dinsdag 15 november 2016

Wijze politici met een groot hart

Vandaag stond er een leuke column in de Volkskrant van Caspar Janssen. “Hadden we toch maar naar Ria Beckers geluisterd”. Hij wilde in de politiek weer aandacht voor de menselijke maat, kleinschaligheid en het basisinkomen. Een echt dorp, een echte gemeenschap, waar mensen een echte functie hebben, zich veilig voelen en uiteindelijk zeker genoeg om ook eens over de grenzen te kijken.

Luisteren naar Ria Beckers
Dat deed ik dus vroeger. In 1977 stemde ik op Ria Beckers, prompt verloor de PPR de verkiezingen. (Dat kunstje heb ik in 2002 herhaald door op Ad Melkert te stemmen, ik vond de afstraffing zwaarder dan verdiend). Die stem van haar, die oversloeg op de verkeerde momenten, hielp niet, net zomin als het moralistische vingertje. Ik ergerde mij er verschrikkelijk aan. Ze pleitte altijd voor de menselijke maat, wat voor de PPR een maat opleverde van drie zetels. Eerder had Bas de Gaay Fortman de lijst getrokken, die was er beter in om mensen mee te krijgen. 

Begin van deze eeuw kwam ik haar tegen. Ze was al lang uit de politiek, ze was benieuwd naar mij, wat ik deed. Ze vond het vooral zo leuk dat ik bij mijn idealen was gebleven. Van haar, van Bas de Gaay Fortman en Peter Lankhorst (ik was zijn assistent in de Kamer) heb ik veel geleerd. Het waren geen linkse ideologen, maar mensen die altijd de menselijke maat wilden. Ze hadden altijd een groter hart dan ikzelf, maar waren niet naïef. Altijd kijkend wat het op langere termijn zou betekenen voor mensen, zoals het voor volksvertegenwoordigers hoort. Dus nee, ik beschouw mijn stem op haar in 1977 niet als een jeugdzonde. 

Toen ik in 1986 voor Ria Beckers een bijdrage schreef voor het debat in de Tweede Kamer over de ramp bij Tsjernobyl werd me snel duidelijk dat ze niet veel verstand had van kernenergie, zij het genoeg om er beargumenteerd tegen te zijn. Tja, ik had wis- en natuurkunde gestudeerd, zij klassieke talen. Maar wat ze in de tekst veranderde ging over wat de ramp deed met mensen. De mensen daar in Tsjernobyl en de mensen hier in Nederland, waarom het zo’n grote invloed had op de samenleving en waarom mensen zich onveilig voelden.

Maar wat is er van Ria Beckers in het geheugen blijven hangen?


Kijken we nu naar de welvarende maar verscheurde  samenleving met verbeten actievoerders voor en tegen van alles, dan wil ik weer die wijze politici met een groot hart terug. Mensen die net als ik zien dat het uiteindelijk gaat om die menselijke maat, in gesprek met elkaar gaan, echt luisteren naar elkaar en de overtuiging dat iedereen er bij hoort. Veel electoraal potentieel heeft dat niet. Ik heb nog een boekje van Bram van Ojik in mijn boekenkast. Leuke vent, wijs, echt PPR, electoraal niet wervend, maar het beste wat Groen Links na Jolande Sap kon overkomen.


Geen ideologische slerpslijpers
Ik ben al lang geen lid meer van een politieke partij, vind dat de democratie te veel een parti-cratie is geworden. Er is ook geen nieuwe partij nodig. Volgens mij zijn die wijze mensen wel nodig. Bas de Gaay Fortman preekt wel eens bij mijn moeder in de kerk als lekenprediker. Dat doet hij goed en inspirerend. Dan schuift mijn moeder zich na afloop naar voren en dan zegt hij dat ze mij de groeten moet doen. Wijze mensen zijn overal een aanwinst. Gewoon in de wijk, in het buurthuis, op de vereniging. Mensen die vragen “Wat betekent dit dan voor mensen? Voelen de mensen zich dan wel veilig?” Geen linkse of rechtse ideologische scherpslijpers, liever ook geen moraalridders . Ooit heette de PPR een mentaliteitspartij (anderen noemden dat ten onrechte getuigenispartij), mooi woord. Omdat het om mensen gaat, was een van de slogans. 

Politici met veel wijsheid en een groot hart

Politici met veel wijsheid en een groot hart. Er is inderdaad geen nieuwe partij nodig, maar een nieuwe mentaliteit zou wel wat zijn. Opdat we teruggaan naar de menselijke maat, weer een gemeenschap kunnen vormen en betrokken zijn bij elkaar.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten