken. Opnieuw meebuigen met populisme: geen maatregelen nemen waar boeren niet blij mee zouden zijn. Hier hebben we nu de opstanden aan te danken.

De toeslagenaffaire heeft een dergelijke achtergrond. Allereerst werd de Belastingdienst overvoerd met nieuw werk. Dat dat niet kon wilden de bestuurders niet horen. De Belastingdienst moest ook toeslagen uitbetalen. Er werd niet gezocht hoe de toeslagen wel uitbetaald konden worden, het gepruttel van de belastingdienst werd gezien als tegenwerpingen a la Sir Humphrey Appelby. En toen: Misbruik moest zo streng worden gestraft dat er gezocht werd naar mogelijk misbruik binnen bepaalde groepen met bepaalde kenmerken. Zo had de Kamer toch opgeroepen veel strenger te zijn op Bulgaren? Dan moest er opgetreden worden tegen buitenlanders, dat scoorde politiek! Ook hier werden tegenwerpingen niet meer gehoord. Het kabinet wilde immers gewoon streng zijn in plaats van de werkelijkheid achterhalen! En de Kamer juichte die strengheid toe.

Meer dan Rutte: de tijdgeest

Rutte kan verweten worden geen regie te hebben genomen. Maar het was ook de tijdgeest: het populisme en kabinetten met veel partijen en een krappe meerderheid: het was een ongeluk dat klaar stond om te gebeuren. Though this be madness, yet there is method in it.

Geef Rutte niet teveel eer voor de affaires, maar zoek hoe het mechanisme werkte en de echte politieke keuzen terugkomen: richtinggevende politiek en meedenkende ambtenaren die beargumenteerde tegenspraak niet uit de weg gaan. 

(later) Echte keuzen voor de toekomst zaten er bij Rutte ook niet in, maar was dat niet ook de tijdgeest?


P.S. meedenken en tegenspreken? Probeer de methode van de denkhoeden van De Bono

dinsdag 26 juli 2022

Is de rechtsstaat liberaal en progressief?

De Poolse en Hongaarse rechtsstaat zijn verzwakt. De Poolse tuchtkamer pakt kritische rechters aan. Kritische Hongaarse kranten zijn gewoon opgekocht. Ook in Hongarije staat de onafhankelijke rechter onder druk. Het is de Europese Unie onwaardig. Maar is het probleem dat ze zo rechts zijn? Dan gaan we terug naar de tijd dat rechtse dictaturen erger zouden zijn dan linkse dictaturen (Pinochet in Chili is fout, Castro in Cuba is toch wel okee). De rechtsstaat verdedigen is aan links èn rechts! 


Want Marc Janssens had in de NRC wel een punt  toen hij stelde dat de rechtsstaat niet per sé een progressieve rechtsstaat is. Want laten we de zaken wel helder houden. 

De rechtsstaat kent vijf belangrijke elementen: 

  • Constitutie (de grondslag van de staat) en legaliteitsbeginsel (het handelen van bevoegd gezag moet zijn gebaseerd op een vooraf aanwezige bepaling)
  • De voorafgaande rechtsregel (nieuwe wetten niet met terugwerkende kracht toepassen:)
  • Scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht moeten in een land bij verschillende instellingen)
  • Onafhankelijke rechtspraak
  • Grondrechten

Conservatieve abortuswetgeving is niet per se strijdig met de rechtsstaat
Zo is legalisering van abortus niet een vast onderdeel van de rechtsstaat. Het is dom en onmenselijk beleid om abortus te verbieden, leidt tot veel onnodige illegale abortussen en veel menselijk leed. Maar dat maakt een land met een slechte wet geen dictatuur. 

En dat het Hooggerechtshof in de VS het vonnis Roe versus Wade ongedaan maakte is eerder een voorbeeld van de zwakke manier waarop dit recht in de VS geregeld was (gebaseerd op het recht om over het eigen lichaam te mogen beslissen, rechts-religieuzen vinden de foetus niet onderdeel van het eigen lichaam). 

Maar de VS is nog steeds een rechtsstaat met vrije pers en onafhankelijke rechters (ook al is het Hooggerechtshof er vergaand gepolitiseerd, daar ben ik steeds minder zeker van). 

Creationisme op school
Het behandelen van de theorie van Darwin op school lijkt mij opnieuw zeer verstandig en het (kritiekloos) behandelen van het creationisme heel dom. Maar is de VS geen rechtsstaat als op bepaalde scholen het creationisme in de lessen behandeld mag worden naast de evolutieleer? Het lijkt mij eerder een matige scheiding tussen Kerk en Staat als je als overheid vastlegt dat je het creationisme niet aan de orde wilt hebben. Het lijkt een grensgeval dat pas over de grens gaat als tegelijk het behandelen van de evolutieleer verboden wordt. 

Zo zijn er meer moeilijke punten. Het recht toekennen om als homostel kinderen te mogen adopteren is weliswaar verstandig, maar niet verbonden aan het zijn van een rechtsstaat. LHBTI-vrije zones instellen lijkt mij wel strijdig met de rechtsstaat als zijnde een grondrecht van mensen. 

Maar is Marc Janssens wel helder?
Marc Janssens maakt het overigens wel bont door meteen toe te voegen dat abortuswetgeving niet verder verruimd moet worden. Daarmee toch de verdenking op zich vestigend dat het hem niet gaat om de rechtsstaat, maar om het promoten van Poolse en Hongaarse wetgeving in Nederland. 


maandag 18 juli 2022

Werken aan vertrouwen

 

Onlangs bleek dat in een jaar tijd parfumerieketen Douglas maar liefst zeven procent van zijn merkwaarde verloor. Op de ranglijst van sterkste merken daalt Douglas tussen 2021 en 2022 van de 31ste naar de 47ste plaats. Vorig jaar werd er alarm geslagen bij Albert Heijn. De supermarkt daalde in merkkracht van plaats 2 naar plaats 4. Dat levert onrust en paniek. Als dit soort beelden naar buiten komen gaan de rekenaars van de bedrijven aan de slag: welke groep klanten zijn we aan het verliezen? Hoe erg is het deze groep te verliezen, wat kost dit ons en hoe kunnen we deze groep terugvangen?

Het vertrouwen in de overheid in Nederland is hoog, maar ook daarin is wel degelijk verandering zichtbaar. De paniek is natuurlijk minder omdat klanten niet kunnen kiezen voor een andere overheid. Er zijn niet directe kosten aan verbonden. Maatschappelijke kosten zijn er wel.

Vertrouwenskloof

Zoomen we wat dieper in op het (relatief gezien hoge) vertrouwen in de overheid, dan ziet het er nog bijzonderder uit. Eerst denk je: terecht scoort Nederland hoog. Gemiddeld scoren Nederlanders hoog op internationale lijstjes van opleidingsniveau, levensverwachting en geluk. Ook heeft ons land lage werkloosheidspercentages. Maar er gaan wel verschillen achter die cijfers schuil, onder meer in gezondheid en werk- en inkomenszekerheid. Dat zien we terug in het vertrouwen in de overheid. Zo gaf de Edelman Trustbarometer aan dat er een steeds grotere kloof is tussen mensen met een hoog en mensen met een laag inkomen. Dat is internationaal al zo, maar Nederland staat in de top 5 van landen met het grootste verschil in vertrouwen.


Het is dan interessant welke mensen het meest ervaring hebben met de overheid. Denk aan toeslagen, bijstand, ondersteuning als je het niet meer redt. Denk aan minder werk- en inkomenszekerheid. Denk aan mensen die sukkelen met hun gezondheid en uiteindelijk ook minder lang leven. En denk daarnaast aan hypotheekrenteaftrek, de mogelijkheid te studeren, bezoek van theater. Voor wie heeft de overheid van alles goed geregeld? Waar blijft de uitvoering ver achter bij de mooie woorden over het beleid?

Onrendabele klanten?

Als je dan zoals een supermarkt zou kijken naar de klanten die het vertrouwen in je verliezen, kun je denken dat dit toch geen rendabele klanten zijn. Maar zo gaat het in de overheid terecht niet. Het is immers “Onze Overheid”: wij kiezen politici die de overheid aansturen en wetten maken. Dan is het nog erger dan bij een supermarkt dat mensen afhaken en “de Overheid” niet zien als “Onze overheid”.

Vertrouwensprobleem

Probleem is dan dat beleidsmakers vooral uit de lagen van hoogopgeleide en goed verdienende burgers komen. Ze kennen weinig of geen mensen langdurig in de bijstand, kennen geen daklozen en de zelfredzaamheid in hun omgeving is groot. Zij kennen geen burgers waar hun beleid betrekking op heeft. Tim 'S Jongers noemde zijn essay over de kloof tussen beleidsmakers en burgers die daar mee te maken hebben niet voor niets “Beledigende broccoli” Hij noemt het voorbeeld van het promoten van gezond eten met broccoli en de pastinaak. Kinderen in een achterstandswijk zouden op school moeten leren gezonder te eten. Een goed idee. Maar wat als die kinderen zonder ontbijt naar school zijn gekomen? Wat moet je dan met je verhaal over broccoli?

Kim Putters spreekt in zijn essay “De menselijke staat” over de noodzaak van een Nieuw sociaal contract tussen burgers, overheid en samenleving. Het stelt “dat de overheid te weinig zicht heeft op hoe er vanuit burgerperspectief geredeneerd kan worden in beleid, en dat dit systemisch is.” en “mensen moeten zich gerepresenteerd voelen bij de (politieke) keuzes die worden gemaakt en er vertrouwen in kunnen hebben dat de instituties ook voor hen op een rechtvaardige manier werken”

Betrek de mensen

Een mogelijke weg is de burgers weer meer te betrekken bij aansturing van de overheid. Participatie juist bij moeilijke kwesties vergroot het vertrouwen en leert mensen weer dat er gekozen moet worden tussen kwaden. 

Laat een gelote groep burgers kijken naar de kwaliteit van de uitvoering! Geef hun brieven te zien van uitvoeringsorganisaties en laat ze met klanten praten. Of zet gelote burgerraden in om te kijken naar de gezondheid. Laat gelote burgers in wijken waar de levensverwachting laag is op lokaal niveau meebeslissen over wat daar aan gedaan kan worden. Dat scheelt programma's die pleidooien voeren voor meer broccoli en pastinaak.

Verbeter de uitvoering én het vertrouwen door burgers te betrekken! 



zaterdag 9 juli 2022

Recht op tegenspraak

 Democratie en consequent zijn is hard werken en helaas is niet iedereen dat gegeven. Iedereen en iedere groep heeft het recht om in het openbaar bij elkaar te komen voor een vergadering, protest of demonstratie. Als men zich maar houdt aan de eigen verantwoordelijkheid en de openbare orde geen gevaar loopt.  Of in nettere woorden: “1. Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” (artikel 9 lid 1 van de Grondwet), Lastig hoor dat protest gewoon mag.

Goede democratie vraagt ruimte voor tegenspraak 

Dit recht is van groot belang voor een goede democratie. Tegenspraak moet mogelijk zijn omdat in een democratie open discussie moet zijn tussen voor- en tegenstanders van maatregelen. Je moet dus een demonstratie in Stroe gewoon accepteren of je nu voor of tegen de stikstofmaatregelen bent.

Maar dat gaat eigenlijk wel twee kanten op. Anders beroep je je wel op democratie en vrijheid van demonstratie, maar wil je gewoon alleen die vrijheid voor jezelf. Mensen houden van tegenspraal totdat ze zelf tegengesproken worden. Zie dit filmpje


Zwarte Piet? 

Zouden de boeren nu ook merken hoe belangrijk het is dat zij demonstraties tegen zwarte Piet in Friesland moeten accepteren? In 2018 werden bussen met demonstranten klemgereden. Ik maak mij sterk dat tussen de demonstranten niet veel principiële voorstanders het toelaten van een demonstratie tegen Zwarte Piet zitten. Demonstraties tegen Zwarte Piet is immers een “probleem van stedelingen”, terwijl de demonstraties tegen stikstofmaatregelen meer een “probleem van het platteland” is. Consequent zijn lijkt mij een voorwaarde voor democratische gezindheid. Die democratische gezindheid is niet iedereen gegeven. 

Demonstreren op jouw priveterrein? 

Nog zo een. In mei 2019 demonstreerden dierenactivisten tegen een varkenshouderij in Boxtel. Dat was over de grens, want het was privaat terrein. Mark van den Oever was woedend. “Toen (…) zag ik op het nieuws dat de bezetting nog steeds aan de gang was.  Ik dacht: ‘Dat kan toch niet waar zijn.’ De politie deed helemaal niks. Stonden er alleen en dat dit allemaal maar zo kon.” Hij richtte het Farmers Defence Force op. Later filmden dierenactivisten illegaal in zijn stal. Weer woedend.

Dan verwacht je dezelfde woede als demonstranten op het privéterrein van een minister komen. Maar nee, vrolijk noemde Van den Oever het protest van tientallen boeren bij de woning van minister Christianne van der Wal (Stikstof) een 'topactie'. Hij sloot niet uit dat dat vaker gaat gebeuren. 

Ik zit er mee. Je moet principieel ruimte geven aan tegenspraak. Maar als het gesprek daarover niet meer mogelijk is omdat consequent zijn, uitgaan van feiten, geen basisregels meer zijn? 

Misschien is niet de tegenspraak het probleem, maar het gebrek aan ruimte voor gesprek tussen de mensen die elkaar tegenspreken.