In een interessant artikel in The Economist wordt de scheiding van de politieke gedachten rond immigratie vergeleken met de nieuwe scheiding van gedachten rond de aanpak van de klimaatverandering. Op het moment dat je kolencentrales sluit weet je een hoop CO2 uitstoot te voorkomen. Maar de omslag naar een meer klimaatvriendelijk beleid is ook een aanslag op de tradities, manier van werken en de portemonnee van mensen. Neem de werkgelegenheid bij een kolencentrale. Neem de mensen die hun huis van het gas af moeten halen. Neem de mensen die een auto hebben voor hun werk, geen goed alternatief en meer moeten betalen. Neem de mensen die gebonden zijn aan de werkgelegenheid op Schiphol. Geen reden om niets te doen, wel om samen door te denken hoe het wel kan.
Bij het debat over immigratie ontkenden veel mensen de problemen rond migratie: ineens een andere taal op het schoolplein, andere culturen in de buurt, afnemende sociale samenhang. Het gevolg was dat partijen als de PVV extra wind in de zeilen kregen. Geef nu niet Baudet, die profiteert van de klimaatdiscussies, diezelfde wind in de zeilen. Dat gebeurt heel aardig met het klimaat akkoord.
De les van de opkomst van de populisten rond immigratie is dat je niet de zorgen aan de populisten over moet laten. Neem de zorgen van mensen die te maken hebben met de schaduwkanten van verandering serieus, zoek uit wat emotie is en wat rationele bezwaren zijn. Kies niet voor paternalisme of juist de aanval, maar ga in gesprek. Behandel hen als volwassen deelnemers in de democratie. Zoek hoe je de pijn eerlijker kan verdelen.
De pijn zit in de details en is niet eerlijk verdeeld
Het klimaatakkoord is als je er zo naar kijkt best een stap vooruit. Maar de pijn zit in de details van bijvoorbeeld mensen die niet zo snel kunnen overschakelen en daardoor duurder uit zijn dan mensen (zoals ik) die al van het gas af zijn en in een goed geïsoleerd huis wonen. Gemakkelijk praten voor mij dus.
En als je de kilometers van een op de tien automobilisten (dat is 97,5 miljard kilometers) wil vervangen door openbaarvervoerkilometers (21,6 mrd km), dan groeit het aantal openbaarvervoer kilometers met 9,75 miljard. Dat betekent dat het openbaar vervoer met bijna 50% moet groeien om het autoverkeer met 10% te laten afnemen. Geen wonder dat het lastig is te veranderen.
Op Europees niveau is het nog moeilijker. De energievoorziening in het ene land vraagt een veel grotere omschakeling dan het andere land. In heel Europa is een grote steun voor de overgang naar minder CO2, minder fossiele brandstoffen en een meer circulaire economie. Het gaat velen veel te langzaam. Maar om vaart te maken heb je aandacht nodig voor de tegenstanders en de mensen die last hebben van de overgang.
De verandering kost banen en levert banen op. Maar op microniveau zie je dat die nieuwe banen niet terecht komen bij de mensen die hun baan verliezen, zelfs niet per se in die regio.
In dictaturen kun je de minderheid die last heeft van verandering negeren. In de Westerse wereld niet. Dat lijkt lastig, maar is eigenlijk wel zo mooi.
Grijp de kans om het samen te doen!
Sterker: de hele verandering biedt enorme kansen de democratie een boost te geven. Samen praten over hoe je de warmte-voorziening in je wijk gaat regelen! Samen kijken hoe je de bereikbaarheid met de fiets en het OV verbetert! Nieuwe werkgelegenheid bij verduurzaming van de huizen: wie geef je de kans om aan de slag te gaan? Er zijn installateurs en andere vakmensen nodig. Om die te kunnen vervullen is extra en andersoortig aanbod van scholing en onderwijs nodig. Vind dat gezamenlijk uit! De toekomst maak je samen, zeker als het een grote verandering vraagt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten