dinsdag 5 februari 2019

Inclusie in tijden van zelf beslissen


Inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een beperking, een andere achtergrond, mensen die niet zijn zoals de meeste mensen, maar er wel bij horen. Een eenvoudige definitie van inclusie is insluiting, mensen bij een groep laten horen. Het is een tegennatuurlijke opgave voor ons.

Het algemene beeld is dat niemand tegen inclusie kan zijn. Wie zou willen beweren dat iemand er niet bij hoort, dat iemand niet mee mag doen, uitsluitend vanwege zijn anders zijn dan het gemiddelde? Iedereen is anders dan het gemiddelde, want iedereen heeft wel iets waarin hij of zij afwijkt. Op school is het de norm: je mag niet andere kinderen uitsluiten, iedereen mag meedoen. Het is ook goed om op die manier te leren dat je mensen niet hoort uit te sluiten.

En toch knaagt inclusie.

Vreemden wekken soms agressie in ons op
Insluiting en ingesloten worden door mensen die je kent, waarvan je in kunt schatten hoe ze reageren en waarvan je weet wat je kunt verwachten geeft rust en geborgenheid. Steeds als er een ander iemand komt met andere gewoonten en gebruiken is het wennen en het is het gemakkelijkst als je die direct kunt plaatsen. Als iemand roept dat ie bestolen is en ik zie twee mensen weglopen, waarvan een in een kostuum en de ander in trainingspak, denk ik dat die in het trainingspak iets heeft gedaan. We zijn gewend aan familie en onze eigen verbanden. We zijn dieren en dieren laten buitenstaanders niet zomaar toe. Dieren laten direct blijken als iemand niet bij de eigen groep hoort. De agressie die de komst oproept kan ver gaan.

Mensen zijn als dieren helemaal niet goed voorbereid op de ingewikkelde samenleving die we zijn geworden. We zijn geen gemeenschap met 50 tot maximaal 150 mensen, we vormen verschillende gemeenschappen en komen heel veel vreemden tegen. Daar zijn we niet vanzelfsprekend goed in, in eerste instantie is het logischer om vanuit een onveilig gevoel nerveus, wantrouwend en mogelijk agressief reageren. Agressie en uitsluiting is misschien wel een natuurlijke reactie op vreemden.

In stukken die ik las over inclusie kom ik dat element weinig tegen: inclusie is tegennatuurlijk gedrag. Het heeft te maken met discipline, de tijd nemen voor de ander, zelfvertrouwen hebben, de bereidheid te luisteren. Dat maakt inclusie weliswaar nastrevenswaardig (net als goede manieren, discipline, niet direct geweld gebruiken), maar niet vanzelfsprekend (en de mensen die er moeite mee hebben geen onmensen).

Wonder van beschaving
Het is eigenlijk een wonder dat we zo weinig agressiviteit in onze samenleving ervaren. Beschaving, beschaafd gedrag, zorgt voor die geringe agressiviteit. Maar beschaving is niet automatisch hetzelfde als inclusie. Eerder is het omgekeerde: in de geschiedenis hebben verschillende beschavingen elkaar juist vaak uitgesloten om de eigen interne regels en gebruiken te kunnen hanteren.

De beschaving doet nu een beroep op iedereen individueel, maar misschien tegenwoordig juist meer op de mensen in armere wijken om ook andere gewoonten en gebruiken te accepteren. Juist in armere wijken verandert de samenstelling en moeten mensen steeds opnieuw wennen aan andere mensen met andere gewoonten, gebruiken en waarden.

Inclusie niet van bovenaf op te dringen
Beschaving kan moeilijk van bovenaf worden opgedrongen. Beschaving leer je in het gezin, op school, op het werk. Het gaat met verhalen en voorbeeldgedrag, niet met regels en mensenrechten. Dat geldt dus ook voor inclusie, maar dan in het kwadraat. In tijden dat we meer zelf willen en moeten beslissen is het een flinke opgave. 

Ik vind het prima om met elkaar in gesprek te gaan, maar inclusie is vooral ook doen en wennen. Het is een algemener probleem voor de overheid: ook roepen dat mensen zich anders moeten gedragen  (bijvoorbeeld te dik worden en dat dat slecht is voor de gezondheid) haalt weinig uit. Ondertussen schreeuwen de reclames dat je alles kunt eten. Of dat je de regels moet breken. Break the rules! Je aanpassen is in de reclamewereld volstrekt fout. In het midden uitkomen nadat je het gesprek bent aangegaan en een beetje geven en nemen is voor losers.

Werk is een enorme drijver voor inclusie, omdat je samen moet werken, moet je wel bereid zijn je in elkaar te verdiepen. Het gesprek aangaan omdat je samen wel het werk moet doen! Juist in die armere wijken hebben mensen vaak geen werk. School is ook een belangrijke drijver voor inclusie, maar kijk je op de scholen, dan is er vaak een geselecteerde groep. Wil een gemeente inclusie in een wijk organiseren, dan vraagt dat allemaal onderdelen waar de gemeente weinig greep op heeft: werk en school als eerste.

Nu terug naar mezelf. Dan moet ik bekennen dat ik voor inclusie ben, maar als ik een bestuur van een vereniging voor me zie is dat plotseling anders. Dan zit ik liever met een team waardoor het leuk is. Divers ja, maar vaak toch mijn soort mensen.

Je kunt veel doen, maar niet alles.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten