Het kabinet bereidt een 'Wet
houdbare overheidsfinanciën' voor die alle lagen van de Nederlandse
overheid treft (FD vandaag). Daarmee krijgt het kabinet verregaande bevoegdheden
om in te grijpen als door schulden van provincies, gemeenten en
waterschappen Nederland uit de pas loopt met Europese
begrotingsafspraken. De rijksoverheid wordt steeds meer een
toezichthouder in dienst van Europa. Daarmee gaat weer wat draagvlak voor democratie verloren. Niet wijzelf beperken ons om de tering naar de nering te zetten, maar Europa tikt ons op de vingers.
Het is natuurlijk al langer zo dat
overheden rekening moeten houden met Europa. Burgers kunnen zich
beroepen op Europese wetgeving om hun lokale overheid te dwingen
rekening te houden met ver weg afgesproken normen voor fijn stof. Het
is heel anders dan hoe de degelijke Nederlandse staat ooit opgebouwd
is: vanuit de gemeenschappen waar mensen elkaar kenden.
We vragen van volksvertegenwoordigers
te stemmen zonder last of ruggespraak. Het was namelijk onmogelijk om
besluiten te nemen op basis van discussie met vertegenwoordigers die
steeds terug moesten naar hun provincie om te overleggen wat de
reactie zou moeten zijn. Moest er weer iemand te paard naar Groningen
om in te brengen wat Zeeland voor argumentatie had voor een besluit
waar Groningen tegen was. Je kunt je voorstellen dat besluiten nemen
zo te veel tijd kostte. Die vertegenwoordigers van de provincies
overlegden in de Staten Generaal. De vertegenwoordigers van de
provincies zijn gebleven in de Eerste Kamer, maar de later ingevoerde
Tweede Kamer met directe vertegenwoordigers streefde de Eerste
natuurlijk in belang voorbij.
De lokale inkomstenbelasting waarover
lokaal met veel passie gedebatteerd werd, bracht met zich mee dat de
ene gemeente veel meer voorzieningen had dan de andere. Dat gaf grote
verschillen in voorzieningen en verschillen in belastingdruk.
Verschillen kunnen passend zijn, maar er kwam een trek naar
randgemeenten: zo konden burgers in randgemeenten profiteren van
voorzieningen zonder er voor te betalen. Waarop de ongelijkheid
verder toeneemt: de overige burgers moeten meer opbrengen om de
voorzieningen te kunnen financieren. Nu is er meer eenheid in
Nederland. Ik schat zo rond pas rond 1930 is dat ingezet, mijn ouders waren al geboren. Prima geregeld, ik zou het ook niet terug willen draaien.
Gemeenten kunnen als ze in problemen
komen een beroep doen op het rijk om extra steun te krijgen, maar dat
moeten ze wel hun financiën goed op orde hebben. Gemeenten die hun
financiën goed regelen hebben veel vrijheid, gemeenten die er een
puinhoop van maken hebben minder vrijheid en staan onder toezicht.
Griekse toestanden treden niet op.
Er is echter in dat proces ook wat
verloren gegaan: die lastige, gepassioneerde, debatten over de
lokale belastingen. In die debatten werd de voorstanders van de
belastingverhoging het vuur na aan de schenen gelegd: waar was die
belasting nu echt voor nodig? Mensen keken over de schouders mee en
vertegenwoordigers waren gedwongen niet alleen elkaar, maar ook hun
achterban te overtuigen. Die achterban kwam hen tegen op straat, in
de winkel, op de sportclub.
Nu gaat het over grote bedragen ver
weg. Een staatsschuld van 400 miljard, is dat nu eigenlijk veel of
weinig? Wordt er met die schuld geïnvesteerd en brengen die
investeringen later hoog maatschappelijk rendement? Het is allemaal
ongrijpbaar geworden. Als in een debat miljoenen nodig zijn is dat
veel, als een bank gered moet worden is dat peanuts, dan praten we net zo makkelijk over miljarden als over miljoenen. De debatten over
geld worden nu ver weg gevoerd, investeringen worden niet beperkt (en bepleit)
door wat lokaal als wenselijk wordt geacht, maar door wat in Europa
acceptabel is.
De verbinding tussen doel van de
investering en de lening wordt steeds onzichtbaarder. Niet wijzelf en onze financiele draagkracht bepaalt de grens van de investering, maar Europa.
Als wij in onze
bewonersvereniging een extra mooie picknicktafel willen kopen weet
iedereen waar die voor betaalt. Als er tegenvallers zijn, weet
iedereen waarom die er zijn en dat we er samen verantwoordelijk voor
zijn. Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten. Daarom
beheersen we onze wensen en maken we goede afwegingen tussen baten en
lasten. Stel je voor dat het rijk dat ging inperken!
Steviger controle van bovenaf, geeft
minder zelfbeheersing van onderaf. Misschien een noodzakelijke stap,
maar slecht voor de democratie. Het zijn niet meer "onze" investeringen in de toekomst, het wordt het gebruiken van de ruimte die Europa biedt. Dat gaat schuren aan de democratische ervaring en gezindheid.
P.S. Zie ook leren van gemeenten
P.S. Zie ook leren van gemeenten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten