woensdag 16 mei 2018

Over roken bij pasgeborenen en topsalarissen


Het is al heel lang bekend dat roken ook slecht is voor de meerokers. Ook is het bekend dat roken slecht is als je zwanger bent. Toch riep het meeroken en het roken tijdens zwangerschap vroeger minder verontwaardiging op. Het komt er op neer dat als iedereen rookt in het bijzijn van baby’s, de ergernis daarover kleiner is dan over de laatste zondaar die nog rookt. De verontwaardiging is omgekeerd evenredig met de schade die in totaal wordt aangebracht.

Dat zie je ook bij hondenpoep. Als iedereen zijn hond zomaar laat schijten, is de ergernis kleiner dan als de meeste mensen inmiddels netjes met een zakje voor de poep hun hond uitlaten.
Het lijkt alsof mensen de hoop opgeven dat hun ergernis er enigszins toe doet als een verschijnsel breed voorkomt. Een soort zelfbehoud: ik kan mij beter druk maken over andere zaken.

Verandering vraagt verandering in perceptie
Toch is dit een belangrijk gegeven als je iets wilt veranderen. De eerste verandering is het moeilijkst. Waar het op neer komt is dat het gemakkelijker wordt om die ene roker te zien als fout. De perceptie van een roker bij een pasgeborene is volstrekt veranderd.

Vrijwel niemand rookt bij pasgeborenen nog, hoe gek kun je zijn als je dat toch doet?

Of bij andere veranderingen: in de grote stad accepteert vrijwel iedereen homoseksualiteit. Inmiddels is er in brede kring verontwaardiging als mensen dat niet meer als acceptabele seksuele voorkeur accepteren. Ook hier is het gemakkelijk om mensen die dat niet accepteren te zien als fout, vooral als het mensen zijn die je in de dagelijkse omgeving minder vaak tegenkomt. Tegelijk is het niet vreemd dat in kringen waar homoseksualiteit verborgen is en algemeen veroordeeld, de acceptatie door individuen niet gemakkelijk verandert. Dat kun je individuen nauwelijks kwalijk nemen.

Want andersom kun je in een omgeving zitten die iets normaal vindt, wat een grote groep mensen die je nooit spreekt fout vindt. Hier heeft een wet of een rechterlijke uitspraak weinig invloed op de gedachten van mensen. Je kunt dan dat groepje bekrompen noemen, maar dat zullen ze zelf niet zo zien. Ze worden omringd door mensen die er net zo over denken als zij en zullen de anderen eerder zien als decadent of goddeloos.

Hoge inkomensverschillen
Denk aan de 50% stijging van het inkomen van de topman van ING. Er is nu eenmaal een groep mensen die dergelijke hoge inkomens volstrekt normaal vindt. Zij hebben genoeg voorbeelden van mensen die veel meer verdienen dan meneer Hamers. Het is een cultureel afwijkend groepje mensen die dat vindt, maar ze komen elkaar tegen, bevestigen elkaar in hun denken en zijn grote inkomensverschillen volstrekt normaal gaan vinden. Iedereen verdient zoveel, als je minder biedt gaat het bedrijf er aan ten onder. Dat blijkt niet uit onderzoek, eerder is het omgekeerde waar: waar het verschil tussen de top en de rest van het bedrijf kleiner is, presteren bedrijven beter. Maar dat gaat aan de mensen rond de toppen van het bedrijfsleven voorbij.

Misschien sterker: als je in de raad van commissarissen van een groot beursgenoteerd bedrijf wil komen, dan moet aangetoond zijn dat je lang hebt rondgelopen in de kringen van beursgenoteerde bedrijven. Dan zal je het inmiddels volstrekt normaal vinden dat de topman  tot soms wel 100x het bedrag opstrijkt dat een gemiddelde medewerker krijgt. Het is bekrompen, maar iedereen om  je heen is aan die grote verschillen gewend.

Het is dan ook eigenlijk prachtig dat Jeroen van der Veer bij de Tweede Kamer zo eerlijk zei wat hem aan het hart ging. Van der Veer blijft van mening dat de 50 procent salarisverhoging juist was. Dat zou kunnen leiden tot een publiek debat. Maar vervolgens kwam het er niet van en bleef iedereen bij zijn eigen verontwaardiging. Jammer. Want eigenlijk moeten we niet praten over Hamers, maar over alle CEO's.

Iedereen zijn eigen bubbel
Nu iedereen in zijn eigen bubbel kan leven en bevestigd kan worden in zijn meningen blijkt dat feiten er minder toe doen dan we hopen. Vroeger toen we nog verzuiling hadden gingen de toppen van de zuilen met elkaar in overleg. Zij hadden alleen baat bij feiten waar ze het over eens konden worden. Opinies telden niet. En dat eens worden over de feiten heeft ons enorme economische voorspoed gebracht.

Feiten deden er toen toe om te overtuigen.

Terug naar de feiten.
De enige manier om een publiek debat te voeren is terug te gaan naar de feiten. Over sjoemelen met uitkeringen op kosten van werkenden (hier zullen we Jeroen van der Veer snel in mee krijgen), over de noodzaak om van het gas te gaan (hier had Van der Veer vast meer moeite mee), over de acceptatie van homoseksualiteit (hier zullen we de topman van Apple snel in mee krijgen), over klimaatverandering (kijk naar de cijfers van de herverzekeraars en huiver), over de noodzaak om het verschil tussen de gemiddelde verdiener en de topman te verkleinen (het is economisch slim om dat te doen, de best presterendebedrijven betalen hun CEO's relatief minder en uiteindelijk levert het arbeidsrust en maatschappelijk vertrouwen op). 

Het probleem nu is dat de media versnipperd zijn en dat er weinig tijd is om je te verdiepen in de feiten. We zien dus vooral allerlei opinies. Zoals de Engelsen zeggen: opinions are cheap, facts are expensive.

Maar een CEO die meer dan 20 keer de mediaan van de werknemers verdient is als de roker bij een pasgeborene: niet doen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten