vrijdag 5 februari 2016

Aansluiten op de leefwereld van burgers of procedureel juist handelen?

Niet afwikkeling volgens het boekje, maar aansluiting bij de leefwereld van burgers is de kern van de zaak. Dat stellen medewerkers van het SCP terecht over de kwaliteit van participatieprocessen. Dat vraagt bezinnen op drie aspecten: de kwaliteit van communicatie, de ‘antennes’ van overheden en de reikwijdte van participatie. Het gaat dan ook om de kwaliteit van de informatievoorziening buiten de overheid, om het rekening houden met verschillen tussen burgers en de participatieve versus de representatieve democratie. 

Niet buiten de burger rekenen 2016
De mensen van het SCP hebben weer mooi denkwerk verricht in het essay “Niet buiten de burger rekenen!”. Het gaat weliswaar over de omgevingswet, maar heeft zeker ook voor mensen die in andere gebieden met burgerparticipatie werken veel te snoepen. Want er verandert nogal wat als de overheid de samenleving meer verantwoordelijkheid geeft om zo eenvoudigere en betere procedures te krijgen. “Dit vergt aanscherping van waar de samenleving meer verantwoordelijkheid voor krijgt, vergt toezicht om vast te kunnen stellen of ‘eenvoudiger’ ook daadwerkelijk ‘beter’ is, en vergt bezinning op de randvoorwaarden waaronder de samenleving die taak kan vervullen.” Want mogelijk werkt dit vooral de versterkte participatie door enkele geïnstitutionaliseerde spelers (bv. Stichting Natuur en Milieu, Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines, enz.) in de hand. Welke gevolgen heeft een eventuele grotere inbreng van zulke ‘beroepsparticipanten’? Tot welke spanning tussen representatieve en participatieve democratie kan dit aanleiding geven?

Gewoon de politieke logica bespelen en mensen kennen die er toe doen
Hoewel de spanning tussen representatieve en participatieve democratie best goed is, wijst het SCP er op dat in de samenleving en dus ook in de participatieve democratie tijd, geld, netwerken en kennis, energie en talent ongelijk verdeeld is. Sommigen kennen nu eenmaal meer mensen die er toe doen, hebben meer kennis van de politieke en ambtelijke logica en spelen daar dus beter mee. Asielzoekerscentra vestigen in een wijk vol mondige mensen met belangrijke vrienden en juridische kennis is lastiger dan in wijken waar die participatiekracht ontbreekt. SCP stelt dan ook voorzichtig “Te overwegen (en eventueel beredeneerd weer af te wijzen) is de optie om burgers die in kapitaalsvormen niet op voorsprong staan actief te ondersteunen” (waarmee de ambtelijke vaardigheden van het SCP ook weer even zijn neergezet).

Wat als de informatie overgelaten wordt aan initiatiefnemers? 
De conclusie is dat niet in iedereen in gelijke mate informatie kan opsporen en inzetten, bezwaren articuleren of de mogelijkheden tot participatie benutten. De verzwakte regionale en lokale pers vraagt meer aandacht voor de informatievoorziening. “Nieuws via het internet kent enerzijds de belofte van een groter bereik, maar ook de kans op meer ongelijkheid vanwege het grotere beroep dat digitale media doen op de eigen vaardigheid om nieuws te selecteren en op waarde te schatten”. Zeker als de overheid de informatievoorziening over hun initiatief overlaat aan initiatiefnemers. 

Het gevolg zal zijn dat wie veel sociaal en cultureel kapitaal heeft meer wensen vervuld krijgt dan wie dat niet heeft. Het sluit ook aan bij mijn eerdere stelling dat meer participatie vraagt om meer waarde te hechten aan de stembus. Duidelijk moet zijn wanneer de representatieve democratie de uitkomsten van meer eigen verantwoordelijkheid voor de samenleving toch weer naast zich neerlegt. Want de representatieve democratie is juist in het leven geroepen om uiteenlopende belangen te verzoenen en desnoods tegen elkaar af te wegen.

Kun je verwachten dat bewoners zich herkennen in de uitkomst van een proces dat vooral vorm gegeven wordt door institutionele insprekers en bedrijven die niet kunnen bogen op een vanzelfsprekende achterban? Hoe vaak werkt een groep zich niet op als spreekbuis zonder dat we weten hoe stevig de achterban is? Dat vraagt nogal wat van de antennes van de overheid en het op tijd zien waar representativiteit van belang is en waar niet. 

Niet iedereen heeft straks een gelijke kans om daadwerkelijk bij de inrichting van de leefomgeving betrokken te raken. Dat is nu ook al zo, maar naarmate de overheid zich terugtrekt en meer aan de samenleving overlaat, kan dat verschil meer in ruimtelijke keuzes gaan doorwegen en kunnen verschillen in de toegang tot de kapitaalvormen leiden tot verschillen in de kwaliteit van de leefomgeving tussen individuen en tussen groepen”

Nuttige bezinning
Het SCP biedt daarmee nuttige bezinning op de randvoorwaarden waaronder een grotere rol voor de samenleving in de inrichting van het omgevingsbestel vorm kan krijgen. Het essay sluit af met tien aandachtspunten:
  1. Verbind de begrippen beschermen en benutten in heldere duurzaamheids-doelstellingen. (dit betreft vooral de omgevingswet)
  2. Zorg ervoor dat procedures (voor inspraak en voor initiatief) helder zijn voor burgers.
  3. Zorg ervoor dat initiatiefnemers de burgers goed informeren.
  4. Zorg ervoor dat er (ook lokaal) een kritische pers is.
  5. Zorg ervoor dat burgers gedurende het hele proces gehoord zijn.
  6. Zorg ervoor dat duidelijk is wat er met de inbreng van burgers gebeurt.
  7. Zorg voor uitkomsten met draagvlak.
  8. Waak voor overbelasting van burgers en faciliteer hen waar nodig.
  9. Waak voor spanning tussen participatie en representatie.
  10. Waak voor grotere sociale en regionale ongelijkheden

De aandachtspunten geven misschien niet helemaal de denkkracht weer die in het essay is gestopt, maar dat neemt niet weg dat elke ambtenaar zich deze tien punten zal moeten realiseren. Gelukkig is het geluid van het SCP niet van a tot z nieuw, zeker niet voor ambtenaren die zich al jaren verdiepen in nieuwe vormen van participatie. 

Nuttig leesvoer is het zeker! SCP Niet buiten de burger besluiten feb 2016, 110 pg



Geen opmerkingen:

Een reactie posten