“Buurtbewoners zijn boos ...” lees en hoor je vaak in de media. Laatst in Laren waren buurtbewoners boos vanwege het uitblijven van de komst van het asielzoekerscentrum. Meestal zijn de buurtbewoners woedend dat het AZC er komt, maar het kan ook dat ze boos zijn dat het vertrekt. We zijn nogal eens boos. Ik heb zelfs de indruk dat we bozer zijn dan vroeger. Sterker: boosheid past bij deze tijd als een hand in een handschoen.
Handig voor de media
Natuurlijk is het de overdrijving van de journalist die niet naar Geldermalsen reist om terug te komen met de kop “buurtbewoners niet heel erg blij met het azc” of “buurtbewoners vragen om kleine aanpassing van plannen AZC”. Net zoals hij niet opschrijft dat de buurt het wel leuk zou vinden als er snel een verkeerslicht komt, maar dat de buurt woedend is en dat het uitblijven van het stoplicht zal leiden tot volgende verkeersdode.
Dieper dan enthousiasme van media
Toch gaat de boosheid iets dieper dan enthousiasme van de media. Ik heb al eens uitgelegd dat woede veel aanstekelijker is op Twitter dan blijdschap of verdriet. Nu leven politieke activisten bij de woede: niets scoort beter dan misstanden naar buiten brengen. Zonder boosheid zouden we misschien nog slavernij hebben.
Maar er is echt iets aan de hand, juist doordat boosheid zich op sociale media sneller verspreidt dan blijschap of verdriet. Dit is anders dan vroegere boosheid. Er wordt wel eens gezegd dat de aanhangers van Wilders bang zijn voor terrorisme of voor overname van Nederland door de Islam. Dat is niet zo, de aanhangers zijn boos! En boosheid voelt - anders dan angst - fijn! Boosheid kan je koesteren. Boosheid geeft energie. In Business Week wees een psycholoog Jennifer Lerner er op: “Looking ahead to how you’re going to avenge a perceived harm feels exhilarating,”.
Zij beschreef de aanhang van Trump en waarom de aanhangers Trump alles vergeven. Zij waarschuwde dat de aanhang niet stopt als Trump de verkiezingen verliest (of wint). Het is een zichzelf herhalend en versterkend effect. De verkiezingen verliezen is gewoon meer brandstof voor de woede, iets wat met angst niet zo werkt.
Ik las ooit de perfecte quote over Wilders van een aanhanger die zei “natuurlijk is het onzin en spreekt hij zich tegen, maar hij heeft wel gelijk!”. Want hij was boos, net als zijn aanhangers, dus hij had gelijk. Hij had net als zij het licht gezien. Facebook en Twitter zijn ook bij uitstek de media om woede te kunnen uiten. Je hoeft geen uitgebreide uitleg te geven, je hoeft niet in discussie te gaan. Boosheid is genoeg. Boosheid leent zich ook goed voor het vormen van een gemeenschap van gelijkdenkenden. 50Plus speelt ook goed in op woede. Niemand die zich afvraagt wat Henk Krol jarenlang deed bij de VVD, het gaat er om dat hij de woede kan verbeelden.
Boosheid past in de verdeelde en virtuele samenleving
Boosheid past ook goed bij de verdeelde samenleving. Je bent boos op een ander, dus je wilt niet in gesprek. Argumentatie slaat niet aan, maar zeg nou zelf, zijn we zelf zo redelijk en open voor gesprek als we boos zijn? Dan moeten we toch eerst even iets wegslikken. Ik zie ook in discussies over de pensioenen dat je niet moet komen met uitleg of rationele argumentatie. Boosheid staat niet alleen tegenover argumentatie, maar ook tegenover wijsheid en nuance.
In een samenleving waarin mensen elkaar spreken en tegenkomen, verdwijnt de boosheid. Bijvoorbeeld als je medelijden krijgt met iemand die door jouw boze uitspraak gekwetst wordt. Je ziet het gezicht, je merkt dat het pijn doet. Het gezicht van de ander brengt bezinning. In de huidige verdeelde en in de virtuele samenleving doet boosheid het juist goed.
De emocratie
Boosheid, daar gaan we nog veel van horen! We leven in een Democratie, maar zijn op weg naar een Emocratie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten