Hoe moeten we ooit af van Zwarte Piet?
Er zijn mensen die het pijnlijk vinden dat de aankleding en het
totaal zwarte gezicht van Zwarte Piet terug slaat op de tijd dat
witte mensen een “negerpage” hadden die als knecht (of slaaf) de
goedheiligman helpt. Veel mensen vinden dat ze daar dan wat aan
moeten veranderen. Ze kijken naar de burgemeesters en de regering,
maar die zijn niet alleen vrij verdeeld, maar ook worden ze te
schande gezet zodra ze zich uitspreken. Stel je dat zwarte piet
geheel zwart moet blijven, dan komen er felle protesten en stel je
dat zwarte piet niet zwart kan blijven dan is het protest misschien
wel feller.
Ondertussen kunnen er
mega-bezuinigingen doorgevoerd worden, kan het jeugdbeleid en
maatschappelijke ondersteuning in een enorme operatie overgeheveld
worden naar gemeenten en wordt daarbij het recht op hulp vervangen
door ondersteuning op maat. Banken kunnen met miljarden overeind
gehouden worden (soms zelfs in een rendabele operatie zoals bij ING,
soms niet zoals bij de ABNAMRO).
Maar ons gedrag beïnvloeden is veel
pijnlijker. Er is geen collectief meer, dus er kan ook geen
collectief besluit genomen worden over wat we netjes vinden. En
eigenlijk ging er altijd tijd overheen voor iets geaccepteerd werd.
Het is altijd lastig geweest gedrag te veranderen.
Palingoproer: het recht om dieren te mishandelen
Het palingtrekken is ooit verboden, net als veel andere dierenmishandeling die in een "leuk", "traditioneel" spel veel enthousiaste aanhangers hadden.
Over een gracht werd een touw gespannen waaraan een
levende paling hing. De spelers moesten daar in bootjes
onderdoor varen en de glibberige paling proberen te pakken, met het
risico in het water te belanden. In de 19e eeuw verbood de overheid
dit, maar in 1886 was het door de politie beletten van een wedstrijd
palingtrekken aanleiding tot een oproer: het Palingoproer. Mensen
worden boos als ze het gevoel hebben dat anderen hen hun pleziertjes
misgunnen en zien geen kwaad in hun spel. De blokkade-actie van de Dokkumers past dus in dezelfde traditie als het Palingoproer.
Ooit is ook de hondenkar verboden. Tot
1963 was het niet verboden om honden als lastdier in te zetten. Voor
de tweede wereldoorlig was het heel normaal. Ooit is geaccepteerd
geraakt dat meisjes ook een broek mogen dragen, ondanks de
oer-traditie dat meisjes dat niet mogen.
Roken in het bijzijn van babies en
kinderen was vroeger heel normaal. Langzaam drong het besef door dat
je dat niet hoort te doen, maar ik herinner me dat bij onweer mijn
moeder wel eens op mijn slaapkamer kwam om me gerust te stellen en
dan een sigaretje rookte. Dat lichtje aan haar sigaret was
rustgevend.
Elite dwingt het niet meer af
Wat vroeger wel hielp was dat de elite
het voorbeeld gaf en zich uitsprak. Daarna kon iets verboden worden
(paling trekken, kat knuppelen, spuwen in het openbaar vervoer,
carbid schieten) of toegestaan (homosexualiteit, meisjes die een
broek dragen, na je huwelijk gewoon blijven werken). Nu beslist
iedereen zelf, want de elite heeft het verpest. De kerk had een
enorme invloed maar bleek sexueel misbruik in de doofpot te stoppen.
Ach, eigenlijk wist men dat vroeger al, maar toen dacht men dat dat
niet te veranderen was.
Nu moet je iedereen overtuigen. Dat is
een stuk lastiger. Dan moet je met elkaar in gesprek. Je moet de
ander leren kennen en er achter komen waarom de ander zo geraakt
wordt. En dat moet dan gebeuren in een tijd dat je op facebook en
andere sociale media vooral in contact komt met mensen die er net zo
over denken als jij. De felheid van de discussie wordt bovendien gevoed door het gevoel dat je je altijd maar moet aanpassen: aan de wereldeconomie, de flexibilisering, mensen die de taal niet spreken die bij jou in de buurt worden gehuisvest en niet bij de elite en de hogere inkomens van bankdirecteuren. Het gesprek is allang gestopt, want het is
gemakkelijker je medestanders via internet, televisie en kranten te
benaderen dan met die andersdenkenden in contact te komen.
Toch gaat het gebeuren. Zeker het
zwarte piet, want die was in de jaren 50 al niet meer zwart.
29 november 1950. Fotograaf: Joop van Bilsen © |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten