Altijd lastig als er een nieuweling komt in een groep.
Vroeger moesten mensen zich eerst bewijzen. Als je burger wilde zijn van een gemeente,
moest je je netjes gedragen. Oude bekende families waren burgers en bleven
burgers, nieuwkomers moesten zich bewijzen. Was je burger, dan kreeg je ook
rechten zoals dat je kinderen naar het burgerweeshuis mochten als jij en je
echtgenote mochten komen te overlijden. Ging je naar een andere gemeente, dan
moest je weer opnieuw beginnen. Je was burger van Arnhem en moest nog maar
burger van Deventer zien te worden. En het klootjesvolk kon het burgerschap wel
vergeten. Mooi was wel dat het werd besproken.
Kijk je naar de huidige wereld die veel kleiner is, dan zie
je dezelfde emoties. Wil je hier in Nederland als burger werkelijk geaccepteerd
worden, dan moet je je bewijzen. Maar de verzorging voor als je in nood
komt is wel gebleven. Dat is een goede zaak. Maar emotioneel ligt dat moeilijk bij grote groepen en dàt wordt niet besproken.
Rationele argumenten
Er zijn hele goede argumenten om de verzorgingsstaat in te
richten zoals die is ingericht, de rechten te geven zoals die zijn gegeven,
zoals bijvoorbeeld deugdelijke asielwetgeving en rechten op een deugdelijke
toetsing of je daar terecht onder valt. Die rechten gaan uit van
rechtmatigheid, garanties, oordelen zonder aanzien des persoons en er zijn
internationale verdragen waar die rechten zijn vastgelegd. Overigens is het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen uit 1951 toen er nog geen verzorgingsstaat was en is daarin vastgesteld welke rechten aan de al dan niet als vluchteling erkende asielzoeker worden toegekend. Geen wonder dat daarin toen geen rekening was gehouden met de verzorgingsstaat en de vergaande rechten die inwoners inmiddels hebben in het westen. (En let wel: niet elke asielzoeker is een vluchteling (vervolging op grond van politieke overtuiging, ras of behoren tot een sociale groep).
Maar vroeger was het
wel de gemeenschap die keek wat er moest gebeuren als iemand zich als nieuwe
burger aanmeldde. De discussie over de
rechten werd wel binnen de gemeenschap gevoerd. Daardoor werden zorgen serieus genomen. Vroeger was de samenleving helemaal
niet rationeel en netjes. “Zijn gezicht staat mij niet aan” of “er zijn
geluiden dat hij zich bezig hield met veelwijverij” of andere roddels waren
voldoende om iemand het burgerschap te ontzeggen. De plaatselijke kerkelijke
gemeenschap kon woest zijn als rederijkerskamers zich niet netjes hadden
gedragen.
Er kon meer besproken worden dan rechten. En het ging niet alleen over rechtmatigheid, maar ook over rechtvaardigheid.
De Verlichting speelde een
grote rol om vrijheid te combineren met gelijkheid en broederschap. Over de
logica van de scheiding der machten, Of misschien wel de slogan “Durf te weten”,
maar daar werd ook hard aan gewerkt!
Samenleven is nog
altijd een werkwoord
Samenleven was een werkwoord. Er waren buurtrechters die zichtbaar maakten wat een nette afweging en argumentatie was. Zo leerden
we in eeuwen netjes besluiten (tenminste het meer opgeleide deel der
gemeenschap). "Durf te weten", sapere aude werd ervaren als verstandiger en beter dan “wetenschap
is ook maar een mening”.
Nu zijn de emoties van vroeger nog steeds aanwezig. Om iemand toe
te laten tot de gemeenschap moet hij zich nog steeds bewijzen. Eigenlijk wordt
nog steeds gekeken of mensen zich netjes gedragen -wat logisch is- en nog steeds speelt achterklap en vooroordeel een grote rol -wat jammer is. Maar de rationele discussie over rechten en plichten, over
oordelen op basis van feiten en werken zonder aanziens des persoons wordt niet
meer gevoerd in de samenleving. De overheid die ooit is uitgevonden als “onze
overheid” om dingen te doen die we gezamenlijk moeten doen, regelt het
allemaal. Je hoeft niet in gesprek, de overheid zorgt ervoor en vinkt de rechtmatigheid af.
Rationele afwegingen
en een publiek debat
Wij argumenteren niet meer als samenleving over de
verzorgingsstaat, de rechten, de plichten, de rationele achtergrond daarvan. Dat laten we
over aan de rechters, de overheid, bij voorkeur een anonieme groep nette
mensen. En in je eigen groepje.
Er is in feite geen publiek debat. Waarom argumenteren we daar niet
meer over? Daardoor missen we een belangrijke inbreng van mensen op straat met allemaal verschillende ervaringen.
De mensen zijn beter
opgeleid dan ooit in de geschiedenis. Mensen hebben meningen en ervaringen en willen die
uiten. Iedereen zou moeten durven te weten, sapere aude! Maar het komt niet tot een echt
debat tussen verschillende delen van de samenleving.
Het publieke debat wordt niet door alle burgers gevoerd.
De Franse Revolutie
Samenleven in een democratie is een werkwoord. Om het onze overheid te houden, ons Europa en onze samenleving te laten zijn. Daar horen rechten bij voor individuen, hoort
ruimte bij voor andersdenkenden; emotie, zorgen én ratio horen er bij. Vrijheid,
gelijkheid én broederschap was niet een slogan, maar een uitkomst van denken en
debatteren. Wat betekent dat nu in een tijd van volksverhuizingen en vervagende
grenzen?
We hebben eigenlijk behoefte aan de Franse Revolutie en de Verlichting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten