zondag 31 maart 2013

Paasgedachte


Het is zo oud als de wereld. Problemen, natuurrampen, onverklaarbare ziektes: ze worden opgelost door het aanwijzen van één persoon of groep die men ziet als verantwoordelijk voor de problemen. De zondebok. Hij moet geofferd worden: verdreven uit de gemeenschap, gestenigd of opgejaagd naar buiten het dorp. Het werkt ook: het volk wordt verenigd op de haat voor een vijand, wordt sterker en overwint de problemen.
Wikipedia zegt over de zondebok: “Het begrip zondebok wordt gebruikt om iets of iemand aan te duiden die de schuld van velen op zich geschoven krijgt. De zondebok is hierbij niet altijd onschuldig of schuldig maar het begrip impliceert wel enige onterechte schuld. Het spreekwoordelijk begrip omvat een schuldvraag die bij de echte offerande niet ter sprake kwam.

Het kon dus ook een dier zijn dat geofferd moest worden, maar een vreemde leek wel een mooier offer dan een bokje of arm schaap.

Het is daarom dat het paasfeest van de Christelijke kerk zo mooi is en misschien wel staat boven andere godsdiensten. Alle godsdiensten leveren hoop en stimuleren in dit leven goed te doen. Alle godsdiensten geven rust aan mensen die dood gaan. Het Christendom zorgt voor een oplossing van het probleem van de aloude zondebok. Iedereen maakt fouten, het Christendom zegt dat Jezus de rol van zondebok op zich neemt. (Johannes 2:2 "En Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze maar voor die der gehele wereld.")

Jammer dat ook in de christelijke wereld dit niet erg serieus wordt genomen en dat men nog steeds zondebokken aanwijst. De joden, de Marokkanen, de homosexuelen, noem maar op. Tot en met de gerefomeerden die de katholieken aanwijzen en omgekeerd.

En toch was het een goed idee. Niet de wederopstanding moet dus gevierd worden, maar dat iemand de rol op zich neemt als zondebok, opdat anderen van die rol gevrijwaard blijven.

zaterdag 23 maart 2013

CypRus


Even terughalen. Nog niet zo lang geleden waren spaarders beschermd door een garantieregeling. Die zorgde dat bij de bank 20.000 euro gegarandeerd was en de volgende 20.000 tot 90%. Ik neem aan dat die spaarders die in Cyprus boos zijn over die 6% niet in 2008 slechts 20.000 hadden en toen de garantie omhoog ging hun saldo verhoogden naar een ton.

Ik heb dan dus alleen medelijden met de kleine(?) spaarders met een bedrag van minder dan 40.000. Die betalen 6,5% ipv voor 2008 tot maximaal 5%. (Als de regeling daar net zo was als in Nederland)

Pas met ingang van oktober 2008 is de eerste 100.000 gegarandeerd in Nederland. Maar vroeger was dat hoge spaarbedrag dus helemaal niet gegarandeerd.

Toen Cyprus nog geen euro had, kon het eiland de munt, de Cypriotische pond, devalueren. Italië en Spanje deden mee aan het EMS, waardoor zij 6% mochten afwijken van de rest van de euromunten, maar volgens mij deed Cyprus daar niet aan mee. Devaluatie zou volgens kenners leiden tot een verlaging van de waarde van de munt van 40%. In het EMS zou een 6% daling dus heel normaal zijn.

Zou je in 2007 een sparende Rus, Cyprioot of wie er nog meer spaart hebben voorgesteld om het spaarbedrag in zoverre te garanderen dat hij 6,5% zou moeten inleveren over de eerste 100.000 en 9,9 over de hogere bedragen, dan had hij blij in zijn handen gewreven. En doordat Cyprus pas een euro heeft sinds 2009 zou hij in 2007 nog rekening hebben moeten houden met een mogelijke devaluatie.

De verontwaardiging van spaarders is dus niet op zijn plaats. Ik snap de kritiek op de Eurogroup dan ook niet, zeker die vanuit het Europese Parlement niet. Alle paniek heeft te maken met sfeer, niet met de feiten en het Europese Parlement (en het Cypriotische) versterkten de paniek. Overigens is het geen maatregel van de Eurogroup, maar van Cyprus: om de spaarders mee te laten betalen aan de grote schulden van het land. Een eenmalige spaardersbelasting. 

Wel begrijp ik het land. Cyprus heeft een grote bancaire sector en wil dat zo houden. Ze willen net zo graag die garanties houden als Nederland die belastingvoordelen voor grote bedrijven wil behouden (anders verdwijnen al die brievenbusfirmas). Maar dat is wel erg hypocriet van Cyprus.
.
De Russen die hun geld in Cyprus hebben gestald, hebben - sinds 2008 - vergeleken met het stallen van hun geld in Rusland ook met de heffing winst behaald ten opzichte van hun makkers die het geld braaf in Rusland hebben gehouden. 

Cypriotische en Russische spaarders hebben een redelijke deal gehad. Zonde dat het parlement in Cyprus die wegstemde.

Maar uiteindelijk is de bankgarantie geen bescherming van spaarders, maar van banken! Het is bedoeld als bescherming tegen een bankrun.



PS. Terecht werd ik er op gewezen dat het er ook om gaat dat de spaarders naar Cyprus zijn uitgeweken voor dat procentje extra. Mensen moeten zich toch bewust zijn van risico's. Die zijn in Cyprus anders dan in Nederland. Was dit in Nederland ook een goede deal geweest is de terechte vraag. Misschien moet je in Nederland dan denken aan een solidariteitsbelasting voor die brievenbusfirma's. Maar dat is voor Nederland gelukkig niet nodig. Mag die soliditeit van Nederland zich ook eens op een andere manier uitbetalen dan lage rente voor de overheid: meer zekerheid voor spaarders.
PS 2: De vervlechting van het landsbestuur met de besturen in de bancaire sector: leek een zegen, is in dit soort crisissituaties een vloek. Conclusie: Mensen moeten weer zelf inschatten wat risico heeft en wat echt gegarandeerd is. 

woensdag 20 maart 2013

Het in een lesbisch gezin opgevangen jongetje

1. De Nederlandse visie
Wat te denken van een jongetje dat met een gebroken arm en een gezwollen hoofd in het ziekenhuis belandt. Thuis mishandeld, situatie onhoudbaar. De jongen wordt uit huis geplaatst en opgenomen in een liefderijk gezin dat de zorg op zich neemt. Het is een sprookje dat goed afloopt.

Maar nu zijn veel Turkse mensen ineens boos over dit sprookje. Wat vinden we dan van het argument dat het kind ten onrechte in een gezin terechtkomt van twee lesbische moeders? De ontaarde moeder, is nu ineens boos! Een uit huis plaatsing is nogal wat. Maar de rechten van de moeder zijn niet geschonden. Het gaat niet in tegen het fundamentele recht een gezin te stichten. Zeker niet tegen het fundamentele recht van een kind op bescherming!

Homoseksuele gezinnen zijn normaal in Nederland. Wie in Nederland woont weet dat dat zo is. Het is zelfs de vraag of de jeugdbescherming gerechtigd was om dat onderscheid te maken. Mocht hij dan ook niet bij een zwart gezin? Of joods? Daar gaan we toch niet in mee?

1 ½ . Was het misschien onhandig? ...

Daar twijfel ik dan over. Is het niet handig om zo'n jongen in een ongeveer gelijk gezin te plaatsen? Om de jongen in de zelfde cultuur op te groeien? 

Daar staat echter wat tegenover. Wat is dat dan, een zelfde cultuur? Een cultuur met losse handjes? Een cultuur waarin die jongen zich niet kan ontwikkelen zoals hij is? Wie weet is die jongen wel homosekueel, dan moet je er niet aan denken dat hij opgroeit in een streng islamistisch gezin.

Onhandig. Misschien in de internationale contacten, misschien rond de cultuur. Maar niet principieel, of liever principieel niet fout. Asscher vindt de reactie van Turkije dan ook aanmatigend en ongepast. En er was haast geboden. Aan een pleeggezin moet je wel eisen stellen, je moet zeker weten dat die ouders waar het kind terecht komt zo'n getraumatiseerd kind goed kunnen opvangen.

2. Was het verkeerd?

Heeft de moeder het recht verspeeld om te beslissen over het opgroeien van haar kind door een ontaarde moeder te zijn? Dat is de vraag. Een uithuisplaatsing is nogal wat. Heeft de jeugdzorg wel goed onderzocht of de moeder inderdaad niet in staat was om de opvoeding weer op zich te nemen?

En we hebben het nogal eens over Eigen Kracht! “De overheid moet niet de problemen oplossen maar de gemeenschap helpen om zelf de problemen op te lossen”. Toch veelvuldig aangehaald door gemeenten, ministeries, politiek etcetera. De burgers leggen de problemen te gemakkelijk bij de overheid. Mensen moeten zelf de handen uit de mouwen steken!

Geldt die oproep om via eigen kracht de zaken op te lossen ineens niet als het om een islamitische cultuur gaat? Dat is meten met twee maten! Wanhopige Turkse ouders voelen zich niet gehoord door jeugdzorg. Hoe groter het verschil tussen de culturele achtergrond van de ouders en pleegouders, des te moeilijker het kind kan aarden. Moet jeugdzorg dan niet de gemeenschap meer betrekken bij de oplossingen? Is dat ook niet beter voor de kinderen als de eigen gemeenschap zich de problemen van geweld binnen het gezin meer aantrekt?

Natuurlijk hebben de pleegouders van Yunus niets fout gedaan. Zij hebben zich als Nederlands gezin aangeboden om een kind liefdevol op te vangen en dat hebben ze gedaan. Dat zij moeten onderduiken is een schande! Als een gemeenschap zo'n hetze opzet tegen liefdevolle ouders is dat een argument tegen de inzet van eigen kracht.

Maar of jeugdzorg goed heeft gehandeld? Dat vraag ik mij af.


vrijdag 15 maart 2013

Winst maken en klantenbelang centraal stellen.

Gisteren bezocht ik een symposium over klanten en financiële instellingen. De verhouding tussen klanten en financiële instellingen is immers niet zo goed. Iemand vroeg waarom de financiële instellingen zo anders behandeld worden dan bijvoorbeeld bouwers of fietsenmakers. Daar regelen we toch ook niet van alles in die relatie? Die willen toch ook alleen maar winst maken? Dat is toch niet vies! Waarom dan zo moeilijk doen?

(Overigens: daar kreeg ik een tip voor studenten om in een dag zeker 30.000 euro te verdienen. Werkt echt! Maar goed, daar ging het niet over.) Waarom behandelt de overheid die financiële instellingen zo streng?

Systeemgevoeligheid en marktwerking
Natuurlijk is er de systeemgevoeligheid: als de bank failliet gaat zijn de gevolgen zo verstrekkend dat je apart zaken moet regelen. Anders stort het vertrouwen in het betaalmiddel in. Maar er is meer. Veel meer!

In een normale sector regelt de markt zichzelf. De klant heeft informatie, kan kiezen en verhaal halen. Op basis van de informatie kijkt de klant welk product het best op zijn wensen aansluit qua prijs en kwaliteit. Is het niet goed, dan kan hij verhaal halen op basis van consumentenrechten. En hij vertelt vrienden en collega's dat hij slechte ervaring had met een product, waardoor de producent geprikkeld wordt zijn product te verbeteren. De producent heeft interne checks en toetst de klantentevredenheid. Weglopende klanten of groei van de concurrent geven signalen of de producent het anders moet aanpakken.

Maar natuurlijk is de klant erg gericht op het product dat aangeschaft wordt. Stel je wilt een televisie: dan vergelijk je en spreek je anderen er over. Je ziet de prijs en koopt. Moet je dan ook een financieel product zoals een lening? Dan is dat eerder iets vervelends waar je je niet in verdiept. Dat zelfde geldt voor een verzekering. Die televisie moet niet kapot gaan of gestolen worden. Wil je daar een verzekering voor?

Low interest product
Financiële dienstverlening is een dienst met zeer lage interesse. Het lijkt een bijkomstigheid, ook al gaat het om vaak veel grotere bedragen: denk aan je pensioen, een arbeidsongeschiktheidsverzekering of je hypotheek. Je wilt niet pensioen maar een onbezorgde oude dag en bij verzekeringen wil je er nooit een beroep op hoeven te doen (dus eigenlijk niet weten of je wel goed gedekt was).

Van financiële dienstverlening zie je pas veel later of je een goede keuze hebt gemaakt en soms nooit. Neem die verzekering tegen diefstal van je televisie. Je weet niet of je verzekering goed was, want je hebt er nooit een beroep op gedaan. Dan kan je vrienden en bekenden ook niet laten weten of die verzekering van X goed was. Je weet alleen wat je ervoor betaalde. Dan kan het ook nog gebeuren dat je een verzekering hebt afgesloten via tussenpersoon X. Blijkt jaren later dat die je slecht adviseerde over een (beleggings)verzekering, dan is het een heidens karwei om die terug te vinden (inmiddels 3 keer gefuseerd) en omdat die misschien niet kapitaalkrachtig is, kan die aan de claims van consumenten jaren later failliet gaan. Verhaal halen werkt niet.

We zien dus dat de drie instrumenten om te zorgen voor goede producten ontbreken: de informatie is beperkt, de toets of je tevreden bent komt pas veel later zodat mensen niet kunnen leren van anderen en verhaal halen lukt soms niet juist als het over grote bedragen gaat. We moeten hopen op de betrouwbaarheid en goede wil van banken, verzekeraars en tussenpersonen.

Winst maken en klantenbelang centraal stellen
Is het bij zo'n lage interesse en slechte prikkels om de markt goed te laten functioneren wel slim om die te laten bespelen door op winst gerichte instellingen? Zorgen die voor betrouwbaarheid en goede wil? Lange tijd is gezegd van wel. Immers, de banken willen op lange termijn overleven en het is dus rendabel om goed voor de klanten te zorgen. Klopt dat?

Het blijkt van niet. Toch hebben we minder middelen om dat klantenbelang te waarborgen dan in andere sectoren. We kunnen immers niet genoeg rekenen op afstraffing door klanten en faillissement kan de maatschappij zich bovendien niet veroorloven. Lange tijd gaat het goed, maar kijk nu naar ABNAMRO, SNS en de redding van Aegon en ING. Of kijk naar ASR, ooit was Stad Rotterdam al eens gered door de gemeente Rotterdam. Dan hebben de Rabo bank, Menzis en Achmea een betere staat van dienst. Eerder schreef ik al eens over een kleine Onderlinge Verzekeraar De Onze.

Waarom dan toch die aandeelhouders? Omdat de aandeelhoudersgedreven bedrijven innovatiever zijn en meer zoeken naar efficiëntie en lagere kosten. Dat was lang een ijzersterk argument, maar door de financiële crisis is dat ernstig verbleekt. Toch hopen veel mensen daar op: ING en Aegon hebben immers hun steun afbetaald. En kijk hoe Nationale Nederlanden zijn best doet het vertrouwen terug te winnen?

Er is goede reden de financiële instellingen streng te reguleren. Dus vanaf nu niet meer zielig doen.

Maar wat was nu die tip?
En hoe kunnen studenten nu in een dag 30.000 euro verdienen? Neem als je twintig bent even de tijd om je oude dag goed te regelen. Als je daar vroeg mee begint levert je dat op je 65e zeker 30.000 op, waarschijnlijk meer! Doe je dat niet, dan merk je meteen dat financiële dienstverlening een low interest product is.

donderdag 14 maart 2013

Evaluatie van Project X: leren we er nog wat van?

In een oude grap komt een medewerker naar zijn baas. Door de fout van de medewerker zijn er verkeerde mallen gebruikt en heeft het bedrijf een strop van een miljoen. De medewerker neemt zijn verantwoordelijkheid en zegt: “Ik bied mijn ontslag aan want door mijn fout zijn we de boot ingegaan”. Zegt de baas: “Wat? Neem je ontslag? Net nadat ik een miljoen heb geïnvesteerd in je opleiding?!

Deze belegen mop schoot mij te binnen toen ik zag dat de burgemeester van Haren zijn ontslag indiende. Het rapport van Cohen is ook heel hard over de gemaakte fouten. Zeker, de impact van het gebrekkige optreden in Haren vanwege Project X is groot. “Iets wat begon als een “feestje” eindigde met gewonden, een totale schade van tegen de miljoen euro, plunderingen, geweld tegen politiemedewerkers en een forse inbreuk op het veiligheidsgevoel van de bewoners van de gemeente”.

Een essentieel onderdeel van het optreden van de burgemeester is het formeel aanvragen van steun van omliggende gemeenten. “Op voorstel van de burgemeester wordt de organisatie veranderd: er wordt opgeschaald naar wat in het jargon heet: GRIP 31. GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure. Dat betekent een heel andere organisatie, waarbij het zwaartepunt niet meer bij de openbare orde en de politie ligt, maar bij ramp- en incidentbestrijding, waarbij ook de brandweer en de andere hulpdiensten worden ingeschakeld en waarbij de burgemeester opperbevelhebber is. De burgemeester, gesteund door de Officier van Justitie, wil graag dit relatief hoge niveau van GRIP, omdat de gemeente naar zijn oordeel zo meer mogelijkheden krijgt om de zaak grootschaliger aan te pakken.” Dat was misschien wel zijn grootste fout. 

De organisatie wordt hierdoor een stuk ingewikkelder en vraagt veel extra inzet van medewerkers in formele, verplichte structuren. Zo kan de gemeente dus niet snel optreden en dat is juist tegenover zoiets beweeglijks als een sociale media-event onverstandig. Maar de gemeenten zouden op een informele ondersteuningsvraag misschien niet steun hebben toegezegd, was de reactie, niet alleen van de burgemeester, maar ook van de omliggende gemeenten. Dat was nu eenmaal afgesproken.

Bureaucratie en formele organisatiestructuren zijn dus niet aan de orde in zo'n geval. Daar heeft de commissie die het onderzocht ongetwijfeld gelijk in. Het rapport is ook zeer interessant en goed leesbaar. En inderdaad: de conclusies zijn niet mals. 

De burgemeester is veel meer verantwoordelijk dan hij zelf dacht (sic). “Bats liet verder weten dat de toon van het rapport van de commissie-Cohen meer bij de burgemeester lag dan hij aanvankelijk had verwacht. Met een aantal conclusies uit het rapport zei hij ook “tot op de dag van vandaag nog slecht uit de voeten te kunnen”.” Misschien is precies die reactie een goede reden om te vertrekken.

Okay, dan moet je dus weg. 

Maar wordt dat nu de standaardreactie na evaluaties? Dan durft niemand meer een evaluatie te vragen. Er lopen is Nederland weinig mensen rond die ervaring hebben met de positie waarin Bats zich heeft bevonden. Want burgemeesters van grote gemeenten bevinden zich in een heel andere positie. Jammer dus dat die ervaring nu verdwijnt. Misschien is Bats het aan zijn stand verplicht om het geld dat op deze manier in zijn opleiding is gestoken productief in te zetten voor training, intervisie en dergelijke.

Evaluaties zijn er om van te leren. Dat is waardevol, niet om te weten welke mensen moeten aftreden. Dat is misschien wel onhandige bijvangst. We steken nogal wat geld in fouten van publieke functionarissen. Kunnen we die opleidingen niet te gelde maken? 

woensdag 6 maart 2013

De kracht van agenderen

Wij hebben thuis een boodschappenlijstje, zoals zovelen. Is de hagelslag bijna op, dan komt dat op de lijst en wordt het meegenomen. Zo hoort ons voorraadbeleid tot het beste onderdeel van onze huishouding. Mijn kinderen hebben nog niet allemaal de waarde van het lijstje gevonden. Zaken als vruchtenhagel die ik nooit eet, zijn dan ook geregeld op: ze stonden niet op de lijst en werden vergeten. Koekjes is ook een probleem: die eet ik niet veel, dus vergeet ik altijd mee te nemen.

Mijn oudste dochter van 12 heeft de waarde van het huishoudlijstje wel goed begrepen. Ze zet er de kaas en ham op, maar begon van de week met de chocolade-eitjes. Bijna zonder nadenken kocht ik dus paaseitjes. Want als ze er in de winkel om vragen geef ik ze niet altijd snoep, maar de boodschappenlijst is mijn kompas, dat werkt anders. (Er zijn ook huishoudens die niet met een boodschappenlijstje werken, maar die zijn gemiddeld gesproken veel meer geld kwijt aan (impuls-)aankopen.)

Dat schort eigenlijk nog het meest aan de huidige systeem met representatieve democratie. Mensen denken misschien dat de programma's de boodschappenlijstjes zijn waar je op kunt vertrouwen. Zo werkt dat helemaal niet. Ten eerste worden die boodschappenlijstjes opgesteld door de leden van de partijen, bepaald geen afspiegeling van de bevolking. Natuurlijk nodigen zij maatschappelijke organisaties uit om ook ideeën te geven, maar toch. Ten tweede en veel belangrijker is dat de programma's niet zo maatgevend zijn voor de dagelijkse praktijk als gehoopt. Toen ik in de Tweede Kamer werkte merkte ik dat de beste invloed die je had die van de agendering was. Als je een bepaald onderwerp geagendeerd wist te krijgen voor een commissievergadering was de helft van het werk gedaan. De minister moest dan namelijk gaan zorgen dat hij voor de bijeenkomst van de commissie een oplossing had. Je scoorde dus niet echt voor de camera's door te agenderen, maar je wist wel de minister aan het werk te zetten om dingen te regelen.

Net als het boodschappenlijstje. Het gaat er niet om netjes aan tafel te bespreken wat we vaker willen eten of moeten kopen. Het gaat er om dat je boodschap op het lijstje staat. Dat geldt net zo goed voor de gemeenteraad als voor de Kamer. Voor burgers is het erg moeilijk om op dat boodschappenlijstje te komen. Zo vonden burgers al jaren dat de criminaliteit meer bestreden diende te worden dan de politiek dat vond. Of dat de overlast door de snelle culturele veranderingen in de buurten aangepakt moest worden. Of dat de oudedagsvoorzieningen beter geregeld moeten worden.

Punten van burgers agenderen
Ik zeg daarmee niet dat de politiek de wensen direct moet overnemen. Het gaat er wel om dat dat onderwerpen zijn die de politiek niet kan negeren. In onze democratie werkt het redelijk om te debatteren en compromissen te zoeken of zaken uit te ruilen. Maar die agendering is nog altijd een probleem. Burgers kunnen niet goed bij het boodschappenlijstje. Misschien zou je standaard een vrij onderwerp moeten laten agenderen door burgers van je gemeente. Heel wat beter dan een vragenuurtje dat wordt ingericht door politici.

Judo voor ambtenaren

De overheid wil graag naar een open overheid. Nou ja, dat wil de overheid niet, dat wil een groep ambtenaren en bestuurders. En terecht. Van je volleybal-vereniging waar je vrijwillig lid van bent kun je de hele reutemeteut zien, maar bij de overheid lijkt dat niet te kunnen. In het Verenigd Koninkrijk staan vooral open data, hoog in het vaandel. Alle overheidsinstanties moeten transparantie te geven in uitgaven boven een bedrag van £500. Het gevolg? Mensen gingen rare uitgaven zoeken en wisten zo forse besparingen te vinden. Het mooie is dat je aangeeft dat je niets te verbergen hebt en dat je het goed vindt als anderen meekijken of je het allemaal wel goed doet.

Overigens komen er ook economisch interessante functies beschikbaar. Als je databanken beschikbaar maakt voor buitenstaanders om nieuwe applicaties te ontwikkelen, kunnen nieuwe diensten ontstaan. Dergelijke zaken worden nu ontwikkeld in de VS en het VK, Nederland zou daar in voor kunnen lopen.

Een cultuur van openheid
Grootste hindernis voor open overheid is de overheid zelf. Natuurlijk moet je investeren, maar daar staan besparingen tegenover, de balans zal positief zijn. Moeilijker is het om pottenkijkers te accepteren. Natuurlijk niet bij alle plannen (denk aan het nadenken over bouwbestemmingen: daar kunnen projectontwikkelaars mee speculeren), maar zeker bij alle gegevens die eigenlijk ook al opvraagbaar zouden moeten zijn met de Wet openbaarheid van bestuur.

TV moment voor wie bereid is te zeggen dat de overheid verspilt
Vooral de eerste tijd kan het gebeuren dat voor elke heisessie om ambtenaren te laten nadenken over de toekomst iemand opstaat die vindt dat de ambtenaren dat gewoon op kantoor moeten doen. Waarom moeten die ambtenaren op onze kosten naar een mooi zaaltje buitenshuis gaan? Als dat stimuleert tot nadenken is dat natuurlijk gewoon winstgevend, maar iedereen voelt de journalisten al komen. Die gaan experts zoeken, net zo lang tot ze iemand hebben gevonden die beweert dat dat echt een onnodige uitgave is. Dat is meteen het TV-moment voor deze expert. Daar zien ambtenaren tegenop. 

En wat is het duur om een adviseur in te huren voor een adviesje a raison van 125 per uur! Dat doet de speurder graag zelf voor 50 euro per uur. Lastig, maar geen echt probleem. Pas als je bij jezelf denkt dat het ook niet uit te leggen is, dan heb je een probleem.

Judo gebruikt de kracht van de tegenstander
Ambtenaren moeten bij een echt open overheid leren judoen met dergelijke lastpakken. Wat ik bedoel is dat ambtenaren de kracht van die lastpakken niet moeten tegenhouden, maar gebruiken! Zoals hackers de beste mensen zijn om de veiligheid van je systeem te laten testen zijn burgers die op alle uitgaven zout leggen de beste mensen om je uitgaven te toetsen op onnodige uitgaven. En dan geen gezeur als ze iets hebben gevonden, maar meebuigen: om op zijn minst een compliment te geven voor het speurwerk.

Een buiging voor die bereid is voor iedereen die de administratie wil doorakkeren op onnodige uitgaven. Zijn gaan voor ons nog veel geld besparen. Dat geeft vertrouwen!


Meer over de Open Overheid, voordelen en uitdagingen: hier

vrijdag 1 maart 2013

Rechtvaardigheidsgevoel

Stel je krijgt 1000 euro onder twee voorwaarden : 1. je moet iets aan de buurman geven en 2. hij heeft een veto over de verdeling, maar in dat geval dan krijgen jullie allebei niets. Als jij 800 euro aan jezelf geeft en hem maar 200, dan zul jij in de meeste gevallen met niets overhouden. Dat onrechtvaardigheidsgevoel zie je al in apen en het is een oergevoel. 

Bij buurvrouwen heb je iets meer kans dat je er mee weg komt, maar niet veel. Vooral mannen zullen liever niets krijgen dan dat ze accepteren dat jij meer krijgt dan zij. De woede wordt vooral gevoed door de gedachte dat jij er niets bijzonders voor gepresteerd hebt. Affijn. Sjoerd van Keulen van SNS weet nu alles over die woede.

Het is dit gegeven dat de SP groot maakt en een politieke factor van belang maakt. En niet zozeer door hun standpunten, maar door de hechte gemeenschap die ze vormen. Een hechte gemeenschap van mensen met minder kansen in de maatschappij. Die hechte gemeenschap zorgt ervoor dat de politici steeds beseffen dat ze bekeken worden en gekeken wordt of ze voor zichzelf een betere verdeling bepleiten dan voor de anderen. 

Zo'n sociale controle was er vroeger ook in de AR, de CPN, de PvdA en de andere partijen omdat er een sterke verbondenheid was met de eigen gemeenschap. Zo hielden ze de elite enigszins bij de les, zij het dat de verrijking in de verborgenheid ook zeker plaats vond. Er is in zo'n gemeenschap ook een sterke neiging de rijen te sluiten tegenover de buitenwereld. 

Een tweede kracht van zo'n gemeenschap als de SP is dat ze strenge en eenduidige regels hebben. Het is gemakkelijk je steeds te beroepen op solidariteit en als je een duidelijke vijand kunt aanwijzen. Iedereen begrijpt de geschreven en ongeschreven regels. 

Een oud CPN-er heeft ooit gezegd dat zijn periode bij de CPN zo gelukkig was omdat hij nergens aan twijfelde. Tot hij dat wel deed, hardop zei en er uit werd gezet. Want niet altijd ligt het voorbeeld zo duidelijk als bij het aanbod van 1000 euro te verdelen met de buurman. Altijd staat er wel iemand op die zegt een hard werkende Nederlander te zijn die ook recht heeft op meer dan zijn buurman. Vaak ten onrechte, maar niet altijd. Tegenover het elkaar bij de les houden staat een versimpeling van de werkelijkheid. De les moet niet te genuanceerd zijn.

Gisteren zag ik een documentaire over de cultuur van de socialisten. Daarbij bekropen mij die zelfde tegenstrijdige gevoelens. Mooi dat mensen elkaar bij de les houden om te zorgen dat ze zichzelf niet meer toedelen dan de ander. Maar die gemeenschap is ook verstikkend. Als er genoeg tegenover staat, blijft de gemeenschap bestaan en bij mensen met weinig kansen blijft er bij de SP genoeg tegenover staan. 

Bij andere partijen stond er niet genoeg tegenover. De aanhang kreeg meer kansen en werd welvarend. Toch zat die hechte gemeenschap er vroeger ook bij de andere partijen wel in. Ook zij beriepen zich op meningen die niet ter discussie mochten staan. In het vroegere blad de Waarheid (van de CPN) stond een rubriek met meningen van lezers. Die heette “Ik zie het zo”, en werd door mij altijd gelezen als “Ik zie het ook zo

Mijn oom Hein (zet hem in het lijstje van CNV, gereformeerd, AR) had de neiging om vriendelijk in te brengen in een debat dat “Het natuurlijk zo is dat ...”. Stond je al op 1 – 0 achterstand omdat jij blijkbaar tegen een algemeen geaccepteerd gegeven inging.

Het lijkt mij verstikkend door het idee dat het collectief belangrijker is dan het individu. Verrijking vind ik niet zo nodig, maar geestelijke verrijking des te meer. Dan blijk ik meer een anarchist of libertair dan een socialist. Maar die gemeenschap die elkaar bij de les houdt en oplet of iemand zich plotseling meer toe-eigent zonder dat daar enige reden toe is, blijft een sterke gemeenschap.

In tijden van overvloed en welvaartsgroei misschien niet, maar in tijden van crisis en teruggang is zo'n gemeenschap sterker dan de losse verzameling individuen.