In februari 2010 schreef de Raad voor het openbaar bestuur een advies over vertrouwen in de democratie en de noodzaak van meer horizontale interactie (tussen elkaars gelijken). Het kabinet heeft gisteren een reactie gegeven op dat rapport. Het erkent het probleem van het vertrouwen in de democratie. Het nuanceert het wel direct. Het is niet acuut omdat “De opkomst bij verkiezingen is in vergelijking met veel andere landen hoog en door de bank genomen zijn burgers niet ontevreden over de concrete prestaties van de overheid. Bovendien tonen veel burgers hun betrokkenheid bij de samenleving door er zelf actief een bijdrage aan te leveren”.
Belangrijke groepen burgers haken af
Maar, erkent het kabinet, “Uit de opkomstcijfers van verkiezingen blijkt bijvoorbeeld dat de opkomst onder burgers met een hoog opleidingsniveau beduidend hoger ligt dan onder burgers met een laag opleidingsniveau.” Met die laatste constatering dat maar een deel mee doet, slaat het kabinet de spijker op zijn kop, maar in de reactie wordt daar niets mee gedaan.
Het kabinet geeft aan dat duidelijke grenzen stellen goed is, dat het bevorderen van kennis van de democratie een weg is en dat het betrekken van belanghebbenden bij grote projecten noodzakelijk is. Het heeft het dan met enthousiasme over de Commissie Elverding en gebruik maken van Wisdom of the crowds, twee nieuwe vormen van beleid maken die nu juist precies aansluiten bij de hoger opgeleiden.
De essentie zit hem echter niet in kennis en niet in interactief opstellen van wetten. Vertrouwen winnen door nog eens beter uit te leggen helpt echt niet!
Alledaagse democratie
Volgens mij zit het in de alledaagse democratie: het teruggeven van verantwoordelijkheid en volwaardig deelnemer worden in de alledaagse democratie. Dat gaat over het met elkaar nemen van moeilijke besluiten en verantwoordelijkheid nemen voor pijnlijke beslissingen. Het past in de lijn van minder taken toetrekken naar de overheid, maar het met elkaar beslissen zie ik niet terug. “Los het zelf maar op en val de overheid niet lastig”: ik kan het mij voorstellen, maar het is geen oplossing voor het gebrek aan vertrouwen en groepen die zich afkeren van de samenleving.
Waar is de tijd dat wij eigen kruisverenigingen oprichtten, dat onderlinge waarborgmaatschappijen van ons waren? Daar hoorden ook moeilijke beslissingen bij. Elkaar aanspreken als iemand profiteur werd van voorzieningen. Als iemand een brandverzekering had, keek iedereen of de individuele deelnemers zelf ook maatregelen namen om het risico op brand te verkleinen. Het was ons geld.
Ik denk niet dat die tijd weer terug zal komen. Maar om weer deel te nemen aan de democratie moeten we wel zelf ook pijnlijke beslissingen durven nemen. Merken dat we geld maar een keer kunnen uitgeven, weten dat we zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en dat niet iedereen te vriend is te houden.
Ik heb zelf bij onze Vereniging van eigenaren daar veel ervaring mee. Zo verhoogden we pas de kosten voor de liften met 16%. Dat werd met algemene stemmen aangenomen, omdat iedereen besefte dat er jarenlang te weinig was gereserveerd voor de liften. Het zijn onze liften, dus beseffen we dat het geen zin heeft om kosten voor ons uit te schuiven. Bij besluitvorming volgens de politieke systematiek zou er opstand zijn uitgebroken. We voelen ons dan belazerd door het bestuur, zijn boos en stemmen op de eerste de beste populist die suggereert dat er een andere, goedkope en simpele oplossing is.
Enthousiasme voor het bevorderen van democratische gezindheid
De meeste VvE's leiden echter een marginaal bestaan met anderhalve man en een paardekop. Schoolbesturen zijn allang niet meer zo lokaal verankerd. Voetbalverenigingen gaan iets beter, maar ook daar is in essentie geen sprake meer van alledaagse democratie.
Enthousiasme en inspiratie voor de alledaagse democratie, dat had ik willen lezen. Bevorderen van democratische gezindheid. In verenigingen iedereen mee laten doen, besluiten nemen over je eigen buurt in plaats van alleen schoffelen. In diverse ruimten waar besluiten genomen kunnen worden zien we een gebrek aan democratisch enthousiasme. Het is zelfs zo ver gekomen dat mensen naar de rechter stappen om de burgemeester te straffen als het niet lukt om bewijs te vinden tegen de kwajongens van de buren. Mensen kennen de democratie en de rechtsstaat wel, maar ze zijn er klant van geworden. Met de democratie zelf bemoeien ze zich niet meer.
Het kabinet slaat de spijker even op de kop, maar slaat in oplossingen de plank helaas mis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten