David Cameron had een interessante
bijdrage kunnen hebben aan het debat over Europa. Het mooie is
namelijk dat zijn boodschap was dat hij voor Europa is, met meer
vrijheid om zaken in je eigen land te regelen. Dat is mooi, want de
discussie is inmiddels vernauwd tot vóór meer Europa of er helemaal tegen.
Europa: van sterke identificatie
naar technocraten
Samenwerking tussen de Europese landen
was nodig om vrede en welvaart te bevorderen, en om te zorgen voor
veiligheid en vrijheid voor iedereen. Het startte met een kleine
groep landen met een duidelijk doel voor ogen. Er was dus ook
een duidelijke identificatie met wat toen nog gewoon Europese
samenwerking (of eigenlijk de Europese gemeenschap voor kolen en staal, 1952) heette om welvaart en veiligheid te bevorderen.
De Europese samenwerking bevordert nog
steeds de veiligheid, hoewel dat niet zo duidelijk zichtbaar is. Maar
bevordert de Europese samenwerking nog wel de welvaart? Laatst
hoorde ik Barosso een rijtje verworvenheden noemen. “Gedeelde
grenzen, in het buitenland studeren, een gemeenschappelijke munt zijn
inmiddels vanzelfsprekend voor veel Europeanen. Het zijn geen
ambities meer, maar verworvenheden.” Dat zijn middelen, geen
doelen (ambities) en ze zijn vooral interessant voor de hoger opgeleiden. De
welvaartsverhoging komt niet bij iedereen terecht.
De maatregelen zijn vaak
technocratisch: er wordt geen draagvlak geworven voor maatregelen, er
wordt gesproken over verdeelsleutels voor vluchtelingen en over een
monetaire unie. Banken moeten bijvoorbeeld hun balans versterken en
kunnen daardoor minder uitlenen. Overheden moeten bezuinigen om het
begrotingstekort onder de 3% te krijgen.
Maar om te kijken wat er met Europa aan
de hand is moet je wat dieper gaan en ook kijken wat er met de
lidstaten aan de hand is. En dan is het eerste wat opvalt is de
zwakte van de nationale overheid in de lidstaten.
Zwakke nationale overheden
Om de welvaart te vergroten is de greep
van de overheid op de economie zwakker geworden. Dat heeft welvaart
gebracht, er is weinig waar alle economen het over eens zijn, maar
dat vrijhandel de welvaart bevordert is duidelijk. Het vraagt wel
veel meer flexibiliteit van de mensen: internationale concurrentie
betekent dat de regio's zich concentreren op dat soort werk waar ze
goed in zijn. Dat betekent dat eenvoudig werk niet gedaan moet worden
in landen waar de lonen hoog zijn. Hoge lonen moeten betaald kunnen
worden met hoogwaardige arbeid. De productiviteit in Nederland is in
vergelijking met andere landen hoog. Zo handhaaft de Nederlandse
economie zich. Maar al snel blijkt dat ondernemers hun
vrachtwagenchauffeurs en bouwvakkers liever uit landen halen waar de
lonen laag zijn. De welvaart in landen als Polen wordt dan hoger en
zelfs in Nederland gemiddeld gesproken, maar een groep Nederlanders
betaalt het gelag: de minder hoog opgeleide mensen die het werk deden
dat nu door Polen gedaan wordt. Met een beroep op Europa wordt de
verzorgingsstaat afgebroken.
Maar er is meer dat we kunnen zien als
verzwakking van de nationale staat. Let op Spanje, VK, Italie,
Belgie. Deze landen vallen meer of minder uit elkaar. Er is minder
identificatie met de nationale staat en meer met de regio
(Vlaanderen, Schotland, Catalonie). Ook Italie en Griekenland hebben
een zwakke overheid: er ontbreken sterke instituties die helpen, in
Griekenland is er zelfs geen goed kadaster, de belasting wordt niet
goed gecontroleerd. In Italie is er een groot verschil tussen
Noord-Italie en het zuiden.
Omdat de nationale overheid zwak is en
er een zwakke identificatie is met de nationale overheid, is de
overheid beducht voor vervelende ingrepen zoals verhoging van de
pensioenleeftijd. Terwijl de vergrijzing overal in Europa hard
toeslaat. Er zijn meer vitale ouderen, mensen leven langer: verhogen
van de pensioenleeftijd lijkt voor de hand liggend. Maar dat betekent
wel dat mensen langer door moeten werken en later met pensioen
kunnen. Ook die mensen die vrachtwagenchauffeur, schoonmaker,
verpleegster of verkoper in de V&D zijn. Omdat er wat moet
gebeuren, wordt er voor ingrepen nogal eens verwezen naar Europa: we
moeten dit doen van Europa.
Europa doet niet wat het moet doen: politiseren
Europa heeft een technocratische manier
van werken. Dat is logisch, want er is geen Europese identificatie
meer. Europa is zo groot, met
zoveel verschillen, dat er geen Europees verhaal bestaat. Draagvlak werven met een aansprekend vergezicht werkt niet
meer. Dan probeert men maar te overtuigen met rationele argumenten.
Als je niet kunt doen wat moet, doe je wat wel kan. Daardoor
concentreert Europa zich op regels, terwijl de doelen uit beeld
verdwijnen.
Klik op het plaatje voor een vergroting |
Nationale leider die draagvlak werft
David Cameron bracht een interessante
en genuanceerde boodschap: wij willen bij Europa blijven, maar we
willen wel als nationale overheid meer greep krijgen op de
verzorgingsstaat. Dit heb ik nog geen enkele nationale leider zien
doen. Het riep in Nederland helaas geen goede discussie op. Helaas heeft ook niemand nog het stokje overgenomen van Cameron.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten