maandag 31 mei 2021

Een ongemakkelijk gevoel over de Shell uitspraak


 Shell is door de rechter gedwongen verdergaande maatregelen te nemen om het klimaat te sparen. Ik vind ook dat oliemaatschappijen, luchtvaartorganisaties en bijvoorbeeld autorijders een verantwoordelijkheid hebben voor het klimaat. Maar ik houd een ongemakkelijk gevoel.

Goede nette bedrijfsvoering
Eigenlijk hoort het bij “goed koopmansgebruik”. Dat is een ruim fiscaal begrip. Het heet een dynamisch begrip. Dit wil zeggen dat het begrip meeverandert in de tijd. Over het algemeen wordt de invulling van het begrip bepaald door de bedrijfseconomie tenzij het in strijd is met de belastingwetten of met een algemene strekking of beginsel van de belastingwet. Het is dus niet gek als de rechter daar nu ook het klimaat aan toe voegt waar je rekening mee houdt. Het idee is dat het er tegenwoordig bij hoort dat bedrijven zich zo gedragen dat zij ook rekening houden met algemene normen. Dat is gebaseerd op artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. (Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (...)) De mensheid wordt bedreigd door een klimaatramp die de mensheid in gevaar brengt, dan mogen bedrijven zich niet aan maatregelen onttrekken, maar hebben zij een verantwoordelijkheid voor de mensheid. Klinkt verstandig.

Maar wat is het gevolg van deze nationale uitspraak over Shell?

Democratische verantwoording
Want toch houd ik het naar gevoel van de uitspraak. Het gevoel dat er geen goede democratische verantwoording is over wat de regels zijn waar bedrijven zich aan moeten houden. Het zou mij niets verbazen als mensen zullen denken dat een ondemocratische rechter afdwingt wat de overheid niet afdwingt van een bedrijf.

Had de rechter niet de overheid op de vingers moeten tikken?
Mijn bezwaren gaan niet over het milieu, maar over wat een rechter in Nederland aan een in Nederland gevestigd bedrijf vraagt. Want welke consequentie heeft het op de lange termijn als bedrijven zich in Nederland moeten veranderen omdat dat van de Nederlandse rechter moest, zonder dat de politiek daar een uitspraak over heeft gedaan? Het beeld blijft toch dat een aantal klimaatactivisten iets afdwingt waarvoor ze niet de meerderheid hebben kunnen krijgen in de Tweede Kamer.

Het beeld zou moeten zijn dat de rechter hier de overheid op de vingers tikt: de overheid is niet streng genoeg voor Shell. Is dat oud denken?

Gevolgen voor het milieu?
En het milieu? Wij hebben natuurlijk allemaal een verantwoordelijkheid om de lucht van anderen niet te vervuilen. Maar is die verantwoordelijkheid van bedrijven groter dan van ons? Ja, bedrijven stoten veel meer uit en kunnen investeren om productie te veranderen. Maar als ik minder ga autorijden, heeft dat geen invloed op mijn positie ten opzichte van de buren, het is een eigen keuze. 


Bedrijven als Shell moeten altijd in concurrentie met elkaar, als Shell zich aan meer regels moet houden dan Saudi Aramco, de grootste oliemaatschappij ter wereld, (of Rosneft of Lukoil uit Rusland) ziet het er voor het klimaat niet beter uit. Als Aramco de activiteiten van Shell overneemt is de productie gewoon verplaatst. Misschien lachen ze bij Aramco in hun vuistje. In de New York Times lezen ze “The ruling is likely to apply only in the Netherlands”. Ga ik minder vervuilen, dan is er minder vervuiling. Gaat Shell minder vervuilen, maar ik blijf autorijden en kies voor Aramco dan schiet het klimaat er niets mee op. Had ik niet beter mijn buren die autorijden voor de rechter kunnen slepen?

Ondertussen is het gevoel van soevereiniteit en zelf kiezen welke regels je aan bedrijven stelt verder afgebrokkeld. Die behoefte aan soevereiniteit is vaker onderschat, denk aan de Brexit. Ik werd blijer van de actie van Pensioenfonds Zorg en Welzijn op de aandeelhoudersvergadering om Shell te dwingen om in lijn met het klimaatakkoord van Parijs te gaan opereren. 

Ja, het is goed koopmansgebruik om ook rekening te houden met het milieu, maar ik houd een ongemakkelijk gevoel.

P.S. Later lees ik een argument dat ik toen ik deze blog schreef niet zag: Shell betaalt voor uitstootrechten om CO2 emissie te mogen doen. Is het dan strafbaar die rechten te gebruiken? Aan zo'n betaald systeem zitten plichten, maar ook rechten. 


dinsdag 25 mei 2021

Prisoners' dilemma en de coalitieonderhandelingen

 

Vandaag schreef hoogleraar wiskundige modellen Caspar Chorus in de Volkskrant dat het beter is om bij de formatie te komen tot compromissen dan tot uitruil. Uitruil is voor de gemiddelde kiezer een minder goede uitkomst dan een compromis. Maar zo werkt de politiek helaas niet.

Uitruil of compromis
De uitruil gaat als volgt: Elke partij heeft stokpaardjes die heel belangrijk zijn voor de achterban. Voor de publiciteit is het belangrijk te laten zien dat je wat hebt binnengehaald en dat de ander moet inleveren. Slimme strategie, waarbij iedere deelnemer hoog van de toren kan blazen. Des te belangrijker in de tijd van sociale media (en veel minder leden).

Het compromis gaat anders. De ene partij wil wit, de ander zwart en na onderhandelingen komt er iets grijs uit dat geen van de partijen hartstochtelijk kan verdedigen. Lastiger te verkopen.

Voorkeur voor de middenweg
Maar Caspar Chorus wijst er op dat de gemiddelde kiezer een voorkeur heeft voor het compromis. Het compromis kent minder verlies dan de uitruil, stelt hij. Bij een uitruil is er meer verlies en verlies vinden mensen vervelend. Zelfs zo erg dat als we de winst en verlies hebben, het verlies zwaarder weegt, meer pijn doet. We hebben in het gewone leven ook een voorkeur voor de middenweg (en vaak zien we meer dan de politici wel meerdere kanten van het verhaal, “daar zit ook wel iets in”, denken we dan). 

Politiek ligt het anders
Toch ligt het in de politiek wat moeilijker. Ten eerste heeft de partij veel minder leden dan stemmers. De verantwoording wordt afgelegd aan de leden De zwevende kiezer die ook wel iets ziet in de argumentatie van de andere partij is geen lid. 

Ten tweede speelt hier een mooi voorbeeld van het prisoners' dilemma. Als beide partijen overduidelijk compromissen sluiten kunnen ze dat verkopen naar de achterban. Maar als de een het verkoopt als een compromis, maar de ander aangeeft heel veel te hebben binnen gehaald, is de compromiszoeker de pineut. Ook de pers ziet graag winnaars en verliezers. Dus als alle deelnemende partijen zich netjes opstellen en eerlijk voor een compromis pleiten is dat voor allen mooi en voor de gemiddelde kiezer fijn. Ik denk zelf dat het een goed verhaal is. Maar dan moeten alle partijen zich zo gedragen en niet een uit de boot springen en de winst claimen.

Enorme druk om toch voor de uitruil te gaan
Maar zo werkt het niet. De verleiding is groot om wel voor de winst te gaan. Er zijn namelijk ook partijen die per se niet willen meeregeren. Dat verhoogt de druk om aan de achterban te tonen dat je in elk geval enkele echte winstpunten hebt binnen gehaald. Anders kan de oppositie schamperen dat er niets bereikt is. De uitruil is leuker voor de leden en de pers, en beter te verkopen op de sociale media. Sociale media houden niet van compromissen, die trekken graag naar extremen.

Zie het “compromis” over het kinderpardon. De VVD moest in 2019 nog eenmaal een pardon accepteren voor zo’n 700 kinderen en de rest van de gezinnen. Dat was een grote handreiking voor de partij. Maar de VVD kreeg daar wel het vurig gewenste einde voor terug van het kinderpardon voor nieuwe gevallen: nooit meer kon de staatssecretaris zijn discretionaire bevoegdheid gebruiken. 

Dat was een uitruil waar we achteraf allemaal ontevreden over kunnen zijn. Het werd verkocht als winst voor iedereen, maar het zal nog veel frustratie geven. Was er maar een compromis gevonden in plaats van een uitruil. 

Maar dan had iedereen veel meer op sociale media en in de pers te klagen gehad. 

zaterdag 1 mei 2021

Is de weg naar het dualisme ingezet?

Donderdag zagen we een kritische Tweede Kamer met felle debatten, een motie van wantrouwen en felle interrupties. Is de weg naar meer dualisme waar zoveel voor gepleit wordt ingezet? Het antwoord is nee. En dat ligt niet aan de regeringspartijen. 

Nu er flink wordt gepraat over monisme en dualisme is het misschien goed eens te kijken of we allemaal wel hetzelfde verstaan onder deze termen en waarom het zo belangrijk is.

Sterk met elkaar verweven of onafhankelijk oordelend? 
Monisme duidt in de politiek op een situatie waarin het parlement en de regering zeer sterk met elkaar verweven zijn. Dualisme is een systeem waarbij wetgevende en uitvoerende macht meer door van elkaar onafhankelijke organen worden uitgeoefend.

Dualisme heeft als voordeel dat je een open blik houdt voor wat er na vaststelling van beleid gebeurt. Te gemakkelijk krijgt de beleidsmaker een blinde vlek voor de schaduwkanten van beleid. Je hebt dat beleid zelf bedacht en opgezet, je wilt gewoon niet graag constateren dat het niet goed gaat en bent bevooroordeeld.

De Tweede Kamer steunt dus niet automatisch de regering, maar voert onafhankelijk zijn controlerende en wetgevende macht uit. Zo is het officiële systeem. Anders dan bijvoorbeeld in Engeland of Nieuw Zeeland waar de leden van de regering deel uitmaken van het parlement. De Tweede Kamer is niet bevooroordeeld.

Debat over notulen geen eigenstandig onafhankelijk oordeel
Maar voordat we de discussie over de notulen van het kabinet tot toonbeeld van dualisme maken, moeten we kijken of Denk en PVV - om twee prominente partijen te noemen in die discussie – wel echt dualistisch opereerden. Denk diende in de eerste termijn een motie van wantrouwen in.

Zonder discussie met het kabinet veroordelen, dat is wel onafhankelijk, maar ook bevooroordeeld. Want is het een echt eigenstandig oordeel? Of is het een automatisme? Omdat het notulen van het kabinet waren en omdat het kabinet sprak over lastige Kamerleden was het fout? Want dualisme betekent niet dat er in het kabinet geen ergernis mag zijn over lastige Kamerleden. Zelfs het woord sensibiliseren is voor meerdere uitleg vatbaar, terwijl dat een echte ingreep was. Het uitgangspunt dat coalitiepartijen niet scherper mogen oordelen dat oppositie is pas echt over de streep, maar gaat het kabinet daar dan over? Als de coalitiepartijen maar onbevooroordeeld, fair en feitelijk oordelen is er niets wat zich tegen een scherp oordeel verzet.

De Kamer moet los van het kabinet eigenstandig oordelen. Dat is wat anders dan woede, kritiek per definitie en oordelen zonder argumenten van het kabinet hebben gehoord. 

Dat zou wat zijn als dualisme betekent dat het eigen oordeel van de Kamer versmalt tot het oneens zijn met het kabinet. Leuk voor de media, maar niet goed. 

Toen ik bij de Consumentenbond werkte werd ik eens om commentaar gevraagd over een kabinets maatregel. Ik gaf aan dat het een zorgvuldig gekozen maatregel was. Reactie van de journalist: "Kunt u zeggen wie er wel kritisch is?" Bedoeld was: wie het wel oneens was, want dat was leuker. 

Kritisch is niet hetzelfde als per definitie tegen zijn
Kritisch is niet hetzelfde als afrekenen. Anders komt het moment dat de Kamer wel de fouten, maar niet meer de goede kanten van beleid ziet. Wel de missers, niet wat goed gaat. Dat zou het land pas echt onbestuurbaar maken.

Daar zit ik niet op te wachten.