dinsdag 29 mei 2012

Een ambtenaar is ook maar een mens


Je zal maar ambtenaar zijn. Je wordt geacht zonder aanzien des persoons te handelen, terwijl tegelijk elke burger inleving en dienstverlening verwacht die bij hem past. Je moet dus besluiten zonder aanzien des persoons en je gedragen juist passend bij de persoon. Als ambtenaar 2.0 moet je je beleid delen met burgers dat brengt risico, maar levert wel veel op. Tegelijk is de politiek verantwoordelijk: politici willen juist geen risico. Omdat politici bij verkiezingen worden gestraft voor fouten (en niet beloond voor goede resultaten) willen zij geen risico en zijn resultaten minder van belang. Maar het is nog lastiger.....

We hebben allemaal naast mooie eigenschappen ook minder mooie eigenschappen die er voor zorgen dat we in een groep goed kunnen functioneren. We zijn kuddedieren die ingebouwde mechanismen hebben die ons helpen een goede plek te vinden in de groep.

Zo zijn we geneigd om niet van mening te veranderen, ook al ligt het bewijs van het tegendeel voor ons. Zo wordt de groep en onszelf een blamage bespaard. Er is een experiment waarbij Wiegel en Den Uyl beide een tekst voorlazen. Aan studenten werd gevraagd of ze het eens waren met de tekst. De studenten die aanhangers van Den Uyl waren, zeiden ook het eens te zijn met de door Den Uyl uitgesproken tekst te zijn. De studenten die aanhangers van Wiegel waren, zeiden het ook eens te zijn met de door Wiegel uitgesproken tekst. We kunnen eigenlijk moeilijk onbevooroordeeld luisteren. Dat wordt ook niet zo vaak van ons gevraagd, tenzij we als ambtenaar moeten oordelen over suggesties van burgers op een door het apparaat gemaakt plan. Dan werk je ook nog voor politici die zich nog meer dan anderen in bochten wringen om te doen alsof ze niet van mening veranderd zijn!

We vinden onszelf gemiddeld wat beter dan onze buurman en dat blijkt ook uit onderzoek: hoe aselect de steekproef ook is, altijd komt er uit dat de geïnterviewde het wat beter doet dan de buurman. We zijn ook geneigd naar ons toe te rekenen. Alle ouders die net een kind hebben gekregen menen dat ze blijer zijn met hun kind dan andere ouders. We denken dus ook beter te hebben nagedacht over onze variatie op een inrichtingsplan dan de ambtenaren. We weten immers meer over onze buurt (meestal is dat ook nog zo, maar in elk geval denken we het). Probeer daar als ambtenaar maar mee om te gaan. Als je controles doet bij mensen die zich beter voelen dan anderen ("dat bij de buurman hebben ze niet gecontroleerd!"), of reacties van burgers naast elkaar legt die elk voor zich vinden dat ze er beter over na hebben gedacht.

Een volgende eigenschap is dat we een voorkeur hebben voor mensen die op ons lijken. Ook dat is lastig voor ambtenaren. Ook al wordt getracht een divers ambtenarencorps te krijgen met vrouwen en mannen met diverse etnische achtergronden; ambtenaren hebben al gemeen dat ze interesse hebben voor de publieke zaak. Ze zijn ook goed opgeleid. Vandaar dat laagopgeleiden zich vaak niet herkennen in dit corps en dat ambtenaren moeite hebben om geen voorkeur te hebben voor de 'eigen' groep.

Een laatste menselijke eigenschap noemde ik al eerder: we doen liever niets dan iets. Narigheid die voortkomt uit dingen die we niet doen vinden we minder erg dan narigheid die voortkomt uit dingen die we doen. Dit wreekt zich bij ambtenaren vooral waar mensen niet een gewone zaak hebben, maar verschillende problemen tegelijk ervaren. Wetten en regels lijken beweging dan in de weg te zitten. In de meeste gevallen brengt een ruime interpretatie van de wet een risico met zich mee. Niets doen geeft een probleem, wel iets doen een risico: de ambtenaar zal een sterke menselijke neiging hebben om niets te doen. Dat kan heel wreed uitpakken. Dat nemen we weinig mensen kwalijk, maar ambtenaren wel. (Bankiers ook, zij hebben zo de crisis veroorzaakt)

Je zal maar ambtenaar zijn. Gelukkig ben ik maar gewoon adviseur. 

Gebruikt: Marloes Zevenhuizen: "Ben ik dat?" in Psychologie Magazine mei 2012

maandag 28 mei 2012

16 miljoen onderhandelaars


Zou het kunnen dat de individualisering de oorzaak is van het leegraken van het radicale midden? In de standpunten in het midden zit een realisme rond met elkaar zaken doen ingebakken. Maar met de toenemende individualisering willen mensen niet meer dat de compromissen voorgelegd worden. Ze willen zelf shoppen in de maatregelen. Of zijn het de tekenen van verharding en polarisatie?

Neem het lente-akkoord. Daar zitten zaken in die niet leuk zijn voor links en zaken die niet leuk zijn voor rechts. Het is niet makkelijk te verdedigen in deze verkiezingstijd. Dat de reiskostenvergoeding een vergroening van de economie is en tevens een nivellerend effect heeft, is van een afstand een mooi beeld. Maar rechts zit er mee in zijn maag en zelfs linkse mensen klagen dat dit toch wel heel veel geld kost. De VVD heeft het gedaan vanuit de erkenning dat je compromissen moet sluiten en niet alles kunt binnenhalen. Groen Links heeft er een vergroening mee binnengehaald, maar het lukte niet om treinreizigers te ontzien. Je moet dus naar het brede beeld kijken: iedereen heeft wat en mooi is het niet, maar het was op dat moment het best haalbare. Maar wie vertrouwt dat deze partijen er echt het beste uit hebben gehaald? Net als 16 miljoen coaches van het Nederlands team, heeft Nederland ook 16 miljoen onderhandelaars.

Die verklaring lijkt mij aannemelijker dan dat het een teken is van polarisatie en verharding. Natuurlijk treedt er in tijden van crisis polarisatie en verharding op: het is niet mogelijk pijnloos te hervormen. Er is geen tijd om de reiskosten op een minder merkbare manier niet mee te laten groeien met de inflatie of zo. Daardoor is er polarisatie, maar het is niet zo dat men compleet anders tegen de realiteit aankijkt. Er is bij sommigen een ontkenning (de PVV die alles aan Europa wijt), er is woede, omdat de banken ons de crisis in gerommeld hebben. Maar verder zien mensen wel dat er iets moet gebeuren. Er is zelfs een compromis gemaakt over de woningmarkt dat verre te verkiezen is boven het lente-akkoord. De wil om er uit te komen is sterker dan de polarisatie. 

16 miljoen onderhandelaars, dat is het probleem. In zekere zin is dat een hoopvol gegeven: zoveel mensen die zich met de inrichting van de samenleving willen bemoeien. Jammer dat het systeem met de politieke partijen hier geen enkele ruimte voor biedt. De PvdA heeft dit overigens tot nu toe het beste aangepakt, misschien wat gemakkelijk geprofiteerd van het verantwoordelijkheidsgevoel van D66, CU en Groenlinks, maar is nu in de beste uitgangspositie. Wat doen we met voetbal? Winnen is het enige. Deze verkiezingen worden daarom heel belangrijk: of de PvdA, de VVD of zelfs D66 of het CDA de premier levert maakt niet erg veel uit: Nederland staat er erg goed voor en heeft met Duitsland en Finland alle kansen om te winnen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen PvdA en VVD, maar de economische groei herstellen is over vier jaar het enige dat echt telt. Mensen zijn dan weer vergeten dat de pijn verschillend verdeeld is. Wie na vier jaren regeren de verkiezingen ingaat krijgt de credits. 
En dat terwijl Nederland niet goed voetbalt vanwege de coach, maar doordat er goed voetbal gespeeld wordt op veldjes naast het huis, gespot wordt naar talenten en flink getraind wordt.

De politiek moet rekening houden met 16 miljoen onderhandelaars. Daar houden de partijen nu te weinig rekening mee. De PvdA deed dat het beste, maar zal zich sterk moeten onderscheiden van de SP

woensdag 23 mei 2012

Vertrouwen in burgers


Het rapport Vertrouwen in burgers van de WRR werd gisteren gepresenteerd. Het viel mij erg tegen. Vertrouwen in burgers past in de serie over meer directe betrokkenheid van burgers in hun buurt, in de school en ook in de samenleving. Het is een serie die meer inspireert dan oplossingen biedt. Dat concept was nog aardig bij de eerste uit de serie, maar begint nu een beetje een mantra te worden.

Het boek is zeker goed leesvoer voor iedereen die meer betrokkenheid wil van burgers. Het is analytisch sterk en biedt enkele suggesties die zeker kunnen helpen bij de aardverschuiving die nodig is. Maar het is ook een boek met voor elk wat wils. Toegang tot data, creëren van tegenspel, frontlijnwerkers meer ruimte bieden: het zijn zeker goede maatregelen. Had dit niet ook al in 2000 geschreven kunnen worden? Of in pakweg 2005? Om met het bieden van tegenspel te beginnen: wie is hier tegen?

Met de WMO wordt al een grote omslag ingezet. De overheid gaat niet direct het probleem van mensen oplossen, maar eerst bekijken wat de mensen met familie en vrienden zelf kunnen doen. Ik moest er even aan wennen (omdat je niet meer weet waar je recht op hebt), maar het is een goede omslag omdat je weer verantwoordelijkheid teruggeeft. Maar het lijkt vooral een omslag voor de overheid. Het lijkt wel eens of de overheid de mantelzorg heeft uitgevonden, terwijl het eerder andersom is. De vrijwillige hulp is de basis, maar omdat hulp niet moet stoppen als het medelijden stopt, moet er iets extra's komen. Die continuïteit moet niet afgebroken worden met een beroep op burenhulp. Overigens opent de overheid vervolgens vooral loketten.

Ik woon zelf in een wijkje waar de bewoners veel zelf doen. We verzorgen het openbaar groen, we bemiddelen bij burenruzies en als er iemand erg ziek is wordt er op vrijwillige basis een kookschema opgesteld. Het is een staaltje alledaagse democratie. Hoe exporteer je dat? Lukt dat door ruimte te geven en tegenspel te bieden? Ik geloof het niet.

Wat dan wel? Daar zit ook ik met mijn handen in het haar. Enkele tips:
  1. De inrichting van de openbare ruimte is vorm gegeven met de bedoeling elkaar tegen te kunnen komen. Het is door onszelf besproken, bevochten op het ambtenarenapparaat met veel steun van goede ambtenaren en wethouders. (Dit is niet mogelijk omdat er nog maar weinig woningen gebouwd worden, wellicht kan bij de vernieuwing van de “bloemkoolwijken” een kans gegrepen worden)
  2. We beschikken over financiële middelen doordat iedereen lid is van de bewonersvereniging. Doordat we daar over moeten beslissen leren we verantwoordelijkheid te nemen. Dat gaat wel eens amateuristisch (ik zit mij soms te verbijten), maar dat moet ook, daar leer je van.  (Waarom worden bij begrotingen niet gewoon de financiën die niet politiek getint en niet grootstedelijk zijn naar de buurten gedecentraliseerd, een soort smederijen van Hoogeveen+?)
  3. We hebben enkele betrokken mensen die er eer inleggen iedereen te kennen en steeds bekijken we wie op welke wijze het best tot zijn recht zou komen. Dus niet: “als ik gekookt heb jou, kook jij voor mij”, maar “hij is goed in het organiseren van culturele ontmoetingen, ik ben beter in koken, ieder doet waar hij in floreert”: wederkerigheid gaat via via, maar het is niet-anonieme solidariteit.
  4. Niet samen beslissen, maar samen doen legt de basis. De dagen waarop in het openbaar groen gewerkt wordt, zijn de beste manier om nieuwkomers in te laten burgeren.
  5. Informatieuitwisseling gebeurt via ons eigen internetforum, via rondgebrachte blaadjes, via plakborden en mond tot mond: niet steeds op de zelfde wijze, elke manier spreekt weer een ander aan.
Dat is hard werken en moet je leren kennen. Ook wij organiseren intern tegenspel, we geven mensen ruimte om fouten te maken. Het is ook verschrikkelijk leuk!! 

Maar het rare is: het boek "Vertrouwen in burgers" brengt ons eigenlijk niet zoveel, maar goed het is ook meer bedoeld voor de overheid. Ja, het staat vol goede voorbeelden, ja, het is verplicht leesvoer. Maar verder? Het leren weer democratische gezindheid te hebben en oefenen. Ik denk dat we zelf iets moeten doen om andere buurten te helpen. Hoe? Ik weet het niet. Stage lopen bij ons? Buurten adopteren?

maandag 21 mei 2012

21 mei 1986: winst voor de grote bezuiniger

Op 21 mei 1986 was de grote winnaar van de verkiezingen Ruud Lubbers. Hij werd beloond voor zijn zware bezuinigingen. “Ruud shock” heette hij in het buitenland. Er was in de hele westerse wereld crisis. In 1982 leek het er nog helemaal niet op dat Lubbers zo goed zou worden. Van Agt had een mislukt kabinet met de PvdA achter de rug en verloor 3 zetels. De PvdA (+3) was groter dan het CDA, beide waren de grote dominante partijen, de VVD was de echte grote winnaar van de verkiezingen. Van Agt stapte na 1982 op en Ruud Lubbers volgde hem op. Ruud Lubbers werd gezien als een draaikont die ingewikkelde formuleringen bedacht.

Het eerste kabinet Lubbers van 82 tot 86 stond in het teken van miljardenbezuinigingen. De staatsschuld was de laatste tien jaar enorm opgelopen, en een combinatie van inflatie met een stagnerende economie, de zogenaamde stagflatie, bracht de staatshuishouding in groot gevaar.
Ook het bedrijfsleven had dit gezien en twee dagen na de installatie van het kabinet sloten werkgevers en werknemers het Akkoord van Wassenaar, onder druk en dreiging van het kabinet om in de arbeidsvoorwaarden in te grijpen. In ruil voor arbeidstijdverkorting accepteerde de vakbeweging dat de meeste werknemers op de “min-lijn” kwamen te zitten. Daarbij kwamen de bezuinigingen op de Rijksuitgaven, die zonder al te grote protesten van de vakverenigingen werden doorgevoerd.

Ina Brouwer werd dat jaar de laatste fractievoorzitter van de CPN met 3 zetels. De PPR en PSP behaalden er ook 3. De EVP kwam met 1 zetel in de Kamer en zo hadden de voorgangers van Groen Links samen 10 zetels. De PvdA had er 47, D66 had er 6. D66 was afgestraft voor het Kabinet Van Agt III.

Protesten van de linkse partijen werden 4 jaar later niet beloond. Samenwerkende partij VVD ook niet. Wel wonnen PvdA en D66 samen 8 zetels. Groen Links verloor 7 zetels ( 3 CPN, 2 PSP, 1 PPR en 1 EVP).


Ruud Lubbers

zaterdag 19 mei 2012

Flater Groen Links door ambtelijke cultuur


Twee menselijke eigenschappen zorgden ervoor dat Groen Links zich geen raad wist met de kandidatuur van Tofik Dibi. Ze onthullen dat er in de partij Groen Links een ambtelijke cultuur heerst. Het zijn twee heel gewone eigenschappen die we allemaal hebben: 1. We doen liever niets dan iets; 2. We wringen ons in bochten om niet van mening te hoeven veranderen.

In Psychologie Magazine van deze maand staat een interessant artikel over onze slechte eigenschappen. Ik haal er even twee uit om aan de hand daarvan de flater van Groen Links te verklaren.
  1. De eerste eigenschap is dat we liever een actie nalaten dan dat we een actie ondernemen. Psychologie Magazine illustreert dat als volgt: Je tegenstander op een tennistoernooi is allergisch voor cayennepeper. Wat vinden we nu verwerpelijker? Dat je de schotel zijn tegenspeler aanraadt? Of dat je je mond houdt als hij de schotel bestelt. Terwijl de bedoelingen het zelfde zijn, vinden we het tweede over het algemeen minder erg dan het eerste. Psychologen noemen dat de omission bias: narigheid die voortkomt uit dingen die we nalaten, vinden we minder erg dan narigheid die voortkomt uit dingen die we doen. Dit is precies waarom we in Europa zo'n crisis hebben: de Grieken wisten natuurlijk best dat hun politieke systeem verrot was, maar ze stemden pas hun traditionele partijen weg toen het al te laat was. Tevens kiezen ze daarmee (opnieuw) voor het niets doen (niet nu bezuinigen) dan actie ondernemen, ook al zijn de gevolgen op lange termijn veel erger.
    Dit gebeurde in Groen Links ook. Terwijl om hen heen alle partijen referenda organiseren schrikken de Groen Linksers ervoor terug. Liever niets doen dan de leden laten kiezen. Tofik Dibi was een ongeleid projectiel: heerlijk om hem erbij te hebben, maar toen hij zich overwoog te kandideren – kwam al naar buiten rond 17 mei! – deed niemand wat. We zien de eigenschap ook vaak bij ambtenaren: nalaten is minder erg dan iets doen dat een risico heeft. We zouden veel ondernemender ambtenaren moeten hebben, maar dat lijkt een contradictio in terminis.
  1. Daar kwam nog een tweede eigenschap bij: we wringen ons in bochten om niet van mening te hoeven veranderen. Dit noemen psychologen het Backfire effect. Worden we geconfronteerd met het bewijs dat we het bij het verkeerde eind hebben, dan klampen we ons nog meer vast aan onze mening en negeren we bewijzen dat we het bij het verkeerde eind hebben. Zo gingen diverse prominenten verklaren dat Tofik Dibi niet geschikt zou zijn. Dat doet er natuurlijk helemaal niet toe! Maar men wilde graag vasthouden aan de gekozen lijn: procedures, afspraken, tijd nemen en bovendien was Dibi toch niet geschikt. Ook dit zien we eerder bij ambtenaren dan bij ondernemers. Hoe vaak willen ambtenaren niet een keuze voorkomen met het argument dat de mensen anders verkeerd kiezen? Ondernemers zien eerder kansen en nemen risico's omdat ze kansen op winst zien.
Hoezeer het vervolgens ook een te verwijten methode was (Dibi sommeren te komen en hem uit TV programma's houden), de gemaakte fouten zijn vrij menselijk. Het gebeurde bij het CDA toen men vasthield aan Balkenende, bij de PvdA toen men weigerde naar Fortuyn te luisteren. Het is wel lastig dat deze manier van werken vooral bij crisis nogal in de weg zit. Politieke partijen zijn overbevolkt met ambtenaren. We hebben mensen nodig die deze menselijke eigenschappen herkennen en de samenleving meenemen. Mensen zoals Jolande Sap bij het lenteakoord! We zien weer dat het niet alleen om mensen gaat, maar ook om die structuren van politieke partijen die vernieuwing in de weg zitten.

Een menselijke fout van Groen Links, maar wel een heel erg domme en tekenend voor de ambtelijke cultuur bij de partij(en).

donderdag 17 mei 2012

De bezuinigingswijzer!

Verkiezingen waren altijd een soort feestje. "Hoera, meer nieuwe wegen, we gaan de file oplossen" Of "Hoera, we gaan meer gevangenissen bouwen" "Hoera, we kunnen mensen wat extra's toestoppen als ze werkloos, ziek of misselijk zijn", "hoera we kunnen ondernemers wat extra's toestoppen". Dat kan nu niet meer. Nu moet iedereen slecht nieuws brengen en mensen vragen hoe te kiezen uit verschillende kwaden. Dat gebeurt niet.

Het is altijd gemakkelijker om bij te sturen als het goed gaat. Wat je wilt afbouwen, dat geef je geen inflatiecorrectie. Wat je extra wilt steunen betaal je uit nieuw geld. Dat kan nu niet meer. Vrijwel alle partijen zoeken bezuinigingen dan wel extra inkomsten. De PVV schermt voortdurend met ontwikkelingshulp, maar is verder zo ongeveer de enige partij die niet ziet dat er wel bezuinigd moet worden. De SP rekent erg naar zich toe, maar wil inefficiëntie uit de zorg halen, bezuinigen op externe inhuur en wil vooral hogere inkomens extra belasten. De PvdA wil zich niet vastleggen op de 3% norm, maar is toch echt aan het zoeken naar bezuinigingen. De overige partijen hebben al flink hun nek uitgestoken met het lente akkoord.

Toch gaat de verkiezingsstrijd niet over waar de partijen geld vandaan gaan halen. De PVV is boos op Europa, terwijl Europa vasthoudt aan de eisen die Nederland steeds sterk heeft benadrukt: als Nederland zich al niet houdt aan bezuinigingen, hoe makkelijk gooien dan Spanje, Italie en Griekenland er dan wel niet met de pet naar. Inderdaad een domme zet van Nederland indertijd, (het had iets moeten zijn a la de regels voor gemeenten: de meerjarenbegroting op orde krijgen in plaats van kijken naar 1 jaar). Maar je kan je nooit helemaal onttrekken aan afspraken van regeringen van Nederland in een andere politieke samenstelling. De SP benadrukt vooral dat mensen met lage inkomens de dupe zijn en de PvdA schaart zich aan de zijde van de SP. De partijen van het lenteakoord hoor ik alleen over de mantra van bezuinigingen. Toch wil ik ook van hen horen wat de verschillen zijn en waar zij na de verkiezingen de prioriteit geven als het gaat om geld. 

Democratie betekent ook de macht bij het volk leggen om in moeilijke tijden te kiezen tussen kwaden. Dat gaan de partijen uit de weg (terwijl Duitsland dat onder Schroder aardig heeft geholpen en Nederland onder Kok en Lubbers ook goede resultaten behaalde)

In je eigen huishouden is dat heel gewoon: kiezen uit twee kwaden. Je hebt elke maand aan het eind te weinig geld over? Dat moet je meer geld verdienen of bezuinigen op andere uitgaven: kiezen uit twee kwaden. Vrijwel iedereen heeft wel door dat de Iphone niet echt gratis is, maar terugbetaald wordt via het abonnement. Boos zijn dat je geen extra geld kunt lenen voor je Iphone heeft weinig zin. Je zult dan toch die krantenwijk moeten nemen als je niet op andere zaken wilt bezuinigen, of die Iphone4 maar niet nemen. Dat kan ook heel goed met de staatshuishouding.

Wil je langer straffen en veel mensen in de gevangenis? Dan geef je de criminelen een opleiding! Gevangenisstraf is nu eenmaal heel duur en lost niets op. Je kunt de nadruk leggen op wraak, maar het is nu eenmaal wel zo dat het geld kost, dan moet je zelf langer doorwerken of meer huur betalen. Wil je goede zorg voor iedereen? Dan moet je zorgen dat er minder mensen ziek zijn of dat de kosten van verslaafden omlaag gaan en bijvoorbeeld de accijns op sigaretten en alcohol verhogen.

Ik zou bij de komende campagne graag een andere stemwijzer zien. Een bezuinigingswijzer. Vul in waar je het geld vandaan wilt halen om de overheidshuishouding op orde te krijgen en krijg dan een stemadvies. Nu wat minder bezuinigen? Dan moet je aangeven hoe je op de lange termijn meer kunt bezuinigen. Niet: "Wie wil het zelfde feestje als jij?", maar "Wie kiest op dezelfde manier uit twee kwaden als jij?" Mensen die de rekening altijd bij anderen leggen mogen dan PVV stemmen en stage lopen bij schuldsaneringstrajecten.

Bezuinigen kunnen mensen best, politieke partijen moeten daar helder over zijn, dan kunnen wij keuzen maken.