dinsdag 20 juni 2017

Leven we in een gevaarlijke wereld?

Er zijn nogal wat bedreigingen op facebook en andere sociale media. En het blijft niet bij bedreigingen. Onlangs werd een senator in de VS neergeschoten, aanhangers van IS plegen aanslagen op willekeurige mensen. De oorlog van allen tegen allen lonkt en er lopen mensen rond die denken dat die oorlog te winnen is.

  1. De drempel om te dreigen is laag, wat je vroeger vloekte, kan nu op facebook of twitter geuit worden. Soms uit woede, soms uit een onbegrijpelijke humor.
  2. In de meeste gevallen blijft het hierbij, maar gefrustreerden kunnen elkaar gemakkelijker dan vroeger vinden en elkaar gelijkgeven.
  3. IS maakt gebruik van dit soort gefrustreerden door er een mooi religieus sausje overheen te gieten en de mensen op te hemelen. Eindelijk worden ze begrepen.
  4. Er zijn zelfs mensen die verdienen aan een aanslag

Wat moet je daar nu mee?
Eerste idee dat opkomt is om mensen heel streng te straffen en wraak te nemen. Dat zou een afschrik-effect kunnen hebben. Bij de meeste misdrijven zien we dat de pakkans vergroten veel belangrijker is.
Tweede idee is de pakkans vergroten. Lastig, want iemand als Sylvana Simons ontving al snel een paar honderd bedreigingen zodra ze het woord Sinterklaas in haar mond nam. En wat doe je tegen mensen die in een busje inrijden op onschuldige omstanders? Derde is de vereniging van dit soort bedreigers aanpakken. Met als gevolg dat de "lone wolfs" een steeds grotere rol spelen. Individuen die los van de samenleving staan worden gebruikt om de oorlog van allen tegen allen te winnen. Het lijkt alsof we terug zijn in de Middeleeuwen. 

Wat zouden ze in de Middeleeuwen gedaan hebben?
  • 1. heel streng straffen
  • 2. sluit je af van deze groepen
  • 3. nudgen en verantwoordelijkheid geven
Nummer 1 bleek weinig effectief. De combinatie van 2, streng straffen en de pakkans vergroten was al een stuk effectiever. Maar streng straffen had als vervelende bijwerking dat mensen die de boel verziekten er steeds beter in werden. Wraak nemen lost meestal niets op. Zo werd van dieven de neus afgesneden (om af te schrikken), waardoor mensen zonder neus alleen nog maar dief konden worden en zich daarin dus gingen specialiseren.

Met nummer 3 erbij hebben we het uiteindelijk gered. De kerk had hier een grote rol in, (Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere (Romeinen 12 vs 19) maar de mede-menselijkheid was vooral belangrijk (want het Oude Testament ademt meer de sfeer van oog om oog). Verschil met toen is dat het niet mogelijk is om een muur om je stad te leggen en dat het geloof een minder grote rol speelt. Wat vroeger ook kon: alleen burgerschap geven aan mensen die zich netjes gedragen. Dat gebeurt informeel nog steeds, maar werkt niet zo goed.

De stemmen op twitter gaan nog altijd vaak richting 1 of 2. Het doet mij denken aan Noord Korea waar Otto Warmbier 15 jaar dwangarbeid opgelegd kreeg voor het stelen van een vlag. Het is niet alleen niet acceptabel, het werkt niet. En de economische gevolgen van de afsluiting zijn groot.

Uiteindelijk gaat het steeds om een duwtje in de goede richting en verantwoordelijkheid geven. Dat duurt langer, maar werkt wel op de lange termijn. Jammer dat letten op de lange termijn zo impopulair is geworden.  We zijn te ongeduldig voor een betere wereld. 

vrijdag 16 juni 2017

Resultaten behalen rond de Wmo

De gemeente Tilburg wil resultaten rond de Wet maatschappelijke ondersteuning halen zonder teveel bureaucratie. Als dan een rekenkamer onderzoek komt, denk je dat het advies wel zal zijn om meer bureaucratie te organiseren. En inderdaad is dat wat we terug lezen in de media. “Uit het onderzoek blijkt dat veel essentiële informatie over de resultaten die worden geboekt (door zowel de Toegang als de zorgaanbieders) ontbreekt, onvolledig is of te weinig gebruikt wordt.” 
Wie denkt dat Rekenkamers altijd alleen maar zeggen dat er meer geadministreerd moet worden vergist zich echter volledig.

Gemeenten: lees dit rapport
Het rapport verdient verspreiding door meer gemeenten. Natuurlijk zullen veel gemeenten zeggen dat ze niet alles kunnen en willen administreren. Er moet wel gewerkt worden! Het idee is dat je meer vertrouwen moet geven aan professionals om de resultaten te behalen die je wilt. Achteraf kun je steekproefsgewijs toetsen of de resultaten zijn behaald. Dat spreek ik ook niet tegen. 

Toch was er in Tilburg wat meer aan de hand, wat ik herken als gebruikelijk in de rest van Nederland. In de ergernis over bureaucratie en administratie is er in Tilburg gekozen voor meer aandacht voor de accountgesprekken tussen gemeente en professionals. Maar gaan die gesprekken goed en kunnen die wel goed zijn? 

Zorg voor een (gezamenlijke) balans tussen administreren en goede gesprekken
De rekenkamer maakt een mooi onderscheid tussen koude en warme control. Voordat iedereen kiest voor warme control, dat klinkt namelijk het mooist, geeft de Rekenkamer aan dat je toch beide minimaal moet regelen. De warme control moeten we dan zien als goede gesprekken, wederzijdse afstemming, overleg en gezamenlijke analyse. Vanuit deze warme control kun je kijken naar je hoofddoelstellingen en daarvoor kaders afspreken. Maar om goede gesprekken te kunnen voeren moet je het wel eens zijn over waar je heen wilt. Het schema van Marcel Boogers helpt om aan te geven wat de bedoeling is:


De minimale koude control moet er voor zorgen dat je het er over eens bent wat je wilt bereiken en kunt kijken of je dat resultaat hebt behaald. Daarvoor is meer nodig dan de regie van de gemeente, het gaat naar mijn idee om co-productie. Van de aanbevelingen van de Rekenkamer pak ik er drie:

  1. Er is geen duidelijke gedeelde ambitie van de samenwerkende partijen. De rekenkamer adviseert daarom als eerste om te bevorderen dat de partners opereren vanuit een gezamenlijk belang en een gedeelde ambitie.

Het gevaar van je richten op de goede gesprekken zonder koude control is dat je geneigd bent verbetering te zien zonder dat je het eens was over doel, behoefte. Je kunt dan ook niet goed leren en bijstellen. Met de zorgingrepen wordt altijd wel iets goeds bereikt, maar kan het beter? Dat kun je niet bekijken als je niet weet waar je heen wilde. Daarom deze aanbeveling om te komen tot een gedeelde ambitie. 

Ook interessant is dat de rekenkamer het primaat voor de afspraken niet bij de gemeenteraad legt, maar aangeeft dat het een co-productie is van zorgaanbieders en de gemeente. De zorgaanbieders worden op die manier betrokken in de koude control. Het idee is om concrete afspraken met zorgaanbieders te maken over te bereiken resultaten:

  1. Maak kwantificeerbare afspraken met zorgaanbieders over de (gemiddeld) te bereiken resultaten met toegewezen cliënten. Deze afspraken kunnen variëren per doelgroep/cliëntprofiel. Je roept de resultaten dus niet af, maar maakt die gezamenlijk.

Natuurlijk moet de gemeenteraad handvatten hebben om bij te kunnen sturen. Daarom zullen de zorgaanbieders periodiek moeten rapporteren en moet de samenleving kunnen zien wat er gebeurt om de doelen van de Wmo te behalen. Door de concrete resultaten met de professionals te benoemen, wordt het volgen van de resultaten ook interessanter voor de professionals zelf en niet iets wat je alleen voor de gemeenteraad doet.

Op het moment gaat de gemeente er van uit dat “dat de monitoring op de inhoud en de resultaten van de zorg (voor de totale portefeuille) grotendeels verloopt via de periodieke accountgesprekken tussen de gemeente en de zorgaanbieders”. Dat is herkenbaar. Maar wat ook herkenbaar is, is dat die gesprekken al snel het karakter krijgen van praktische regelzaken in plaats van over de resultaten van de geleverde zorg

Als je op deze manier de koude control beter laat aansluiten op de praktijk en meer ruimte voor goede gesprekken over resultaten en evaluatie maakt kom je ook tot een derde advies:

  1. Zorg voor kwalitatief betere plannen van aanpak: Uit het plan van aanpak moet duidelijker blijken wat de er volgens betrokken partijen moet gebeuren en met welk gewenst resultaat. Als de beoogde resultaten meer eenduidig worden vastgelegd, kan achteraf beter door de Toegang getoetst worden in hoeverre de resultaten zijn behaald


Het analysemodel dat de rekenkamer aanreikt is voor meerdere gemeenten in Nederland van groot belang. Laat je inspireren door Tilburg.   Organiseer in je gemeente gewoon eens een netwerkgesprek met betrokkenen, niet over de procedures, maar over de te bereiken resultaten en hoe je die kunt verbeteren.

Hier te vinden: Zorgen om resultaten