De gemeenteraad heeft in de loop der
tijd een steeds groter gebied gekregen waar hij over gaat. De
gemeente van nu heeft meer inwoners, meer budget en meer taakgebieden
dan 50 jaar geleden. De inwoners hebben hogere verwachtingen, willen
meer op maat bediend worden en leggen zich minder snel neer bij
beslissingen. Dat kan niet meer lang zo doorgaan.
Het doet mij denken aan een term die ze
bedachten voor het Britse rijk: imperial overstretch. Met
imperial overstretch wordt bedoeld dat een wereldrijk groter wordt
dan het aan kan, waardoor het niet langer in staat is om de militaire
en economische verplichtingen die daarbij horen na te komen, laat
staan om verder te groeien. Doordat op te veel plaatsen moet worden
opgetreden, kan dat niet meer overal voldoende effectief gebeuren.
Politieke overstretch
Die omschrijving past bij gemeenten:
politieke overstretch. De taak is groter dan de gemeenteraad aankan.
Met divers knip- en plakwerk wordt gepoogd dit op te lossen. In
bovengemeentelijke samenwerkingsverbanden worden taken opgepakt, maar
de gemeenteraden houden er de formele verantwoordelijkheid voor.
Gemeenteraadsleden klagen er over dat ze wel verantwoordelijk zijn,
maar het niet effectief kunnen regelen en dat de politieke
verantwoording onder de maat is. Maatwerk rond het sociale domein
moet geleverd worden door ambtenaren die kijken wat mensen zelf
kunnen en wat de gemeente erbij moet doen. Over die
maatwerkbeslissingen kan de gemeenteraad geen verantwoording
afleggen. In Alphen aan den Rijn was het belegd bij een
uitvoeringsinstantie, Participe. Maar toen een traplift geweigerd
werd aan een 80 jarige, werd de gemeenteraad uiteraard stevig
aangepakt. Terecht. De gemeenteraad heeft de verantwoordelijkheid, ook al heeft hij niet de macht (want is afhankelijk van diverse andere partijen en organisaties).
Gebrek aan gemeenteraadsleden
Deze politieke overstretch leidt er ook
toe dat mensen niet graag meer lid worden van de gemeenteraad.
Vroeger was het een taak die mensen met veel ervaring in de
samenleving op zich namen als een “Noblesse oblige”, vanuit een
verantwoordelijkheidsgevoel nam de elite het op zich (konden ze het tevens beter regelen voor zichzelf dan voor anderen). Nu is het
steeds moeilijker mensen te vinden. Door die politieke overstretch is
het afbreukrisico groot terwijl de inspanning hoog is (en omdat het
lekenbestuur is en moet zijn tegen een marginale vergoeding).
Politieke burn out
Voor de gemeenteraadsleden dreigt zo
burn out. Burn out heeft als oorzaken: 1) moeite om nee te zeggen. 2)
moeite om te delegeren, 3) gedrevenheid, 4) geen fouten willen maken,
5) groot verantwoordelijkheidsgevoel, 6) organisatorische
onduidelijkheid, 7) veel verantwoordelijkheid en weinig werkelijke macht.
Herkenbaar? Het zijn namelijk eigenschappen die van
toepassing zijn op de omgeving waarin gemeenteraadsleden moeten opereren.
Vermarkting of vermaatschappelijking
Op momenten van politieke overstretch
is de neiging groot om taken over te hevelen naar de markt. Denk
bijvoorbeeld aan maatschappelijk werk, sociaal cultureel werk,
gemeentelijke energiebedrijven en de gemeentelijke woningbedrijven.
Geen gek idee en in de meeste gevallen gaat het ook goed. De markt
heeft correctiemechanismen als aanbieders geen goede dienstverlening
bieden of een te hoge prijs vragen.
Maar als er geen concurrentie is,
ontbreekt op de markt tegenmacht. Dan moet de overheid toch weer
sterk reguleren, zoals je ziet bij de woningcorporaties. Als er een
incident is maken we de regels ingewikkelder en groter, komt er een
nieuw protocol en worden de kosten hoger.
Een andere weg zou kunnen zijn om niet
over te hevelen naar de markt, maar naar de gemeenschap. En het gekke
is: daar werden die taken vroeger ook opgepakt. De woningcorporaties
waren bij de start zelforganisaties, van mensen die niet (financieel)
sterk genoeg waren om hun huis te bouwen, maar samen sterk genoeg
waren. Twee trambestuurders richten bijvoorbeeld Rochdale op. De
woningcorporaties moesten vervolgens marktpartij worden en
concurreren. 100 jaar na de oprichting zat er een bestuurder die
weinig op had met de tram en liefst in een Maserati reed. Ook
verzekeraars hebben zo'n maatschappelijke achtergrond. Het waren
vrijwel allemaal onderlinge waarborgmaatschappijen van mensen die met
elkaar een pot geld vulden om bij brand de pechvogel te kunnen
bijstaan.
De overheid kan niet alles
Er zijn mensen met grote bezwaren tegen
die vermaatschappelijking. De overheid is immers goed geregeld, er
zijn gelijke rechten vastgelegd en vertegenwoordigers worden gekozen.
Maar de wal keert het schip.
En er zijn al tekenen dat de
samenleving de vermaatschappelijking oppakt. De cooperatie is een
snel groeiende organisatievorm. Er zijn broodfondsen, die lijken op
de oude onderlinge waarborgmaatschappijen. Er zijn energiecooperaties
opgericht door mensen die samen energie willen opwekken en het niet
willen overlaten aan op winst gerichte energiebedrijven.
Woningcorporaties herontdekken hun maatschappelijke wortels en zoeken
naar methoden om huurders zich weer mede-eigenaar te laten voelen.
Taak voor de nieuwe gemeenteraad
Het zou mooi zijn als de nieuwe
gemeenteraden wegen zoeken om die vermaatschappelijking verder in te
vullen. Zo kun je inwoners inschakelen bij de controle, je kunt in
plaats van commerciele aanbesteding kiezen voor maatschappelijke
aanbesteding. Je kunt wijken en dorpen eigen budgetten geven op
voorwaarde dat ze democratisch besluiten en iedereen betrekken en via
burgervisitatie de dorpen en wijken bij elkaar laten kijken wat er
goed gaat en wat er beter kan. De gemeenteraad kan dan meer aandacht
geven aan belangentegenstellingen en die terreinen oppakken waar de
maatschappij niet zelf uit kan komen.
Het mooie van de vermaatschappelijking
is vervolgens dat mensen een eigen verantwoordelijkheid krijgen. Ze
moeten met de buren in gesprek om te kijken welke waarden ze delen en
hoe ze het eens kunnen worden. Wij worden dan weer gezamenlijk de
baas in plaats van klant van de politiek. Klanten kunnen klagen, maar
als je zelf als samenleving verantwoordelijkheid neemt moet je
aangeven wat je wel wilt.
Zo kan politieke overstretch misschien
leiden tot vermaatschappelijking en een samenleving die weer
verantwoordelijkheid neemt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten