dinsdag 24 mei 2016

Macht aan de idioten

Sylvana Simons is vaak verstandig, politiek naief en doet het goed op televisie. Nee, waarschijnlijk geen politiek talent, maar dat doet er nu niet toe. De Telegraaf schreef “Sylvana Simons voelt zich minder veilig nu ze haar politieke ambities bekend heeft gemaakt.” Ze zegt: „Een van de eerste dingen die ik moest bespreken was mijn beveiliging. Dat is toch heel raar. Ik ben nog geen Tweede Kamerlid, ik ben nog geen politica. Ik ben alleen een vrouw die zegt: ik wil dit graag gaan doen.” En hoe reageren mensen online daar op?

Ik keek even bij nujij.nl hoe er op gereageerd wordt. Want er worden veel te veel mensen bedreigd. Wilders natuurlijk, Ebru Umar, Lodewijk Asscher, Henk Kamp en vele minder bekende mensen. We zijn er blijkbaar aan gewend geraakt. Als de auto van de burgemeester van Haarlem in de fik gaat schrikken we weer even en als raadsleden daadwerkelijk een steen door de ruit krijgen ook, maar die bedreigingen?

Afvoeren die trut
Ik las op nujij.nl de reacties op het bericht in de Telegraaf dat Sylvana Simons zich bedreigd voelt. “Pfffffff, heeft ze nu al spijt? Ouwe Zeurpiet!” “DENK is toch die partij die voorstelde om heel Groningen te ontruimen en daar een soort natuurpark van te maken. Grofweg gezegd mag zo'n partij van mij gewoon oprotten, domme lui.” “Afvoeren die trut!” “Ze laat duidelijk blijken dat ze niet voor vrijheid van meningsuiting is, maar wil zelf wel overal het laatste woord in hebben... Zo niet, dan is het ineens discriminatie.” “aandacht trekkerij meer is het niet van haar. Het enigste waar zij naar streeft is het uitbannen van het zwarte pieten gedoe” “Jankbal, dat mens. Opbokken ermee!” Een meer genuanceerde reactie is dan “Triest dat ze nu bewaking nodig heeft maar ze had het wel kunnen verwachten met zulke rare uitingen.” Eentje vindt het een schande, maar die krijgt direct minnen bij zijn reactie.

Nujij.nl modereert vrijwel niet, dus elke Nederlander die 140 tekens kan typen en een leuke schuilnaam kan bedenken kan er bij. Maar het heeft wel effect. Als iemand niet anoniem is, kun je nog iemand aanspreken. Dan blijkt dat het niet zo bedoeld is. Op twitter schreef ooit iemand nadat Pechtold hij twitterde dat hij het debat over donorregistratie zou doen. 'Dat ie z'n organen maar zo snel mogelijk kwijt mag raken.' Geintje?? Als je zo'n twitteraar er even mee confronteert stopt het een tijdje. Maar de anderen die het geintje lezen zijn geïnspireerd om door te gaan. Op een buurtvergadering lukt het meestal ook dit soort dingen aan te pakken (als het al gebeurt, want als je elkaar in het gezicht kunt kijken verandert er veel).

Anonimiteit versterkt het effect
De grapjes zullen vroeger ook gemaakt zijn, de hartgrondige verwensingen ook. Maar als dat tegen de betreffende politicus werd gezegd, zag je de gelaatsuitdrukking van de omstanders. Internet maakt je niet alleen lekker anoniem, je ziet ook de reacties van de anderen niet. Je ziet ze niet gekwetst, verontwaardigd. Op dat moment ontstaat er een vervelend effect. De mensen die over die uitingen verontwaardigd zijn reageren niet op twitter of nujij.nl. Wat anderen lezen geeft dan een verkeerd beeld van de werkelijkheid: alsof het heel gewoon is om zo te reageren. Daarmee wint het kwetsen terrein, want iedereen doet het. Ook blijkt dat dergelijke kwetsende en bedreigende mensen zelf gepest zijn om een of andere reden. En zo gaat het maar door.

Ondertussen zijn we al zo ver dat Sylvana Simons en Ebru Umar zich bedreigd voelen als ze een mening uiten. Voor het evenwicht zet ik er nu netjes Ebru Umar bij, zo ver zijn we al. Want als iemand het opneemt voor Simons zal dat wel zijn omdat hij het met haar eens is, dus naar zo'n idioot hoeven we niet te luisteren. Terwijl vrijheid samengaat met verantwoordelijkheid en zelfbeperking (nee, dat is niet zelfcensuur) 

Idioten aan de macht
Maar wat was ook alweer een idioot? De term politiek komt uit de Griekse oudheid, politikos verwees naar alles wat de burgermaatschappij in de stadstaat betrof. Daarmee was het tegengesteld aan het begrip idiotès, dat "privaat", "gewone man" of "individueel" betekende. Maar een verwijzing naar Griekenland zal al snel leiden tot een reactie in de trend van "laat die idiote Grieken ons eerst maar eens terugbetalen". 

Nu vragen we niet meer van politici om alles voor ons te doen. Wij idioten kunnen tegenwoordig veel zelf, we zijn beter opgeleid dan ooit. Maar dan moeten we niet alleen schreeuwen, maar bedenken dat de ander ook een mens is, ook recht heeft op veiligheid. Spreken hebben we geleerd, luisteren, nadenken en gevolgen inschatten hoort er ook bij. 

zaterdag 21 mei 2016

Publieke debatten over emoties, burgerschap en Verlichting

Altijd lastig als er een nieuweling komt in een groep. Vroeger moesten mensen zich eerst bewijzen. Als je burger wilde zijn van een gemeente, moest je je netjes gedragen. Oude bekende families waren burgers en bleven burgers, nieuwkomers moesten zich bewijzen. Was je burger, dan kreeg je ook rechten zoals dat je kinderen naar het burgerweeshuis mochten als jij en je echtgenote mochten komen te overlijden. Ging je naar een andere gemeente, dan moest je weer opnieuw beginnen. Je was burger van Arnhem en moest nog maar burger van Deventer zien te worden. En het klootjesvolk kon het burgerschap wel vergeten. Mooi was wel dat het werd besproken. 

Kijk je naar de huidige wereld die veel kleiner is, dan zie je dezelfde emoties. Wil je hier in Nederland als burger werkelijk geaccepteerd worden, dan moet je je bewijzen. Maar de verzorging voor als je in nood komt is wel gebleven. Dat is een goede zaak. Maar emotioneel ligt dat moeilijk bij grote groepen en dàt wordt niet besproken. 

Rationele argumenten
Er zijn hele goede argumenten om de verzorgingsstaat in te richten zoals die is ingericht, de rechten te geven zoals die zijn gegeven, zoals bijvoorbeeld deugdelijke asielwetgeving en rechten op een deugdelijke toetsing of je daar terecht onder valt. Die rechten gaan uit van rechtmatigheid, garanties, oordelen zonder aanzien des persoons en er zijn internationale verdragen waar die rechten zijn vastgelegd. Overigens is het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen uit 1951 toen er nog geen verzorgingsstaat was en is daarin vastgesteld welke rechten aan de al dan niet als vluchteling erkende asielzoeker worden toegekend. Geen wonder dat daarin toen geen rekening was gehouden met de verzorgingsstaat en de vergaande rechten die inwoners inmiddels hebben in het westen. (En let wel: niet elke asielzoeker is een vluchteling (vervolging op grond van politieke overtuiging, ras of behoren tot een sociale groep). 

Maar vroeger was het wel de gemeenschap die keek wat er moest gebeuren als iemand zich als nieuwe burger aanmeldde. De discussie over de rechten werd wel binnen de gemeenschap gevoerd. Daardoor werden zorgen serieus genomen. Vroeger was de samenleving helemaal niet rationeel en netjes. “Zijn gezicht staat mij niet aan” of “er zijn geluiden dat hij zich bezig hield met veelwijverij” of andere roddels waren voldoende om iemand het burgerschap te ontzeggen. De plaatselijke kerkelijke gemeenschap kon woest zijn als rederijkerskamers zich niet netjes hadden gedragen. 

Er kon meer besproken worden dan rechten. En het ging niet alleen over rechtmatigheid, maar ook over rechtvaardigheid. 

De Verlichting speelde een grote rol om vrijheid te combineren met gelijkheid en broederschap. Over de logica van de scheiding der machten, Of misschien wel de slogan “Durf te weten”, maar daar werd ook hard aan gewerkt!

Samenleven is nog altijd een werkwoord
Samenleven was een werkwoord. Er waren buurtrechters die zichtbaar maakten wat een nette afweging en argumentatie was. Zo leerden we in eeuwen netjes besluiten (tenminste het meer opgeleide deel der gemeenschap). "Durf te weten", sapere aude werd ervaren als verstandiger en beter dan “wetenschap is ook maar een mening”.

Nu zijn de emoties van vroeger nog steeds aanwezig. Om iemand toe te laten tot de gemeenschap moet hij zich nog steeds bewijzen. Eigenlijk wordt nog steeds gekeken of mensen zich netjes gedragen -wat logisch is- en nog steeds speelt achterklap en vooroordeel een grote rol -wat jammer is. Maar de rationele discussie over rechten en plichten, over oordelen op basis van feiten en werken zonder aanziens des persoons wordt niet meer gevoerd in de samenleving. De overheid die ooit is uitgevonden als “onze overheid” om dingen te doen die we gezamenlijk moeten doen, regelt het allemaal. Je hoeft niet in gesprek, de overheid zorgt ervoor en vinkt de rechtmatigheid af.  

Rationele afwegingen en een publiek debat
Wij argumenteren niet meer als samenleving over de verzorgingsstaat, de rechten, de plichten, de rationele achtergrond daarvan. Dat laten we over aan de rechters, de overheid, bij voorkeur een anonieme groep nette mensen. En in je eigen groepje. 

Er is in feite geen publiek debat. Waarom argumenteren we daar niet meer over? Daardoor missen we een belangrijke inbreng van mensen op straat met allemaal verschillende ervaringen. 
De mensen zijn beter opgeleid dan ooit in de geschiedenis. Mensen hebben meningen en ervaringen en willen die uiten. Iedereen zou moeten durven te weten, sapere aude! Maar het komt niet tot een echt debat tussen verschillende delen van de samenleving. 

Het publieke debat wordt niet door alle burgers gevoerd.

De Franse Revolutie
Samenleven in een democratie is een werkwoord. Om het onze overheid te houden, ons Europa en onze samenleving te laten zijn. Daar horen rechten bij voor individuen, hoort ruimte bij voor andersdenkenden; emotie, zorgen én ratio horen er bij. Vrijheid, gelijkheid én broederschap was niet een slogan, maar een uitkomst van denken en debatteren. Wat betekent dat nu in een tijd van volksverhuizingen en vervagende grenzen?

We hebben eigenlijk behoefte aan de Franse Revolutie en de Verlichting. 


dinsdag 10 mei 2016

Drie regels voor de moderne bestuurder als mede-bestuurder

Er wordt veel geschreven over moderne bestuurders. De moderne bestuurder moet zorgen voor binding, moet kunnen loslaten. De moderne bestuurder moet uitgaan van het werken met mondige mensen. De vraag is of dat nieuw is, vroeger waren bestuurders al succesvoller als ze daar van uit gingen. Ook gezag dat je niet meer automatisch hebt is denk ik niet nieuw. Gezag heb je altijd al moeten verdienen, alleen is het tegenwoordig wat moeilijker en gingen mensen vroeger niet zichtbaar tegen je in. Je moet tegenspraak organiseren, hoor je dan, helemaal mee eens, maar ook dat is niet nieuw. Wat wel? De nieuwe bestuurder is menselijk: kan falen, weet niet alles, is afhankelijk van anderen.

Je weet niet alles
Wat is nieuw aan bestuurders in het openbaar bestuur? Ten eerste dat je moet accepteren dat je niet de eerste bent die iets weet omdat de sociale media ervoor zorgen dat er altijd iemand is die dingen eerder weet dan jij. Geheim houden kan trouwens ook niet meer. Ten tweede dat je minder dan vroeger gaat over de inhoud. Het is misschien lastig voor iemand aan de top, maar het beslissen over de inhoud is steeds minder belangrijk geworden. Het gaat nog wel over richting geven en sturen, maar dan meer meesturen en mede richting geven en het proces goed kunnen vormgeven.

Je beslist niet alleen
Niet alles wordt in de gemeenteraad, de provincie of het rijk besloten, dat kan ook helemaal niet, want andere organisaties hebben eigen beslisruimte. Vroeger had het openbaar bestuur een veel beperktere inhoud, nu gaat het over alles, maar heeft daarover minder zelfstandig te zeggen. Je moet samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Want wie heeft het voor het zeggen in bijvoorbeeld de gemeente? De gemeenteraad? Die kan hoog of laag springen, maar in de regio en in buurten heeft de gemeente nooit de beslissende stem. Denk ook aan woningcorporaties, bedrijven, verzekeraars, zorginstellingen, de plaatselijke bevolking, mkb, zzp'ers: er wordt heel veel besloten en geïnvesteerd zonder dat er een Grand Design is. Onze democratie is eigenlijk een soort verzameling democratieën die zich al dan niet met elkaar verbinden. Het gaat om een associatieve democratie van diverse groepen die zich vrijwillig met elkaar verhouden maar zelf besluiten nemen. In die groepen werken mensen betaald en onbetaald.

Wat je doet gaat samen met respect voor de ander
Wil je dat je door samenwerking verder komt, dan moet je kunnen verbinden. Ook met mensen die zich vrijwillig inzetten voor de publieke zaak. Die samenwerking kan mislukken als mensen geen respect krijgen of niet serieus genomen worden, maar ook als de zeggenschap als het er op aan komt bij de overheid blijft. Vroeger kwamen bestuurders uit maatschappelijke organisaties waar ze dit kenden. Nu zijn veel bestuurders onbekend met deze samenwerking.
In de samenwerking moet je ook meer sturen op doelen dan vastleggen hoe dat doel bereikt wordt. Verbind je met organisaties die daar in mee gaan, trek niet problemen naar je toe alsof je die gaat oplossen.

Je weet dat je fouten maakt
Bestuurders moeten kunnen omgaan met sociale media. Je kunt niet zeggen dat je er niet aan doet, je moet weten hoe het werkt. Het vraagt ook het accepteren van risico, door bevoegdheden en verantwoordelijkheden te delegeren. Dat kan mis gaan. En dan staan er via de sociale media veel mensen met een megafoon te roepen dat het mis gaat. Dat moet je weten. Niets fout doen bestaat niet en zelfs als je iets goed doet, kunnen er massa's zijn die dat fout vinden.
Het komt er op neer dat de nieuwe bestuurder om kan gaan met de nieuwe democratie en de oude democratie. De wrijving die dan kan ontstaan tussen representatieve democratie en participatieve democratie zal de politiek veranderen. Je moet op beide borden kunnen schaken. Eigenlijk is het heel simpel. Je moet verrekt goed om kunnen gaan met mensen. De nieuwe bestuurder is weer een mens.

De drie regels voor de menselijke mede-bestuurder:
  1. Zorg dat je erbij bent waar het gebeurt: niet met je eigen ding bezig zijn, niet bezig zijn met wat subsidiabel is, niet wat de prestatieindicator was waar je op werd afgerekend, maar weten wat de anderen drijft.
  2. Wat je met mensen doet wordt ingegeven door de relatie met de ander. Relatie gestuurd, dichtbij.
  3. Sluit aan in taal, leefwereld, logica. Dus niet bureaucratisch, wat je doet komt in afstemming tot stand, je bent met iemand, je kent diegene.
Dat is misschien wel het lastigste voor de nieuwe bestuurder: bescheidenheid. Vier de successen samen, claim niet het succes.. Niet opscheppen, formeel op je positie staan, hiërarchisch werken en je gelijk claimen. De nieuwe bestuurder is mede-bestuurder.





donderdag 5 mei 2016

Haal de solidariteit terug in de samenleving

De verzorgingsstaat is opgebouwd uit solidariteit, het was een verbetering van diverse vormen van liefdadigheid vanuit de kerken en de vakbonden. Er was grote steun om mensen die in problemen kwamen te helpen om hun leven op orde te krijgen. Er gebeuren nu eenmaal dingen die je niet in je eentje oplost en waarbij de samenleving wil helpen. Dat willen we graag zo houden. Wel steun als dat nodig is, maar niet als dat niet nodig is.

De solidariteit werd geprofessionaliseerd en net na de oorlog startte “vader Drees” in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening, de voorloper van de AOW. Drees had een mooie combinatie van zorgzaamheid en soberheid. De verzorgingsstaat was geboren en werd uitgebouwd met de AOW, de Bijstand en andere sociale verzekeringen. Eigenlijk zoals we allemaal de verzorging voor elkaar zouden willen.

De Staat
Het zit hem al in de naam “verzorgingsstaat”, het gaat nu om de staat die ons verzorgt. De solidariteit werd beter geregeld, zekerder, maar ook anoniemer. Die verzorgingsstaat is opgebouwd in de tijd dat de politieke partijen nog echt een goede band hadden met de bevolking. Er was ook vertrouwen dat er goede afspraken waren. Terwijl nu 1 a 1,5% van de mensen lid is van een politieke partij, was er in de jaren na de oorlog nog veel interesse om lid te zijn van een politieke partij. De KVP had na de oorlog 400.000 leden, dat is denk ik meer dan er nu van alle partijen bij elkaar lid zijn, terwijl er meer mensen wonen in Nederland. Doordat de verzorgingsstaat anoniemer werd, is minder goed duidelijk hoe de solidariteit precies is geregeld.

Solidariteit (v) bewustzijn van saamhorigheid en bereidheid om de consequenties daarvan te dragen: uit solidariteit bleef hij ook weg. (Van Dale).

We zien nu dat we gedwongen worden consequenties te dragen (we betalen via de belastingdienst), maar de saamhorigheid is onduidelijk. De bereidheid om de consequenties te dragen zal daardoor steeds meer afbrokkelen.

Veel steun voor echte solidariteit
Dat wringt en dat is jammer, want er is veel solidariteit in de samenleving aanwezig. Als iemand via de Wmo een bijdrage ontvangt is er wat twijfel of deze bijdrage echt nodig is, je zou kunnen zeggen: er is twijfel of er bij de burgers bereidheid is de consequentie te dragen. Maar als iemand geen bijdrage krijgt en hij brengt het verhaal in de pers, zoals de de traplift voor een 90 jarige Alphenaar die de gemeente niet wilde vergoeden, dan is er bijna een oproer. Dan is het niet meer anoniem en zijn we juist blij dat we voor mensen die het nodig hebben steun hebben geregeld.

Van verzorgingsstaat naar solidariteit
Kunnen we die solidariteit weer zichtbaar maken in de verzorgingsstaat? Kunnen we er weer een verzorgingssamenleving van maken?

Dat kan.

Het is juist in de overheid die dichter bij de mensen staat, waar de Wmo wordt uitgevoerd. Bovendien is met de vernieuwing een toets in de uitvoering gekomen die het geheel minder anoniem maakt. Je bent niet meer een klant van de gemeente die zijn recht komt halen. De Wmo geeft de ruimte om eerst te kijken wat mensen en hun netwerk zelf kunnen doen om daarna als gemeente de steun te bieden die nodig is. Eigenlijk een prachtig idee, dat helaas volledig verborgen wordt uitgevoerd.

Laten we het zelf controleren
Die Wmo wordt momenteel weer een juridische kant op getrokken. Steeds vaker gaan mensen in beroep tegen een beslissing van de rechter en maken advocaten uit wat voor recht iemand heeft op ondersteuning. Dat hoeft helemaal niet. Waar het om zou moeten gaan is dat we als samenleving weer vertrouwen hebben dat de ondersteuning gebaseerd is op solidariteit. Heeft de gemeente een besluit genomen over maatschappelijke ondersteuning waarbij op een goede manier eerst is gekeken wat mensen zelf kunnen doen en of daarna goed besloten is welke steun de gemeente aanvullend kan geven binnen de kaders die daarvoor opgesteld zijn. Dat is niet een juridische vraag, maar eerder een maatschappelijke vraag.

Met De Tweede Mening proberen Marije van den Berg en ik de verzorgingsstaat weer terug te brengen tot iets maatschappelijks, gebaseerd op solidariteit. Als mensen het niet eens zijn met de anonieme afweging door de gemeentelijke ambtenaar, dan zouden ze hun zaak moeten kunnen voorleggen aan een groep burgers (aselect gekozen op basis van loting bijvoorbeeld). Die burgers kijken dan of de gemeente een goede afweging heeft gemaakt. De zaak wordt beschreven en de naam geanonimiseerd. Maar de groep burgers krijgt inzage in de argumenten van de aanvrager en de gemeente. Wat is er echt aan de hand? Want ook dat geval van die traplift voor de 90-jarige had natuurlijk een bijzondere achtergrond. Wat was daar aan de hand? De gemeente kon niet meer zeggen dan dat het genuanceerder lag en wij werden gevraagd dat dan te geloven. Laat een groep gewone burgers ernaar kijken! Als zij in ruime meerderheid vinden dat de gemeente een verkeerde afweging maakte, dan moet de gemeente opnieuw een afweging maken.

FBTO doet het al
FBTO, een coöperatieve verzekeraar, doet het al. Je kunt een afwijzing van FBTO als je een schade hebt voorleggen aan een groep gewone mensen. Is een meerderheid van mening dat er uitgekeerd moet worden, dan doet FBTO dat. Reken je niet rijk, want in meer dan 90% van de gevallen krijgt FBTO gewoon gelijk, al 5 jaar. Waarom? Omdat die gewone mensen niet dom zijn en niet automatisch alle claims goedkeuren. Want iedereen begrijpt dat de verzekeringspremie omhoog gaat als je iedereen gewoon geld geeft. Zie onderling.nl

Dat zelfde gaat natuurlijk op met de maatschappelijke ondersteuning. Er is grote steun voor het geven van steun. Maar iedereen beseft dat het geld wel ergens vandaan gehaald moet worden.

Zo kunnen we de anonieme verzorgingsstaat anoniem houden, maar kunnen we meer vertrouwen hebben dat het principe van de solidariteit echt gewaarborgd is. Meer weten? Zie www.detweedemening.nl.


P.S. We hebben al enkele geïnteresseerde gemeenten gevonden om mee te doen. We zoeken nog gemeenten die mee willen doen aan de eerste proef!