Gisteren woonde ik een diner bij van
het Rathenau instituut over evidence based policy met de titel "Kennis is macht". Dat gaat over het
idee dat beleid gebaseerd op wetenschap uitgaat van ingrepen waarvan
het effect bewezen is. Uiteraard is de werkelijkheid weerbarstig en
zijn de wetenschappers verbijsterd over het gemak waarmee politici
oplossingen die hen goed uitkomen presenteren als wetenschappelijk
bewezen. Vooral het dedain over politici viel mij in het debat op. De
politici overschatten soms de rol van wetenschappers (ze moeten maar
even een oplossing aandragen) maar wetenschappers ook de rol van politici
(ze moeten maar kiezen en dan gebeurt het zoals de politiek besluit).
De rol van burgers was onderbelicht.
Even een eigen voorbeeld over evidence
based policy dat ik zelf ooit meemaakte. Er is een ongeluk gebeurd op
een drukke gevaarlijke kruising. Buurtbewoners zijn het zat en eisen
een stoplicht. De wethouder komt op een buurtvergadering en zegt toe
dat er een stoplicht komt. Iedereen lijkt tevreden. Ik was dat niet,
want een stoplicht geeft soms een vals gevoel van veiligheid.
Kinderen rennen de straat op, soms is het snoeien van bosjes beter
zodat de automobilisten beter zicht hebben, of een drempel zodat ze
moeten afremmen. Een kenner van verkeersbeleid zal kunnen aangeven dat er reden is
te twijfelen aan de werking van het stoplicht. Hij moet echter
begrijpen dat de politicus een makelaar is tussen diverse oplossingen
en het publiek dat ook eigen ideeen heeft. Evidence based policy is
niet altijd eenduidig, laat ruimte voor twijfel en houdt weinig
rekening met het feit dat politici lang niet altijd vrij kunnen
kiezen.
Krijn van Beek gaf aan onze tafel een
ander voorbeeld. Bij de reclassering wordt gewerkt met protocollen
die gebaseerd zijn op methodieken die 'werken', resultaat hebben.
Maar de mensen die in de reclassering werken moeten nu gaan afvinken
wat ze hebben gedaan, in plaats van kijken welke methodiek uitgetest
kan worden. Dat dient de verantwoording, maar niet de effectiviteit. De protocollen geven geen ruimte om aanpassingen te doen,
terwijl de client (de ex-bajesklant) nu eenmaal geen standaard-client
is. Waarom is die evidence-based database met protocollen er? Toch niet voor de
beleidsmakers om zich te kunnen verantwoorden? De professionals werken toch voor de clienten en niet voor de beleidsmakers. Krijn zag liever
evidence based werken ten bate van de professional: hen voorzien van
terugkoppeling en reflectie over hun ingrepen zodat ze leren. Direct
kwam er discussie over de bewijzen voor methodieken die er wel of
niet zouden zijn, dat mensen dan wel goed de methodiek moeten
toepassen omdat er anders geen goed bewijs te leveren was. Het leek
wel of de professionals moesten werken ten bate van de wetenschap.
Verder was er veel ergernis over politici die onderzoek misbruiken en
selectief winkelen in publicaties. Ook kwamen er goede tips over het leren van ex-bajesklanten en het bijhouden van recidive en dat kunnen koppelen aan de methodiek en de betreffende reclasseerder om te leren.
Conclusies waren moeilijk te trekken.
Van de Donk gaf aan dat er een politieke realiteit, juridische
realiteit en wetenschappelijke realiteit was. Accepteer dat. Onderbelicht (in de
discussie bij ons aan de tafel en plenair) bleef de rol van burgers.
Politici kiezen helemaal niet vrij: ze moeten ermee wegkomen, want
burgers accepteren niet alles (geen softe oplossingen voor criminelen bijvoorbeeld,
ook al werken die, of juist geen harde ingrepen die het publiek raken, ook al werken die).
Burgers (en politici) worden bovendien gevoed door de media die liefst commentaar laten geven door wetenschappers die bereid zijn flink rellerig uit de slof te schieten of incidenten uit te vergroten. Politici kiezen helemaal niet vrij maar makelen tussen burgers, juridische kaders en wetenschappers, laten burgers soms wennen (aan een faillissement van Griekenland of aan de werkzaamheid van taakstraffen) en als het goed is werken ze aan draagvlak voor een haalbare richting.
(Zie onderstaand oud plaatje van mij over wethouders)
Burgers (en politici) worden bovendien gevoed door de media die liefst commentaar laten geven door wetenschappers die bereid zijn flink rellerig uit de slof te schieten of incidenten uit te vergroten. Politici kiezen helemaal niet vrij maar makelen tussen burgers, juridische kaders en wetenschappers, laten burgers soms wennen (aan een faillissement van Griekenland of aan de werkzaamheid van taakstraffen) en als het goed is werken ze aan draagvlak voor een haalbare richting.
(Zie onderstaand oud plaatje van mij over wethouders)
Het blijft fascinerend hoe moeilijk de
verbinding is tussen wetenschap en politiek. Maar ondanks alle
ergernis, blijft het noodzakelijk. Ik ben immers een aanhanger
van de Verlichting. De zinspreuk van de Verlichting is immers
'Sapere aude': durf te weten, verstandig te zijn. Er is al
gevoel, emotie, ergernis en woede genoeg. Een beetje nadenken blijft
hard nodig.
(De publicatie van Rathenau over evidence based policy)
(De publicatie van Rathenau over evidence based policy)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten