Inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een beperking, een andere achtergrond, mensen die niet zijn zoals de meeste mensen, maar er wel bij horen. Een eenvoudige definitie van inclusie is insluiting, mensen bij een groep laten horen. Het is een tegennatuurlijke opgave voor ons.
Het algemene beeld is dat niemand tegen
inclusie kan zijn. Wie zou willen beweren dat iemand er niet bij
hoort, dat iemand niet mee mag doen, uitsluitend vanwege zijn anders
zijn dan het gemiddelde? Iedereen is anders dan het gemiddelde, want
iedereen heeft wel iets waarin hij of zij afwijkt. Op school is het
de norm: je mag niet andere kinderen uitsluiten, iedereen mag
meedoen. Het is ook goed om op die manier te leren dat je mensen niet
hoort uit te sluiten.
En toch knaagt inclusie.
Vreemden wekken soms agressie in ons op
Insluiting en ingesloten worden door
mensen die je kent, waarvan je in kunt schatten hoe ze reageren en
waarvan je weet wat je kunt verwachten geeft rust en geborgenheid.
Steeds als er een ander iemand komt met andere gewoonten en gebruiken
is het wennen en het is het gemakkelijkst als je die direct kunt
plaatsen. Als iemand roept dat ie bestolen is en ik zie twee mensen
weglopen, waarvan een in een kostuum en de ander in trainingspak,
denk ik dat die in het trainingspak iets heeft gedaan. We zijn gewend
aan familie en onze eigen verbanden. We zijn dieren en dieren laten
buitenstaanders niet zomaar toe. Dieren laten direct blijken als
iemand niet bij de eigen groep hoort. De agressie die de komst
oproept kan ver gaan.
Mensen zijn als dieren helemaal niet
goed voorbereid op de ingewikkelde samenleving die we zijn geworden.
We zijn geen gemeenschap met 50 tot maximaal 150 mensen, we vormen
verschillende gemeenschappen en komen heel veel vreemden tegen. Daar
zijn we niet vanzelfsprekend goed in, in eerste instantie is het
logischer om vanuit een onveilig gevoel nerveus, wantrouwend en
mogelijk agressief reageren. Agressie en uitsluiting is misschien wel
een natuurlijke reactie op vreemden.
In stukken die ik las over inclusie kom
ik dat element weinig tegen: inclusie is tegennatuurlijk gedrag. Het
heeft te maken met discipline, de tijd nemen voor de ander,
zelfvertrouwen hebben, de bereidheid te luisteren. Dat maakt inclusie
weliswaar nastrevenswaardig (net als goede manieren, discipline, niet
direct geweld gebruiken), maar niet vanzelfsprekend (en de mensen die
er moeite mee hebben geen onmensen).
Wonder van beschaving
Het is eigenlijk een wonder dat we zo
weinig agressiviteit in onze samenleving ervaren. Beschaving,
beschaafd gedrag, zorgt voor die geringe agressiviteit. Maar
beschaving is niet automatisch hetzelfde als inclusie. Eerder is het
omgekeerde: in de geschiedenis hebben verschillende beschavingen
elkaar juist vaak uitgesloten om de eigen interne regels en gebruiken
te kunnen hanteren.
De beschaving doet nu een beroep op
iedereen individueel, maar misschien tegenwoordig juist meer op de
mensen in armere wijken om ook andere gewoonten en gebruiken te
accepteren. Juist in armere wijken verandert de samenstelling en
moeten mensen steeds opnieuw wennen aan andere mensen met andere
gewoonten, gebruiken en waarden.
Inclusie niet van bovenaf op te dringen
Beschaving kan moeilijk van bovenaf
worden opgedrongen. Beschaving leer je in het gezin, op school, op
het werk. Het gaat met verhalen en voorbeeldgedrag, niet met regels
en mensenrechten. Dat geldt dus ook voor inclusie, maar dan in het kwadraat. In tijden dat we meer zelf willen en moeten beslissen is het een flinke opgave.
Ik vind het prima
om met elkaar in gesprek te gaan, maar inclusie is vooral ook doen en
wennen. Het is een algemener probleem voor de overheid: ook roepen
dat mensen zich anders moeten gedragen (bijvoorbeeld te dik worden en dat dat slecht is voor de gezondheid) haalt weinig uit. Ondertussen schreeuwen de reclames dat
je alles kunt eten. Of dat je de regels moet breken. Break the rules!
Je aanpassen is in de reclamewereld volstrekt fout. In het midden
uitkomen nadat je het gesprek bent aangegaan en een beetje geven en
nemen is voor losers.
Werk is een enorme drijver voor
inclusie, omdat je samen moet werken, moet je wel bereid zijn je in
elkaar te verdiepen. Het gesprek aangaan omdat je samen wel het werk
moet doen! Juist in die armere wijken hebben mensen vaak geen werk.
School is ook een belangrijke drijver voor inclusie, maar kijk je op
de scholen, dan is er vaak een geselecteerde groep. Wil een gemeente
inclusie in een wijk organiseren, dan vraagt dat allemaal onderdelen
waar de gemeente weinig greep op heeft: werk en school als eerste.
Nu terug naar mezelf. Dan moet ik
bekennen dat ik voor inclusie ben, maar als ik een bestuur van een vereniging voor me zie is dat plotseling anders.
Dan zit ik liever met een team waardoor het leuk is. Divers ja, maar vaak toch mijn soort mensen.
Je kunt veel doen, maar niet alles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten