dinsdag 15 oktober 2019

Samenleving in evenwicht

Het is verrassend dat we een samenleving hebben. We durven het aan om met 17 miljoen mensen samen te leven in Nederland. We gaan naar winkels waar we onbekenden zien winkelen, zonder dat we hen aan te hoeven vallen. Dieren zouden elkaar's territorium bevechten en "eigen roedel eerst" roepen (blaffen en bijten).  Hoe houden we die samenleving toch prettig? 

Het is niet vreemd dat er agressie is en angst voor vreemdelingen. Het is prachtig dat we er in geslaagd zijn een samenleving op te bouwen waar weinig geweld is, veel vertrouwen onderling en winkeleigenaren met elkaar concurreren om de gunst van de klant, in plaats van elkaar af te maken.

Nu via de sociale media haat zaaien normaal lijkt en de extremen op elkaar schelden, of nepnieuws inzetten om de eigen macht te vergroten, kortom: de samenleving verscheurd raakt, is het goed te kijken wat onze samenleving bij elkaar houdt. Dat is namelijk niet alleen grote liefde voor elkaar of een dreigende politiemacht om de strijd van allen tegen allen te voorkomen. Als het goed is is er een balans die zorgt voor evenwichtige omgang met elkaar.

Samen leven vraagt balans
Krachten in balans en de instituties die daarbij passen
1. Samenwerken. Er is integratiekracht: samenwerken, elkaar helpen en bijstaan. Dit is begonnen in familieverband, in gilden, in de kerken en in verenigingen. Let ook op instrumenten als verzekeringen waarbij onderlinge waarborg er voor zorgt dat iemand die groot ongeluk treft geholpen wordt. Je hebt compassie met de ander.
Het is wat anoniem geworden: de bijstand voor ouderen, de zorg. Maar er is heel veel steun voor en er is ook veel niet-anonieme zorg, als je ziet hoeveel mensen elkaar helpen. Het is misschien de grootste kracht in de menselijke vooruitgang, hoewel dat van competitie meestal stelliger beweerd wordt. (zie hiernaast in de bovenste punt wat instituties bij integratie)

2. Dreiging en afdwingen.Toch is die integratiekracht alleen niet genoeg. Er is criminaliteit, er zijn profiteurs. Er is dus ook dreigingsmacht: de overheid die optreedt als regels overtreden worden. Dat is de dreigingsmacht, die we het liefst beperkt zien tot de overheid. De enige manier om geweld in te perken is het in handen te geven van een democratisch gecontroleerde macht. (zie de punt links)

3. Uitwisseling en competitie. Tenslotte is er de uitwisselingsmacht, dat is de concurrentie waardoor aanbod verdwijnt en nieuw aanbod ontstaat. Het is ook een geven en nemen: als jij bereid bent in te schikken bij iets wat ik niet leuk vindt, ben ik bereid in te schikken bij iets wat jij niet leuk vindt. (bij machtsmisbruik zoals onder grote aanbieders, komt de dreigingsmacht van de overheid weer om de hoek kijken)

Alle aandacht voor hard optreden, criminaliteitsbestrijding, fort Nederland of fort Europa ten spijt, het gaat om die drie machten die met elkaar in evenwicht moeten zijn. Teveel dreigingsmacht neigt naar dictatuur, teveel bouwen op uitwisselingskracht neigt naar monopolies en machtsmisbruik. Teveel bouwen op integratiekracht neigt naar klaplopers.

Discussies concentreren zich óf op medeleven óf op dreiging en hard optreden
Ik schrijf dit omdat ik merk dat in discussies over de samenleving en idealen altijd maar aandacht zie voor één macht. Dat past bij de huidige tijd van simpele verhalen en zwart/wit denken. De libertariers die geen overheid willen en eigenlijk vooral rekenen op uitwisselingsmacht. Denk aan de man van PayPal die zijn geld inzet om de overheid af te breken. Moet je kiezen voor kapitalisme of democratie, dan kiest hij voor kapitalisme. Of Thatcher die ooit zei dat er niets zoiets is als de samenleving, er zijn alleen individuen. Zij geloofde niet in integratiekracht, maar was bang voor de macht van de overheid en kwam uit bij veel uitwisseling/concurrentie en een kleine overheid. Sindsdien zie je dat er vaak geredeneerd wordt vanuit de twee onderste krachten in de driehoek.

Of neem de mensen van het reddingsschip Open Arms die elke vluchteling willen helpen. Dat gaat verder dan redden als je je schip Open Arms noemt. Sommigen concentreren zich op de integratiekracht en elkaar helpen en bijstaan. Anderen bewonderen de sterke mannen van Rusland, China of Turkije waar de staat zaken kan afdwingen zonder rekening te hoeven houden met de wensen van de enkeling (in Rusland en China zijn er heel veel enkelingen).

Streven naar balans lijkt niet van deze tijd
In deze tijden van simpele verhalen is weinig behoefte aan een streven naar balans tussen machten. Toch kunnen we er niet onderuit. Begin eens te kijken per probleem wat je kan doen vanuit de samenwerkingskracht, de dreigingskracht en de uitwisselingskracht. En als je dat bedacht hebt, hoe werken die maatregelen als je combinaties zoekt?

Je zult merken dat ineens heel veel meer op zijn plaats valt. (en dat je het meer eens kunt worden met mensen die uit een andere samenlevingskracht denken dan jij). Streven naar balans is juist nodig in deze tijd!

woensdag 9 oktober 2019

Huurdersvertegenwoordiging versterken of buurten verbeteren


Huurdersverenigingen hebben een belangrijke taak gekregen bij de volkshuisvesting. Ze praten mee over de prestatieafspraken met gemeente en corporaties. Op die manier zouden “de huurders” meepraten over de opgaven, wat de gemeente moet doen, wat de corporatie moet doen en wat de huurders zelf doen. Ik zie in de praktijk dat dat niet makkelijk is. Wat lukt wel? 

Helaas zijn huurdersorganisaties niet altijd even vitaal. Zoals een laatste bestuurder van een huurdersvereniging mij zei: “Eigenlijk is de manier van werken met vertegenwoordiging niet meer van deze tijd”. Het is niet zo dat huurders niets doen of willen, maar lastiger is om een bestuur te vormen. Toch is in de wet vastgelegd dat niet de huurders, maar de huurdersvertegenwoordiging met een gekozen bestuur de bijdrage levert.

Zo kom ik nogal eens in gesprek met besturen waarvan de leden de zestig ruimschoots gepasseerd zijn. Ze doen hun best, maar kunnen zich moeilijk inleven in de wensen van de totaal verschillende huurders die ze vertegenwoordigen. Vaak zijn het ook mensen die met een middeninkomen net nog of misschien zelfs net niet voor een sociale huurwoning in aanmerking zouden komen. Het is dan ook niet raar dat de aandacht soms (lang niet altijd) verschuift naar de middeninkomens.

Inzet te prijzen
Dat valt de besturen niet te verwijten. Het is eerder te prijzen dat mensen zich zo in willen zetten. Overal zie je dat het meedoen met activiteiten vluchtiger is. Voor een korte snelle actie willen mensen zich wel inzetten. Het is wat anders om hen te vragen voor vaste overleggen, stukken lezen, notulen maken, lastige vragen van huurders te beantwoorden. En hoe groot is de drempel wel niet voor een huurder om zich te mengen in de discussies met mensen die al jaren in de huurdersorganisatie actief zijn? Ik zou het zelf ook lastig vinden een bestuur te gaan vormen met mensen die ik niet ken, die andere interesses, andere werkwijzen en andere humor hebben dan ik.

Wat kun je dan doen?

Het start met een relatie met elkaar
Het eerste is heel algemeen. Het is makkelijker om je in te zetten als je de andere huurders kent. Zo zijn er corporaties die kennismakingsdagen voor nieuwe huurders organiseren. Er zijn corporaties die met de huurders het groen aanpakken en mensen die hun tuin niet meer kunnen onderhouden helpen dat alsnog te doen. Er zijn corporaties die een buurtschouw organiseren waarbij de corporatie met de gemeente en andere betrokken door de buurt lopen en kijken wat er anders moet en beter kan en wie dat op zich kan nemen. Dat zag ik bij woningcorporatie Poortugaal. De drempel om mee te lopen of de handen uit de mouwen te steken met kleine reparaties voor buren met twee linkerhanden is lager dan vragen of iemand in het bestuur wil.

Ken je huurders
Het tweede wordt specifieker. Ken je huurders en weet wat ze willen bijdragen. Misschien willen mensen niet structureel over alles praten, maar praten ze graag een keer mee over een probleem of helpen ze graag bij een nieuwe aanpak. Ik zag nogal eens wat jongere leden van een bestuur die eigenlijk alleen met duurzaamheid aan de slag wilden. Of mensen die niet in een bestuur willen, maar graag meehelpen bij het organiseren van een welkomstdiner van nieuwe huurders. Bij Brabant Wonen hebben ze klankbordgroepen en verdiepingsgroepen om af te komen van de standaardwerkwijze waarbij meepraten als huurder betekent dat je een bestuur moet zitten. Ook zie je dat bewonerscommissies heel andere mensen trekken, of zelfs zag ik bij Sint Joseph in Boxtel een bewonersgroep actief om de eenzaamheid in hun flat aan te pakken.

Gebruik enquêtes om iedere mening te horen
Het derde is het houden van enquêtes. Vrijwel iedere corporatie doet dat. Betrek huurdersorganisaties bij enquête naar achterban, geef hen ruimte zelf vragen mee te geven. Bespreek en analyseer ook met hen de resultaten. Het helpt hen echte vertegenwoordigers te kunnen zijn. Wooninc. in Eindhoven deed dat onder andere. Op het online platform lanceren Wooninc. en de huurdersorganisatie samen jaarlijks vijf beleidsonderwerpen. Huurders die via het forum actief mee discussiëren over een onderwerp kunnen daarna nogal eens deelnemen aan een fysiek klantenpanel. Door het samen te doen kan de analyse, maar ook de vraagstelling beter zijn dan als de corporatie het zelf verzint.

Vraag persoonlijk
In onze buurt en bij de korfbalvereniging wordt wel eens in een mail gevraagd of iemand in het bestuur wil. Dat is bijna nooit succesvol. Dat lukt dus ook niet bij woningcorporaties. Benader de mensen persoonlijk, niet alleen met email, advertenties en brieven. De corporaties die wel komen tot een actievere huurdersorganisatie spotten voortdurend mensen. Ze vragen het bij de klantcontacten, als er bij voorbeeld een klacht binnenkomt of als een huurder zich zorgen maakt om de buren. Niet om hen meteen in het bestuur te krijgen, maar om te kijken wat de huurder zelf wil en kan bijdragen. De kleine Lek en Waard Wonen wist zo veel huurders te betrekken en tot een vitale huurdersvertegenwoordiging te komen.

We kunnen er niet omheen dat de buurten veranderen. Mensen blijven langer thuis wonen, dat zorgt voor meer kwetsbare mensen bij elkaar. Mensen wonen niet meer vanzelfsprekend in instellingen, maar stromen door naar huurwoningen. Dat vraagt nogal veel van huurders die wel iets willen doen om te helpen.

Geef verantwoordelijkheid
Er zijn sterke buurten, waar bewoners zelfs zelf kleine reparaties doen en het groenonderhoud gezamenlijk aanpakken. Mozaiek wonen doet dat bijvoorbeeld. Gun die huurders dan ook wat terug in de vorm van lagere servicekosten. Het versterkt de buurten, wat tevens weer terug te zien is in minder vandalisme en meer sociale cohesie.

Pak het samen aan en maakt het concreet
Er zijn ook zwakkere buurten, kijk wat je daar kunt doen om er op tijd bij te zijn. Kijk niet alleen naar de ouderdom van het bezit en wanneer onderhoud nodig is, weet ook hoe het sociale onderhoud is en of daar extra inzet nodig is. Ik zag bij Aarwoude hoe huurders graag zouden willen helpen, maar , zo vroegen ze: hoe ga je om met mensen die een trauma hebben of die niet benaderbaar zijn? Zorg dat zij welzijnswerk kunnen vinden en stuur ze niet van het kastje naar de muur. Hier is samenwerking van gemeente, welzijn, corporatie en bewoners hard nodig.

En wat als vervolgens de wijk afglijdt en het wordt onveilig? Rochdale zocht met bewoners en professionals naar activiteiten om verder te komen, waarbij heel concrete afspraken gemaakt werden over wie wat doet en samen teruggekeken wordt op succes en falen. De bewoners zien er dat de corporatie zich echt iets aantrekt van hun zorgen en nemen de verantwoordelijkheid voor hun buurt weer op zich. Een formele huurdersvertegenwoordiging is hier gewoon niet aan zet, het gaat om de mensen zelf.

Het start niet met het bestuur van de vereniging
Terugkijkend proberen die corporaties zich in te leven in de wereld van de huurders. Ze kijken niet naar het vullen van de formele plekken in de huurdersvereniging voor het systeem. Ze kijken wie wat wil doen, wat er nodig is, hoe je de mensen echt serieus neemt en hoe je hen een eigen verantwoordelijkheid kan geven, want ze zijn mondiger dan vroeger. Zo kunnen huurders echte invloed hebben. Dat past beter bij deze tijd dan het zoeken naar bestuurders.

Die persoonlijke en concrete aandacht is uiteindelijk het recept. Dat zal uiteindelijk niet alleen leiden tot betere prestatieafspraken met gemeente en corporatie, maar tot fijner wonen in een goede leefomgeving. 


vrijdag 4 oktober 2019

Stem tegen!

PSP stemde vroeger altijd tegen de begroting Defensie: eigenlijk mocht er geen cent besteed worden aan de militaristische verdediging van ons land was de pacifistische boodschap. Verder werd het budgetrecht heel serieus genomen, maar tegen begrotingen stemmen was zeldzaam. Partijen stemden kritisch over amendementen, maar het was altijd gericht op de begroting te verbeteren. Haalde je geen meerderheid, dan slikten zij de niet perfecte begroting om vervolgens het kabinet in staat te stellen het land te besturen. 

Dat klinkt als een wat suffe strategie om vuile handen te accepteren. Maar het is wel een effectieve strategie die winst oplevert. De blokkade door je aantal tegenstanders is een polarisatiestrategie: buit uit dat er geen meerderheid is vóór iets en wel een meerderheid tegen.

Dat is de nieuwe tactiek die in de VS en nu ook in Nederland veel steun heeft. Helaas is dat een strategie van polarisatie die het in de media goed doet, maar niet veel winst oplevert. Deze gaat zich tegen je kiezers keren, maar dat merken je kiezers niet.

Neem de onderwijsbegroting
Laten we een voorbeeld pakken. De onderwijsbegroting is verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Echter, niet zoveel als enkele partijen hoopten. Bovendien worden er op basis van artikel 23 van de Grondwet Islamitische scholen gefinancierd. Conclusie is dat partijen die veranderingen in de begroting wilden tegenstemmen. Haalt het kabinet dan geen meerderheid, dan dwing je het kabinet te kiezen tussen extra geld (PvdA) of aanpak Islamitisch onderwijs (PVV of FvD). De PvdA gokt op de keuze voor de PvdA, het is immers ondenkbaar dat het kabinet steun haalt bij PVV of FvD. Slimme strategie? In elk geval goed voor de bühne. Je voedt de woede.

Reactie van het kabinet
Het vervolg is natuurlijk dat het kabinet op deze strategie gaat reageren. Amendementen van de PvdA steun je per definitie niet, want uiteindelijk zet de PvdA je toch voor het blok door tegen de begroting te stemmen. Nog vervelender is als PVV en FvD deze strategie niet kiezen en zich coöperatiever opstellen. Misschien kun je met wat harde woorden over Islamitisch onderwijs de PVV en FvD paaien? Stel vervolgens het Wilhelmus verplicht en voeg nog wat acties toe om linkse indoctrinatie op school te voorkomen en je kunt door met FvD of PVV. Dan wordt het voor het kabinet wel erg verleidelijk om in eerste instantie naar PVV en FvD te kijken.

Dat maakt voor de bühne uit: de PvdA houdt schone handen en het kost de PvdA geen kiezers. Maar de kiezers van de PvdA worden er niet beter van. Het kan inderdaad stemmen opleveren, maar je komt niet echt goed voor de belangen van je kiezers op. Dan hebben we het er niet eens over dat de Onderwijsbegroting meer geld biedt dan toen de PvdA nog vóór stemde.....

Niet vreemd dat op Twitter steun is voor de PvdA: woede over te weinig geld wordt gevoed en de strategie van schone handen levert je nooit veel woede op. Dat is nu nog fijner dan vroeger, juist door Twitter.

De PSP is er overigens nooit ver mee gekomen.