zondag 29 januari 2012

Zoeken naar publieke wijsheid in een publiek debat

Er is een tijd geweest dat een publiek debat een positieve term was. Misschien is het dat bij velen nog steeds: met de mogelijkheden van internet 2.0, iedereen die mee kan discussieren op nujij.nl en geenstijl.nl. Het debat wordt echt gedemocratiseerd en iedereen kan meedoen. Het was een goede zaak dat burgers zelf het debat voeren en dat het geen debat is tussen belangenorganisaties en de overheid. Publiek debat zou een debat zijn waarbij iedereen kan deelnemen en publieke wijsheid wordt zoiets als de meeste stemmen tellen, want velen weten meer dan een. Maar dat gaat niet vanzelf en lukt tot nu toe niet met de grote uitdagingen waar we voor staan.

Misschien is de baby-boom blijven hangen in de filosofie van Habermas. Die toont de geest van de democratisering van de jaren zestig. “Het gesprek tussen burgers over politieke zaken op basis van morele visies, wordt vervangen door een gesprek tussen bureaucratische instituties die specifieke belangen nastreven (...) Bovendien verandert de verhouding tussen burger en staat. De staat gaat zich meer en meer opstellen als verzorgend instituut waar burgers gebruik van kunnen maken. Kortom, de verzorgingsstaat ontwikkelt zich. Hiermee verandert ook het zelfbeeld van burgers. Ze zien zichzelf niet langer als autonome burgers in onderlinge dialoog, maar als consumenten van de staat met haar sociale voorzieningen, consumenten van de markt, ontvangers van nieuws en stemmers op politieke partijen.“  (uit de Humanistische Canon over Habermas) Herkenbaar. Maar inmiddels zijn de politieke partijen vrijwel dood en de verzorgingsstaat ligt onder vuur. Debatten kunnen door iedereen beïnvloed worden. Ik haak in die debatten meestal af bij schelden, maar ook als het blijft hangen in algemene vooroordelen of als iemand zichzelf heel graag hoort spreken. Het is dan helemaal geen publieke discussie over een publieke zaak, maar een privaat gesprek waarbij iedereen wat mag zeggen.

Ik was blij verrast toen ik deze vraag las van de mensen van Public Agenda: “Can problem-solving approaches which work well in small communities be scaled up to address problems on the national stage? “ Dat is namelijk waar we mee te maken hebben. De lokale politiek staat er lang niet altijd goed voor, maar op lokaal niveau gebeuren hele leuke dingen (denk aan de eigen kracht centrales, maar ook diverse andere leuke initiatieven van mensen die weer zelf tot iets komen).

Wat mij aansprak was dat Public Agenda zoekt naar een probleem oplossende aanpak, in plaats van discussies om het debat, en dat ze nogal hameren op New Pragmatism. Op dit moment is er teveel polarisatie en worden ingewikkelde problemen opgelost met traditionele strategieën: geld, wetgeving, PR campagnes.  Maar de problemen hebben vaak een culturele achtergrond en vragen om samenwerking tussen groepen en expertises.
Het nieuwe pragmatisme wil terug naar het publieke debat:
  • praktisch en actiegeorienteerd in plaats van theoretisch
  • experimenteel (probeer en kijk of het werkt)
  • open voor compromissen en oplossingen die steeds verbeterd worden
  • gericht op concrete problemen in plaats van grote visies
Er zit een grote gerichtheid op zoeken naar steeds verder ontwikkelende werkwijzen (durven fouten te maken). Verder wil men liever aansluiten bij de publieke agenda dan bij een respons op voorgestelde oplossingen. Steeds komen ze terug op wat iedereen vanuit zijn eigen kennis en ervaring kan bijdragen op tot een oplossing te komen.

Ik denk er over na en kom tot de conclusie: Ja, we hebben die manier van werken verleerd! Dat zou nou echt een publiek debat zijn: vanuit het ingewikkelde probleem, zoekend naar een praktische aanpak en steeds bijstellen van de oplossingen, zo ontwikkel je echt The Wisdom of the Crowd!

woensdag 25 januari 2012

Wie omvallen niet accepteert, zal niemand leren fietsen


De RMO heeft dit keer een weinig verrassend advies uitgebracht. Het heet 'Tegenkracht organiseren'. Het gaat over manieren van controleren en sturen die bij de start succesvol zijn, maar langzaam maar zeker leiden tot onbedoelde, perverse, uitkomsten. Het is eigenlijk heel simpel. Elke manier van controleren en bijsturen heeft zijn eigen blinde vlek. Stuur je steeds op dezelfde manier bij, dan gaat die blinde vlek, dat nadeel, steeds belangrijker worden. Ik mis echter pleidooien voor passie en fouten maken.

Als voorbeeld noemt de RMO de CITO-toets. Was bedacht om te kijken hoe de prestatie van de kinderen zich ontwikkelt, maar de toets wordt steeds meer doel op zich. Scholen moeten een hoog gemiddelde halen en kinderen moeten niet goed leren, maar goed scoren op de toets. 

Heel modern wordt aangehaakt bij de financiële crisis, wellicht om sexier te worden. Ik vrees dat de RMO zich daarmee wat overschreeuwt.

Dat neemt niet weg dat er zinvolle reflecties in staan. De RMO maakt ook niet de fout om prestatiemeting tot probleem te verklaren, maar ageert vooral tegen steeds dezelfde manier van meten gebruiken. Het pleidooi is om tegenkracht te organiseren. Wees terughoudend in de koppeling tussen één instrument en financiering.

We geven de sturing steeds vaker uit handen aan een kleine groep experts. Die groep probeert in de gaten te krijgen wat er op de werkvloer gebeurt en moet die informatie versimpelen. Even een eigen voorbeeld. Iemand wil de ontmoetingfunctie in bibliotheken bevorderen. Dan wordt bedacht dat het aantal kopjes koffie dat gedronken wordt bij de bibliotheek een goede maat is om te kijken of de ontmoetingsfunctie van de bibliotheek tot zijn recht komt. Dat gaat even goed. Totdat de uitbater bedenkt dat hij meer koffie verkoopt als de prijs lager is (tweede kopje gratis). De ontmoetingsfunctie is dan niet verbeterd, maar de manier van meten zorgt er wel voor dat op papier de prestatie beter is: meer kopjes koffie geschonken.

De RMO zegt nu dat de maat steeds weer moet veranderen. Dan weer kopjes koffie tellen, dan als daar kritiek op komt bijvoorbeeld het aantal mensen in het bibliotheek-cafe tellen. Als dat weer de verkeerde kant op gaat een enquête houden etcetera. Verder kan je het old boys netwerk dat aanstuurt natuurlijk verversen, die nieuwe mensen kijken dan weer anders. Waar het echter om gaat is dat de ontmoetingsfunctie van de bibliotheek blijkbaar niet belangrijk gevonden wordt door de uitbater. De intrinsieke waarde om in de bibliotheek ook mensen elkaar te laten ontmoeten kan de uitbater te weinig schelen. De mensen die echt hart hebben voor de zaak zijn misschien te lastig, wegbezuinigd of kunnen gewoon niet goed organiseren. Natuurlijk is het goed als die op tijd tegenkrachten ontmoeten. Maar dat ontbreken van de passie miste ik.

Probleem blijft dat van bovenaf bedacht wordt wat er moet komen. Als er een bibliotheek in Haren is die succesvol is met het interesseren van mensen voor lezen door een cafe uit te baten, moet dat plotseling in heel Nederland. We moeten meer accepteren dat het niet overal hetzelfde gaat. Dat het niet om de bibliotheek gaat die succesvol is, maar om mensen die passie hebben en daardoor succesvol zijn. Tegenover die passie moeten inderdaad tegenkrachten komen, niet om van bovenaf te sturen, maar zelf bij te sturen.

Veel fundamenteler is het idee de sturing van bovenaf ter discussie te stellen en meer zelf te sturen. Dat staat vrij voorzichtig in het advies.

Vergelijk het met fietsen. Het is heel lastig om iemand op een fiets te zetten en deze op afstand te zeggen wat hij moet doen om op twee wielen te rijden. Dat kan niet iemand in een regelkamer doen. Op het moment dat deze het signaal geeft om naar links te sturen is de fiets al omgevallen. We moeten accepteren dat we zelf moeten leren fietsen, dat we af en toe omvallen daarvan leren en dat heel kleine ongemerkte ingrepen voorkomen dat we de volgende keer omvallen. En was het probleem van de crisis niet dat die banken niet mochten omvallen?

Dat zie ik in de overheid heel vaak: omvallen is taboe! Misschien mis ik dat wel in het advies: we moeten af en toe omvallen om te leren. Wie nooit omvalt, zal nooit leren fietsen.

maandag 23 januari 2012

Afgedankte bio-industrie exporteren?


Het is een bekend gegeven dat de bio-industrie Nederland tot een groot exportland maakte. Dat ging ten koste van het welzijn van dieren (en vaak ook van de boeren). Vanuit efficiëntie-oogpunt beschouwd is het een slimme vinding, maar we willen in Nederland er weer vanaf. Nederlandse burgers vinden het maar niets dat de dieren deze marteling ondergaan. Moeizaam stappen boeren over naar betere vormen met aandacht voor dierenwelzijn. Dat is niet gemakkelijk: men concurreert met de hele wereld. Tot mijn verbazing subsidieert de Nederlandse overheid die concurrentie uit het buitenland met onze belastingcenten!

Terwijl de Nederlandse veeboer stapje voor stapje door de maatschappij de diervriendelijkere richting uit wordt gestuurd, subsidieert de Nederlandse overheid namelijk de bouw van megastallen in het buitenland, nota bene uit potjes die bedoeld zijn voor ontwikkelingshulp aan arme mensen. Daarmee verzwakt zij de concurrentiepositie van de Nederlandse boer, veroorzaakt ze dierenleed en verstoort ze met een megastal de plaatselijk vaak nog zeer kleinschalige en kwetsbare markt.

Het is terug te vinden in het rapport De Megastal als exportproduct van Wakker Dier. Een voorbeeld: een industrialiseringsproject van een pluimveegigant in Roemenië kreeg subsidie vanwege de Nederlandse levering van plofkippen, veevoer en stalinrichtingen en voerde hiermee de productie zodanig op dat meer kippen per vierkante meter werden gehouden dan in Nederland momenteel toegestaan

De Nederlandse overheid subsidieert de oprichting van nieuwe veebedrijven, verstrekt leningen en garantstellingen, neemt deel in publiekprivate partnerschappen, organiseert handelsmissies onder andere voor de bouw van enorme agroparken. Wat hier verboden is, daar kan in het buitenland nog geld mee verdiend worden.

Een vervelend gevolg: met de komst van internationale bedrijven met grote veehouderijen en slachterijen, en de daardoor toenemende prijzenoorlog, nemen de transporten van levende dieren naar het betreffende land vaak toe. Nog een grote ergernis van veel mensen: het dierenleed dat die transporten veroorzaakt.

Wie wilde dit actieve beleid om de bio-industrie in het buitenland te bevorderen? De Nederlandse burgers die in grote meerderheid tegen bioindustrie zijn? De boeren die proberen diervriendelijk te produceren? De kleine boeren in het buitenland die nu weggeconcurreerd gaan worden? Een kleine groep industrielen profiteert hiervan. Vrij ondernemerschap is tot daar aan toe.

De betrokkenheid van de overheid moet hier snel stoppen! 

zaterdag 21 januari 2012

Minimumstraf: meer passend onderwijs voor criminelen

Criminelen krijgen een zwaardere straf als zij binnen tien jaar opnieuw een misdrijf plegen met ernstige gevolgen voor het slachtoffer en waarop een maximum gevangenisstraf staat van acht jaar of meer. Dat stelt het kabinet voor. Dat bekt lekker streng: we zullen die criminelen leren! Maar helaas leren die criminelen de verkeerde dingen en dat allemaal van onze belastingcenten! Veiliger wordt het er niet op.

Het is verrassend hoe het kabinet bezuinigt en vervolgens zijn best doet de kosten elders te verhogen. Zo bezuinigt het kabinet op passend onderwijs. Maar het onderwijs in de gevangenis gaat fors meer geld kosten.

Zoals bekend zijn gevangenissen opleidingscentra voor criminaliteit. Uit diverse onderzoeken is al gebleken dat zwaarder straffen niet werkt. Het leidt niet tot minder recidive. Criminelen komen in contact met andere criminelen en kunnen elkaar veel leren om succesvoller nieuwe misdrijven te begaan. Eigenlijk een soort passend onderwijs: heb je je laten pakken? Dan stoppen we je in een cel om andere criminelen te leren kennen en van elkaar wat op te steken. (In Noorwegen is daar overigens wat op gevonden, maar dat is D66-achtige prietpraat in de ogen van dit kabinet. Het uitgangspunt van de gevangenis Bastøy is namelijk dat de meeste misdadigers kunnen en willen veranderen, mits je hen eigen verantwoordelijkheden geeft en het aandurft hen als gelijken te behandelen. Het werkt!)

Nog onlangs bracht het SCP naar buiten dat zwaarder straffen niet werkt. Het rapport van het SCP gaat over de vraag of we waar krijgen voor ons belastinggeld: hoeveel veiligheid koop je voor je euro? Besteed je dat aan zwaarder straffen of aan andere maatregelen? Wat werkt is de pakkans verhogen. Er is overigens wel een relatie tussen het opsluiten van veelplegers en criminaliteit: uit onderzoek blijkt dat ze, in de tijd dat ze van de straat zijn, geen misdrijven plegen. Maar ze komen niet tot inkeer dus op de langere termijn los je niets op. Gevangenissen zijn duur en werken averechts. Uit de praktijk in de VS zou dat al lang duidelijk moeten zijn: daar zitten veel meer mensen per 1000 inwoners vast dan hier en de criminaliteit is niet lager. 

Uit onderzoek naar de maatregel blijkt dat bij diefstal met geweld of afpersing invoering van de minimumstraf het sterkste strafverzwarende effect zou hebben. Bij het moord, doodslag of mishandeling relatief het minst. Het is handig om die zaken even te bekijken. Opvallend is namelijk dat in die gevallen de eis van het OM eveneens aanzienlijk lager lag dan de minimumstraf. Dat moet toch tot nadenken stemmen.

Het is duidelijk wat de achtergrond is van de maatregel is: wraak. Niet meer nadenken over de achtergrond, niet proberen te achterhalen of gevangenisstraf de beste oplossing is, maar hard terugslaan. En is nog een ander soort wraak in het spel. Rechters stemmen relatief vaker D66 of Groen Links. Zo neemt het kabinet dus rechters de criminaliteit kwalijk.

In je woede doe je vaker dingen die niet verstandig zijn. Iedereen weet het, het kabinet zet toch door. OM en rechters zullen zwaarder moeten eisen en straffen, wij moeten de gevangenissen betalen en de maatschappij wordt er niet veiliger op. Je hoeft niet links te zijn om hier tegen te zijn.

Lees eens een onderzoek door, dat is genoeg.






donderdag 19 januari 2012

Arbeiderszelfbestuur is onzin, maar toch ...


De term arbeiderszelfbestuur komt uit de tijd dat gedacht werd dat de arbeiders tegenover de kapitalisten stonden, wat toen ook veel meer het geval was dan nu. Arbeiderszelfbestuur houdt in dat arbeidersraden, waarin alle arbeiders zitting hebben, de werkplekken democratisch besturen zonder bazen. Het ontkende de verschillende rollen in een netwerk van verantwoordelijkheden. In het communistische Rusland werd gesuggereerd dat individuele rechten wegvielen tegenover de rechten van het collectief. En zo ging het stroomafwaarts richting de dictatuur van het proletariaat, waarbij de gewone man of vrouw net zo weinig te zeggen had als de intellectueel. Individuele belangen werden genegeerd.

Maar kijk nu eens terug naar de crisis: de dotcomcrisis, de bankencrisis en de woekerpolissen die het vertrouwen in de verzekeringssector aantastten. Een enkeling kon zoveel verdienen dat hij de rest van zijn leven zijn geld niet op kon krijgen, terwijl individuele belangen genegeerd werden. Die individuele belangen vielen weg. Lloyd Blankfein, de topman van Goldman Sachs zei “I am doing God's work” . Hij verschafte immers miljoenenkredieten aan kleine Amerikaanse bedrijven. Banken deden dat met geld dat er niet was, waardoor de ING bijna omviel en wij allemaal moesten betalen. Goldman Sachs was ook de bank die de Grieken hielp met sjoemelen. Het kwam er allemaal op neer dat wij in slaap gesust werden terwijl grote zakenbanken slim met ons geld speelden. Was dat hun fout? Dat is de vraag. We hebben het allemaal laten gebeuren. We vonden het wel prettig om ingewikkelde zaken aan de kapitalisten over te laten. Zo had Adam Smith de onzichtbare hand en het liberalisme niet bedoeld.

De Rabobank deed dat niet. Daar hielp de corporatieve aansturing om geen gekke dingen te doen. Maar er zijn veel meer bedrijven die geen gekke dingen willen doen en met de belangen van de medewerkers, de lokale gemeenschap, de natuur en diverse andere belangen rekening te houden. Unive is een verzekeraar die prijs op prijs wint. Mogelijk komt dat doordat het een onderlinge waarborgmaatschappij is. De verzekeraar kijkt niet alleen naar het eigen belang, maar naar de belangen van de klanten, de medewerkers. Er zijn veel meer verzekeraars die niet de aandeelhoudersbelangen centraal stellen. Zij zijn dicht bij de basis gebleven van de onderlinge waarborgmaatschappij: mensen delen met elkaar hun risico's en stoppen geld in een gezamenlijke pot die uitkeert als iemand pech heeft.

Zelfstandigen hebben moeite om zich tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren: het risico is moeilijk in te schatten door verzekeraars (of ze nu onderlinge zijn of niet), dan doen zelfstandigen dat zelf met een broodfonds. Het Broodfonds werkt als een schenkkring. Wie ziek is krijgt van alle deelnemers een bedrag geschonken. Mensen die elkaar kennen en vertrouwen maken daarover een gezamenlijke afspraak. Zie broodfonds.nl 

Het individuele belang telt, mensen houden rekening met elkaar. We zien het terug in het Sociocratisch model. Dat zou nu volop in de belangstelling moeten staan. Daarbij worden besluiten genomen waarbij met ieders belangen rekening wordt gehouden. Ingewikkeld? Ja, als je het niet gewend bent. Maar ooit hebben we het in de vingers gehad. Achmea, Unive, OHRA zijn allemaal ontstaan als corporatieve onderlinge waarborgmaatschappij. Gaat het uit van de inherente goedheid van mensen? Nee. Maar het bouwt wel meer op vertrouwen.

Het vertrouwen in het rechtsstelsel en de politie en het vertrouwen in medemensen is gestegen de laatste 10 jaar. In 2010 gaf 67 procent van de Nederlandse bevolking aan vertrouwen te hebben in de medemens, tegen 58 procent in 2002. Tijd om de aandeelhouderswaarde niet meer centraal te stellen. Arbeiderszelfbestuur is misschien onzin, maar toch: er is heel veel mogelijk. Mensen zijn beter opgeleid dan ooit tevoren. Het is ingewikkelder dan ooit tevoren om met de diverse verschillende belangen rekening te houden. Nieuwe vitale economie gaat terug naar de mensen.

Het alternatief voor nu leeft en het heet dynamic self governance. Meer daarover in dit aardige artikel: hier.



donderdag 12 januari 2012

Meer ruimte voor tijdelijke contracten slecht voor arbeidsmarkt


Er is een goede wetenschappelijke basis voor het idee om de arbeidsmarkt te versoepelen. Ondernemingen zijn voorzichtig om mensen in dienst te nemen als het zeer moeilijk is hen te ontslaan. Kamp probeert dit nu te versoepelen door te regelen dat werkgevers minder snel een vaste baan hoeven te bieden na een tijdelijk contract. Slecht idee voor de Nederlandse economie!

De andere kant van de starre arbeidsmarkt is de bescherming van werknemers. Mensen die gemakkelijk ontslagen worden krijgen weinig zekerheid en kunnen moeilijk investeren (auto, huis, studie) als ze zo weinig zekerheid hebben over de toekomst. Mensen komen in de WW zonder uitzicht op werk. Is er geen rem op tijdelijke contracten, dan worden er wel heel veel contracten tijdelijk. Leuk voor ondernemers, maar niet voor werknemers en ook niet voor de samenleving als geheel.

Kamp vergeet die andere kant nu helemaal. Er zal meer tweedeling ontstaan tussen mensen met tijdelijke contracten en mensen met een vast contract.

Geen probleem? De ondernemer neemt alleen de allerbeste in vaste dienst? Denk eens aan de scholing voor mensen om hen aantrekkelijk te houden voor de arbeidsmarkt. Daar hebben werkgevers geen belang meer bij, Dat heeft grote nadelen voor de economie. Elk voor zich lijkt het interessant om daar geen geld aan te besteden, maar collectief is het heel slecht voor de economie als het fris blijven voor de arbeidsmarkt een individuele verantwoordelijkheid is. Geen probleem voor mensen die al veel kansen hebben, wel voor mensen met weinig kansen die wel een duwtje kunnen gebruiken.
Daarom is het beter het ontslagrecht te versoepelen op voorwaarde dat de werkgevers bij ontslag verantwoordelijkheid nemen voor het aan het werk komen elders. Werkgevers die vaak werknemers ontslaan die geen nieuw werk krijgen, zouden extra moeten betalen voor de werk­loosheidsuitkering. Voor werkgevers die dat niet doen hoeft er geen prikkel te zijn: als mensen maar weer gemakkelijk aan de slag komen.

Kamp denkt dat het bieden van een tijdelijk contract voor een paar jaar voldoende prikkel geeft voor werkgevers om te investeren in mensen. Maar Kamp wil toch ook dat mensen blijven doorwerken na hun 65e? Dan is er toch echt wat meer nodig!

Kamp vergeet dat collectieve verantwoordelijkheden naast individuele verantwoordelijkheden helemaal niet zo slecht zijn. Dan kan hij dus beter het ontslagrecht vernieuwen dan de tijdelijke contracten gemakkelijker maken. Het getuigt van korte termijndenken om tijdelijk werk te vergemakkelijken voor werkgevers.

Misschien heeft Kamp het best door. De strategie van Kamp zal dan zijn: nu tijdelijk werk vergemakkelijken samen met de PVV (die geen versoepeling van het ontslagrecht wil), als het dan te gek wordt gewoon steun winnen bij D66 en Groen Links om het wat te repareren. Lijkt mij een zeer gevaarlijke tactiek. Daar krijg je dan de werkgevers niet meer in mee.

woensdag 11 januari 2012

Wij krijgen minder waar voor ons geld!!

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft weer eens een prachtig, maar ontoegankelijk boekwerkje uitgebracht. Het heet "Waar voor ons belastinggeld?" en de conclusie is dat we steeds minder waar krijgen voor ons belastinggeld, vooral rond veiligheid. Het extra geld dat de overheid sinds 1995 heeft besteed aan onderwijs, zorg, politie en rechtspraak heeft niet geleid tot een evenredige stijging van de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening. 

Deels is die afnemende opbrengst te verklaren.Arbeidsproductiviteit bij arbeidsintensieve diensten verbetert minder dan bij productie industriële goederen. Bij kappers zien we dan hetzelfde als bij publieke diensten. Toch is het geen mooi beeld, want innovatie staat al zo lang in de belangstelling en helpt blijkbaar onvoldoende om de productiviteit te verbeteren. 

Gelukkig is er ook goed nieuws: minder jongeren die het voortgezet verlaten zonder diploma, vooral zwakke leerlingen presteren internationaal goed, het aantal opgehelderde misdrijven is fors gestegen en de veiligheid is verbeterd. Het extra geld levert wat op, ook al is het minder dan gehoopt. En hoewel er ook meer geld naar de zorg gaat, zien we in ziekenhuizen, extramurale zorg en verpleging een beter resultaat dan bij de veiligheid. Extra geld heeft daar meteen extra kwaliteit of productie geleverd. 

Toch tonen de cijfers dat de politiek nogal eens te snel roept om meer geld. Zo is meer geld om de klassen te kunnen verkleinen niet handig: "Er zijn geen aanwijzingen dat dit heeft geleid tot een substantiële verbetering van de leerresultaten". Terwijl "kleinere klassen!" zo lekker bekte altijd. Nog twee: "Meer blauw op straat!" en "Strenger straffen!". Ook hier is het goed om even te denken alvorens te doen. "Een meer algemene inzet van de politie (algemene surveillance) zou geen effect hebben op de criminaliteit”, stellen de onderzoekers. En over strenger straffen: “in grote lijnen is te concluderen dat vergroting van de pakkans de criminaliteit meer terugdringt dan verhoging van de strafkans of de strafmaat".

Grote politieke prioriteit was natuurlijk de veiligheid. Dat heeft desastreuze gevolgen. Het sluizen van extra geld leidt namelijk vooral tot verminderde arbeidsproductiviteit. De relatieve kostprijs van veiligheid is het sterkst gestegen. Mijn hypothese is dan ook dat de politiek zoveel geld wil wegzetten, dat het ambtenarenapparaat niet meer weet waar het naar toe moet. Waar geen politieke prioriteit ligt kijkt men beter naar de doelmatigheid en effectiviteit. (plaatje, in maatregelen in groene vakjes wordt extra geld gepomp, maatregelen in rode vakjes worden wegbezuinigd)
Affijn. Het is te hopen dat de politiek lessen trekt uit dit onderzoek. Ik zou zeggen: 
- strenger straffen? Onzin!
- meer blauw op straat? Werkt niet!
- kleinere klassen? Er zijn betere maatregelen. 
Ik denk dat de politiek bij prioriteiten te gemakkelijk aangeeft wat er precies moet gebeuren (lekker concreet laten zien wat je gaat doen: meer blauw op straat!), maar bij bezuinigingen juist ruimte laat aan de sector om de bezuinigingen zelf in te vullen (liever niet te duidelijk maken waar minder geld naartoe gaat). 
Een politieke prioriteit mag niet blind maken voor kwaliteit zoals doelmatigheid en doeltreffendheid. Burgers hebben recht om waar voor hun geld te krijgen. Hulde voor de vrouwen in de verpleging en verzorging die dat leveren. Foei voor de mannen bij de politie die dat niet leveren. Maar vooral foei voor de politici die met geld smijten om problemen op te lossen zonder de sector te laten kiezen voor de meest doelmatige invulling.

maandag 9 januari 2012

Qatverbod: nieuwe stap in the war on drugs

Een vraag. Zet deze middelen in volgorde van afnemende schadelijkheid. Heroine, alcohol, amfetamine, tabak, cannabis, ritalin en qat. We hebben heel wat schadelijke verslavende middelen, maar het rijtje staat al goed. Qat is van al die middelen het minst schadelijk. Toch wordt er weer eens een nieuwe stap gezet in de oorlog tegen drugs. Het kabinet is namelijk van plan om qat te verbieden. Een dure en niet effectieve maatregel. 

In deze tijden van bezuiniging en elke euro drie keer omdraaien voor je hem uitgeeft is het vreemd dat de erkenning uitblijft dat de oorlog tegen drugs alleen maar ellende brengt en geld kost. The global war on drugs has failed, with devastating consequences for individuals and societies around the world. Dat zeg ik niet alleen, dat zegt ook de Global Commission on Drugs Policy Hun rapport is uitgekomen in juni 2011 en pleit voor het experimenteren met decriminaliseren. We hebben het bij die commissie over respectabele mensen als Paul Volcker (zo ongeveer de enige Amerikaan waarvan je ongezien een tweedehands iPad zou kopen) en Kofi Anan.

Zo niet het kabinet dus. “Het kabinet werkt aan een verbod op qat, een plant met een stimulerende werking. Het is vooral populair onder Somaliërs. Veel landen zien qat als een drug en hebben handel en gebruik al verboden” (diverse kranten onlangs) Een adviescommissie zou al eens hebben aangeraden naar qat te kijken, zo staat erbij, waardoor het allemaal heel doordacht lijkt. Dat van dat advies klopt en het is niet het VN advies van zwaargewichten, maar van de commissie Garretsen. Wat er niet bij staat is dat het volgens die commissie vooral zou moeten gaan over: “de sociale en maatschappelijke schade en in het bijzonder de internationale context”. 

Over de schadelijkheid staat in dat rapport: “Uit onderzoek blijkt dat heroïne en crack samen met alcohol en tabak relatief het meest schadelijk zijn. De hallucinogene paddenstoelen, LSD en qat scoren relatief laag.” Verderop staat: “(..) kwam naar voren dat qat over het geheel genomen de laagste risicoscore had van alle middelen”. In 2007 was nog het voorstel van de VN om Qat niet onder internationale controle te brengen.

De druk om qat te verbieden komt vooral uit het buitenland. Eerder werden andere maatregelen voorgesteld om het drugsgebruik vanwege de (beperkte) gezondheidseffecten en overlast op andere manieren te ontmoedigen. Daarvoor zijn voldoende lokale instrumenten, was toen de conclusie. Dat de lokale instrumenten voldoende zijn gaf Teeven in juli 2011 nog toe: “Gemeenten die aan qat gerelateerde overlast ondervinden kunnen via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) maatregelen nemen om deze overlast tegen te gaan. Enkele gemeenten maken al van deze mogelijkheid gebruik. Van een van deze gemeenten, de gemeente Tilburg, heb ik vernomen dat de APV een geschikt instrument wordt gevonden om de overlast tegen te gaan." 

Waar niemand op ingaat is de vraag of het plaatsen van qat op dezelfde lijst als heroine en crack wel het effect heeft dat we willen. Wordt er teveel mee verdiend en gaat dat (mogelijk) naar terroristische organisaties? Dan is het verbieden van qat het beste wat de dealers kan overkomen. Het verhoogt de prijs! Is er overlast en is de verkeersveiligheid in gevaar? Dan is het verbod nu niet het eerste wat in gedachten komt. Hebben vrouwen last van de verslaving van hun man? Pak dat dan aan! Als de mannen aan alcohol verslaafd zijn zouden we dat ook doen. 

Er zijn betere prioriteiten voor de politie en de politiek dan het verbieden van qat. Het werkt niet, het is vooral in het voordeel van de georganiseerde misdaad, het kost geld.

Rutte: denk na, je kunt nog terug! Niet doen!
P.S. Ja, ik weet het. De Somalische gemeenschap wil inderdaad graag een verbod, maar is dat voldoende? Er zijn ook gemeenschappen die alcohol willen verbieden of of korte rokjes. Daar gaan we toch ook niet in mee? De Somalische gemeenschap kan geholpen worden om iets te doen tegen verslaving. 

donderdag 5 januari 2012

Albert Heijn tracht de concurrentie uit te schakelen


Het kost energie om keuzen te (moeten) maken. Je moet je informeren, je vergelijkt prijzen, je kijkt naar de gevolgen voor je gezondheid. Je pakt dus niet wat direct onder je handen te vinden is. Dat vreet energie. 

Zelfbeheersing om de keuze te moeten maken kost moeite, vooral als je eigenlijk anders zou willen kiezen. Bijvoorbeeld het kiezen voor de fiets als het koud is, het laten staan van dat derde drankje of het toetje: het kost moeite. Daarom moet je meestal bukken voor de goedkopere producten in de supermarkt.

Minder keuzevrijheid kost minder energie. Dat is handig om te weten, het betekent bijvoorbeeld dat je minder moe wordt als je dat toetje niet in huis hebt gehaald of een leenauto gebruikt in plaats van een auto die voor je deur staat. Het pleit ook tegen de populaire stelling dat we in de supermarkt zelfstandig moeten kiezen voor dat biologische vlees of die fair trade koffie. We worden er wel eens moe van altijd het goede te kiezen. Dat geldt nog meer wanneer het “goede product” duurder is. Dan wordt de keuze: wil je varkensvlees kopen dat ook diervriendelijk behandeld is? Dan betaal je het volle pond. Wil je varkensvlees van een varken dat mishandeld is? Dan krijg je korting. Ik heb die keuze altijd raar gevonden. Als mijn buurman minder scrupules heeft dan ik, dan mag hij ze gewoon lekker laten martelen en krijgt hij korting! Verbieden dat vlees uit de bio-industrie!

Bij de prijzen gaat het wel op: laat de koper maar een afweging maken tussen prijs en kwaliteit. In het dagelijks leven proberen we het ons gemakkelijker te maken door mee te liften met de keuzen van anderen. Ik ben erg voor zelfbeheersing, maar laten we het ons niet te moeilijk maken. Er is zo een prachtig mechanisme om de individuele keuze te behouden, maar zonder al te veel moeite te doen (want kiezen kost energie). We willen niet allemaal altijd alle prijzen vergelijken, maar als tien procent van de consumenten van Albert Heijn de prijzen te hoog vindt en overstapt op een alternatief, profiteert de rest er van. Albert Heijn brengt de prijzen naar beneden om geen klanten te verliezen. Goed voor de concurrentie en laat de beste winnen. Een mooi compromis om de keuzevrijheid niet te beperken en toch niet iedereen zich dagelijks te laten inspannen. Wij consumenten helpen elkaar!

Daar gaat verandering in komen.

Er is namelijk nogal wat opwinding over Albert Heijn en de privacy.  Albert Heijn gaat de bonuskaart gebruiken om persoonlijke aanbiedingen te doen. Ik heb het nu niet over de privacy, die bij Appie Heijn vast in goede handen is. Nee, dit is slecht nieuws voor de mensen die niet graag dagelijks kiezen, maar meeliften met de keuzen van anderen. Het is meer algemeen slecht nieuws voor de concurrentie in Nederland. Ga maar na: als je je persoonlijke gegevens geeft om persoonlijke prijzen te krijgen, kunnen anderen niet meer profiteren van jouw keuze. Wordt Albert Heijn te duur? Dat merk je niet eens! De mensen die over zouden stappen als de prijzen te hoog worden krijgen korting. De mensen die vertrouwen dat Albert Heijn niet te duur wordt krijgen die korting niet.

Winkelen wordt weer een individuele onderhandeling. 

Slecht voor vertrouwen, slecht voor de transactiekosten (moeite die je moet doen om de juiste keuzen te maken), slecht voor de Nederlandse economie. Moet de Mededingingautoriteit NMa hier niet optreden? 

dinsdag 3 januari 2012

Politici zijn niet dom, maar landelijke domheid wordt niet gecorrigeerd


Vroeger waren er grenzen. Was je voor een dubbeltje geboren, dan werd je nooit een kwartje. Ook Nederland was een standenmaatschappij. Terecht zijn die grenzen geslecht. Ik zag laatst nog de Koninklijke coupe in het spoorwegmuseum en verbaasde mij er weer over dat louter door geboorte mensen ineens vertroeteld worden. We mogen blij zijn dat Beatrix het zo goed doet. Maar zou ze dat niet doen, dan zette ze het erfelijk koningschap op spel. Dat is dan weer goed aan deze tijd: er is een veiligheidsklep waar de koningin zich goed van bewust is. Die veiligheidsklep is steeds vaker afwezig.
Voor politici is overduidelijk de veiligheidsklep verdwenen. Vroeger wonnen politieke partijen vertrouwen en werd de opvolgers het voordeel van de twijfel gegund. Dat is steeds minder het geval. Dat heeft als gunstig effect dat de politici het vertrouwen moeten verdienen.

Ongunstig effect is dat er geen veiligheidsklep meer is. In de omgeving van de politicus heeft niemand er baat bij om deze in toom te houden. Na de korte periode dat een politicus vlamt, moet er toch weer een ander komen. Je wordt als partij niet beloond of gestraft voor je goede of zwakke politici. Pak wat je pakken kunt. (Het zijn niet alleen bankiers die zo korte termijngericht zijn). Je kan denken dat zo'n veiligheidsklep conservatief werkt, maar dat is niet wat ik bedoel. Het gaat er om dat er een prikkel is om verder te denken dan jezelf en het goede te doen. Veiligheidskleppen zijn:
  • godsdienstige beloning (wees goed en de hemel wacht)
  • reïncarnatie (je wordt beloond in je volgende leven)
  • burgerschap (wees goed en je verdient het burgerschap van je woonplaats)
Het zijn maatschappelijke veiligheidskleppen gericht op de toekomst, want je wilt dat men in de toekomst als jij pech hebt ook aardig is. (Het burgerweeshuis was een beloning als je het burgerschap had verdiend).
Ook politiek was er een veiligheidsklep: doe je het goed, dan blijven we jouw partij stemmen. Nu die veiligheidskleppen weg zijn heerst het korte termijnbelang. Het is dus onzin dat alleen de bankiers te verwijten. Nazi Goering zei “Stem of geen stem, het volk kan altijd achter de wil van de leiders gebracht worden. Dat is gemakkelijk. Het enige wat je hoeft te doen, is hen vertellen dat ze aangevallen worden en veroordeel de pacifisten dat zij gebrek aan vaderlandsliefde hebben en het land in gevaar brengen. Het werkt hetzelfde in elk land.”

Ook hier was een veiligheidsklep. Het is gemakkelijk de meerderheid kort voor de gek te houden en gemakkelijk een enkeling voor altijd voor de gek te houden, maar moeilijk om de meerderheid altijd voor de gek te houden. Dat laatste doet er echter niet meer toe. Niet alleen de Maya-kalender gaat ervan uit dat er geen lange termijn meer is. Je ziet gelukkig ook dat die korte termijn vooral landelijke politiek betreft. En die betekent al steeds minder.
Gelukkig zal die veiligheidsklep vast opnieuw uitgevonden worden. Bedrijven zijn volop bezig met duurzaamheid omdat die in business willen blijven. In onze egale samenleving gaan nieuwe veiligheidskleppen komen. Die worden gebouwd rond individuen die zich bewezen hebben als betrouwbaar.
Vertrouwen is nog altijd de belangrijkste valuta. Een veiligheidsklep voor de lange termijn. De maatschappij kan niet zonder.