In tijden van vernieuwde aandacht
voor grote landen die hun macht uitoefenen, zoals Rusland en China,
is het goed eens te kijken naar de vraag hoe groot je moet zijn? Is
het zo dat Europese aanpak nodig is om de diverse economische en
culturele uitdagingen het hoofd te bieden? Met big data kunnen de
grote staten hun land besturen en op het juiste moment ingrijpen. Hun
munt bepaalt het economisch verkeer en hun centrale bank bepaalt hoe
de rente zich verder ontwikkelt. Gaat de sterkste gewoon winnen? En
is dat hét argument om in de EU te blijven?
Big data maakt grote organisaties en
landen bestuurbaar
Big data is mooi en maakt het mogelijk
om van bovenaf veel te reguleren. Je kunt als bestuurder een
dashboard bekijken om te zien dat het goed gaat met de organisatie.
De metertjes slaan oranje of rood uit als er iets mis is. Het
bespaart je het lezen van dikke rapporten. Je kunt snel doorzien wat
er gebeurt of wat de trend is. De grote organisatie blijft zo bestuurbaar en overzichtelijk.
Maar systemen zijn niet altijd te vangen in algoritmen. Het weer is wel beter te voorspellen, maar nog steeds niet met zekerheid. De gebeurtenis ergens ver weg die niet in je algoritme zit kan ineens grote verandering geven die alleen lokaal opgepakt kan worden. Het is een beetje de rivier waarvan de data zeggen dat hij gemiddeld een meter hoog is, dus doorwaadbaar. Iemand die de rivier wil oversteken zal toch echt moeten kijken waar de bodem, de stenen èn de waterhoogte de rivier doorwaadbaar maken. De data zeggen dat de kans groot is dat de rivier doorwaadbaar is, dat is alles. Hoe meer je rekent op toezicht en data, des te meer kom je er achter dat het niet gaat om te zorgen dat er nooit iets mis gaat, maar om te helpen leren van de fouten die optreden en dat toe te voegen aan de plaatselijke kennis van zaken.
Steden worden belangrijker dan
landen
Juist door al die beschikbare data is
de samenleving complexer geworden. Mensen kunnen veel meer zelf
beslissen en zelf ergens ver weg hun idee opdoen om daar in eigen
kring mee aan de slag te gaan. Afstanden zijn weggevallen. De
Nederlander in Amsterdam lijkt meer op de Londonner dan de
Nederlander in pakweg Assen of Almere en die in Almere misschien
juist meer op de Engelsman in Lancaster. De beheersing van bovenaf is
misschien een eerste impuls, maar niet de winnende strategie.
Misschien kun je beter de verbinding tussen Londen en Amsterdam
versterken èn die tussen Almere en Lancaster of tussen Assen en Bad
Bentheim in Duitsland èn Rotterdam en Shanghai in China.
We zien al dat het belang van steden
toeneemt ten koste van het belang van landen. En kijk je dan in die
stad, dan zie je daar weer een toenemende aandacht voor beslissingen
in de wijken en door bewoners zelf, omdat zij meer kennis hebben van
de dagelijkse praktijk en beter kunnen zien waar enthousiasme voor
is.
Beslissen niet op één niveau
Dat betekent niet dat beslissen op een hoog niveau niet goed is. Ik zie Engeland na de
Brexit ook niet Google aanpakken zoals de EU dat kan. En hoe zit het
met de klimaatverandering?
Een principe dat daarom steeds
belangrijker wordt is het principe van de subsidiariteit. De
Katholieke kerk heeft er veel crises mee overleefd
hier op wikipedia Het houdt in dat hogere instanties niet iets moeten doen wat door
lagere instanties kan worden afgehandeld. “Evengoed als het een
ernstige fout is om hetgeen individuen door hun eigen initiatief en
nijverheid kunnen bereiken van hen af te nemen om het aan de
gemeenschap te geven, zo is het ook een onrecht en tegelijkertijd een
ernstig kwaad en aantasting van de juiste orde om aan een grotere en
hogere verband te geven wat een lagere en ondergeschikte organisatie
kan doen. Want elke sociale activiteit behoort vanuit zijn natuur
hulp bieden aan de leden van het sociale lichaam en nimmer om ze te
vernietigen.” Uit de encycliek van 1931.
Interessant is dat het principe van wederzijdse hulp dat in deze tijd van kritiek op neo-liberalisme opnieuw aandacht krijgt toen al benoemd was. Juist die wederzijdse hulp is gemakkelijker als het geen anoniem door de overheid afgedwongen hulp is. Iets wat ik al eerder over solidariteit schreef.
Interessant is dat het principe van wederzijdse hulp dat in deze tijd van kritiek op neo-liberalisme opnieuw aandacht krijgt toen al benoemd was. Juist die wederzijdse hulp is gemakkelijker als het geen anoniem door de overheid afgedwongen hulp is. Iets wat ik al eerder over solidariteit schreef.
De Calvinisten voegen daar de
soevereiniteit in eigen kring aan toe om de macht van de staat verder in te perken: beide principes gaan er van uit dat individuele mensen primair verantwoordelijk zijn voor hun handelingen, dat maatschappelijke verbanden hun eigen zaken behoren te regelen. Het katholieke principe is verticaal, het calvinistische is horizontaal gericht.
De succesvolste landen zijn ook niet
per se de grootste landen. Denemarken is niet alleen geen groot land, maar ook
nog vergaand gedecentraliseerd. Denemarken werkt op allerlei manieren
samen met andere landen: in de EU, met de Scandinavische landen. Op diverse lijstjes met prestaties staat Denemarken hoog genoteerd. Fukuyama vindt Denemarken zelfs het meest succesvolle land ter wereld (Nederland scoort op die lijstjes en bij Fukuyama trouwens ook goed).
Nexit of hervormde EU?
De verkiezingen zullen mede gaan over
een Nexit versus het benadrukken van de noodzaak van hervorming de
EU. Beide oplossingen gaan niet op de werkelijke problemen in.
De
oplossing voor de te vergaande beslissingen van de EU -die ver van de mensen staat- zou wel eens
veel eerder te vinden kunnen zijn in een vastgelegd principe van
subsidiariteit waarop bewoners, buurten, gemeenten en landen zich
kunnen beroepen. Zij kunnen veel succesvoller met al die data opereren dan de landelijke of Europese overheid. Dan voeg je een mechanisme toe om de beslissing op
een lager niveau te nemen. Beter dan een Nexit om de macht in eigen
hand te nemen of een systeem om de EU van bovenaf te hervormen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten