woensdag 13 april 2016

Referendum brengt geen vertrouwen, agenderen wel

De discussie over vernieuwing van de democratie is inmiddels vernauwd tot referendum of niet, directe democratie of niet. Dat is een groot gemis. Het valt op dat lager opgeleiden ontevredener zijn over de vertegenwoordigende democratie dan hoger opgeleiden. Nu blijkt ook dat lager opgeleiden ook vaker dan hoger opgeleiden voor directe democratie zijn. Referenda dus maar invoeren om zo het vertrouwen in de democratie te vergroten? Nee

Dat is te kort door de bocht. De aanleiding is het referendum, maar ook het Continu Burgeronderzoek Burgerperspectieven (CBO) . Het CBO publiceerde een week voor het referendum hun rapport Burgerperspectieven waaruit blijkt dat er een grote steun is van de bevolking voor referenda bij voor ons land belangrijke onderwerpen en dat die steun onder lager opgeleiden groter is dan onder hoger opgeleiden.

Referendum mooi, maar niet om het probleem op te lossen
Ik ben een voorstander van referenda, maar vergroot dat wel het vertrouwen? Ten eerste is opvallend dat lager opgeleiden ook meer dan hoger opgeleiden voor de expertisedemocratie zijn: niet burgers of politici maar experts die de beslissing nemen. De voorkeur voor expertisedemocratie laat daarmee zien dat het hier vooral gaat om een afkeer van de politiek. Matthijs Rooduijn concludeerde al ‘Het lijkt erop dat lager opgeleiden alternatieve vormen van democratie verkiezen boven de representatieve democratie omdat ze ontevreden zijn met het functioneren van de politiek.’.

Bovendien is er al heel lang een ander probleem. Dat is dat lager opgeleiden vinden dat over bepaalde problemen niet gesproken wordt. Wat op de agenda komt is dat wat de hoger opgeleiden agenderen. Een referendum of een groep experts die besluit verandert daar niets aan. Kijk eens naar de zaken waar mensen lang ontevreden waren. Dat was lang ontevredenheid over criminaliteit. Vooral lager opgeleiden vonden dat de politiek daar te weinig aandacht voor had. Daarna was het ontevredenheid over allochtonen, of liever de grote culturele verschillen in de wijken. Kijken we naar die twee problemen, dan zien we dat dat typisch problemen zijn waar lager opgeleiden eerder mee geconfronteerd worden.

Verder was er ontevredenheid over “het marktdenken”, misschien iets minder, maar ook hier zien we dat lager opgeleiden er eerder last van hebben dan hoger opgeleiden.

Referendum had niet geholpen
Steun voor referenda toen en nu
Een referendum had bij al deze problemen niet geholpen. Zeker het correctief referendum niet. Hoogstens had het misschien wat privatiseringen kunnen tegenhouden.

Een opvallende constatering in het rapport is ook dat sinds de jaren zeventig voortdurend een meerderheid voor bindende referenda is, maar dat het altijd bij protestpartijen is gebleven. “Het referendum past in kritiek op de gevestigde politieke orde,” (pg 35).

Verder stelt het COB dat het bij vraagstelling over referenda veel uit maakt of men de nadruk legt op ‘de mensen zelf’ (en niet op ‘de politici’) of dat het perspectief is dat men er met medeburgers uit zal moeten komen of dat men zich een oordeel moet vormen over specifieke vraagstukken. Is dat laatste het geval dan neemt de steun voor referenda af. (pg 42)

Een laatste bezwaar is dat een referendum niet dwingt tot gezamenlijk debat over wat er in Nederland aan de hand is. Ik vond de discussie over het verdrag met Oekraïne zeer matig, meestal was er vooral ongerustheid over de vermeende toetreding tot de EU en een meer algemene boosheid over de EU. Dat kan je een keer per referendum uiten door een middelvinger uit te steken naar de EU, maar daarmee verbeter je niet de democratie.

Ik pleit dus voor iets heel anders.

Burgeraudit om te controleren en te agenderen
De democratie kent meerdere kanten. Het gaat om het agenderen van problemen, het delibereren, het stemmen en het controleren / verantwoorden. De problemen liggen bij het eerste en het laatste onderdeel: Agenderen en verantwoorden.

Ik zou starten die onderdelen te verbeteren. Laat burgers zelf kijken wat de resultaten zijn van beleid gewoon op straat, in huis, op het werk. Dat is namelijk altijd een manier om te agenderen! Ik pleitte al eerder voor burgeraudits. Mensen hebben heel goed zicht op de doorwerking van beleid in de praktijk. Die praktijk geeft aanzet voor een nieuwe agenda, niet het denken over beleid

Het biedt tevens een tegenwicht tegen de politici die vooral in stukken onderduiken in plaats van de straat op te gaan. Daardoor verbetert de verantwoording èn is er goede inbreng voor de nieuwe agenda.

Gevestigde politieke partijen die agenderen, dat heeft zijn langste tijd gehad.

1 opmerking:

  1. Hein, volkomen gelijk dat burgerschapsagenda nu ook de democratie raakt, merk ik in mijn lezingen debatten daarover. Ken je Finley? Hij is hoogleraar klassieke oudheid, ooit beroemd geworden door aan te tonen dat Troje niet bestaan heeft en al helemaal niet Oorlog om Troje, hij heeft goede analyses geschreven over waarin democratie van Athene beter was en functioneerde dan onze vertegenwoordigende democratie! Aanrader, Steven

    BeantwoordenVerwijderen