woensdag 30 september 2015

Referendum moet gaan over associatieverdrag Oekraïne, niet over wat erniet in staat

Eigenlijk wordt er nog altijd gedacht: als we ze het nog een keer goed uitleggen en laten zien dat we er goed over na hebben gedacht, dan raakt iedereen overtuigd. Een paternalistische gedachte vanuit het eigen gelijk? En wat betekent dat voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne?

Dialoog werkt niet vanzelfsprekend
Movisie heeft onlangs op basis van literatuurstudie onderzoek gedaan naar interventies gericht op het vergroten van de acceptatie van homoseksualiteit. Daarin komen bijvoorbeeld ook op dialoog gerichte interventies aan bod. Terecht stelt Movisie zich voorzichtig op: het zomaar ‘uitrollen’ van interventies en activiteiten als dialoog-bijeenkomsten, voorlichtingscampagnes en theatervoorstellingen klinkt heel daadkrachtig, maar je moet wel weten of het werkt!

Dat valt tegen. De conclusie is “Dat soort bijeenkomsten blijkt weliswaar effect te kunnen hebben, maar ook in ongewenste richting. De aanname is dat door een open gesprek en het uitwisselen van meningen de houding in positieve zin verandert. De negatieve meningen die in die bijeenkomsten naar voren worden gebracht kunnen echter eveneens effect hebben en wel zo dat de negatieve houding wordt bevestigd. Dat geldt vooral in contexten waarin die negatieve houding dominant is". (zie sociale vraagstukken.nl

De conclusie is “Dialoogbijeenkomsten kunnen goed uitpakken als er niet teveel ruimte wordt gegeven aan het uiten van negatieve opvattingen en de positieve meningen ruimschoots aan bod komen “ Dit moeten we in de gaten houden bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraine. Hier gaan voor en tegenstanders op inzetten, niet debatteren, maar ruimschoots de eigen mening aan bod laten komen. 

Rationele wezens in dialoog? Of mensen?
Want daar over nadenkend zat het me toch nog dwars. De gedachte is dat mensen rationele wezens zijn die zich baseren op feiten en op basis daarvan een mening vormen. Dat is niet helemaal waar. Mensen spiegelen hun mening namelijk ook vaak aan wat anderen gemiddeld gesproken denken. Men zoekt naar een verband tussen de discussie en de werkelijkheid en neemt onbewust aan dat de discussie representatief is. Dat heet dus representativiteit-heuristiek. Ik begrijp nu dat als de positieve meningen maar genoeg geuit worden, mensen ook positief zullen oordelen. Dan is een dialoog niet helemaal opgezet als dialoog, maar als beïnvloeder.

Dat doet me denken aan de politici die voor de Europese grondwet waren. Daar waren nogal wat mensen bij die dachten: we moeten het beter uitleggen (want eigenlijk hebben we natuurlijk gewoon gelijk). Dat voelden tegenstemmers haarfijn aan. Het werd uiteindelijk een discussie die maar af en toe op een dialoog leek, maar veel meer een heen-en-weer-je-eigen-verhaal vertellen.

Associatieverdrag met Oekraïne en onbetrouwbare voor- en tegenstanders
Daarvoor moeten we oppassen bij het referendum over het Europees associatieverdrag met Oekraïne. (Ik ben voor het referendum en voor het verdrag). Op de website van het burgercomité dat dit referendum heeft afgedwongen staat “Uiteraard blijft ons hoofddoel overeind staan: een referendum over in/uit de EU”. Dat is eigenlijk het doel van het referendum. Het comité is verder tegen EU-lidmaatschap van Oekraïne. Overigens vind ik lidmaatschap van Oekraïne ook niet gewenst de komende tien, twintig jaar. Misschien wel nooit. Maar dat staat niet in het verdrag. Daarom schrijft het comité “Dit verdrag is dus duidelijk een opstapje naar volledig EU-lidmaatschap, ook al zullen onze regering en de EU dit natuurlijk ontkennen”. Overigens zijn er ook associatieverdragen goedgekeurd met Moldavië en Georgië. Zijn ze daar blijkbaar niet tegen? Waarom niet? Bekt dat minder? Ik vertrouw het burgercomité dus niet zo. Het burgercomite lijkt niet te willen dat mensen zelf nadenken (en zich echt verdiepen in het verdrag). Nergens staat wat het verdrag inhoudt en wat zij daar zo slecht aan vinden!

Maar vertrouw ik de voorstanders van het verdrag dan wel? Die hebben ook geen goede staat van dienst. Ze neigen naar paternalisme en willen niet zozeer in dialoog gaan, maar vooral alles nog een keer goed uitleggen! Zij zullen dus vooral willen dat er veel positieve meningen komen, waardoor mensen zonder na te denken voor zullen stemmen (en veel liever even geen referendum).. Ik ben blij dat de voorstanders gedwongen worden uit te leggen wat ze willen met het verdrag. Dat is goed voor de democratie!

Oekraïne is geen fijn land op het moment. Grote politieke instabiliteit, economische stagnatie en grootschalige corruptie en zelfverrijking van een kleine elite, een verdeeld land en claims van Rusland. Het associatieverdrag moet daar juist in helpen. Ook de landen op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie hebben recht op volledige onafhankelijkheid, zelfbeschikking en territoriale integriteit. Het idee achter de associatieverdragen is juist om de landen daarin te steunen en de economische stagnatie tegen te gaan.

De voorstanders zeggen : “Uitbreiding en nabuurschapsbeleid zijn twee gescheiden trajecten”. Nou denk ik dat handel een heel krachtige manier is om te komen tot meer welvaart en welzijn. Maar als je wilt voorkomen dat Oekraïne ooit lid wordt, en je stemt tegen dit verdrag dan zit je zelf goed. Oekraïne is er overigens niet mee geholpen, de stabiliteit aan de randen van de EU ook niet. Met stopzetting van de samenwerking of het uitstellen van ratificatie zou Rusland blij zijn: met intimidatie en geweld kun je blijkbaar de koers van de Europese Unie beïnvloeden.

Reclame over en weer zonder burgers serieus te nemen
Ik vrees dat het referendum niet zal leiden tot een dialoog over en weer over het associatieverdrag met Oekraïne. Het zal gaan om schreeuwende reclame over en weer. Kom in verzet tegen de uitbreiding van de EU, dat wordt de leus. Versus: daar gaat het associatieverdrag niet over

Waar gaat het eigenlijk wel over? Stabiliteit en welzijn aan de randen van de EU
Het verdrag betekent nogal wat. Het gaat over tegengaan van verspreiding van (atoom)wapens. Het gaat over samenwerken in de internationale misdaadbestrijding, Het gaat om de gezamenlijke opzet van een doelmatige en preventieve aanpak van illegale migratie, smokkel van migranten en mensenhandel. Dat lijkt me reden om voor te zijn. Maar voor mij is het belangrijkste het geheel: dat samenwerking en internationale handel helpt om meer stabiliteit en welzijn te krijgen in Oekraïne en ik ben er van overtuigd dat goede buren belangrijk zijn voor de EU.

Maar het gaat er ook om “dat het van belang is op termijn een visumvrije regeling in te voeren voor de burgers van Oekraïne, mits aan alle voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit wordt voldaan”. Dus ik zie al beelden van een reclame van de tegenstanders die zeggen dat een tsunami van Oekraïners Europa in zal trekken. Precies overigens wat het verdrag wil voorkomen, want daarvoor is samenwerking om de grens te bewaken en mensenhandel tegen te gaan belangrijk.

Jammer van een referendum is dat je niet de boodschap kunt afgeven die eigenlijk nodig is: het tekenen van het verdrag is geen akkoord om stappen te mogen zetten richting lidmaatschap. Maar daar gaat het verdrag nu eenmaal niet over. 

In elk geval is het simpel. Het referendum moet gaan over het associatieverdrag met Oekraïne: de echte voor- en echte nadelen. Dan neem je mensen serieus.

Dat zal een zware dobber worden!



woensdag 23 september 2015

Tien ergernissen over de buurt, maar kennen we ook de tien blijmakers?

Gisteren kwam mijn tante langs. Ze had helaas niet het goede huisnummer bij zich en zocht of ze misschien een telefoonnummer had. Tot haar verbazing sprak iemand haar aan die haar zag zoeken en vroeg waar ze moest zijn. Toen m'n tante mijn naam noemde was de reactie meteen: “o, Hein en Jacobine, ja, die wonen daar op de hoek op nummer 1”. Het verbaasde mijn tante. Ons verbaasde het niets: iedereen kent elkaar in ons buurtje. Toch is het goed er eens bij stil te staan dat dat kennen van elkaar een enorme bijdrage levert aan de kwaliteit van de buurt. Lastig is wel: het verstoren van de buurt kan je als individu, het verbeteren van de buurt is een groepsproces.  

Openbaar groen en winkels, maar ook omgang met elkaar: groepsgedrag
Wat zijn die zaken die je blij maken over je buurt? Daar heeft de ruimtelijke ordening van je buurt wel iets mee te maken. De aanwezigheid van winkels in je buurt en voldoende openbaar groen leveren zeker een belangrijke bijdrage. Maar de belangrijkste bijdrage levert de omgang met je buren. Niet dat je de grootste vrienden van elkaar hoef te zijn: gewoon elkaar kennen en groeten is al heel mooi. Dat betekent tegelijk dat je een belangrijke bijdrage kunt leveren aan je buurt: groet je buurtgenoten. Toch is dat niet zo'n gemakkelijk recept: Het gaat er immers om dat de anderen ook groeten. Het gaat om groepsgedrag. Andere blijmakers zijn bewoners die rekening houden met elkaar, alerte buurtbewoners en sociale controle. Om de blijmakers in je buurt te krijgen of te behouden heb je een groepje nodig. Dat is, hoe burgerlijk het ook klinkt: burgerschap!

Ergernis wekken kan je in je eentje
Een ergernis in de buurt is veel gemakkelijker verzorgd. Dat hoeft maar één buurtgenoot te zijn. Neem de traditionele ergernis over hondenpoep. Deze staat nog altijd op nummer 1 van de ergernissen. Eén buurtgenoot is genoeg om dit voor elkaar te krijgen. Denk verder aan overlast door onbeschoft gedrag, het laten slingeren van vuilnis, vandalisme of te hard rijden. Het gaat hier dus over individueel gedrag.

Lang hebben we daarvoor de aanpak van dat individuele gedrag bij de overheid neergelegd. Dat is nu veranderd. Het viel de onderzoeker van ergernissen en blijmakers, Peter Kanne, op dat burgers vooral naar elkaar kijken en niet heel erg naar de overheid. "Van de ergernissen die een activiteit van bijvoorbeeld de gemeente of de politie behelzen, haalde alleen de 'afwezigheid van politie in de buurt' de ergernissen top tien. Terwijl veel meer van dit soort overheidsactiviteit werd voorgelegd". Dat betekent dat we ons meer realiseren dat het gedrag van onze buren met hun hond of hun auto niet in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de overheid is.

Ergernissen hoeven niet altijd op te treden, maar blijven lang hangen. De mooie kanten besef je je soms niet meer.

Groen doen verbetert de buurt
Misschien is het gezamenlijk onderhouden van een stukje groen in je buurt daarom zo'n goed middel: je leert elkaar kennen, hebt een vast moment om te bekijken wat goed gaat in de buurt en je helpt elkaar er aan herinneren hoe je geboft hebt met je buurt. Toch goed om je bewust te zijn van de blijmakers in de buurt en daar met buurtgenoten af en toe over te spreken. Het kost even wat moeite, maar je krijgt er veel voor terug.

De Top 10 van Ergernissen
  1. Hondenpoep 
  2. Afsteken van vuurwerk
  3. Zwerfvuil
  4. Bewoners die zich onbeschoft/asociaal gedragen
  5. Te hard rijden
  6. Vandalisme
  7. Woninginbraken
  8. Afwezigheid politie/wijkagent
  9. Agressief gedrag
  10. Geluidsoverlast van buren

De Top 10 van Blijmakers:
  1. Aanwezigheid van winkels
  2. Bewoners die rekening met elkaar houden
  3. Bewoners die elkaar groeten
  4. Alerte buurtgenoten
  5. Voldoende Openbaar groen
  6. Bewoners die belangstelling tonen in elkaar
  7. Bewoners die elkaar helpen
  8. Aanpak woninginbraken
  9. Schone straten/geen zwerfvuil
  10. Sociale controle


P.S. Overigens is ook opvallend dat beleidsmatige zaken, of gemeentelijke keuzen die burgers direct kunnen beïnvloeden  (zoals voldoende parkeerplaatsen) als heel belangrijk worden gezien door de ambtenaar, terwijl de burger daar toch minder belang aan hecht.

dinsdag 15 september 2015

Een les uit 1955 voor wijkgericht werken

De blog toegepaste socialewetenschap verwees laatst naar de socioloog Jacques van Doorn (1925-2008), die in 1955, in een tijd van optimistisch modernisme, betoogde dat "de wijkgedachte" achterhaald was. De socioloog betoogde dat “de wijkgedachte” een morele ondertoon had. De wijkgedachte was niet gebaseerd op sociologisch onderzoek, maar op een "afgrijzen van het chaotische, mechanische en materialistische van de grote stad". De blog van Henk de Vos (lees dat interessante blog!) geeft aan dat het afscheid van de wijkgedachte een misvatting was.

Van Doorn probeerde de "romantische visie" uit te bannen dat de buurt nog een sociale functie zou kunnen hebben, stelt de blogger. Henk de Vos schrijft nu dat we, met een discussie in de Tweede Kamer over buurtrechten weer terug zijn bij de wijkgedachte. Er hoefde geen afstand genomen te worden van de sociale functie van de buurt, want “hoe anders is de feitelijke ontwikkeling geweest. Een ontwikkeling van alleen maar groeiende aandacht voor het sociale belang van de buurt. En voor het belang van sociale contacten voor welzijn en gezondheid

De wijk niet voor iedereen het (zelfde) integratiepunt
Toch doet hij daarmee Jacques van Doorn onrecht. Zo geeft Van Doorn bijvoorbeeld aan: “sterker dan men denkt, verschilt de positie van man en vrouw in de gemiddelde stedelijke woonbuurt”, hij geeft dan aan dat de wijk niet het integratiepunt van de man is, maar meer van de vrouw. Hoewel sindsdien de positie van de vrouw flink is veranderd, zien we nog steeds dat er verschillen zijn in integratiepunten. Niet alleen verschillen tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen verschillende leeftijdscategorieën, status en zoals Van Doorn het noemt herkomstgroepen. Dat punt kan nog steeds gemaakt worden en is voor alle beleidsmakers, zeker ook die zich richten op de wijk een belangrijk aandachtspunt. Verschillende groepen wonen verspreid door de stad en vaak langs elkaar heen.

Tribalisering: niet een melting pot, maar een salade van groepen die niet mengen
Zo stelt toekomstkijker Adjiedj Bakas dat er een trend is “Van natiestaat tot nieuwe tribalisering”. Hij ziet verschillende 'stammen' die elk op een eigen manier willen wonen. Je zou met Van Doorn kunnen zeggen: er zijn verschillende groepen van mensen met elk hun eigen integratiepunt. Zo wonen senioren graag bij elkaar zonder teveel lawaai en stress van jachtige jongeren. Jonge gezinnen wonen ook graag bij elkaar in kindvriendelijke buurten. Singles en homo's wonen graag in centra van grote steden. Bakas stelt dan ook dat de multiculturele samenleving geen smeltkroes is geworden, maar dat Nederland een saladeland is: de diverse groepen worden niet gemengd, maar leven naast en door elkaar zonder met elkaar te versmelten.

Verschillende groepen in verschillende wijken
Dit verschil vraagt ook aandacht bij de communicatie door de gemeente. Wat voor mensen wonen er in de wijk, wat spreekt hen aan, hoe kunnen ze het best benaderd worden. In egale wijken zal dat ook redelijk lukken, maar soms leven binnen een wijk verschillende groepen naast elkaar. Het wijkbudget of het buurtrecht is dan niet iets dat logisch aansluit bij de opbouw van de wijk, maar probeert verschillende groepen bij elkaar te brengen om uiteindelijk samen te beslissen. En dat is een hell of a job! Ik merk in mijn eigen wijk dat het heel lastig is om een vorm te vinden die én de eerste generatie Nederlanders én de tweede generatie Nederlanders én de jonge 'autochtone' gezinnen en de ouderen aan te spreken. De vorm van besluiten, de beste vergaderplek, de manier van agenderen: alles is anders. Maar ook de interesse is verschillend! De een heeft een oriëntatie op de wijk, de ander op het werk of de geloofsgemeenschap. Dat is een mooie uitdaging en als het lukt verschillende groepen bij elkaar te brengen heeft dat een enorm goede uitwerking op de wijk. Simpel gezegd: iedereen wordt er gelukkiger van om mee te kunnen bouwen aan de eigen lokale omgeving.

Buurtrechten hebben ook een doel
De buurtrechten kunnen een mooie stap vooruit zijn om mensen meer greep te geven op hun eigen buurt. Maar het is ook een instrument waar we allemaal nog mee moeten leren omgaan. Het is ook niet voor iedereen een instrument dat vanzelfsprekend aansluit bij zijn eigen oriëntatie.

Het is dus een socialiserend instrument en probeert bij te dragen aan het debat met elkaar en aan de democratische gezindheid. Daar is niets mis mee, de RMO pleitte al jaren geleden voor het bevorderen van de democratische gezindheid. Maar wel goed om in gedachte te houden: niet elke groep heeft de wijk als oriëntatiepunt voor zijn leven. Soms is werk, de grote stad, de eigen religieuze groep of wat dan ook het belangrijkste oriëntatiepunt.

Meet de vooruitgang!
Het kan dus heel nuttig zijn om na verloop van tijd na te gaan of de doelen die we willen bereiken met de buurtrechten wel gehaald worden. Verbetert het inderdaad het leven in de wijk, worden de mensen er (zoals ik altijd stel) gelukkiger van? En blijkt het mogelijk door die verschillende oriëntaties heen te breken? Of is dat te hoog gegrepen?  

Nuttig om toch even de les uit 1955 erbij te halen.


donderdag 10 september 2015

De onkwetsbare samenleving

Vroeger had je nogal wel eens pech. Of niet alleen pech, maar een echte ramp, een drama. Nu is dat niet meer zo. Als een behandeling in het ziekenhuis niet lukt, is er een medische fout gemaakt. Vroeger kon het gebeuren dat iemand varkens houdt en doordat het aanbod toeneemt zijn prijs zo laag is dat hij de beesten met verlies moet verkopen. Nu heeft de overheid te gemakkelijk toestemming gegeven voor uitbreiding of in elk geval de indruk gewekt dat de prijs niet zou dalen. Als de beurs daalt heeft de centrale bank te weinig duidelijkheid gegeven over rentebesluiten. Natuurrampen zijn fouten van bouwers die in de verkeerde gebieden bouwen en grote bedrijven die niets doen om de klimaatverandering te stoppen.

We hebben geen pech, iemand anders faalt!

Ik wil niet de pech van een AZC dat in Libanon hoort
De logica dat je geen pech hoeft te hebben zorgt voor rare rechtzaken, maar draagt nu ook bij aan de reacties op vluchtelingen. Het idee is een beetje dat anderen het zo kunnen regelen dat wij geen last hoeven te hebben van vluchtelingen. Die kunnen toch gewoon in Libanon of zo terecht? Ook illegale arbeidsmigranten hoeven we hier helemaal niet aan te treffen. Laat ze in Griekenland en Hongarije maar wat beter opletten. Alsof we niet aan Melilla kunnen zien hoe moeilijk dat is.
Spaanse enclave Melilla in Marokko
En hoe kan de IND nu zo dom zijn het verhaal van iemand geloven dat achteraf helemaal niet waar blijkt te zijn? Fouten maken mag niet meer, je bent schuldig en als je schuldig bent moet je boeten!

Onkwetsbare samenleving is een dode samenleving
Het klinkt mooi als pech uitgebannen is en altijd iemand de schuld kan krijgen. Maar door die aandacht op de schuld van anderen leren we weinig. Er is een soort onuitgesproken idee van onkwetsbaarheid. We horen in principe onkwetsbaar te zijn, daar betalen we immers belasting (etcetera) voor? Toch is ongemak en kwetsbaarheid die we ervaren vaak het begin van een nieuwe uitvinding en economische groei. Een onkwetsbare samenleving is uiteindelijk een dode samenleving. Het tegendeel van een samenleving die kwetsbaar is is niet een onkwetsbare samenleving, maar een samenleving die sterker wordt van pijnlijke gebeurtenissen, die er mee leert omgaan en nieuwe uitvindingen doet.

Nederland en de kracht van kwetsbaarheid
Nederland was bij uitstek een kwetsbare samenleving: het water moest gereguleerd worden, je moest samenwerken om droge voeten te houden. Als bij overstromingen steeds de schuld bij anderen gelegd werd zou Nederland niet bestaan. Of denk aan de periode voor de Gouden Eeuw. Nederland werd overspoeld door vluchtelingen die vanwege hun geloof vervolgd werden. Zonder massamigratie was de Gouden Eeuw hoogstens een bronzen tijdperk geweest. Of neem de Industriële revolutie in Engeland. Toen was er een massamigratie van het platteland naar de stad. Er waren te weinig huizen, er was geen goede hygiëne, er waren ruzies en er was veel, heel veel overlast. De poorten sluiten of de grenzen sluiten zou rust hebben gebracht, maar ook veel minder welvaart dan we nu hebben. De grootste financiële instellingen zijn gebouwd op het omgaan met pech. Het zijn vaak ook nog door gewone mensen opgerichte coöperaties!

Niet een ander ervoor aanklagen maar de handen uit de mouwen: dat zorgt dat er wat gebeurt! Dat is de vreemde kracht van kwetsbaarheid.

Juist de kwetsbare samenleving en de zorg om dan verbetering te zoeken brengt voorspoed. Voorkomen is beter dan anderen de schuld geven. Wachten tot anderen geen fouten maken of andere landen wel voor een oplossing zoeken helpt niet. Natuurlijk moeten we zorgen dat er geen miljoenen vluchtelingen komen, maar wat een geklaag over die 8000 vluchtelingen! Het is even ongemakkelijk voor ons, maar we zorgen dat we ermee dealen.



P.S. Natuurlijk zijn er heel veel mensen die wel moeten leven met pech of die een drama meemaken. Het gaat mij om de houding die steeds vaker in de media doordringt.  

woensdag 9 september 2015

Waar willen we heen in Europa?

De stromen van vluchtelingen uit oorlog of economische misère zijn heel groot geworden. De beelden van de ellende van bootvluchtelingen schokken, tegelijk schrikken we ervoor terug om grote stromen vluchtelingen toe te laten. Waar iedereen het over eens is: liefst helpen we met goede opvang in de regio. Voor arbeidsmigranten uit Afrika geldt ongeveer hetzelfde als voor oorlogsvluchtelingen: liefst perspectief in eigen regio. Maar helpt het om alleen over aantallen te plaatsen vluchtelingen te debatteren? Ik geloof er niets van, de stroom arbeidsmigranten blijft komen. 

Waar wil je over tien jaar staan? 
Waar wil je over tien, twintig jaar staan? Sluiten we de grenzen en beschermen we onze arbeidsmarkt? Natuurlijk willen we de oorlogsvluchtelingen helpen. Maar de druk om een volksverhuizing te accepteren gaat door. Azmani schreef er een nota over voor de VVD. Hij doet daar de suggestie om te werken met een greencard-systeem (wat ik overigens niet zo gek vind). Een arbeidsmigrant kan punten verdienen om in aanmerking te komen voor een plaats op de Europese arbeidsmarkt. Zijn kennis of vaardigheden kunnen gebruikt worden om tekorten op de arbeidsmarkt weg te werken of bijzondere kwaliteiten te krijgen. Maar hij bepleit ook het sluiten van de grenzen. Het is een beetje de keuze zoals in de VS gemaakt is. Dat is vrijwel nergens anders dan in Australië succesvol, want ook de VS ziet enorme stromen arbeidsmigranten. Overal blijft een grote druk om illegaal aan de slag te gaan in de rijke wereld. Overal zijn ook mensen en bedrijven die baat hebben bij illegalen. 

Onrust over volksverhuizing
De onrust in de samenleving wordt niet echt besproken. In plaats daarvan wordt er gesproken over 8.000 vluchtelingen (0,8% van het aantal in Libanon) of 0 vluchtelingen (0% van het aantal in Libanon).  De oppervlakte van Libanon is een kwart van de oppervlakte van Nederland. Er wordt vervolgens gedaan alsof Nederland overspoeld wordt door kabinetsbeleid. Maar hoe zit het met die vier miljoen Syrische vluchtelingen. En die miljoenen economische vluchtelingen? 

Toch is het belangrijk daar nu over na te denken. Hoe gaan we daar mee om? Die onderliggende vraag: waar willen we heen (in Nederland of) in Europa. Daar wordt geen keuze gemaakt. De Kam schetste bijna tien jaar gelezen twee scenario's “Behoud het goede leven” versus “verover de toekomst”. Het ene is dan een conservatief, het andere een progressief scenario. De tegenstelling is dan vooral de open of gesloten grenzen. Maar er zijn meer keuzen. Progressief is immers niet per sé links. Links wil immers vooral ongelijkheid bestrijden of opheffen. Zo kan je de migranten toelaten en ze geen beroep laten doen op de verzorgingsstaat, maar hen voor zichzelf laten zorgen. Een soort golfstaten scenario. Dat kan heel liberaal en zijn en een verovering van de toekomst, maar is niet erg links. Er is zelfs wat voor te zeggen als je bedenkt dat het beroep op de bijstand groot is. Links zal meer moeten doen om de mensen in de bijstand aan het werk te krijgen. Een tussenweg is het opbouwen van rechten naarmate je langer in Nederland bent. In alle gevallen biedt het veroveren van de toekomst meer economisch perspectief op groei van de welvaart: de te verdelen koek wordt groter. 

Een conservatief scenario zou zijn grenzen te sluiten, dat vraagt forse inspanningen en het bouwen van hekken, maar daarbinnen zijn links-conservatieve of rechts-conservatieve keuzen mogelijk. Natuurlijk, internationale solidariteit zou vragen om de grenzen niet te sluiten, maar dat geeft een zodanige herverdeling van arm naar rijk dat de samenleving verstoord zou raken, Solidariteit binnen Nederland zou juist vragen om de grenzen te sluiten om zo de verzorgingsstaat te kunnen handhaven (betaalbaar te houden vooral). Links of rechts behoudend: het zal geen economische groei geven, de welvaart zal hoe dan ook achteruit gaan. De te verdelen koek wordt kleiner. Maar je kunt het beleid best zo inrichten. 

Die keuzen bespreekbaar maken
Zo kan je bespreken hoe je om wil gaan met de angsten in de samenleving. De angst dat “ze” onze banen inpikken, of dat er teveel geld naar de opvang gaat. Of de angst dat migranten de sociale structuur en samenhang in de buurten verstoren. Ik zie dat de elite daar niet graag aan wil, maar ooit zal het open besproken moeten worden. 

Om het in duidelijker keuzen te zetten heb ik een schema gemaakt. Bestrijden ongelijkheid (links) versus accepteren ongelijkheid (rechts) is de ene keuze. Behouden vanhet goede (conservatief) versus veroveren van de toekomst (progressief). Het schema ziet er dan zo uit

Het behouden van het goede gaat helaas gepaard met minder economische groei, maar brengt rust in de verzorgingsstaat. Die zal wel duur worden (bij bestrijden ongelijkheid) of uitgekleed moeten worden (bij accepteren ongelijkheid).

Kijken we naar dit schema dan zien we dat de VVD richting behoud het goede is gekropen. De grenzen sluiten past in dit schema en in de nota migratie van de VVD. Rutte is daar minder duidelijk in. Andere partijen zijn lang niet altijd uitgesproken, maar ik heb ze een plaats gegeven. Soms 2 plaatsen. Zo is het Groen Links van Femke Halsema duidelijk linksboven gepositioneerd, terwijl nog niet duidelijk is of Jesse Klaver wel zo kiest. De PvdA hinkt op twee benen. Zo zal Frans Timmermans kiezen voor meer linksboven, terwijl Hans Spekman wat meer aan de behoudende kant zit en iets naar beneden zal gaan. De SP zit duidelijk aan de links behoudende kant. D66 meer aan de rechts liberale, maar is niet zo duidelijk uitgesproken. De VVD van Azmani kiest voor gesloten grenzen, zij het Europeser dan de PVV, de VVD van Rutte is daar niet zo duidelijk in. De PVV kiest voor behoud van het goede, maar staat ook pal tegen de verkleining van de verzorgingsstaat, reden voor mij om de PVV linkser te plaatsen. 

Debat nu voeren
Het verbaast mij dat de discussie over de migranten- en vluchtelingenstromen gaat over aantallen vluchtelingen. Dat is heel erg op de korte termijn gericht. Nu kunnen we nog een echt debat voeren. Wat willen we in Nederland en Europa? Daar moet toch iedereen over meepraten? Ook de mensen die de asielzoekers naast zich krijgen.