woensdag 28 december 2011

Vrijheid zonder zelfbeheersing vernietigt zichzelf


In een contactadvertentie zal je niet veel positieve reacties krijgen als je aangeeft dat je je uitstekend kunt beheersen. Nee, je moet een feestbeest zijn en een beetje gek. "Greed is good", het adagium an Gordon Gekko is nog steeds alom aanwezig. Toch is zelfbeheersing een hoogtepunt van beschaving. 

Zelfbeheersing en soberheid zijn niet per se christelijke waarden. Het gaat dieper en zit in heel veel culturen. Je vindt het ook bij de Indianen en bij de Boedhisten. Je moet je driften beheersen: dat brengt vrijheid. Dat is beter voor de samenleving, maar het is ook beschaving en zelfverheffing.

Ook bij de socialisten zien we dat in het oprichten van corporaties. Arbeiders moesten kapitaal bij elkaar brengen voor de corporatie en dat lukte alleen als zij sober en matig leefden, dat gebeurde onder patronage van 'heren'. Arbeiders moesten spaarzaam zijn, zelfbeheersing tonen en weerstand tegen verleiding leren. De blauwe knoop was ook gericht op zelfbeheersing.

Goeman Borgesius van de Liberale Unie was een voorstander van corporaties. Hij noemde dat “Verheffing op eigen kracht”. De Liberale Unie ging later op in de Vrijheidsbond, later via via de Partij van de Vrijheid (nee, niet de PVV). De link naar de VVD is te leggen, maar het is ver weg. 

Zelfbeheersing lijkt totaal weg uit de discussie. Zelfbeheersing is vooral iets dat aan anderen is: de bankiers met hun grote bonussen, de verkopers van woekerpolissen die alleen dachten aan hun eigen inkomsten. Maar ook familie of vrienden van een iemand die opgehaald wordt door de ambulance. Uit stress eisen ze dat het ambulancepersoneel direct doet wat de omstanders willen. (zie de VK vandaag ) Die stress is begrijpelijk, vroeger was er zelfbeheersing omdat er veel gezag uitging van het ambulancepersoneel, nu is dat weg. Iedereen roept om gezag en straffen, niemand roept om zelfbeheersing. Helaas.

De roep om harder straffen is een forse stap terug en werkt niet. Die roep kennen we vooral uit de streng Islamitische landen: Niet zelfbeheersing staat er centraal, maar gehoorzaamheid aan de regels van de sharia. De PVV is hier de meest prominente voorstander van (niet van de sharia, wel van straffen en gehoorzaamheid aan regels) maar de VVD laat zich ook niet onbetuigd. Vergeten wordt dat de weg van het strenger straffen in Nederland opgegeven was, met succes!. In de Middeleeuwen werd gerekend op lijfstraffen, later werd de gevangenstraf ingevoerd en moesten de mannen in rasphuizen houtraspen of de vrouwen in spinhuizen spinnen. Lijfstraffen waren er toen nog steeds. Toch was de misdaad (en agressie) in die tijden beslist niet minder, juist meer. Het opvoeden tot burgerschap was veel succesvoller. 

Zelfbeheersing werkte vrij goed, maar het knelde vanaf de jaren '70 bij mensen die veel vrijheid wilden. In de jaren '60 ging bevrijding ook gepaard met zelfbeheersing. De vrijheid is gebleven, zelfbeheersing verdwenen. 

De reclame maakt het ook moeilijk. Live life to the max, Je bent het waard, Het zijn weer Hamsterweken, Niet denken maar doen, Jong, snel en wild, dat wil jij toch ook? Waarom moeilijk doen als het Wehkamp kan. Daar worden we mee doodgegooid (op onze eigen kosten). Overheden zijn ook de zelfbeheersing kwijt. Toppunt in 2011? Een zelfbeheersend land als Finland betaalt voor zijn leningen zelfs hogere rente dan de VS dat geld bijdrukt en zich niet kan beheersen. (Zie onder, rente Finland is de groene lijn, de VS oranje)
Gebrek aan zelfbeheersing heeft ons de bankcrises en de eurocrisis gebracht. Waarom hoor ik dan zo weinig pleidooien voor beschaving en zelfbeheersing?

De geschiedenis terugkijkend was het niet zo lang geleden dat zelfbeheersing nog cool was. Er is heel veel mee bereikt. Niet de vrijheid van de 60-er jaren was het probleem, maar het overboord gooien van de zelfbeheersing, "greed is good": dat was het probleem. Vechten tegen de gretigheid moet gepaard gaan met zelfbeheersing. 

Echte liberalen pleiten voor zelfbeheersing. Want vrijheid zonder zelfbeheersing vernietigt zichzelf.

donderdag 22 december 2011

Weblog van het jaar

Beste bestuurder van het jaar Bas Eenhoorn (Alphen ad Rijn) Dier van het jaar Morgan Politicus van het jaar Rutte (Roemer?) Woord van het jaar tuigdorpen (ik vind stoeproken mooier) Website van het jaar Tweakers.net Leraar van het jaar: Martin Bootsma basisonderwijs, Ilse Gabriëls voortgezet onderwijs, Susanne Winnubst middelbaar beroepsonderwijs Sportgemeente van het jaar Arnhem Secretaresse van het jaar Karin van Peursen (AMC). Bos van het jaar De Barkel Vakman van het jaar Carlo Kablau Twitteraar van het jaar (Wilders, nog niet bekend) Architect van het Jaar Atelier Kempe Thill Telefoniste van het jaar Marjolein Dubbeldam, Communicatievrouw van het Jaar Celia Noordegraaf Speelgoed van het jaar Lego Duplo Groot ziekenhuis Brildrager van het Jaar Charlotte Bausch uit Zeeland Motorvrouw van het Jaar Karin van Dongen Sociaal Werker van het Jaar Wil Vugts Verpleegkundige van het Jaar Lonneke Zijdenbosch Wandelroute van het Jaar het Reggepad & Dinkelpad

Laten we maar vast beginnen aan 2012

woensdag 21 december 2011

Vertrouwen in de toekomst?



Het vertrouwen staat nogal onder druk in de wereld.  In de VS en het Verenigd Koninkrijk zijn de schulden hoog en wordt het vertrouwen gewonnen door de centrale banken onbeperkt nieuw geld te laten uitgeven. In Europa (in de eurozone in elk geval) doet men dat niet. Op de lange termijn zou het vertrouwen in de VS wel eens ernstiger aangetast kunnen worden dan in de eurozone, vandaar dat er in de eurozone veel aandacht is voor harde bezuinigingen.

Maar door dat alles zouden we bijna vergeten wat de echte valuta is: vertrouwen!

Waarom groeide het Westen economisch zo goed? Dat heeft te maken met vertrouwen! Waar in veel delen van de wereld alleen vertrouwen is in vrienden en familie, heeft het Westen een hoge mate van vertrouwen door de aanwezigheid van betrouwbare instituties. Je ruilt je goederen voor goud, omdat je vertrouwt dat geld zijn waarde behoudt. Dat is bedacht in Turkije, waar men een manier vond om te kunnen controleren of  iets van goud was ook werkelijk van goud was. Vertrouwen is gemakkelijker te winnen als je kunt controleren wat iemand zegt, of als er instituties zijn die dat controleren. Daarom vertrouwen we ook dat een pak melk waarop staat dat er een liter in zet, ook daadwerkelijk een liter bevat: er zijn instituties die daar op letten. Vroeger hadden de gemeenten allemaal een waag zodat je zelf gewichten kon controleren. Vertrouwen wordt gewonnen door:
- voorspelbaarheid, mensen weten dat de organisatie op een manier reageert die iedereen verwacht
- nabijheid, zien dat de organisatie aanwezig is
- controleerbaarheid, betrouwbare buitenstaanders kunnen zien dat een organisatie doet wat ze zegt.
- instituties,  waarvan mensen weten dat die door betrouwbare mensen worden bestuurd
Dat is meteen de reden dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Mensen gaan meer en meer rekenen op de voorspelbare reactie. Is die reactie een keer anders, dan schaadt dat het vertrouwen.

Verzekeraars bieden vertrouwen. Dat vertrouwen is ernstig geschonden door de affaire met de woekerpolis. Dat wil nog niet zeggen dat het vertrouwen in alle verzekeraars weg is, maar het is wel fors gezakt. En daar hebben alle verzekeraars last van: ook de goeden. Typisch geval van collectieve verantwoordelijkheid om dat vertrouwen weer terug te winnen.

Gelukkig zijn de verzekeraars daar mee aan de slag gegaan. Weinig bekend, maar toch: de verzekeraars hebben een zelfreguleringscode opgesteld en zeggen zich daar aan te zullen houden. Ik heb de eer dat te mogen controleren met de Commissie Monitoring Governance. Een eerste voorlopige rapportage is te vinden op de site. De Commissie concludeert dat de sector aan de slag is gegaan met de implementatie van de Governance Principes die in 2011 van kracht zijn geworden. Verzekeraars hebben duidelijke stappen gezet, deden dat ook al met verzekeraars vernieuwen, waar SNS topman Latenstein zich sterk voor maakte en dat is bemoedigend.

Toch is het kwartje nog niet helemaal gevallen. Uit de interviews die wij hielden blijkt dat sommige verzekeraars minder noodzaak zien. "Het gevoel van urgentie lijkt bij een aantal verzekeraars te ontbreken". Zij hebben het idee dat de Governance Principes vooral bedoeld zijn om het slechte gedrag van andere verzekeraars te corrigeren.

Nou is de code pas een jaar ingezet. Bovendien zijn er ook overduidelijk goede voorbeelden in de sector te vinden. Er is een keurmerk klantgericht verzekeren opgezet dat behoorlijke normen heeft. En individuele verzekeraars kunnen het prima doen. Neem een kleine verzekeraar als Zorg en Zekerheid. Dit is een onderlinge waarborgmaatschappij die functioneert onder toezicht van een RvC. Ook is er een ledenraad (met daarin verzekerden/eindklanten) die actief wordt betrokken bij de ontwikkeling van producten en klantbenadering. Of neem de activiteiten van grote verzekeraars als ING. Zelf woonde ik een interview bij met onderlinge waarborgmaatschappij Arts en Auto die ook trots kon melden ver op weg te zijn. Ze zijn er nog niet, ze hebben nog veel te doen. Ik hoop dat de verzekeraars er volgend jaar een tandje bij zetten.

Vertrouwen is de valuta van deze samenleving. Als verzekeraars daar niet aan bijdragen hebben ze hun nut verloren.


dinsdag 20 december 2011

Pesten: Goed voor je!

Veel ouders schrikken als ze horen hoe hun kind gepest wordt. Natuurlijk is het schrijnend te horen dat je kind wordt gepest, je wilt dat het allerliefst voorkomen. Maar in deze klantgerichte en beschermende (gefeminiseerde?) samenleving moeten we niet vergeten dat ook pesten bij het leven hoort en zeker bij het leven van een kind.

Het is als je kind blootstellen aan waterpokken. Wij deden dat steeds nadat onze kinderen een en voordat ze twee waren geworden. Je laat het kind spelen bij een vriendje en weet dat ze enkele dagen later onder de jeuk van de pokken zitten. Moet je hen dat aandoen? Vraag eens iemand die later alsnog waterpokken kreeg en je weet: doe het! Wat anders is om je kinderen bloot te stellen aan de cholera, er zijn natuurlijk grenzen.

Wat ik bedoel is dat pesten erbij hoort en op school gepest worden helpt kinderen om socialer te worden.

Op de site pesten doet pijn.nl vond ik de volgende tekst: “De samenleving verhardt. Pesten en agressie lijken steeds meer toe te nemen op Nederlandse scholen. Pesten is een specifieke vorm van agressie en heeft grote invloed op de psychosociale gezondheid van een kind. De grens tussen plagen en pesten lijkt steeds verder te vervagen, evenals de grenzen die door de samenleving worden gesteld aan een veilige leefomgeving” Dat is precies waar ik een probleem mee heb. (Het is ook zeer de vraag of de samenleving harder is dan pakweg 30 jaar geleden). De site gaat verder: “Bureau Horizon zet zich in om die grenzen opnieuw te trekken door leerlingen en docenten te laten ervaren hoe het is om gepest te worden en wat eraan gedaan kan worden. Met behulp van een serie interactieve workshops wordt het probleem inzichtelijk gemaakt. (…) Het accent ligt tijdens de workshops vooral op de omstanders, die bij pesten een sleutelrol vervullen”. Alle goede bedoelingen ten spijt toont zich hier een nieuwe industrie waarbij acteurs en trainers aan het werk komen.

Het is prima om te laten zien wat pesten met kinderen doet. De situatie rond pesten is overigens verbeterd sinds scholen werken met pestprotocollen. Waar ik bezwaar tegen heb is het doorslaan.

Wat mij niet bevalt is dat kinderen wel leren om te gaan met pesten door duidelijk te zeggen dat ze iets niet leuk vinden, maar niet door te kijken of hun eigen gedrag aangepast moet worden. Kinderen zeggen elkaar keihard de waarheid, dat kan ook nuttig zijn. Ik gun iedereen zijn afwijking en daar moet ruimte voor zijn. Maar pesten is ook een eeuwenoude vorm van socialisering.

Op school mogen kinderen nooit zeggen dat iemand niet mee mag doen. Waarom niet? Ik heb eens boze ouders op bezoek gehad omdat hun dochter zo geraakt was dat ze niet op het feestje van onze dochter was uitgenodigd. Deze ouders waren het ook zeer heftig eens met het uitgangspunt dat iedereen mag meedoen. Terwijl kinderen van mij best mogen leren om te gaan met afwijzing. Daar slaat de anti-pestindustrie door.

Pesten hoort bij het opgroeien. William Bukowski, hoogleraar op Concordia University, en Maurissa Abecassis, lector op het Colby-Sawyer College, geven aan dat het gebruik van agressie – fysiek of in woorden – een normaal onderdeel is van het opgroeien. En wat zit er achter de niet-pestende kinderen? "Children who characteristically respond to a variety of emotions by acting aggressively probably have a narrow repertoire and limited set of problem-solving skills". Bukowski en Abecassis geven aan: "The overuse as well as the complete absence of aggression may be maladaptive".

De kinderen met een teveel aan agressie worden weggezet als pesters. Helpt dat hen van hun overmatige agressie af? Kinderen die zich niet weten te plaatsen in een groepje leren zich niet aan te passen en leren niet om te gaan met afwijzing. Helen Guldberg, hoogleraar ontwikkelingspsychologie stelt: "Some children have a horrible time at school: they may dread going to school on a daily basis, be deeply unhappy and socially isolated. But how do we help make that situation better for that child? Not through the blunt instrument of anti-bullying policies, that’s for sure. There is no magic bullet."

Hoedt u voor een samenleving zonder pesten!

Zie ook het essay van Guldberg: Anti-bullying campaigns doing more harm than good?

dinsdag 13 december 2011

Lageropgeleiden zijn niet meer wat ze geweest zijn

Helaas kwam ik er nog niet aan toe op Van Bijsterveldt te reageren. Ik had namelijk nog heel wat voor school te regelen. Zo hebben de kinderen van school veel meegekregen om te verkopen voor een goed doel: pepernoten, kerstkaarten en nog meer kerstkaarten van de buitenschoolse opvang. Ook moesten we helpen met de surprises maken. Verder zijn er binnenkort de kerstdiners op school. Dat betekent dat we voor drie kinderen een gerecht voor het kerstdiner moeten maken. 15 toetjes (x 3) bijvoorbeeld. Tenslotte heeft onze jongste woensdag en vrijdag een kinderfeestje. Daar moeten cadeautjes voor gekocht worden en er moet geregeld worden dat ze er heen kan worden gebracht. Overigens doen de meeste ouders hier aan mee, echt meer dan een derde. (En zeker de allochtone ouders putten zich uit voor het kerstdiner!)

Nou zal Van Bijsterveldt dit net niet bedoeld hebben. Ze heeft het meer over helpen met huiswerk en samen lezen. Dat doen we ook. Kinderen op de basisschool kunnen nog niet plannen, dus dat huiswerk moet je goed in de gaten houden. En wat dachten jullie van de spreekbeurten? Wat hebben ouders in de jaren 50 niet kunnen bereiken door de kinderen te helpen en aan te sporen?

Daar heeft Van Bijsterveldt een punt. Ouders zijn belangrijk voor educatie. Het doet mij denken aan een leraar die eens zei dat de vakanties het probleem waren. Kinderen van hoogopgeleide ouders komen terug van vakantie en hebben niet alleen de stof onthouden en geoefend, ze hebben zelfs nieuwe dingen geleerd. Kinderen van laagopgeleide ouders hebben juist aan niveau ingeleverd. Er is niet geoefend en er zijn geen nieuwe dingen geleerd.

Daarmee wordt het probleem een stuk ingewikkelder dan de oproep “Ouders doe iets met je kind!”. Zowel de opleiding van de vader als die van de moeder is van invloed op de onderwijsloopbaan en op het uiteindelijke opleidingsniveau van de kinderen. Vergeleken met de jaren zeventig kiezen hoogopgeleiden nu veel vaker voor een partner die eveneens hoogopgeleid is. Het Sociaal en Cultureel Planbureau zegt dan ook: “De selectieve partnerkeuze, en de effecten ervan op de onderwijskansen van kinderen, belemmeren de opwaartse sociale mobiliteit en vergroten de sociale ongelijkheid”.

Zo zijn de lageropgeleiden niet meer wat ze geweest zijn. Vroeger zaten er nog diamantjes tussen die ontdekt werden door de betrokken leraar. Een voortgezette opleiding was nog veel minder de norm dan tegenwoordig, was financieel lang niet altijd haalbaar en werd bovendien voor meisjes vaak niet nodig gevonden. Dit is ook het beeld dat naar voren komt uit een studie naar academici met een achtergrond in het arbeidersmilieu. Zij hadden vaak ouders die onder invloed van bijvoorbeeld de crisis van de jaren dertig of de Tweede Wereldoorlog geen opleiding hadden kunnen volgen. "Qua intelligentie en normatieve oriëntatie staken deze ouders echter uit boven de rest van de arbeidersklasse. Hun gemiste opleidingskansen zetten ze om in een stimulans voor hun kinderen: deze moesten waarmaken waar zij zelf door omstandigheden de kans niet voor hadden gehad". (SCP) De oproep hoort bij de jaren 50: ouders, je kunt je kinderen een betere toekomst geven!

Nog een ander probleem met de oproep is dat de hulp van de ouders niet helemaal verklaart waarom er leerlingen uitvallen en achterblijven in prestaties. De onderwijsdeelname van meisjes en jonge vrouwen is veel sterker gegroeid dan die van jongens en jonge mannen, en op veel fronten hebben zij jongens en jonge mannen inmiddels ingehaald. Hebben de ouders de meiden meer geholpen dan de jongens???

Tenslotte is de kans op echtscheiding groter bij lageropgeleiden, terwijl kinderen die opgroeien in eenoudergezinnen een hoger risico van schooluitval lopen. Vandaag in de Volkskrant zagen we ook nog dat lageropgeleiden minder gezond zijn. Wat doen we daar mee? De ouders oproepen er iets aan te doen??

Terug naar Van Bijsterveldt. Ouders mogen de educatie niet alleen aan de school overlaten? Het blijkt een loze oproep. Het probleem van lageropgeleiden is wel degelijk groot, het heeft te maken met de ouders, maar het is niet op te lossen door de ouders zelf. Bovendien is het veel lastiger dan vroeger. De jaren 50 zijn definitief voorbij.


Veelal geput uit: SCP SCR 2010 wisseling van de wacht

maandag 12 december 2011

Meer kwaliteit in de Tweede Kamer!

Al vaker is betoogd dat de aansluiting van de politiek bij lager opgeleiden veel slechter is dan die van hoger opgeleiden. Reden voor kamervoorzitter Verbeet om te bepleiten: "De volksvertegenwoordiging moet een redelijke afspiegeling zijn van de samenleving. En dus moeten mensen met wat minder opleiding, maar veel levenservaring er ook een plaats kunnen vinden. Het zou meer mensen het gevoel kunnen geven, dat het Parlement er niet alleen vóór hen is, maar dat het ook ván hen is" Het klinkt redelijk, is het dat ook? Nee!

Het lijkt erg op het pleidooi voor meer vrouwen in de politiek en meer vrouwen in de raden van bestuur en raden van commissarissen. Ik ben een groot voorstander van werken met gemengde teams omdat iedereen een andere kwaliteit kan inbrengen. Verder is het wel degelijk een slechte zaak dat lager opgeleiden niet het gevoel hebben dat mensen in de politiek zich kunnen realiseren in wat voor omstandigheden zij leven en welke beslissingen voor hen belangrijk zijn.

Verbeet sluit aan bij de Diplomademocratie van Mark Bovens. Volgens Bovens is Nederland hard op weg naar een nieuwe tweedeling, die tussen hoog en laagopgeleiden. De hoog opgeleiden bezetten inmiddels vrijwel alle beslissende functies in de samenleving. En weer klinkt het redelijk: meer lager opgeleiden in de kamer.

Vervolgens gaat Verbeet in op de vitaliteit van de democratie. "Zoals de politicoloog Meindert Fennema onlangs in De Volkskrant schreef: “Als we democratische vertegenwoordiging zien als een afspiegeling van de opvattingen van kiezers in de Tweede Kamer, dan is ons parlement de laatste jaren een stuk democratischer geworden.”" Je kunt je bijna niet voorstellen dat ze dit zo serieus neemt, ik geloof dat het eerder een cynische opmerking was, maar met Fennema weet je het nooit. De representativiteit is misschien verbeterd, maar is dat democratischer?

Nu ben ik niet zo blij met de samenstelling van de Kamer. Maar dat is omdat vroeger de beste mensen graag in de Kamer wilden en nu hun carrière elders zoeken.

We moeten representativiteit toch echt niet met democratie verwarren. Het aantal dementen in de Kamer is niet zo heel groot, terwijl het aantal dementen in de samenleving toeneemt, zie je dat nog niet terug in de Kamer. Het aantal zware drinkers is waarschijnlijk al goed vertegenwoordigd, maar andere verslavingen zie je te weinig. Geen reden toch om meer dementen in de Kamer te zetten? En wat dachten we van het aantal mensen dat niet kan rekenen? Die zijn al redelijk vertegenwoordigd, maar moet dat percentage dan echt omhoog?

De binding van de Kamer met de samenleving is niet zo goed. Maar laten we eens gaan naar de lager opgeleiden. Het is de vraag of lager opgeleiden dan beter voor de lager opgeleiden kunnen opkomen. Het enige is dat zij zich beter in kunnen leven, wat op zich ook wat waard is. Het Sociaal en Cultureel Planbureau zegt hierover: "In hoeverre individuen en groepen erin slagen sociaaleconomisch, sociaalcultureel en politiek te participeren wordt bepaald door een ingewikkeld samenspel van individugebonden en maatschappelijke factoren, die elkaar kunnen versterken of tegenwerken. Ook kunnen er grote verschillen zijn in de snelheid waarmee verschillende groepen burgers erin slagen hun leefsituatie op een van de domeinen te verbeteren. Die verschillen kunnen te maken hebben met exogene factoren, zoals ongunstige macroeconomische ontwikkelingen, maar ook met individuele omstandigheden en gedragingen (bv. niet afgemaakte opleiding, drugs en drankgebruik) die mede bepalen of en hoe de leefsituatie verbetert of verslechtert."

Kortom: lager opgeleiden herkennen zich minder in de politiek, omdat zij minder dan hoogopgeleiden er in slagen hun leefsituatie zelf te verbeteren. Heel slecht als er weinig politici zijn die hun situatie herkennen en weten waar zij problemen mee hebben. In die zin is de zwakke verbinding tussen politiek en lager opgeleiden meer een aanklacht tegen het liberalisme, dan een pleidooi voor meer lager opgeleiden in de politiek, bijvoorbeeld in de VVD. Het lijkt een beetje op het aantrekken van een spijkerpak in plaats van een kostuum om zo de kiezers meer het gevoel te geven dat ze vertegenwoordigd worden. Ik trek zelf als ik invloed wil hebben juist mijn pak aan. Dat werkt namelijk als een luidspreker.

Wat mij betreft is de politiek de verbinding met de haarvaten van de samenleving verloren. Vertrouwen van lager opgeleiden in de politiek zal niet gewonnen worden door meer lager opgeleiden. (Het gaat om de alledaagse democratie en de democratische gezindheid, schreef ik al eerder) Voor wat betreft de Kamer pleit ik voor hoge kwaliteit. Een goed opgeleide man als Den Uyl had een goede verbinding met de arbeiders. Zijn tegenpool Wiegel (geen drs) had naar mijn idee ook een uitstekende verbinding met de samenleving. Lager opgeleiden willen vertegenwoordigd worden, maar ook trots zijn op hun vertegenwoordiger!

Deze bijdrage van Lilian Helder is toch tenenkrommend (ze is wel goed opgeleid)? Een goede vertegenwoordiger van de PVV had erop gehamerd dat celstraf een betere vergelding was. Lilian Helder (na Wilders en Agema het hoogste aantal PVV stemmen) zei iets anders en gaf aan weinig te snappen van statistiek:

donderdag 8 december 2011

Partijloze burgemeester?

De voorzitter van het Genootschap van burgemeesters heeft een ballonnetje opgelaten over de partijloze burgemeester. Van diverse kanten staan burgemeesters en nu ook zelfs politicoloog Krouwel klaar om dit idee de grond in te boren. Het college van B&W is nu eenmaal politiek. Burgers weten niet van welke partij een burgemeester is (Krouwel), de kleur is gewoon bekend (Janssen), lekker tegenstrijdig. Je moet politieke meningen niet verhullen, zo is hun idee. Daarmee wordt de aandacht afgeleid van het interessante punt dat Schneiders maakt. En nee, niet alle BM's hoeven direct hun lidmaatschap op te zeggen.

In het college heeft de burgemeester een andere functie dan de wethouders. Zo let de burgemeester op de juiste gevolgde procedures, hij is voorzitter van de raad en het college. Stapt het college op, dan neemt de BM waar voor het college. Verder is de burgemeester volgens de gemeentewet ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de procedures voor burgerparticipatie (artikel 170 Gemeentewet, weten raadsleden dat wel?). Daarmee kan de BM in conflict komen met een wethouder die als lijnverantwoordelijke inhoudelijk een inspraakproject trekt. Dan is het handig als niemand de indruk heeft dat de BM zich terughoudend opstelt om zijn eigen partijgenoot niet af te vallen. (lees mijn boekje de BM als hoeder van de democratie!) Het gaat immers niet om het hebben van een politieke mening, maar om loyaliteit vanwege een partijlidmaatschap uit te sluiten.

Het is duidelijk: de BM heeft een veel minder politieke functie dan de wethouders en die functie is bevestigd toen de Kamer koos voor de door de Kroon benoemde BM. Voor de wethouders zijn er onderhandelingen en ligt er een collegeakkoord. Voor de burgemeester moet de raad een gedragscode opstellen. (Welk raadslid weet dat eigenlijk? Artikel 69 Gemeentewet.)

Ik geloof niet dat er vaak een partijdigheid speelt, maar de schijn van partijdigheid komt zeker voor.

Kortom er is genoeg reden om burgemeester Schneiders (PvdA, nee die komen niet alleen voor zichzelf op) van Haarlem serieus te nemen. Hij heeft een interessante discussie opgestart die meer serieuze aandacht verdient.

P.S. Slechts 2% van de mensen is lid van een politieke partij. Alleen dat al is een reden om eens te kijken naar de partijloze BM.

maandag 5 december 2011

Crisis? Which crisis?!

De kranten staan vol over de eurocrisis, schuldencrisis en ook wel over het gebrek aan daadkracht van de Europese leiders om iets te doen. Pleidooien voor overdracht van bevoegdheden aan een Europese regering en daarmee samenhangend eurobonds om de zwakke landen te helpen aan geld te komen. Maar ondertussen is er een heel andere crisis aan de gang. Crisis in de democratie.

De crisis in de democratie is vrij veelomvattend. Bekijk de schuldencrisis en zie daar een pleidooi voor het optreden van technocraten. (mijn blog over technocraten) Ook overdracht van bevoegdheden aan Europese instituties geven blijk van een ergernis over de Europese democratieën. De democratie in Italië, Griekenland, Portugal en Spanje kan niet goed functioneren. Cliëntelisme, populisme, gebrek aan verantwoordelijkheid.

Maar ook in Nederland is het niet best gesteld. Kiezers zijn wispelturig en kunnen het ene moment vertrouwen geven aan partij A, het andere moment aan partij B. Na jarenlang er op hameren dat democratie niet meer is dan stemmen, stellen de mensen zich op als klanten van de politiek. Er is bovendien sprake van een 'dramademocratie'. (De burgers worden niet meer vertegenwoordigd, de media scheppen een beeld of voorstelling van de burger. De politici leggen zich daarbij neer. Zij acteren naar best vermogen in de reality soap die aldus ontstaat. (Elchardus))

Ik zou het willen vergelijken met bedrijven die moeten herstructureren omdat ze zonder maatregelen failliet gaan. Daarvoor zijn twee soorten ingrepen. Het eerste de roep om de Sterke Man (m/v). Dat komt neer op een snoeiharde bezuiniger aanstellen die de boel saneert. Veel verzet van werknemers, die eigenlijk wel weten dat er iets moet gebeuren is het gevolg. Er vallen ontslagen, er worden onderdelen failliet verklaard, verkocht en gezonde delen blijven over. Vaak succesvol, niet erg duurzaam en vaak kwetsbaar. Let wel: dit kan alleen omdat diep in hun hart de meerderheid van de mensen wel overtuigd is van de noodzaak van maatregelen, alleen er is verschil van mening over welke en men laat graag de verantwoordelijkheid aan anderen.

Een heel andere aanpak is die van overdracht aan het personeel en mensen via het concept van dynamic self governance in staat stellen gezamenlijk besluiten te nemen. Er is op dat punt veel mogelijk en er zijn hele goede resultaten mee bereikt. Het sluit aan bij een sluimerend onbehagen zoals je dat links en rechts ziet opkomen (Occupy èn de Tea Party in de VS, eigenlijk in de hele wereld).

De crisis in de democratie geeft aan dat er helemaal niet gekeken wordt naar deze tweede weg. Mensen kunnen heel veel zelf als ze gezamenlijk de verantwoordelijkheid krijgen en de kleine stukjes kennis en praktijkervaring kunnen combineren om tot betere beslissingen te komen.

We durven het niet te laten oplossen door de mensen zelf! Dat is de crisis: onze leiders geloven niet meer in de kracht van de democratie.

donderdag 1 december 2011

Landelijk draagvlak werven uit de mode?

De klassieke uitleg van het begrip dictator (nu eigenlijk technocraat) staat weer volop in de belangstelling. (Dictator (Latijn: degene die dicteert), een term die afkomstig is uit het republikeinse Rome, was oorspronkelijk een magistraat met vergaande bevoegdheden die in tijden van nood door de Senaat werd aangesteld voor een tijdelijke periode van 6 maanden, om orde op zaken te stellen.(wiki)) Tijdelijk, op basis van merites, rond aanwijsbaar probleem dat te groot was voor de Senaat om op te lossen. Kijk naar Griekenland en Italie.

Ik schreef al dat technocraten het land niet kunnen redden. Maar toen ik las dat politici draagvlak kunnen verwerven en dat dat het probleem van de technocraat zal zijn om populair genoeg te zijn voor die moeilijke maatregelen, krabde ik mij achter de oren. Politici zijn helemaal niet populair. Ze moeten belangen overstijgen en draagvlak verwerven, verbinden en laten zien dat ze luisteren. Dictators kunnen immers best populair worden. Draagvlak verwerven, dat kunnen ze niet.

Maar kunnen politici nog wel draagvlak verwerven?

Mensen die als politicus draagvlak verwierven kennen we wel in Nederland. Denk aan Albeda (akkoord van Wassenaar: loonmatiging voor banen), Lubbers (Nederland is ziek!), Kok (herziening van de WAO, eigenlijk een vervolg op Nederland is ziek). Maar zijn die er nog? Natuurlijk heeft Balkenende de normen en waarden geagendeerd, maar heeft hij draagvlak verworven voor ingrepen? Het is verdwenen.

Rutte probeert deals te sluiten met de oppositie, maar probeert hij draagvlak te verwerven om harde ingrepen te kunnen doen om de waarden van Europese Unie te behouden? Probeert Kamp draagvlak te verwerven voor het langer doorwerken? Het gaat veel indirecter. Door het laten doen van onderzoeken over groeiende kosten, die te publiceren en zo de media langzaam op te laten schuiven, worden beleidsmaatregelen voorbereid. Er wordt geen draagvlak verworven met een goed debat over waarom er iets moet gebeuren, maar er wordt geduwd en getrokken tot iedereen denkt dat het wel onvermijdelijk zal zijn. Kijk naar het langer doorwerken: dat is toch geen debat? Dat is een show om de FNV het laatste zetje richting de afgrond te geven.

Ik ga bijna pleiten voor staatscommissies: een voor de toekomst van Europa, een voor de vergrijzing, een voor de volkshuisvesting en een voor de financiële stabiliteit. En vraag die commissies dan uitdrukkelijk een debat met de samenleving te organiseren. Ja, ik doe het: op naar 4 staatscommissies om echt te debatteren en draagvlak te verwerven.

dinsdag 29 november 2011

Twee stappen vooruit? Snel een stap terug!

De levensverwachting van pasgeborenen is tussen 2000 en 2010 sterk toegenomen. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor mannen ging de levensverwachting omhoog van 75,5 naar 78,8 jaar, voor vrouwen was er een stijging van 80,6 naar 82,7 jaar. (hier) Tijd om maatregelen te nemen die de levensverwachting weer wat doen dalen!! Die vergrijzing kost veel te veel geld.

Zo zal minister Schulz ongeveer gedacht hebben. Alleen ging zij niet over gezondheidszorg, maar over verkeersveiligheid en milieuvervuiling, twee belangrijke factoren die de levensverwachting beïnvloeden. Harder rijden wordt de norm! Harder rijden waar het kan en langzamer waar het moet', aldus de minister. Een cynische en ontluisterende argumentatie.

De vervuiling van auto's is per auto namelijk niet zo groot als die van twintig jaar geleden. Een van de maatregelen om de vervuiling te verminderen is het verlagen van de maximumsnelheid. Nu de vervuiling van auto's verminderd is doordat de auto's minder vuil zijn, mogen we best weer wat harder gaan rijden. Gevolg: meer doden door verkeersongevallen en meer vervuiling (met daarna gezondheidsschade). Nou, zegt de minister: we hebben nog wel wat geld voor verkeersveiligheid. Dat zetten we niet in om het aantal doden te verminderen, maar om te proberen het aantal doden gelijk te houden.

Gelukkig wordt Nederland niet altijd zo bestuurd. Tijdens de kabinetten van die vermaledijde Kok en Balkenende is de welvaart in Nederland harder gestegen dan die in andere Europese landen. Ze hadden ook kunnen zeggen: wat een onzin, de welvaart is goed zo, laten we het zo houden. Was nog niet eens zo gek geweest. Maar ze deden het niet en dat leverde nog geld op ook.

Of neem de Samuel Van Houten, een liberaal nota bene. Die had kunnen zeggen dat de kinderarbeid iets afnam en de fabrieken minder vuil waren geworden, dus dat er wel wat ruimte was om de ellende van kinderarbeid gelijk te houden. Nee, hij deed iets wat in de ogen van dit kabinet vast heel dom zou zijn geweest. Hij verbood kinderarbeid in fabrieken. Weinig conservatief inderdaad, maar nog steeds mogen we blij zijn om zulke stappen voorwaarts.

Twee stappen voorwaarts en nu onder aanvoering van Schultz een stap terug. Laten we nog wat meedenken met dit kabinet. Misschien de kinderarbeid in een beperkt aantal fabrieken ook weer toelaten? Lekker goedkoop en wie weet zijn ondernemers blij met die lage kosten. Roken in cafés weer toelaten (oeps, dat doen ze al), wijkagenten afschaffen om niet alleen de verkeersveiligheid te laten verslonzen? (Oeps, doen ze ook al). Gelukkig wordt er aan de hoge kunst niet getornd, aan de basis zoals muziekscholen wel, maar ach, laat die kinderen maar in fabrieken gaan werken.

Nou ja, trap het pedaal even lekker in. Die vergrijzing, dat kost toch alleen maar geld, zal het kabinet gedacht hebben.

woensdag 23 november 2011

Waarom technocraten het land niet kunnen redden

Het is interessant te zien hoe de landen in schuldproblemen zich afwenden van de politiek en kiezen voor technocraten. Er was eerst nog een trend naar democratie rond de Arabische lente (enthousiast begroet door critici in de media). Nu lijkt het vergeten en is er enthousiasme voor technocraten als Mario Monti (en kijk eens wat hij voor goede kritieken krijgt) of een a-politieke regering in Griekenland.

Je kan voorspellen wat er vervolgens mis zal gaan. Technocraten kunnen namelijk hele andere kunstjes dan politici of burgers. Fukuyama heeft zich al eens afgevraagd waarom sommige landen met zwak bestuur goede resultaten kunnen behalen. Dat heeft te maken met de sector waar je naar kijkt. “Er zijn veel ontwikkelingslanden die zeer competente centrale banken hebben en een nationale olie- of luchtvaartmaatschappij redelijk competent kunnen laten draaien, maar die slecht basisonderwijs of een slechte gezondheidszorg op het platte land hebben.” Goed onderwijs lijkt simpeler dan een competente centrale bank of een efficiënte luchtvaartmaatschappij, maar het verschil zit hem in het toezicht op goede uitvoering. Laat een technocraat controleren of bank goed functioneert en je krijgt een heel duidelijk antwoord. Er is namelijk geen complexe interactie tussen verschillende partijen. De transactionele intensiteit is laag en de activiteiten zijn zeer specifiek. Diverse experts zullen tot hetzelfde oordeel komen.

Daar waar de interactie tussen opdrachtgever, uitvoerder en burgers belangrijker wordt, komen landen met een slechte bestuurlijke traditie in problemen. Ook economen (die het hoogste woord hebben over goed concurrerende landen) staan daar met hun mond vol tanden. De beslissingen die in dergelijke meer ingewikkelde sectoren genomen worden proberen zij te verklaren uit eigenbelang. Maar loyaliteit, wederkerigheid, beroepstrots of de wens om tradities in ere te houden bouwen aan de prestaties van instituties, juist op die moeilijk meetbare gebieden, zijn veel belangrijker. Competente en eerlijke politici, een goed rechtssysteem, maar ook betrokkenheid van burgers bij elkaar en tradities spelen dan een rol.

Griekenland, Italie, Libie en Egypte, om maar eens zeer verschillende landen te noemen, zullen op de diverse gebieden moeten zorgen voor goed bestuur. Dat vraagt technocraten rond de financien, maar goede politici rond de infrastructuur, tradities in onderwijs, onafhankelijke rechters en advocaten met grote beroepseer. Het vraagt ook burgers die alert zijn bij scholen, preventie, criminaliteit.

Gaat het financieel fout, dan roept men om technocraten. Maar technocraten kunnen landen echt niet redden. Gaat het democratisch niet goed, dan vraagt met om eerlijke politici. Maar ook zij kunnen een land niet redden. De werkelijkheid is veel complexer. Overal zullen burgers ook naar hun onderlinge omgang moeten kijken en bouwen aan nieuwe tradities en beroepseer.

dinsdag 22 november 2011

Psychologisch leiderschap Merkel

De aanpak van Eurocrisis is anders dan veel economen doen geloven ook een vorm van psychologisch leiderschap. Zo waarschuwde velen dat Griekenland maar gewoon failliet moest gaan, maar liet de EU dat niet gebeuren. Nu, maanden verder is Griekenland feitelijk failliet gegaan: de schulden aan banken zijn gehalveerd. Door te praten, overleggen, eisen, voorstellen etcetera raakten de markten er aan gewend dat Griekenland failliet zou gaan. Commentatoren als Boot of Van Wijnbergen, zelfs Wilders worden gewoon ingezet in dat scenario, zonder dat ze het zelf weten.
Of het helemaal succesvol is, valt te bezien, maar het is een knap staaltje van Merkel geweest (om zo de Franse en Duitse banken te redden).

Een volgend staaltje psychologische aanpak is het plan van de Europese Commissie om de EU-subsidies van financiële 'zondaars' stop te kunnen zetten. Je zou zeggen dat financieel slordige landen daar niet van op zullen kijken. De boete op slecht beleid is er al lang. Wie zijn schulden niet op orde heeft betaalt een veel hogere rente, dus die wordt zwaar gestraft. Maar door de koppeling te leggen met de subsidies wordt veel zichtbaarder wat de landen gaan missen.

Het plan komt er nooit door. Zien jullie de EU Engeland straffen? Nee: het zal alleen gelden voor de eurolanden. Pardon: het zal alleen gelden voor de eurolanden die zich op dit moment in de gevarenzone bevinden. Pardon: alleen de eurolanden in de gevarenzone exclusief Frankrijk. Het is bedoeld als psychologische druk op de probleemlanden.

Het is overigens wel een aardige constructie die lijkt op het Nederlandse gemeentefonds: je kunt een beroep doen op extra steun, maar dan word je in je beleidsvrijheid zeer beperkt.

P.S. In deze psychologische oorlogsvoering vervult Nederland een bijrol. Dat heeft te maken met de omvang van Nederland, maar ook met de minister van Financiën. Natuurlijk is De Jager redelijk populair in Nederland, maar dat is elke minister van Financiën. In het buitenland is allang duidelijk dat De Jager het niet haalt bij Wouter Bos of vroeger Gerrit Zalm.

woensdag 16 november 2011

OV stroppenkaart


Geachte heer Albeda,

Hartelijk dank voor het insturen van uw klacht/vraag over de afschaffing van de strippenkaart. Veel reizigers hebben nog gebruikte of ongebruikte strippenkaarten in hun bezit. U kunt de strippenkaarten die u nog in uw bezit heeft niet inwisselen bij de vervoerder of een ander verkooppunt. In de wet is namelijk vastgelegd dat het omwisselen van strippenkaarten, geldig of ongeldig, ongebruikt of gedeeltelijk gebruikt, niet mogelijk is. Ook teruggave van geld is niet mogelijk.


Het OV-loket kon weinig voor mij doen. Maar het is wel raar! Er staat duidelijk op mijn strippenkaart : "Na een tariefwijziging is deze strippenkaart nog twaalf maanden geldig". Die kaart is dit jaar gekocht en toen wisten ze vast al dat de kaart niet meer geldig zou zijn.

Waarom had ik dan twee kinderstrippenkaarten? Dat is simpel. De kids hebben wel een chipkaart, maar die hebben ze niet altijd bij zich. Dan zouden ze die om de haverklap verliezen. Mijn vrouw en ik reizen allebei met de kids, dus we kunnen niet altijd hun chipkaart bij ons hebben. Laatst kreeg ik een lekke band en moest ik de bus nemen met onze zoon. Jullie denken toch niet dat ik dan zijn ov-chipkaart bij mij heb? Het was op 3 november en de chauffeur was (uiteraard) onverbiddelijk.

Tot deze maand was er geen probleem. Nu ben ik erg geneigd mijn zoon te vragen stiekem de bus binnen te kruipen.

Nu heb ik twee vragen:
1. Wat doen andere ouders die ook wel met hun kinderen met het OV reizen nu?
2. Is er echt geen actie te ondernemen? Natuurlijk is het maar een tientje, maar het voelt erg oneerlijk?

dinsdag 15 november 2011

Een must voor ov-beleidsmakers! De Nieuwe Directeur



Onlangs verscheen een boek dat geen enkele persoon die betrokken is bij het openbaar vervoer mag missen. Het heet “Nieuwe Directeur” en is fictie, maar geeft meer inzicht in het reilen en zeilen bij openbaar vervoerbedrijven dan welk onderzoek of advies dan ook.

De plot is snel beschreven. Hoewel onbekend met de sector is Arjan Overdijk benoemd tot algemeen directeur van ov-bedrijf Transmobil. Vol frisse moed wil hij het bedrijf veranderen in een concurrerende organisatie die kan blijven bestaan in de toekomst. Dat vraagt verandering, want marktwerking komt er aan. Zijn start is het begin van intriges, roddels en blokkades.

Het boek beschrijft de inbreng van de Ondernemingsraad, het management team, zijn adviseurs en aan de Raad van Commissarissen. Elk personage is geloofwaardig neergezet en speelt een eigen rol. Dreigt een advies van een 'onafhankelijk' adviesbureau niet de kant op te gaan die de directeur wil, dan is een telefoontje naar een van de vennoten genoeg om de adviseurs weer op het goed spoor te krijgen. Met de OR, het MT en de Raad van Commissarissen is dat veel moeilijker. Daar spelen persoonlijke voorkeuren, ego's en onuitgesproken ergernissen een grote rol. De overlevers in het bedrijf zorgen ervoor dat ze kunnen blijven. Zo suggereert de een net op tijd een hernia om de directeur niet te hoeven steunen als het er op aan komt en plant de ander snel een vakantie. Al met al wordt zeer geloofwaardig hoe het bedrijf al jaren, ook onder de eerdere directeur, stil is blijven staan als resultante van krachten die het verschillende kanten optrekken. De buitenwereld klopt aan, concurrentie rammelt aan de poort, maar binnen het bedrijf ziet niemand enige reden om echt te veranderen.

Of het Overdijk lukt is minder interessant dan de weg die Van Bokhoven smakelijk beschrijft. Smakelijk, want het geheel is hilarisch beschreven met veel oog voor details en zonder de grappen er te dik bovenop te leggen. Zo moet het bedrijf bezuinigen of inkomsten verhogen. Dan gaat een halve MT-vergadering over een plan van de directeur exploitatie om de tarieven voor busverhuur tien procent te laten stijgen: welke korting zou eigen personeel daarbij kunnen krijgen en welke mensen zouden de bussen kunnen huren. Om welk bedrag gaat het eigenlijk?, vraagt de algemeen directeur dan. Dat heeft de directeur exploitatie niet paraat, maar de financiële man meldt dat het gaat om een bedrag van 3.000 euro. "En daar dan 10% van"

De schrijver heeft zelf in een openbaar vervoerbedrijf gewerkt. Ik ken hem vanuit mijn tijd dat ik bij een adviesbureau werkte, dus ook die wereld kent hij door en door. Met zijn frisse blik en enorme dosis humor heeft hij een boek geschreven dat fanatieke OV-gebruikers, leden van Rover of andere mensen die begaan zijn met het Openbaar Vervoer in Nederland moeten lezen. Maar misschien vooral een boek voor mensen die beroepsmatig te maken hebben met OV-bedrijven, zoals ambtenaren, adviseurs en leveranciers. Zij zien wat de directeur werkelijk drijft en dat is niet het opvolgen van adviezen van de buitenwereld. Leerzaam en zeer grappig, wat wil je nog meer?

Pim van Bokhoven: Nieuwe Directeur, 215 pagina's uitgeverij FreeMusketeers 16,95.

woensdag 2 november 2011

Truc of democratie? Verlies is zeker

Veel mensen zullen gemengde reacties hebben op het idee voor een Grieks referendum. Maar dat iedereen ermee verloren heeft lijkt zeker.

1. Het referendum is een logisch democratisch middel. Het is natuurlijk zo dat de zware maatregelen niet doorgevoerd zullen worden als alleen de partij van Papandreou nu de voorwaarden accepteert. Wordt die na de verkiezingen weggestemd, dan neemt een ander het over en die gaat niet uitvoeren wat beloofd is. Het moet eigenlijk wel (continuïteit van beleid), maar het gaat natuurlijk niet. Verder maakt een discussie over een referendum echt goed duidelijk waar het om gaat. Politici worden gedwongen uit te leggen waarom ze instemmen met de nare voorwaarden. De Europese politici zouden daar begrip voor moeten hebben.

2. Het is een truc. Er moet opnieuw uitstel komen en in de tussentijd koopt de ECB obligaties van de Griekse banken op, zodat die minder last krijgen van een faillissement. Dat is niet zomaar uitstel, het is het overhevelen van gelden uit een failliet bedrijf. Dat is een soort diefstal. Papandreou heeft onderhandeld en zegt nu pas dat hij helemaal geen mandaat had om te onderhandelen. Als dat geen truc is dan weet ik het niet meer. Ik geloof ook niet dat de ECB nog zal kopen.

Vertrouwen is ver te zoeken.

Als er geen vertrouwen is kun je zo'n crisis niet oplossen. Daardoor lijkt nu faillissement nog de enige uitweg. Merkel had vertrouwen gevraagd en gekregen. Ik geloof zo ongeveer als enige. De EU staat met lege handen, want zonder een akkoord kun je niet doorgaan om euro-obligaties op te kopen.

Het verlies zal enorm zijn, want de Griekse schulden zijn in euro's. Als de Grieken de drachme weer invoeren kan Europa fluiten naar het geld, want die drachme daalt direct enorm in waarde. Het zal Griekenland nooit lukken om de helft van de schuld af te betalen, wat met het akkoord wel mogelijk zou zijn geweest.

Ik zie niet wat nu de volgende stap moet zijn. Natuurlijk kan Griekenland de volgende keer dat ze geld hebben geen geld lenen. Maar ook de rente op Italiaanse obligaties (nu al 6%) gaat hoger worden, en ook de rente die Spanje moet betalen gaat hoger worden. Franse banken kunnen failliet gaan als Griekenland het geleende geld niet terugbetaalt. Duitse banken kunnen het wel hebben of de Duitse overheid kan ze redden. Nederlandse banken redden het ook. Dat betekent dat de rente die Nederland en Duitsland moeten betalen om geld te lenen omlaag gaat. Dat is een magere winst tegenover het verlies, maar we zien daardoor wel iets terug.

De Grieken hebben naar mijn idee zichzelf, de Fransen, Italianen, Spanjaarden, Portugezen en Belgen hard gestraft en de Duisers en Nederlanders beperkt gestraft. Niemand heeft er iets mee gewonnen, of het moeten de Grieken zijn die tussen 2000 en 2010 op de pof leefden.

dinsdag 25 oktober 2011

Big spenders: rechtse katholieken?

Morgen gaan de EU leiders afspreken hoe ze de euro redden. In mei schreef ik al dat het een bankenprobleem was. De ECB heeft heel veel schulden van banken opgekocht, dus ik ga er van uit dat de Griekse schuld nu fors afgewaardeerd gaat worden. Al met al blijft het beeld hangen van een Europa dat kwistig met geld strooit. Toch nog een paar observaties: Links of rechts? Europees probleem? Niets hoor!

Het is geen kwestie van links of rechts: van 2004 tot 2009 werd Griekenland gereageerd door de rechtse Nea Democratia (momenteel is links aan de macht). In Italie is de rechtse Berlusconi aan de macht. In Portugal was van 2005 juist links aan de macht. Links verloor de macht toen rechts het bezuinigingspakket niet meer accepteerde. Het zijn wel allemaal katholieke landen. In tegenstelling tot Zweden, Nederland, Duitsland, Finland om maar eens een paar deugdelijke landen te noemen, daar zijn meer protestanten. Ook Islamitische landen doen het goed. In de VS waren het vooral de republikeinen Reagan (van katholieke komaf) en Georg W Bush (hij wordt door velen aangemerkt als heimelijke katholiek) die het tekort flink opschroefden.

De schuldsituatie is geen Europees maar een Westers probleem. De VS heeft een veel grotere schuld in reële termen. En probleemland Spanje heeft zelfs procentueel minder schuld dan de VS. Misschien moeten we Japan meenemen en het een "ontwikkelde landen" probleem noemen, of vergrijzende landen-probleem.

En de schuld loopt nog steeds op. Kijk naar de Economist Debt Clock! Hieronder een plaatje. Je kunt ook live de schuld en per land bekijken. Let wel dat er landen zijn die er mooi uitkomen, maar die al failliet gingen, zoals Rusland (1998) en Argentinie (2003). (De VS staat hier exclusief de schuld van afzonderlijke staten. Inclusief zit de VS procentueel ver boven de schuld van Spanje, zelfs boven het niveau van Frankrijk).

Harder werken dus, of de hand op de knip houden. Een gereformeerde oplossing!

maandag 24 oktober 2011

Lessen van Occupy Wall Street

De persaandacht die de Occupy Wall Street-beweging (OWS) krijgt laat zien dat veel mensen snakken naar een enthousiaste jonge club die ongenoegen vertaalt. Of OWS een grote toekomst heeft weet ik niet, maar er zijn wel interessante ontwikkelingen die samenkomen in OWS. Die ontwikkelingen zetten zeker door. Ongenoegen en werkwijze krijgen meer aandacht dan een geformuleerd haalbaar doel. Dat is ook veel belangrijker dan het formuleren van SMART eisen aan (wereld)leiders: participatieve democratie, eigen vereantwoordelijkheid nemen en geen systeem accepteren dat ver van gewone mensen beslist zonder verantwoording af te leggen.

1. OWS is principieel participatief democratisch. OWS heeft iets anarchistisch. Kijk naar de General Assembly van New York: het is chaotisch, er zijn geen leiders, het is gericht op het komen tot consensus. Het gaat buiten partijen om. Men zoekt een nieuwe vorm van gedecentraliseerde participatieve democratie. Dat proces krijgt heel veel aandacht. David Graeber is daarbij een belangrijke inspirator. Hij deed ervaring op met participatieve democratie in Madagaskar. Opvallend is dat er niet gesproken wordt over eisen aan de overheid (veel linksen vinden dat jammer), maar dat men direct aan de slag wil. Ongenoegen vertaalt zich in directe confrontatie met mensen die zich te buiten gaan in het liberale economische systeem. Die participatieve democratie is voor velen romantiek en onhaalbaar, maar het slaat wel aan!
2. Het is veel breder dan op de TV overkomt. Overigens is er een sterke vergelijking met de acties in Spanje: ook daar werd volop geparticpeerd en gediscussieerd. Er is een sterke verbinding met de academische wereld. Jeffrey Sachs, Joseph E. Stiglitz, Lawrence Lessig: er komen heel wat academici langs om te spreken!
3. Iedereen hoort erbij, maar daar moet je wel voor in beweging komen. Het is een Opt-in werkwijze. Iedereen die wil doet mee en moet mee kunnen doen. Principieel anders dan de rechtse anti-Islamitische stromingen is er het dogma dat wie wil meedoen ook kan meedoen. Daardoor blijven brommers en negativo's buiten. Dat kun je gemakkelijk noemen. Dat gebeurt ook. Het wordt aangegrepen om te laten zien dat het een romantisch onhaalbaar ideaal is. Want je kan niet zomaar mensen er buiten laten en je discussieert met gelijkgestemden. Maar het toont een nieuw soort onbehagen: namelijk over mensen die zich buiten de samenleving plaatsen. Niet alleen zeuren en je buitensluiten, neem je verantwoordelijkheid dan!
4. Mensen zijn niet wars van de overheid, maar geloven niet dat daar het antwoord vandaan kan komen bij wereldwijde uitwassen en corruptie. Hoewel de werkwijze heel anarchistisch is, hoor je geen pleidooien voor het opheffen van de staat (of in elk geval krijgen die geluiden weinig weerklank). Wel is men sterk gekant tegen de globalisering. Er ligt een link met de anders-globalisten. Tegen een globalisering die zich voltrekt buiten elke politieke verantwoording. Er is op globaal niveau geen countervailing power.

Al zou OWS een oprisping blijven en wegebben, dan blijven deze ontwikkelingen toch van belang voor de toekomst. OWS is belangrijk. Zowel voor links als voor rechts! Zo laat Lessig weten in dit filmpje:

donderdag 13 oktober 2011

Participatie anno 2011 gaat over meedenken en niet over meedoen

Henri Beunders schreef onlangs een aardig artikel over participatie anno 2011. “Het huidige bestel biedt burgers weinig mogelijkheden om betrokkenheid te tonen. Ze moeten meer betrokken worden bij de problemen van wijk, buurt, stad en land. Want dan zullen ze zich graag aanmelden als bondgenoot van de overheid.” Als je het zo leest en de gemeentelijke praktijk kent zou je je in eerste instantie verbazen. Beunders is in zijn analyse beperkt, terwijl ik zijn boodschap deel. Het betrekken vraagt echter meer dan meedenken over vraagstukken! Het gaat ook over meedoen.

Gemeenten doen vaak hun stinkende best om burgers te betrekken. Het lastige is dat gemeenten op een andere manier redeneren en dat de verwachtingen die burgers van gemeenten hebben niet stroken met de verwachtingen die gemeenten van burgers hebben. Een groot deel van de burgers stelt zich op als klant van de overheid. “Ik heb last van rotjochies in de buurt, los dat op” is een vorm van klantdenken. De verwachting dat de gemeente dat kan oplossen strookt niet met de realiteit. Maar de gemeente (en met name de politiek) heeft het daar wel naar gemaakt. De politiek is slecht in het terugleggen van vraagstukken in de maatschappij. Waar de politiek dat wel doet, rekent ze op een niet meer bestaand middenveld.

Nu proberen steeds meer gemeenten de eigen kracht van de samenleving aan te spreken. Maar die samenleving is niet meer zo eenduidig als vroeger. Terecht wijst Beunders op het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden. De gemeente weet veel beter te schakelen met hoog opgeleiden omdat de politiek en het ambtelijke apparaat daar ook uit bestaan. Verder is de gemeente ook bang om burgers vragen te stellen omdat ze niet weten wat ze moeten doen met de antwoorden. De ambtenaren verwachten dat de gemeente het moet oplossen en zijn er niet sterk in de buurt te vragen hoe bewoners het zelf kunnen oplossen en hoe de gemeente daarbij kan helpen, bovendien is daar bij de buurtbewoners geen ervaring in en wordt de bal weer teruggespeeld naar de gemeente.

Het is te gemakkelijk om de schuld te leggen bij de politiek. De hele samenleving heeft eigenlijk de democratische gezindheid als vanzelfsprekend genomen en laten verslonzen. Steeds meer mensen hebben helemaal geen ervaring met het zelf opzetten van een organisatie, zelf bemiddelen in de buurt of zelf buurtgenoten aanspreken op gedrag en merken dat de betrokkenheid bij de buurt leuk is en ertoe doet. Terwijl vroeger van de voorlieden van een zuil democratische gezindheid werd verwacht, wordt dat nu van iedereen verwacht. Dat negeert Beunders.

Democratische gezindheid is veel meer dan bedenken (accepteren) dat de meerderheid besluit. Democratische gezindheid heeft ook te maken met je eigen verantwoordelijkheid nemen. Agenderen van problemen, argumenteren over oplossingen, ruimte bieden aan andersdenkenden en zoeken naar oplossingen die aan verschillende belangen recht doen en kijken wie wat het beste kan doen bij de uitvoering. Pas als je dat doet heeft het volk de macht. Dat is veel moeilijker dan vroeger toen we nog onderlinge waarborgmaatschappijen opzetten en woningcorporaties oprichtten, want de maatschappelijke binding van de zuilen is verdwenen.

Ik ben ervan overtuigd dat mensen aangesproken kunnen worden op hun eigen verantwoordelijkheid. Hebben ze weinig tijd? Juist mensen die drukke banen hebben zijn vaak ook betrokken in vrijwilligerswerk. Mensen die zichzelf buiten sluiten hebben best tijd. Ze hebben echter weinig vertrouwen dat ze serieus worden genomen en kunnen hun tijd dan beter besteden. Ze worden ook niet op hun eigen verantwoordelijkheid aangesproken omdat de overheid het liever zelf oplost. Hoe vaak heb ik zelf niet bij mijn kinderen het gevoel dat ik tijd kan besparen door dingen zelf te doen? Zo werkt de gemeente ook. Alleen ik heb de vaste overtuiging dat mijn kinderen kunnen leren eigen verantwoordelijkheid te nemen en ik laat hen het toch doen, ook al is dat soms lastig en past dat soms niet in mijn schema.

Dat moet de politiek en de gemeente nog leren. Door mensen die zich buitensluiten niet meer serieus te nemen verzwakt de samenleving. Hen weer verantwoordelijkheid geven is nu lastig voor hen en voor de gemeente zelf. Maar op de lange termijn is het een zegen voor de samenleving.

maandag 10 oktober 2011


Gisteren zag ik een documentaire over Nostradamus. Het is fascinerend te zien hoe pseudo-wetenschappelijk dit was aangepakt. Leerzaam! Het was het verhaal van iemand die wilde laten zien dat de wereld in 2012 grote rampen te wachten staat en wel op 21 december 2012. Alles stond in het teken van het overtuigen van de kijker. Gevaarlijke volksmennerij.

Ten eerste was er natuurlijk geen enkele geïnterviewde die twijfelde aan de waarde van de voorspellingen van Nostradamus. Dat zal al een zoektocht zijn geweest. Verder werd er volop vertrouwen gewonnen door te verwijzen naar de Maya's en de Egyptenaren, die uiteraard als briljante astronomen werden voorgesteld. Het mooiste was dat eerst een verhaal werd verteld om je later te kunnen laten zien dat Nostradamus dat al voorspeld had. Andersom zou het niet werken. Krijg je eerst de voorspelling te horen, dan denk je nog na over jouw verklaring. Dan lees je over vuur, honger, oorlog en drie keer totale duisternis. Dan denk je: dat gaat over van alles wat mensen vrezen.

De documentaire gaat anders. Eerst vertellen ze dat de Maya's het einde der tijden voorspellen in 2012, omdat de kalender dan stopt. Dan zeggen ze dat het wel toevallig is dat de zon dan op een lijn staat tussen de aarde het het centrum van het melkwegstelsel. (Het waren geen astronomen, maar astrologen en het is niet raar dat ze een bepaalde stand van de zon en planeten kiezen als begin en dan ook maar beschouwen als eind.) Vervolgens tonen ze beelden van honger: steeds meer mensen lijden aan honger is het idee. Daarna laten ze de inslag van een meteoor zien. En dat het idee dat de zon tussen de aarde en het centrum van de Melkweg staat een soort verduistering is. Daarna leggen ze pas de tekst van Nostradamus voor. Toevallig dat Nostradamus ook spreekt over honger, vuur en verduistering. De tekst is niet erg helder, maar je kan er in lezen wat zij willen. Dan zeggen ze dat meerdere oude volkeren spreken over vuur, duisternis en honger als grote rampen. Dat sluit aan op het idee dat vroegere volkeren minder kennis hadden maar wel een soort oerwijsheid. Eerder werd het vuur dat Nostradamus zag al als de derde wereldoorlog vertaald. Het ging om een vuurrode hemel. Dat moest China met atoombommen tegen de VS zijn. Het zou starten in 2000. Nu wordt dat vuurrode vertaald als de zon die brandt vanwege het broeikaseffect.

Natuurlijk tonen ze natuurlijk niet deze tekst:
“In het jaar 1999, de maand sept (zevende / september).
Uit de hemel zal een grote koning van verschrikking komen:
Tot leven wekkend de grote Koning van Angolmois,
Ervoor erna regeert Mars door geluk.”

Die duidelijke misser melden ze niet, wel zeggen ze dat Nostradamus de val van het communisme voorspelde. Hij voorspelde volgens velen ook de van van de Twin Towers: "In de stad York zal plaatsvinden een ineenstorting, twee tweelingbroers uiteengerukt door chaos. Terwijl het fort valt zal de grote leider vallen. Derde grote oorlog zal beginnen als de grote stad brandt." (evenmin hebben ze het over rozenbladdrankjes en -pilletjes tegen de pest, die Nostradamus maakte. Wrang is dat later zijn vrouw en kinderen overleden aan de pest)

Het sluit zo mooi aan bij de huidige tijd. Al die wetenschappers hebben het fout en verzwijgen de rampen. Je zal dus zelf moeten nadenken. Dat zelf nadenken wordt in de documentaire moeilijk gemaakt. Het geeft maar weer aan hoe beïnvloedbaar mensen zijn en hoe wankel de democratie is. De waarschuwingen voor volksmennerij zijn van alle tijden (de oude Plato waarschuwde daar al voor). Waarschuwingen over het vergaan van de wereld ook (niet eens zo lang geleden nog)

Misschien moet de voorlichting over inentingen voortaan opgebouwd worden zoals deze documentaire? Geen hoor en wederhoor, wel met beelden een denkrichting stimuleren? Niets mooiers dan het menselijk brein. Dat zou volgens mij op de lange termijn vooral schade doen. Gewoon open blijven is het beste en bewijs eisen. Het is voor dit soort dingen belangrijk om te weten dat je niet direct hoeft te bekijken of je het verhaal gelooft, maar ook te horen wat in dit geval hoor en wederhoor aangeeft.

Ik geloof dat het enige wat we kunnen doen is mensen weerbaar maken tegen beïnvloeding. Mensen geloven wetenschappers niet meer (maar wel vaak), maar gelukkig geloven ze dit soort fabeltjes ook meestal niet (maar helaas wel vaak).

vrijdag 7 oktober 2011

Stop die rechtse hobby!

De democratie is slechtste vorm van bestuur, afgezien van alle andere bestuursvormen. Zo is ook het legaliseren van drugs de slechtste vorm van drugsbeleid afgezien van alle andere beleidsrichtingen. Lastig te accepteren, maar het is helaas waar.

De Verenigde Staten alleen al besteedt ongeveer 40 miljard dollar per jaar om het aanbod van drugs te elimineren en slaagt daar niet in. Reden waarom de Economist ooit de War on drugs een "rechtse hobby" noemde (pamperen van werklozen vinden ze een linkse hobby). Een oorlog die niet succesvol is. De Global Commission on Drugs Policy schrijft daarover: The global war on drugs has failed, with devastating consequences for individuals and societies around the world. Het rapport is uitgekomen in juni 2011 en pleit voor het experimenteren met decriminaliseren. Legaliseren van drugs is volgens mij het meest kansrijke antwoord op het groeiende probleem van drugs in de samenleving. Te beginnen met cannabis.

Wat zijn redenen om drugs te legaliseren? Natuurlijk is er het argument dat liberalen en aanhangers van de vrijheid zal aanspreken. Illegale drugs zijn soms gevaarlijk tot zeer gevaarlijk, maar de meeste zijn niet zo heel gevaarlijk. De meeste gebruikers van illegale drugs gebruiken ze alleen af en toe. Ze hebben er weinig last van en het is de vraag of de staat mensen ervan moet weerhouden om deze middelen te gebruiken. Neem het Nederlandse beleid om softdrugs te gedogen: dat was eigenlijk liberaal beleid.

Maar het is verslavend, zult u zeggen? Ja zeker! Minder verslavend dan tabak, maar toch. En verslaafde gebruikers van illegale drugs geven overlast en ellende voor hun omgeving, hun familie? Ja zeker. Dat is reden om prioriteit te geven aan het voorkomen van verslaving en het behandelen van de verslaafde patienten.

Maar kunnen we dan zomaar zoiets gevaarlijks toelaten? Voorkomen dat er een aanbod is lukt niet meer, als het vroeger al lukte. Een wettelijk verbod is ook niet wenselijk omdat het verbod de prijzen opdrijft en veel ruimte biedt voor georganiseerde misdaad. Dat gaat om misdaad in het eigen land: kijk naar het totale alcoholverbod in de VS in 1919-33, een zeer profijtelijke wet voor de Al Capones van die tijd. Het gaat ook om misdaad in de producerende landen. De ellende daar is misschien nog wel groter. Kijk naar de recente moorden in Mexico.

Legaliseren gaat ondanks dat tegen je gevoel in. De commissie die zich er over boog schreef als advies: "Drug policies must be based on solid empirical and scientific evidence. The primary measure of success should be the reduction of harm to the health, security and welfare of individuals and society". Dat schrijft de commissie omdat ze ervaart dat er een hardnekkig misverstand is, namelijk dat legalisatie en decriminalisatie leidt tot groeiend gebruik van drugs.

Daarom aandacht voor het cannabisbeleid van dit kabinet. Het kabinet zet een rechtse hobby in gang waar elke wetenschappelijke basis aan ontbreekt. Verbieden werkt niet, al honderd jaar niet.
Cannabis is schadelijk? Jazeker! Ik gebruik het zelf nooit. Maar hoe schadelijk? Kijk dan eens naar deze grafiek uit het rapport over drugsbeleid. Deze week besloot het kabinet overigens om twee stoffen te verbieden: GHB en Khat met als argument dat de verslaving toeneemt. Let vooral op hun plaats op de lijst. Alsof de politie niets beters te doen heeft.

Stop de verspilling, werk aan drugsbeleid dat resultaat heeft! Het gaat in tegen de tijdgeest, het gaat in tegen het gevoel, maar voorkom verspilling en verminder de ellende: legaliseer drugs.

dinsdag 4 oktober 2011

Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? (Een rekening van 175 euro!)


Er staan nu 19.000 fietsen rond Utrecht CS. Dat is veel en bovendien een verheugend feit. De combinatie fiets en trein is een winnende. De NS denkt zelfs aan een verdubbeling van het aantal fietsen. Het college van B&W in Utrecht denkt deze trend tegen te gaan door betaald fietsparkeren in te voeren. Het plan is om 22.000 betaalde plekken te bouwen, terwijl de gratis fietsenrekken zullen verdwijnen.

Dit zal de overlast niet tegen gaan. Leer mij de fietsers kennen die hun fiets dan iets verder van het station gratis stallen. Ik heb even berekend wat dit betaald parkeren kost. Om de stallingen te kunnen bouwen is bovenop eerder vastgestelde budgetten een extra investering nodig van 16 miljoen euro. De jaarlijkse beheerkosten worden berekend op 3 miljoen euro. Dat kost per fietser per jaar zeker 175 euro, waarvan 136 euro alleen al aan de beheerkosten. Wat kan je niet doen voor zo'n bedrag om het fietsen te stimuleren?

Volgens de Fietsersbond zou het met bijdragen van Rijk, gemeente en NS mogelijk moeten zijn alle plaatsen gratis aan te bieden. Een variant daarop is gratis parkeren gedurende de eerste dagen en betalen na die periode van onafgebroken stallen. Ten slotte is het ook mogelijk een slimme variant te ontwikkelen met een combinatie van onbetaalde en betaalde plekken, met een duidelijk kwaliteitsverschil. De betaalde plekken zouden dan dicht bij de perrons moeten zijn en er zou veel extra service geboden kunnen worden om zoveel mogelijk fietsers te verleiden om betaald te parkeren. Veel beter naar mijn idee! Het innen van de bijdrage voor de fietsplek kost relatief veel geld, misschien is wel meer dan de helft van het geld bedoeld als inningskosten. Zonde!

Het is een raadsel waarom het college met zo'n voorstel komt. Het ontmoedigt mensen om de gemakkelijke en milieuvriendelijke vervoerscombinatie fiets-trein te kiezen. De drempel om voor de bus te kiezen is een stuk lager als het prijsverschil kleiner wordt.

Daarom steun ik van harte de petitie van de Fietsersbond: U kunt deze hier ondertekenen.

vrijdag 30 september 2011

Streepjescode gezocht voor belastingdienst

Het is redelijk dat ik wat terug moet doen als ik kinderopvangtoeslag krijg. Toch krijg ik de kriebels om de kinderopvangtoeslag. Ze maken mij expres onzeker met een geheimzinnige streepjes code.

Begin dit jaar kreeg ik al een brief van de belastingdienst waarbij ik het nummer van onze opvanginstelling moest opgeven. Dat nummer stond gewoon op de website van de instelling waar ze het jaar daarvoor al de gegevens voor hadden gekregen. Dat nummer zocht ik op (en met mij honderdduizenden anderen). Het nummer had de kinderopvanginstelling van de overheid gekregen. Vervolgens moest ik inloggen met mijn DIGID en dat van mijn vrouw om dat nummer door te geven.

Nu kreeg ik weer een verzoek om het jaaroverzicht van de instelling. Controle is okay. Ze hadden bovendien mijn SOFI-nummer al ingevuld. Vreemd genoeg niet het sofi-nummer van mijn kinderen. Dat halen zij zo uit de computer. Kunnen ze de brief koppelen aan mijn sofi-nummer, dan kan dat ook voor de sofi-nummers van mijn kinderen. Opgezocht dus. Een kopie gemaakt van de brief die ik van de betreffende instelling heb gekregen, het mag niet het origineel zijn, dus je moet echt even aan de slag. Ingevuld. Alles nog eens goed gelezen. In de envelop gedaan. Staat daar op de envelop: "Controleer voor u de envelop dichtplakt of het antwoordnummer en de streepjescode zichtbaar zijn." Dus de streepjescode gezocht. Geen streepjescode te bekennen. Herinner mij dat ik dat vorig jaar ook al constateerde. Voor de zekerheid brief geopend, bijlage bekeken, envelop doorzocht. Geen streepjescode!

Dichtgeplakt zonder dat de streepjescode zichtbaar was. Als dat maar goed gaat!

"Ja, dat staat er al jaren op", zegt een vriend van mij, "Er is geen streepjescode. Heb ik ook al eens over geklaagd". Maar dat ze met die klacht niets doen, geeft aan dat het geen vergissing is: dat over die streepjescode hoort toch echt op die envelop te staan.

Waarschijnlijk is het een soort loterij. Er is één Nederlander die wel zo'n streepjescode heeft. Wie dat heeft en op de envelop plakt wint waarschijnlijk extra kinderopvangtoeslag. Kunnen ze het toch nog leuker maken.

Heeft iemand die streepjescode al gevonden? Levert het wat op?

donderdag 29 september 2011

Hoe redden we de Europese Unie?

Dat is de dringende vraag die Barroso stelt (oa in de Volkskrant). Verkeerde vraag!

Na verloop van tijd hebben instituties de neiging zichzelf als doel te beschouwen. Net zoals de aanval op de EU het doel lijkt te worden van euro-sceptici, zo wordt de EU het doel van de pro-Europesen. Maar het gaat helemaal niet om de EU, het vetorecht afschaffen om sneller te kunnen besluiten, een Europese president.

Terug naar het doel. Zoals in The Tablet nog eens werd benadrukt door Stephen Wall: het doel was het bevorderen van welvaart en het bevorderen van vrede door samenwerking. “The European Union is a secular organisation but its founders were Christian Democrats and at its core are values rooted in the very Christian notion of solidarity. Its members remain 27 independent countries but with a shared belief in peaceful coexistence, democracy, social justice and responsibility to the poorer nations of the world.” (hij vergeet hier even het bevorderen van welvaart door economische samenwerking en handel) Die waarden van democratie, vrede, welvaart door samenwerking en handel, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid voor armere landen zouden centraal moeten staan. Niet de structuur (federaal, Europa van de regio's, krachtig machtsblok, of wat dan ook). We kijken teveel naar de Verenigde Staten: andere achtergrond, andere geschiedenis.

Europese Unie en het afschaffen van het veto-recht van lidstaten: dat zijn niet de waarden waar je de handen voor op elkaar krijgt. Terecht niet! Maar Griekenland wordt momenteel geholpen een stap vooruit te maken. Het land werd tot 1973 nog geregeerd door een militaire junta. Net als Portugal (tot 1974) en Spanje (tot 1975). Door deze landen op te nemen in de Europese Unie (Griekenland in 1981, Portugal en Spanje pas in 1986) heeft deze Europese samenwerking de democratie en de welvaart kunnen bevorderen. Wij denken in Europa altijd in termijnen van 4 jaar, maar voor een stabiele democratie die ook nog financieel deugdelijk is moet je echt aan langere termijnen denken. Op die langere termijn zijn enorme stappen genomen. En Griekenland zou nu eindelijk gedwongen worden tot financiele discipline, er zijn mensen van de Belastingdienst naar Griekenland om te helpen. Dat zou allemaal niet gebeuren als de Grieken de drachme nog konden devalueren. (Ik heb al lang geleden geschreven over een wenselijke default (gedwongen (failliet) of vrijwillige afwaardering van de schulden))

Die hulp aan deze staten heeft ons geen windeieren gelegd. Dat is een lastig verhaal: je stopt geld in die landen en je verdient er daardoor aan? Economen zijn het over van alles oneens, maar over een ding zijn ze het eens: vrijhandel bevordert de economische welvaart. Kijk naar de groei in China door de vrijhandel te stimuleren.

Kortom: vraag niet hoe we de Europese Unie als systeem en machtsblok kunnen redden, vraag hoe we democratie, vrede, welvaart door samenwerking en handel, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid voor armere landen kunnen bevorderen.

dinsdag 27 september 2011

Vertrouwen winnen door beter uit te leggen?

In februari 2010 schreef de Raad voor het openbaar bestuur een advies over vertrouwen in de democratie en de noodzaak van meer horizontale interactie (tussen elkaars gelijken). Het kabinet heeft gisteren een reactie gegeven op dat rapport. Het erkent het probleem van het vertrouwen in de democratie. Het nuanceert het wel direct. Het is niet acuut omdat “De opkomst bij verkiezingen is in vergelijking met veel andere landen hoog en door de bank genomen zijn burgers niet ontevreden over de concrete prestaties van de overheid. Bovendien tonen veel burgers hun betrokkenheid bij de samenleving door er zelf actief een bijdrage aan te leveren”.

Belangrijke groepen burgers haken af
Maar, erkent het kabinet, “Uit de opkomstcijfers van verkiezingen blijkt bijvoorbeeld dat de opkomst onder burgers met een hoog opleidingsniveau beduidend hoger ligt dan onder burgers met een laag opleidingsniveau.” Met die laatste constatering dat maar een deel mee doet, slaat het kabinet de spijker op zijn kop, maar in de reactie wordt daar niets mee gedaan.

Het kabinet geeft aan dat duidelijke grenzen stellen goed is, dat het bevorderen van kennis van de democratie een weg is en dat het betrekken van belanghebbenden bij grote projecten noodzakelijk is. Het heeft het dan met enthousiasme over de Commissie Elverding en gebruik maken van Wisdom of the crowds, twee nieuwe vormen van beleid maken die nu juist precies aansluiten bij de hoger opgeleiden.

De essentie zit hem echter niet in kennis en niet in interactief opstellen van wetten. Vertrouwen winnen door nog eens beter uit te leggen helpt echt niet!

Alledaagse democratie
Volgens mij zit het in de alledaagse democratie: het teruggeven van verantwoordelijkheid en volwaardig deelnemer worden in de alledaagse democratie. Dat gaat over het met elkaar nemen van moeilijke besluiten en verantwoordelijkheid nemen voor pijnlijke beslissingen. Het past in de lijn van minder taken toetrekken naar de overheid, maar het met elkaar beslissen zie ik niet terug. “Los het zelf maar op en val de overheid niet lastig”: ik kan het mij voorstellen, maar het is geen oplossing voor het gebrek aan vertrouwen en groepen die zich afkeren van de samenleving.

Waar is de tijd dat wij eigen kruisverenigingen oprichtten, dat onderlinge waarborgmaatschappijen van ons waren? Daar hoorden ook moeilijke beslissingen bij. Elkaar aanspreken als iemand profiteur werd van voorzieningen. Als iemand een brandverzekering had, keek iedereen of de individuele deelnemers zelf ook maatregelen namen om het risico op brand te verkleinen. Het was ons geld.

Ik denk niet dat die tijd weer terug zal komen. Maar om weer deel te nemen aan de democratie moeten we wel zelf ook pijnlijke beslissingen durven nemen. Merken dat we geld maar een keer kunnen uitgeven, weten dat we zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en dat niet iedereen te vriend is te houden.

Ik heb zelf bij onze Vereniging van eigenaren daar veel ervaring mee. Zo verhoogden we pas de kosten voor de liften met 16%. Dat werd met algemene stemmen aangenomen, omdat iedereen besefte dat er jarenlang te weinig was gereserveerd voor de liften. Het zijn onze liften, dus beseffen we dat het geen zin heeft om kosten voor ons uit te schuiven. Bij besluitvorming volgens de politieke systematiek zou er opstand zijn uitgebroken. We voelen ons dan belazerd door het bestuur, zijn boos en stemmen op de eerste de beste populist die suggereert dat er een andere, goedkope en simpele oplossing is.

Enthousiasme voor het bevorderen van democratische gezindheid
De meeste VvE's leiden echter een marginaal bestaan met anderhalve man en een paardekop. Schoolbesturen zijn allang niet meer zo lokaal verankerd. Voetbalverenigingen gaan iets beter, maar ook daar is in essentie geen sprake meer van alledaagse democratie.

Enthousiasme en inspiratie voor de alledaagse democratie, dat had ik willen lezen. Bevorderen van democratische gezindheid. In verenigingen iedereen mee laten doen, besluiten nemen over je eigen buurt in plaats van alleen schoffelen. In diverse ruimten waar besluiten genomen kunnen worden zien we een gebrek aan democratisch enthousiasme. Het is zelfs zo ver gekomen dat mensen naar de rechter stappen om de burgemeester te straffen als het niet lukt om bewijs te vinden tegen de kwajongens van de buren. Mensen kennen de democratie en de rechtsstaat wel, maar ze zijn er klant van geworden. Met de democratie zelf bemoeien ze zich niet meer.

Het kabinet slaat de spijker even op de kop, maar slaat in oplossingen de plank helaas mis.

maandag 26 september 2011

Feitenloze politiek: aanpak op twee fronten



Er is een grote groep mensen die zich niet verbonden voelt met de politiek. Af en toe horen mensen weer over een schandaal, een directeur van het COA die goud verdient, een politicus die een zonnebril declareert. "Ze kunnen me allemaal wat", denken ze en ze zullen de politici in den Haag wel eens een poepie laten ruiken. De PVV is dan hun partij. Het zijn de buitenstaanders die zich ergeren aan overlast in de buurt, het veranderen van de buurt door nieuwkomers die ze niet begrijpen. En die zonen van de nieuwkomers worden niet begrepen door hun ouders, zodat ze erger kunnen klieren dan de kinderen van Nederlandse ouders. In het plaatje zijn ze blauw. (plaatje komt van Motivaction)

Politici worden geworven onder de groep groenen en oranje: de verantwoordelijken en de pragmatici. Ambtenaren overigens ook. Zo kunnen de blauwen, groenen en oranjen allemaal hun eigen gesprekken voeren, TV kijken, websites bezoeken zonder elkaar tegen te komen. Daardoor worden ze nooit tegengesproken.

De buitenstaanders gaan zo in hun eigen sprookjes geloven, niemand die hen tegenspreekt. Eigenlijk nemen we hen dan niet serieus.
Enkele voorbeelden:
- schrap ontwikkelingssamenwerking een paar jaar en het overheidstekort is opgelost
- zet de Islamieten het land uit, dan hebben we allemaal werk
- links heeft de gastarbeiders het land in gehaald
- de euro was een grote ramp
- Balkenende en Kok hebben ons land geruïneerd


Om met het laatste te beginnen: De werkloosheid in Nederland is lager dan de meeste andere ontwikkelde landen, de rente is ook lager omdat financiers onze degelijkheid waarderen, onze pensioenen lijken in gevaar, maar het gevaar valt in het niet bij het gevaar dat de pensioenen lopen in de andere Europese landen omdat we er zelf voor gespaard hebben. Kok en Balkenende hebben de basis uitstekend op orde gehouden, maar andere gaten laten vallen.

Nederland heeft het economisch sinds de invoering van de euro zeer goed gedaan, veel geëxporteerd naar landen als Griekenland, Italië, Spanje, Portugal (ook naar Duitsland, maar zonder de euro was dat ook het geval geweest).
Aan ontwikkelingssamenwerking wordt jaarlijks 4 miljard uitgegeven. Een deel van dat bedrag wordt weer terugverdiend door de Nederlandse bedrijven die er werk voor verrichten. De overheid geeft dit jaar 257 miljard uit en krijgt 244 miljard binnen. Zelfs het overheidstekort wordt niet tot nul teruggebracht als de ontwikkelingssamenwerking wordt geschrapt. (tekort en schuld wordt wel eens door elkaar gehaald)

De meeste politieke partijen lijken op elkaar omdat de Nederlandse economie het globaal genomen goed doet. Over de basis zijn de meeste partijen het eens.

Er zijn wel - grote - verschillen van mening over verdeling van de lasten, het inspelen op de veranderende wereldeconomie, de wijziging van de verzorgingsstaat en het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Rechts wil een kleinere overheid om de schulden te betalen, links wil hogere belastingen. Maar niemand gelooft serieus dat Nederland er beter van wordt als we alle Islamieten het land uit gooien. Niemand kan beweren dat de PvdA de gastarbeiders het land binnenhaalden (het waren de werkgevers op zoek naar arbeidskrachten voor baantjes die de Hollanders niet wilden doen).

Maar we bereiken met deze verhalen de buitenstaanders niet. We nemen hen namelijk niet serieus. Ze worden te weinig gehoord. We herhalen hun woorden niet om aan te geven dat ze gehoord zijn en als we dat wel doen geven we niet aan wat in hun woorden onzin is en wat niet. Het is heel moeilijk discussiëren met deze boze mensen. Probeer maar eens met een geenstijl-aanhanger in debat te gaan. Dat lukt alleen als hij je kent uit het gewone leven. Van de voetbalclub, de speeltuinvereniging, het jaarlijkse barbecuefeest.

Natuurlijk lijkt de PVV het grote gevaar van de politiek, met het gescharrel met feiten, het aantal PVV-ers met een strafblad, de kopvoddentax en het "Geen cent naar de Grieken". Heel net Nederland valt over de algemene politieke beschouwingen. Dat is het ene front dat veel aandacht krijgt. Maar PVV-ers zijn gewoon provo's met wat minder beschaving. Richt je op de serieuze partijen. Waar is het PGB goed, waar loopt het uit de hand? Wat is terecht zorg die de overheid wil garanderen, wat niet? Hoe zorgen we dat iedereen het leven lang flexibel blijft leren? Hoe vuil mag Nederland zijn?

Daar is de wereld niet te winnen. Laat de PVV met rust, neem in plaats daarvan de mensen in de wijken weer serieus. Dat is het tweede front. Spreek mensen tegen als ze ongelijk hebben en laat zien wat je wel kan als ze gelijk hebben. Geef ze een eigen verantwoordelijkheid in de buurt, laat ze leren als ze op hun bek gaan en zie dat ze best veel zelf kunnen. Zeg niet "Het moet van Europa" als je gewoon diep in je hart zelf wilt saneren en de verzorgingsstaat inperken. Wees eens eerlijk. Dat levert op de korte termijn weinig op. Op de lange termijn win je er een samen-leving mee.

P.S. Dat het provo's zijn kun je zien aan de opwinding over bedrijfspoedel en doe eens normaal man. Het doet denken aan de opwinding over het uitdelen van krenten (en het oppakken van provo's die dat deden). Het is gewoon het uitdagen van het gezag.