Vertrouwen is een belangrijk thema
dezer dagen. Wie heeft er nog vertrouwen in de politiek en de
overheid? Ik dus, maar het is goed om even wat dieper op deze vraag in te
gaan. Want je hebt verschillende vormen van vertrouwen. Je hoort het meest over
beloften, zoals “geen cent naar de Grieken!”. Maar
misschien gaat het wel meer over de vraag of je vertrouwen hebt dat
Rutte er alles aan heeft gedaan om het beste resultaat te behalen.
Vertrouwen in de inspanning dus. Veel moeilijker te "factchecken"
Ik denk dat twijfel en wantrouwen
over politici van alle tijden is (en terecht). Daar hebben we nu juist een
democratie voor: om mensen te kunnen wegstemmen zonder geweld en op tijd
de bakens te kunnen verzetten. Ik denk dat het er meer om gaat of ons
systeem van democratie zodanig is dat we door onze keuzen het beste
resultaat behalen.
Vertrouwen in de overheid
Dan is er het vertrouwen in de
overheid. Dat is al weer heel wat anders. In de Trustbarometer van Edelman kwam het schrikbarende
beeld naar voren dat er meer vertrouwen is in bedrijven dan in de
overheid. Vertrouwen is dus echt “wel een
dingetje”. Waarbij opvallend is dat in dictatoriaal geregeerde
landen de overheid meer vertrouwen wekt.
Bedrijven scoren beter, maar
communiceren veel persoonlijker dan de overheid. Dat is ook niet
vreemd. De overheid is er om met iedereen en de verschillende
belangen rekening te houden. Sterker: we kunnen vertrouwen in bedrijven hebben omdat de overheid ons helpt ons recht te halen als het mis gaat.
De overheid werkt zonder aanziens des persoons. Het is dan geen raar verschijnsel dat er meer vertrouwen is in “een persoon als ikzelf” dan in een overheidsfunctionaris.
De overheid werkt zonder aanziens des persoons. Het is dan geen raar verschijnsel dat er meer vertrouwen is in “een persoon als ikzelf” dan in een overheidsfunctionaris.
Als jij een uitbouw aan je huis wilt plaatsen kun je dat
bij het bedrijf gewoon bestellen. Vraag je toestemming bij de
overheid, dan komt jouw buurman ook in het vizier en is er niet meer
een een op een-relatie. Het is wat lastiger te checken of de overheid dan betrouwbaar is.
Ook de politiek is minder persoonlijk.
Vroeger was er misschien ook niet veel vertrouwen in politici, maar
wel in de “eigen vertegenwoordiger”. Door de verzuiling rekenden
mensen er op dat de politicus van hun eigen partij de leefsituatie en
waarden van de kiezers kende. Het was immers “een van ons”. Nu is dat niet meer zo, terwijl mensen meer vertrouwen hebben in "een persoon als ikzelf".
Moet je nu vertrouwen winnen als
overheid en politiek door persoonlijker te communiceren? Dat proberen
de partijen via Facebook. Het ligt iets ingewikkelder.
4 regels om vertrouwen te winnen
Vertrouwen is te winnen door de
resultaten te behalen die mensen verwacht hadden. Maar er is nog wel
meer:
1. Participatie. Vertrouwen wordt niet
alleen gewonnen door te zenden, maar door interactie. Maak duidelijk
dat je ook luistert.
2. Duidelijkheid over de bewakers. De
instituties die controleren moeten weer gevoeld worden als iets van
de burgers zelf. Politici zijn niet meer "onze bewakers".
3. Nabijheid. De overheid is steeds
anoniemer. Echte stem en interactie helpt, lastig, omdat de schaal steeds groter is geworden.
4. Voorspelbaarheid: De politiek
belooft nog altijd te veel, dat straalt op de politiek, maar ook op de overheid af. Mensen willen weten wat ze mogen
verwachten
Daar komt nog bij dat mensen wel
vertrouwen hebben in een persoon als zijzelf, maar lang niet in alle
andere mensen. Ondertussen dwingt de overheid wel solidariteit af,
door een verzorgingsstaat waarin mensen die hulp nodig hebben ook
hulp krijgen. Zo is er bijvoorbeeld in de zorg en bij uitkeringen
meer dan vroeger de vraag of er niet geprofiteerd wordt. De
solidariteit is immers ook anoniem. We zijn als Nederlanders erg
geneigd om mensen te helpen en staan klaar bij collectes, maar horen
verhalen over misbruik van uitkeringen. Anonimiteit is lastig voor vertrouwen.
Leidt het systeem tot goede resultaten?
Naast deze 4 punten is de vraag of het
systeem van onze democratie leidt tot betere resultaten. Vertrouwen in een systeem van checks and balances is wat anders dan in een instituut of een politicus. Bij dat vertrouwen in een systeem gaat het om resultaten die je niet in 140 tekens op twitter smijt. Het
gaat over de wat langere termijn. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld
dat de politiek de voorkeuren volgt van de gemiddelde burgers, met
een vertraging, maar uiteindelijk wel. Je ziet partijen opschuiven.
Dan kan je zeggen dat de partijen draaien, maar je kan ook
concluderen dat de interactie tussen al die partijen en de kiezers er
voor zorgt dat de samenleving steeds aan bod is en dat de resultaten
en prioriteiten verschuiven. Je kunt zeggen dat er rotte appels in
het politieke bestuur voorkomen, maar ook dat die er uit gegooid
worden.
Misschien moeten we meer zichtbaar
krijgen of dat vertrouwen in het systeem gerechtvaardigd is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten