De Eerste Kamer gaat een interessant
onderzoek doen naar de besluitvorming over privatisering en
verzelfstandiging van overheidsdiensten. Het onderzoek komt voort uit
“een constatering van onvrede onder burgers ten aanzien van de
rijksoverheid, gerelateerd aan de privatisering en verzelfstandiging
van voormalige overheidsdiensten in Nederland”. Ik mocht de
commissie spreken over dit voorgenomen onderzoek, vandaar deze blog. Ik denk dat niet alles te voorzien was, maar ben erg benieuwd of er gaandeweg geleerd is.
Ik beschouw de liberalisering van de
PTT (inmiddels via PTT Telecom KPN geworden) als een succes. Maar ik pak dit voorbeeld om aan te geven dat er wel
heel veel veranderde. Indertijd scoorde de PTT hoge
tevredenheidscijfers onder de klanten. Je kon weliswaar een half jaar
wachten op een aansluiting, maar de verwachting was ook niet dat dat
sneller kon. Je kon lokaal zeer lang bellen voor een paar cent.
Internationaal bellen was af te raden, want zeer prijzig. Bij
storingen duurde het wel even voor het gerepareerd was.
Na de verzelfstandiging bereidde de PTT
zich voor op concurrentie. De geluidskwaliteit werd beter, storingen
sneller gerepareerd en je kon kiezen voor de telefoon die je zelf
wilde en niet zo'n grijs toestel dat iedereen had. Internationaal
bellen werd fors goedkoper, lokaal bellen duurder. Er kwam een betere
relatie tussen kosten en tarieven.
Maar er ging natuurlijk ook wat
verloren. Het vertrouwen dat men wel goed zat bij de PTT ging omlaag.
De verwachtingen gingen snel omhoog: als je een maand op een
aansluiting moest wachten wachten was dat te dol voor woorden. De
tevredenheid daalde dan ook. Het gaf onzekerheid dat je moest kiezen,
want wellicht betaalde je wel meer dan je buurman. In plaats dat de
overheid controleerde of je niet teveel betaalde, moest je dat zelf
doen.
Kon de politiek die gevolgen
voorspellen en heeft ze er rekening mee gehouden? Was de
besluitvorming zorgvuldig? Het is goed om ervan te leren. Maar
waarschijnlijk is het onmogelijk om met alles vooraf rekening te
houden. Deels waren dingen te voorzien. In de jaren vijftig gaf de PTT tips voor het telefoneren:
“Groet, zeg duidelijk je naam, zodat de ander weet met wie hij
spreekt.” Dergelijke tips zouden nu ongekend zijn. Niets is
mooier voor een telefoonbedrijf dan dat er eerst even onduidelijkheid
is over wie men spreekt, waardoor men langer aan de telefoon is. Dat geeft omzet. Dat was bij de verzelfstandiging ook wel duidelijk.
Er zijn ook missers voorkomen. In de VS
was er de telefoonmaatschappij “Just pick one”. Daar moesten de
consumenten voor internationale gesprekken de operator aangeven met
welke maatschappij men wilde bellen. Mensen vonden het niet leuk om
te kiezen, dus zeiden “Just pick one!”. Ze vertrouwden het wel.
Maar met concurrentie is dat vertrouwen niet helemaal terecht. “Just
pick one” bleek zo ongeveer de duurste telefoonmaatschappij. De Nederlandse toezichthouder zorgde dat dat soort uitwassen niet konden optreden.
De privatisering en liberalisering van
de KPN was naar mijn idee een goede zet. Het bedrijf werd opgeschud en klanten hielden het bedrijf bij de les. Je kunt kiezen voor service (dat kost geld), maar ook voor de goedkoopste aanbieder. Niet elke klant wil hetzelfde. Maar het heeft wel afbreuk
gedaan aan het vertrouwen. Liberalisering gaf onrust. Dat was goed om
het bedrijf aan te zetten tot betere prestaties, maar er is ook wat verloren gegaan.
Het zelf kiezen vinden sommige mensen heerlijk, anderen vinden het lastig. Voordeel vergeten we gemakkelijk en wat slechter gaat onthouden we. Maar vooral heeft het ons wakker gemaakt. Vanzelfsprekend vertrouwen kan niet meer, je moet zelf opletten. De overheveling van het opletten van de overheid naar de klant-zelf gaf onrust en deed afbreuk aan het vertrouwen. Die overdracht van verantwoordelijkheid naar burgers hebben partijen natuurlijk nooit met hun achterban besproken. Ik
denk dat de politiek dat heeft onderschat. Ikzelf in elk geval wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten