Vluchtelingen en asielzoekers lijken
even wat minder de campagne te gaan domineren. Dat is goed want we
moeten ons op meer voorbereiden dan een druk van buiten de EU van
vluchtelingen en economische vluchtelingen. De wereld is minder zeker
en er zijn veel en snelle veranderingen. De betrokkenheid van mensen
met andersdenkenden wordt steeds geringer. We trekken ons terug in
groepjes met “ons soort mensen”. Dat heeft grote gevolgen voor de
rol van de overheid in zorgen voor de mensen die hier niet in mee
kunnen komen. Hoe kunnen we daar mee omgaan? Het blijkt al snel toch
te gaan over grenzen.
Toekomst om je op voor te bereiden
Het SCP gaf in het Sociaal en Cultureel
Rapport 2016 een beeld van de toekomst. De centrale boodschap is dat
er meer dynamiek, meer maatwerk en meer eigen regie komt. Dit leidt
tot meer (keuze-)vrijheid voor het individu, maar ook tot meer
onzekerheid, stress, kwetsbaarheid en ongelijkheid. Het SCP verwacht
dat werk vaker een hoge scholing vereist en minder plaats- en
tijdgebonden is. De opkomst van de ‘op-afroepeconomie’ zet door.
Steeds meer mensen doen relatief korte klussen voor wisselende
opdrachtgevers. Het gevolg: weinig continuïteit in het werk; minder
mogelijkheden om een loopbaan te plannen. Je scholing komt op je
eigen schouders. Dat vergroot de ongelijkheid en geeft de kans dat
groepen mensen zich niet goed voorbereiden op de toekomst.
Hoe ver wil je dat dat gaat? Als je
alles individueel laat besluiten zijn er geen grenzen aan de
flexibiliteit. Dat heeft voordelen voor hen die daar sterker uit
komen, maar de nadelen voor mensen die daar last van hebben worden
groter. Welke grenzen hanteren we?
Samen leven?
Wat betreft ‘samenleven’ verwacht
het SCP dat mensen steeds meer oppervlakkige contacten hebben in
steeds minder tijd. Die contacten zijn met gelijkgestemden. Het is
makkelijker gelijkgestemden te vinden buiten de eigen kring en
niet-gelijkgestemden te ontlopen. Overbrugging tussen verschillende
bevolkingsgroepen zal zeldzamer worden en spanningen tussen groepen
zullen toenemen.
Ga je maatregelen nemen om elkaar wel
tegen te komen? Want je hebt gezamenlijk te maken met de publieke
ruimte. Als je de politici niet meer ziet als je vanzelfsprekende
vertegenwoordiger moet je meer gezamenlijk gaan besluiten over wat
van de gemeenschap is. Elinor Ostrom de enige vrouwelijke winnaar van
de Nobelprijs van de economie gaf daar regels voor. De eerste regel:
duidelijk gedefinieerde grenzen die ook erkend worden. Laat je een
publieke instelling gemeenschapstaken op zich nemen, dan zijn die
grenzen minder belangrijk dan als je samen beslist. Waar ga je als
gemeenschap over en waarover niet? Waar liggen de grenzen? Als je dat weet kan je met alle betrokkenen besluiten.
Gevolgen voor de sociale
grondrechten en de overheid
De Nederlandse Grondwet bevat sociale
grondrechten. Deze sociale grondrechten zijn ‘voorwerp van zorg
voor de overheid’. De overheid is er voor verantwoordelijk dat de
sociale grondrechten gewaarborgd zijn voor iedereen. De overheid moet
streven naar zorg en ontwikkeling van de burgers, onder meer door het
zo mogelijk verschaffen van een recht op pensioen, voldoende
woongelegenheid en werkgelegenheid, medische verzorging, een
behoorlijke levensstandaard, sociale zekerheid en onderwijs.
Er blijven instituties die zorgen dat
individuen niet buiten de samenleving vallen en dat de sociale
grondrechten gewaarborgd blijven. Rond wonen, werk, zorg is er een
afgedwongen solidariteit tussen gezond en ziek, werk en werkeloos en
kansrijk en kansarm. Maar er is geen verbinding tussen diverse
groepen in de samenleving. Daardoor is er geen vanzelfsprekend
vertrouwen dat groepen die geholpen worden ook het hunne doen om aan
het werk te komen, gezond te blijven of mee te doen. Want dat gebeurt
niet altijd.
Overconsumptie van de verzorgingsstaat gebeurt meer door
Nederlanders dan door asielzoekers, ook al wordt de nadruk gelegd op
asielzoekers die profiteren. Langzaam is Nederland strenger geworden
en duidelijker over wat van de mensen die profiteren van de
verzorgingsstaat verlangd wordt. Krijg je bijstand, dan verwachten we
dat je je best hebt gedaan om aan een baan en eigen inkomen te komen.
Krijg je zorg, dan verwachten we dat je je best hebt gedaan om de
kosten te beperken door eerst te kijken of iemand in je eigen
omgeving kan helpen. En we betalen alleen voor zorg die bewezen werkt. Voor gebedsgenezing of voodoo moet je zelf betalen. En waar liggen de grenzen in de zorg? Een extra maand winnen voor iemand met een ernstige ziekte? Of gaat dat geld naar extra hulp in verzorgingshuizen? Is dat afhankelijk van de vraag wat een ziekenhuis of verzorgingshuis het meest winst oplevert? Of beantwoorden we zelf die vraag? We betalen het met z'n allen immers?
Steeds vaker kennen we de andere
groepen niet. Dat betekent dat er ook steeds minder draagvlak is om
anderen (uit andere kringen) te helpen. Want op basis van één
bericht over een profiterende Turk of Iraniër daalt de bereidheid om
voor Turken of Iraniërs te betalen. Terwijl op basis van één
bericht over een Hollandse jongen niemand zegt dat alle Hollanders
profiteren. Toch moeten we het daar over hebben. Wat verwachten we
van de ontvangers van onze solidariteit? Welke eigen inspanningen in
welke situatie? Wat zijn de grenzen van de verzorgingsstaat?
Vangnet niet afbreken
Praten we daar niet over, dan breken we
een prachtig vangnet af. In plaats van de institutionele solidariteit
ontstaan nieuwe vormen van solidariteit in zelfgekozen verbanden.
Prachtige vormen van niet-anonieme solidariteit. Dat klinkt heel mooi
(en is het ook). Maar ook dat ondermijnt de steun voor de borging van
de grondrechten van mensen die er buiten vallen. Zij worden
buitengesloten. Dat kun je ongemerkt laten gebeuren, maar wat
verwachten we van mensen om binnen onze solidariteit te
vallen? Wanneer gaan we te ver als we alle verantwoordelijkheid voor
bijscholing bij individuen leggen? Want we hebben er als samenleving
baat bij als mensen zich wel bij laten scholen!
Hoe gaan we die verzorgingsstaat dan
regelen? Zo komen we ook bij vluchtelingen. We kunnen klagen over
afbraak, maar Nederland is nog altijd een fantastisch land. De
fysieke grenzen van Nederland kun je moeilijk potdicht afsluiten. Hoe
leg je wel de grenzen? Toen het asielzoekersverdrag werd afgesloten
werd bepaald dat iemand die asiel heeft gekregen meteen dezelfde
rechten krijgt. Toen was er alleen nog geen verzorgingsstaat. Kan dat
zo blijven? Of bouw je zoals met pensioen (en AOW!) langzaam je rechten op? Dat
zou als voordeel hebben dat je meer duidelijkheid krijgt.
We leven te weinig samen en willen meer
insluiting. Het gaat wel goed met ons, maar niet zo goed met de
samenleving. Dan moeten we duidelijker zijn over wanneer we
uitsluiten. Wat insluiting gaat gepaard met uitsluiting. Grenzen dus.
Lijkt me een mooi thema voor de verkiezingen. Laat het thema niet kapen door populisten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten