maandag 18 september 2023

Genoeg te bedenken, genoeg te doen

Ongetwijfeld staan we aan de vooravond van een klimaatramp die zich heeft aangekondigd. Het heeft geen zin een deken over ons heen te trekken en hopen dat het overgaat. Wat kunnen we wel doen? De subsidies op fossiele energie snel stoppen? Allemaal besluiten niet meer te vliegen en in het openbaar vervoer stappen? Of is er geen houden meer aan en kunnen we alleen dijken verhogen?

Wicked problem (oplossingen werken elkaar tegen en analyses verschillen)
Stoppen met subsidie is natuurlijk een belangrijk onderdeel van een weg naar verbetering. Toch doet zo'n oplossing geen recht aan de verbondenheid van onze maatschappij met fossiele energie en het gebruik van vervuilende stoffen en processen om de alternatieven te fabriceren. Terwijl de fossiele brandstoffen ons juist zoveel welvaart en vooruitgang hebben gebracht! Snel stoppen betekent economische crisis en opstand. Het gaat hier om het meest “wicked problem" ooit.

Ga maar na. Vaak zijn politieke elites verbonden aan de inkomsten uit olie en gas, niet alleen in Rusland. Er werken ook erg veel mensen die afhankelijk zijn van de fossiele industrie (en veel mensen zullen last hebben van stijgende kosten). Niet alleen gaat het er om niet alleen in Europa, de VS, China, India en andere landen te stoppen. Het gaat er ook en vooral om om iedereen daar in mee te krijgen en in de verandering vaart te houden zonder de natuur aan te tasten en verzet en een trend richting fascisme groot te maken. 

Geen gemakkelijke oplossing
Je kunt dus niet gemakkelijk komen met één oplossing. Bedrijven wegsturen hier maakt het wel heel erg verleidelijk om ze in India en China toe te laten. Evenwicht in een systeem verstoren roept enorme tegenkrachten op. Dat zien we aan mensen die zich verzetten. Maar ook simpel economisch. Hoe sneller je inzet op batterijen en zonne-energie, des te duurder worden de grondstoffen, des te meer kans ook dat het delven van de grondstoffen gepaard gaat met enorme schade aan de natuur tegen hoge kosten.

Lastig: we zijn nog lang niet toe aan opwekking van elektriciteit zonder fossiel (40% is hernieuwbaar, te verhogen door betere spreiding van het gebruik over de uren dat er veel geproduceerd wordt). De land- en tuinbouw zijn heel afhankelijk waardoor kosten van boeren stijgen. En we weten hoeveel invloed boeren kunnen hebben op de politieke agenda. En zo dat niet zo was, dan wordt het eten duurder. 

Bovendien gebruiken we fossiel voor productie van bijvoorbeeld kunstmest en metalen. Gaan we erg snel, moeten we dan deze producten importeren uit China en kunstmest uit Rusland? Overigens stopt ook het verdienmodel voor landen als Nigeria en Libië. Vluchtelingen komen dan nog vaker hier heen. Oliebedrijven die failliet gaan, zullen zorgen voor aantasting van totale financiële systeem. Ons stroomnet is nu al overvol, 8 miljoen auto's en zeker vrachtwagens rijden nog niet elektrisch en als ze dat wel waren hadden we een groot probleem met opladen zonder fossiel. Groots inzetten op openbaar vervoer is prima, maar er zijn nu tien keer zoveel verplaatsingen met de auto als met het openbaar vervoer. Een tien procent afname van de autoverplaatsingen zorgt dus voor verdubbeling van het aantal reizigers in het openbaar vervoer!

in NRC: leve de wanhoop!

Er is best veel mogelijk

Toch word ik gek van de mensen die wanhopen en doemdenken. Een ding weten we namelijk zeker: doemdenken of juist denken dat er niets aan de hand is helpt ons niet verder.

Ik word ook gek van de individualisering van het probleem, alsof maar genoeg mensen uit ideëel oogpunt moeten overstappen op een meer duurzame levenswijze om het op te lossen. (Minder vliegen door de een, betekent een prijsverlaging voor de ander die wel bereid is het milieu aan te tasten, dat is gewone middelbare school-economie) 

Wat dan wel?

Randvoorwaarden
Randvoorwaarden zijn: aandacht voor werk voor iedereen, vervuilers betalen, bestaansminimum voor iedereen waarborgen, democratische participatie tot in de haarvaten van de samenlevingen, helder maken wat we winnen en zo mogelijk zoeken naar win/win-maatregelen. Voorkom dat je met maatregelen je eigen verzet creëert. Mijn schets voor een strategie:

Fase 0: Bewustwording en Engagement (Heden - 2 jaar)

  1. Eigenlijk is dat al gestart: een wereldwijde bewustwordingscampagne over de gevolgen van klimaatverandering en de voordelen van het verminderen van fossiele brandstofgebruik. Extinction rebellion is al lang bezig. (en roept dus al verzet op).
    Er zijn dus ook wereldwijd tegencampagnes gaande die zichtbaar zijn bij extreemrechtse partijen. Toch doen.

  2. Internationale Overeenkomst: vergelijk het met de akkoorden over atoomwapens: organiseer een conferentie waarop landen zich verplichten tot het verminderen van hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het bereiken van specifieke emissiereductiedoelstellingen.
    Weet dat landen met veel inkomsten uit olie en gas hier zich tegen zullen verzetten. Accepteer de verschillen en laat de rijken meer betalen. Maar zie dat er ook politieke verschuivingen kunnen komen. In de VS is het dan ook geen gelopen race en zal dat de campagne van Trump een boost kunnen geven.

Fase 1: Transitie naar Duurzame Energie (heden tot 2033)

  1. Investeringen in Duurzame Energie: Moedig investeringen aan in hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie, geothermische energie en waterstoftechnologieën. Landen kunnen belastingvoordelen en subsidies bieden om de overgang te versnellen.
    Weet dat zo'n overgang niet zonder pijn is. Banen in de ene industrie verdwijnen, andere banen komen ervoor terug, maar de omschakeling zal voor heel veel mensen moeilijk of onmogelijk zijn.

  2. Fossiele Brandstoffen Uitfaseren: Stel in alle landen nationale stappenplannen op voor het geleidelijk uitfaseren van kolen-, olie- en gascentrales. Dit kan worden bereikt door strengere emissienormen op te leggen en oude centrales te vervangen door schonere alternatieven. Het kan nu al starten door gericht te stoppen met fossiele subsidies.
    De kosten zijn enorm, het elektriciteitsnet kan al die stroom nog niet aan. Lobby vanuit de energiebedrijven zal niet gering zijn.

  3. Innovatie en Onderzoek: Investeer in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën voor schone energieopwekking en energieopslag. Samenwerking op internationaal niveau is cruciaal om kennis te delen en vooruitgang te boeken. Misschien moeten octrooien en patenten die met internationale subsidies zijn ontwikkeld buiten werking gesteld worden.
    We weten dat internationale samenwerking zeer lastig en kwetsbaar is.

Fase 2: Energietransitie (heden tot 2040)

  1. Infrastructuur voor Duurzame Mobiliteit: Investeer in openbaar vervoer, laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en fietsvriendelijke steden om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in de transportsector te verminderen. Juist nu we moeten bouwen kan je stappen maken om meteen te kijken naar de inrichting van de omgeving
    Ook dit roept bezwaren op van autoafhankelijken. Deze zijn uit het openbaar vervoer gedreven naar de auto en moeten nu weer terug. Het vraagt infrastructuur én personeel dat NS nu al mist.

  2. Koolstofprijs: Implementeer een wereldwijde koolstofprijs of emissiehandelssysteem om bedrijven en individuen te stimuleren hun uitstoot te verminderen.
    Dit gebeurt al in Europa, uitbreiding zou welkom zijn, maar landen als Rusland of Brazilie staan niet te springen. Dat betekent dat koolstofuitstoot in Rusland goedkoop is en dat economisch voordeel oplevert.

Fase 3: Versterken van Democratie en Samenwerking (permanent)

  1. Democratische Participatie: Zorg ervoor dat burgers betrokken zijn bij het besluitvormingsproces en zich bewust zijn van de voordelen van klimaatactie. Houd regelmatig verkiezingen en raadpleegingen over klimaatbeleid..
    Ja, dat betekent dat fervente tegenstanders ook betrokken worden.

  2. Klimaatrechtvaardigheid: Zorg voor een rechtvaardige overgang door sociale vangnetten te creëren voor gemeenschappen die het meest worden getroffen door de afbouw van fossiele brandstoffen.
    Dit zijn juist de kwetsbare gemeenschappen met weinig lobbymogelijkheden.

  3. Monitoring en Aanpassing: Blijf het beleid en de voortgang monitoren en pas deze aan op basis van nieuwe wetenschappelijke bevindingen en technologische ontwikkelingen. Betrek burgers in de controle op de overgang, de snelheid maar ook de gevolgen in de samenleving.
    Dit geeft natuurlijk weer de nodige discussies over het meten en de vraag hoe snel het moet.

Het succes van deze strategie hangt af van de betrokkenheid en samenwerking van landen, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Maar het is niet zo dat eerst iedereen mee moet doen. Je kunt best in Europa en de VS starten. Het blijft van cruciaal belang om rekening te houden met de specifieke omstandigheden en mogelijkheden van elk land, en ervoor te zorgen dat de transitie naar schone energiebanen inclusief en rechtvaardig is voor alle gemeenschappen.

Het verwachte verzet tegen een wereldwijde strategie voor de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen langs democratische weg kan variëren en heb ik al genoemd. Ik verwacht:

  1. Economische Belangen: De fossiele brandstofindustrie is een van de grootste en meest invloedrijke industrieën ter wereld.

  2. Politieke Tegenstand: In sommige landen kan de politieke elite een sterke band hebben met de fossiele brandstofindustrie en zich verzetten tegen beleid dat hun belangen bedreigt.

  3. Werknemers in de Fossiele Brandstofindustrie: De overgang zal banenverlies met zich meebrengen in de fossiele brandstofsector, en dit kan leiden tot verzet.

  4. Internationale Handelsconflicten: Landen met aanzienlijke fossiele brandstofreserves kunnen zich verzetten tegen het verminderen van het gebruik van deze bronnen om hun economische belangen te beschermen.

  5. Klimaatscepticisme: Sommige mensen zijn klimaatsceptisch. Ze zullen politici ondersteunen die de ernst van het probleem minimaliseren en beleid tegenhouden.

  6. Regionale en Sociale Ongelijkheid: Gemeenschappen die sterk afhankelijk zijn van de fossiele brandstofindustrie voor werkgelegenheid en economische stabiliteit, zullen bezorgd zijn over de negatieve gevolgen van de afbouw.

We hebben overigens in de wereld al heel veel rampen aan kunnen pakken. Het klimaat-probleem is juist een voorbeeld hoeveel de mensheid kan. Wat deden we niet op het gebied van voeding, gezondheid, welvaart en welzijn? Ja, met fossiele energie. Maar het geeft wel weer hoeveel we kunnen. Het op de maan zetten van mensen is daar niets bij.

Tegen het fatalisme pleit misschien dit voorbeeld. In de jaren dertig was Het Plan voor de Arbeid interessant. De Sociaal-Democratische Arbeiders Partij koos toen een nieuwe koers. Het fatalisme hielp namelijk de arbeiders geen steek verder. Ze nam afscheid van het marxisme en van een fatalistische visie op de economie. In het Plan van de Arbeid (1935) pleitte de partij voor actief ingrijpen in de markteconomie. Dat werkte. (hier) . 


maandag 11 september 2023

MIgratie en sociale cohesie

Grenzen worden belangrijk als er grote verschillen zijn tussen de ene kant van de grens en de andere kant. De vrede, de welvaart, de vrijheid en de economische kansen trekken enorm, juist omdat elders oorlog, onderdrukking, honger en weinig economische kansen zijn. Onze grenzen tellen ineens weer.

Redenen je land te verlaten
Er zijn natuurlijk heel veel redenen om je land te verlaten. Natuurlijk als je in een oorlogsgebied woont en gevaar loopt of vervolgd wordt om je mening: de “echte” asielzoekers. Maar soms is het een mengeling van redenen van economische aard of juist klimatologisch waardoor je vlucht voor armoede en honger, of gewoon omdat je een beter leven wilt voor je kinderen. De meeste migranten zijn arbeidsmigranten, de meeste aandacht gaat naar vluchtelingen.

Het zal lastig zijn om vanuit Nederland de wens om te migreren aan te pakken. Maar er zijn noodzakelijke, begrijpelijke redenen. Niet iedereen is dus vluchteling. Een vluchteling is iemand die een ‘gegronde vrees’ heeft voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde maatschappelijke groep, en die in het herkomstland geen bescherming krijgt. Er zijn ook veel redenen om migratie naar Nederland te willen tegenhouden. Het gaat niet om duizenden, maar als je niets zou doen waren het er veel meer. De meeste mensen zoeken opvang in de regio. Als je opvang in de regio meetelt zijn er miljoenen mensen op de vlucht en miljoenen zoeken een beter bestaan.

Woningnood
Er is hier woningnood en je ziet dat je kinderen geen woning kunnen krijgen. Veel vaker is het ongenoegen over de buurt die verandert: waar je vroeger omringd werd door mensen die je kende en vertrouwde, komen er mensen die je niet kent, die je taal niet spreken en die niet dezelfde gewoonten hebben en vaak ook getraumatiseerd zijn door hun ervaringen in oorlogsgebied. Mensen vrezen dat er weer nieuwe mensen in hun wijk komen die de taal niet spreken en (nog) geen werk hebben. Ondertussen maakt migratie dat je eigen buurt niet meer je eigen buurt voelt. Begrijpelijk dat je minder migratie als oplossing ziet om in je wijk weer rust te krijgen. Zoals iemand mij een keer zei: een vluchteling helpen is prima, twee ook. Totdat er veel bij elkaar zitten en op straat geen Nederlands meer klinkt en de leuke dingen voor de buurt door een steeds kleiner wordende groep georganiseerd moeten worden.

De meeste migranten zijn arbeidsmigranten, maar ook arbeidsmigranten leveren vragen op. Zij werken en leveren een bijdrage. Maar hoe moet dat als er een tekort is aan woonruimte? En er zijn grote verschillen: soms zijn het mensen die korte tijd hier verblijven. Soms blijven ze en dan is de vraag of en hoe ze integreren in onze samenleving. Er moet een actiever beleid worden gevoerd om alle nieuwe immigranten vertrouwd te maken met de samenleving en hen daarin te betrekken. Dit is nodig omdat migratie naar Europa structureel van aard is.

Vooral asielzoekers zonder perspectief veroorzaken er al langere tijd extreme overlast. De meeste asielzoekers uit deze Noord-Afrikaanse landen is het niet te doen om een verblijfsvergunning. Zij zoeken vooral een tijdelijk verblijf in de azc’s, met een bed, eten en drinken en ‘leefgeld’. Zij profiteren van de trage afhandeling door de IND, daar rekenen ze op. Ook is het lastig om afgewezen asielzoekers terug te sturen als hun eigen land ze niet wil accepteren. En vaak vertrekken ze voordat ze het land uitgezet kunnen worden ergens anders heen. Het is relatief een kleine groep, maar de overlast is groot (en de angst voor asielzoekers wordt ermee vergroot)

Begrijpelijke vooroordelen
Er is nog een ander effect dat verzet tegen migratie vergroot. Als mensen die je kent een keer een akkefietje hebben, een feestje dat uit de hand loopt of je ziet iemand die het verkeerde pad opgaat en in de criminaliteit belandt, dan ken je genoeg anderen om zo iemand te zien als individu die pech heeft of misschien fouten maakt of misschien zelfs een rotzak is. Je gaat niet alle Nederlanders daarom veroordelen. Dat is anders als je weinig mensen kent van dezelfde culturele groep, dan ga je in groepen denken en zie je dat de ene foute vent de hele groep vertegenwoordigt. En er zijn nogal wat verschillende groepen. Waar we vroeger mensen uit Marokko en Turkije zagen komen ze nu overal vandaan met elk eigen culturele verschillen. Dan zie je beelden van kansloze asielzoekers en ben je bang dat die een plekje gaan krijgen in jouw buurt. Of er is iets over dronken Polen en je ziet alle Polen als dronkenlappen. Dat klopt niet, maar het is wel begrijpelijk.

Beide groepen hebben gelijk
Je kunt dus zeggen: de mensen die migreren begrijp ik, de mensen die daar niet blij van worden begrijp ik ook. Ondertussen voeren de beide kampen heftige debatten zonder dat dat de situatie verbetert. De mensen die goede opvang willen en de mensen die minder migratie willen hebben beiden een goed punt!

Lastig in dit gepolariseerd klimaat nog iets te zeggen over migratie en asiel. Toch wordt er flink gewerkt. Grenzen worden versterkt men probeert de opvang te verbeteren en de procedures sneller af te handelen.

Het asielverdrag is door Nederland in 1956 ondertekend. Het geldt eigenlijk voor situaties zoals in de tweede wereldoorlog en voorzag in rechten voor eigenlijk Europeanen gevlucht voor de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Nu zijn de afstanden immers makkelijker te overbruggen, de rechtsbescherming is hier een stuk beter en de welvaartverschillen groter. Het verdrag verbiedt vluchtelingen terug te sturen naar een herkomstland waar ze gevaar lopen. Dat verhindert een land niet om vluchtelingen elders in een veilig land onder te brengen. Je zou de stroom eerlijker onder Europese landen kunnen verdelen. Maar dat willen de Oost Europese landen niet.

We willen niet de welvaartsstaat hier afbreken, dus er blijft een drang om hierheen te komen. Wat zou je kunnen doen?

  1. Ik vind het niet gek om de verantwoordelijkheid te delen en landen te helpen op te vangen in de regio. Kunnen we geen vluchtelingensteden bouwen in plaats van vluchtelingenkampen? In elk geval meer helpen om iets te doen waar ze voor vluchten: vaak klimaatverandering, vaak oorlog, soms allebei. In elk geval: help om veilige havens voor vluchtelingen in de regio neer te zetten. Als dat betekent meebetalen aan het werk van Tunesië en Libië vind ik dat acceptabel. Dat vraagt wel om eisen te stellen aan de opvang en te controleren.

  2. Mensen die uit veilige landen vluchten moeten in het land of buurland daar een status kunnen aanvragen om de gevaarlijke reis te besparen.

  3. Snelle afhandeling van asielprocedures en die eenduidig maken in alle landen. Alle EU-lidstaten moeten eenzelfde systeem hebben. Daarbinnen mogen landen een eigen invulling geven qua plaatsing, opvang en migratie naar hun land. Maar waar je aan moet voldoen moet precies gelijk zijn. Het heeft dan geen zin te shoppen.

  4. Om migratie mogelijk te maken en het oneigenlijk gebruik van asiel aan te pakken komt er een puntensysteem. Zoals in de VS al gebruikelijk is kijk je of migranten een bijdrage leveren aan de tekorten hier en of ze ook klaar zijn om te integreren. Er zijn nogal wat handen nodig in Nederland. Erken dat en regel dat dat goed gebeurt.

  5. Seizoensarbeid kan zo geregeld worden dat mensen hier kunnen werken en na het seizoen weer terug moeten en in hun eigen land. Dat gebeurt al in Frankrijk. Migranten van buiten de EU mogen minimaal drie en maximaal zes maanden per jaar in Frankrijk komen werken. Na afloop moeten ze terug naar huis. Terug in hun vaderland zijn ze verplicht om bij een kantoor van de Franse migratiedienst OFII hun papieren te laten afstempelen. Alleen met dat officiële stempel mogen ze het jaar erna weer naar Frankrijk komen, om opnieuw maximaal zes maanden seizoensarbeid te doen.

  6. In Nederland:

    1. Asielzoekers moeten meer mogelijkheden krijgen om snel onze taal te leren en te werken. Dan kunnen ze sneller integreren en het voorkomt dat mensen lange dagen niets anders kunnen doen dan wachten waardoor ze als ze eenmaal asiel hebben gekregen te lang uit het arbeidsproces zijn.

    2. Er moeten kleinere asielzoekerscentra komen zodat de invloed op de omgeving minder groot is, uitleg van onze regels en gewoonten gemakkelijker en die enkele raddraaiers aangepakt en geïsoleerd kunnen worden.

    3. Kinderen die asiel hebben aangevraagd, moeten zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen. Of ze krijgen een verblijfsvergunning of zij moeten terug naar het land van herkomst, zodat een kind daar een toekomst kan opbouwen. Voor hen speelt de tijd nog veel meer een rol dan voor volwassenen.

    4. Ruimere capaciteit en deze behouden is veel efficiënter en effectiever dan het opschalen en afschalen zoals tot voor kort gebeurde.

    5. Verbeteren van de opvang en integratie van alle migranten en hen betrekken bij de sociale cohesie.