woensdag 16 mei 2018

Hype van zelfredzaamheid


Onderzoeksbureau Gartner probeert bedrijven elk jaar inzicht te geven in nieuwe technologieën en toepassingen en wat die gaan betekenen. Want je hoort wel van alles, maar soms is een nieuwe ontwikkeling een hype (hoge, overtrokken verwachtingen), soms is het een onderliggende stevige trend met enorme impact die juist onderschat wordt. Zo'n inschatting kunnen we ook maken van zelfredzaamheid. 

Er zit namelijk een systeem in. Eerst is men overmatig enthousiast en alles zal gaan veranderen, de praktische problemen worden vergeten. Daarna daalt het enthousiasme en ziet iedereen alleen maar problemen. Vóór dat moment moet je als belegger je aandelen hebben verkocht! Een portefeuillemanager van Robeco schreef er pas over en dacht bracht mij op een idee. Hoe zit het met de hypecycle van de zelfredzaamheid?

Participatiesamenleving
In 2013 sprak koning Willem Alexander over de participatiesamenleving. Hij gaf aan “dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving”. Dat was ook goed, en gaf een enorme vlucht om na te denken over wat mensen zelf kunnen doen en hoe de resultaten beter worden als mensen zelf meedenken aan oplossingen voor hun problemen. Inmiddels zitten we in 2018. De grenzen van de zelfredzaamheid kwamen steeds duidelijker naar voren. Inmiddels is het begrip geen hype meer. In de hypecyclus zitten we inmiddels wat verder.

Hype van participatie
Wat zei nu de Robeco belegger? De eerste fase is erg risicovol (innovation trigger). Er kan veel verdiend worden, maar de risico's zijn ook groot omdat er nog veel niet is uitgeprobeerd en dus ook veel zal mislukken. In die tijd werd de Wmo overgeheveld naar de gemeente. De gemeente kon beter afwegen welke zorg nodig was. Ook het begeleiden van jonggehandicapten naar de arbeidsmarkt kon beter in de gemeente aangepakt en het idee was dat mensen veel meer zelf kunnen. 

Daarna volgt de fase van de peak of inflated expectations. Dat was misschien wel het moment van 2013, iedereen kon eerst zelf veel doen! Gemeenten rekenden zich rijk en aan de Wmo werd veel te weinig geld toegerekend. Ook de participatie van arbeidsgehandicapten en de mogelijkheden van de wet werk en bijstand werd overschat. De sociale werkplaatsen leken ook zomaar weg te kunnen. De hype leek voor alles een oplossing te hebben, maar de praktijk zou lastig blijken.  Dit was het moment dat de Robeco analist aangaf als het moment dat je niet je geld moet steken in deze ontwikkeling. 

Trough of disillusionment 
Heel veel mensen kunnen niet eens een keukentafelgesprek voeren over wat ze wel en niet kunnen. Er moet extra geld naar de Wmo,  Veel jonggehandicapten komen niet aan de bak buiten de sociale werkplaatsen. Tienduizenden jonggehandicapten zitten momenteel thuis zonder werk en inkomen. Hun aantal is snel gestegen sinds de verantwoordelijkheid voor jonggehandicapten bij de gemeenten is neergelegd 

Nu gaat de echte kracht blijken van zelfredzaamheid
Na de instorting komt het moment om er als belegger in te stappen. Dat is de "slope of enlightenment" volgens het model van Gartner. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dat moment nu is. In de basis is het idee namelijk niet slecht. Als mensen zelf meedenken over de oplossing voor hun probleem, is de kans groter dat de oplossing ook aanslaat. Natuurlijk kan dat niet bij iedereen, maar je zou ook niet meer terug willen naar de tijd dat mensen niet hoeven mee te denken over oplossingen. Nee, het kan niet overal, maar wat een kansen zijn er wel! Ondertussen blijven mensen hangen in hun teleurstelling dat niet alles kan (of hun pessimistische voorspelling dat het hele concept niet klopt). 

Ik hoop dus ook niet dat de Wajong terugkomt en we mensen gewoon een uitkering geven om er van af te zijn. Ik was het wat dat betreft erg eens met Heleen Mees, die stelde "je kunt het als een teken van beschaving zien dat zoveel mensen met een arbeidshandicap thuis zitten, maar ik vind het asociaal." (vlkskrnt 16 mei 2018). 

Nee, niet alles kan, maar vertrouw er op dat er veel meer kan dan nu.  

Over roken bij pasgeborenen en topsalarissen


Het is al heel lang bekend dat roken ook slecht is voor de meerokers. Ook is het bekend dat roken slecht is als je zwanger bent. Toch riep het meeroken en het roken tijdens zwangerschap vroeger minder verontwaardiging op. Het komt er op neer dat als iedereen rookt in het bijzijn van baby’s, de ergernis daarover kleiner is dan over de laatste zondaar die nog rookt. De verontwaardiging is omgekeerd evenredig met de schade die in totaal wordt aangebracht.

Dat zie je ook bij hondenpoep. Als iedereen zijn hond zomaar laat schijten, is de ergernis kleiner dan als de meeste mensen inmiddels netjes met een zakje voor de poep hun hond uitlaten.
Het lijkt alsof mensen de hoop opgeven dat hun ergernis er enigszins toe doet als een verschijnsel breed voorkomt. Een soort zelfbehoud: ik kan mij beter druk maken over andere zaken.

Verandering vraagt verandering in perceptie
Toch is dit een belangrijk gegeven als je iets wilt veranderen. De eerste verandering is het moeilijkst. Waar het op neer komt is dat het gemakkelijker wordt om die ene roker te zien als fout. De perceptie van een roker bij een pasgeborene is volstrekt veranderd.

Vrijwel niemand rookt bij pasgeborenen nog, hoe gek kun je zijn als je dat toch doet?

Of bij andere veranderingen: in de grote stad accepteert vrijwel iedereen homoseksualiteit. Inmiddels is er in brede kring verontwaardiging als mensen dat niet meer als acceptabele seksuele voorkeur accepteren. Ook hier is het gemakkelijk om mensen die dat niet accepteren te zien als fout, vooral als het mensen zijn die je in de dagelijkse omgeving minder vaak tegenkomt. Tegelijk is het niet vreemd dat in kringen waar homoseksualiteit verborgen is en algemeen veroordeeld, de acceptatie door individuen niet gemakkelijk verandert. Dat kun je individuen nauwelijks kwalijk nemen.

Want andersom kun je in een omgeving zitten die iets normaal vindt, wat een grote groep mensen die je nooit spreekt fout vindt. Hier heeft een wet of een rechterlijke uitspraak weinig invloed op de gedachten van mensen. Je kunt dan dat groepje bekrompen noemen, maar dat zullen ze zelf niet zo zien. Ze worden omringd door mensen die er net zo over denken als zij en zullen de anderen eerder zien als decadent of goddeloos.

Hoge inkomensverschillen
Denk aan de 50% stijging van het inkomen van de topman van ING. Er is nu eenmaal een groep mensen die dergelijke hoge inkomens volstrekt normaal vindt. Zij hebben genoeg voorbeelden van mensen die veel meer verdienen dan meneer Hamers. Het is een cultureel afwijkend groepje mensen die dat vindt, maar ze komen elkaar tegen, bevestigen elkaar in hun denken en zijn grote inkomensverschillen volstrekt normaal gaan vinden. Iedereen verdient zoveel, als je minder biedt gaat het bedrijf er aan ten onder. Dat blijkt niet uit onderzoek, eerder is het omgekeerde waar: waar het verschil tussen de top en de rest van het bedrijf kleiner is, presteren bedrijven beter. Maar dat gaat aan de mensen rond de toppen van het bedrijfsleven voorbij.

Misschien sterker: als je in de raad van commissarissen van een groot beursgenoteerd bedrijf wil komen, dan moet aangetoond zijn dat je lang hebt rondgelopen in de kringen van beursgenoteerde bedrijven. Dan zal je het inmiddels volstrekt normaal vinden dat de topman  tot soms wel 100x het bedrag opstrijkt dat een gemiddelde medewerker krijgt. Het is bekrompen, maar iedereen om  je heen is aan die grote verschillen gewend.

Het is dan ook eigenlijk prachtig dat Jeroen van der Veer bij de Tweede Kamer zo eerlijk zei wat hem aan het hart ging. Van der Veer blijft van mening dat de 50 procent salarisverhoging juist was. Dat zou kunnen leiden tot een publiek debat. Maar vervolgens kwam het er niet van en bleef iedereen bij zijn eigen verontwaardiging. Jammer. Want eigenlijk moeten we niet praten over Hamers, maar over alle CEO's.

Iedereen zijn eigen bubbel
Nu iedereen in zijn eigen bubbel kan leven en bevestigd kan worden in zijn meningen blijkt dat feiten er minder toe doen dan we hopen. Vroeger toen we nog verzuiling hadden gingen de toppen van de zuilen met elkaar in overleg. Zij hadden alleen baat bij feiten waar ze het over eens konden worden. Opinies telden niet. En dat eens worden over de feiten heeft ons enorme economische voorspoed gebracht.

Feiten deden er toen toe om te overtuigen.

Terug naar de feiten.
De enige manier om een publiek debat te voeren is terug te gaan naar de feiten. Over sjoemelen met uitkeringen op kosten van werkenden (hier zullen we Jeroen van der Veer snel in mee krijgen), over de noodzaak om van het gas te gaan (hier had Van der Veer vast meer moeite mee), over de acceptatie van homoseksualiteit (hier zullen we de topman van Apple snel in mee krijgen), over klimaatverandering (kijk naar de cijfers van de herverzekeraars en huiver), over de noodzaak om het verschil tussen de gemiddelde verdiener en de topman te verkleinen (het is economisch slim om dat te doen, de best presterendebedrijven betalen hun CEO's relatief minder en uiteindelijk levert het arbeidsrust en maatschappelijk vertrouwen op). 

Het probleem nu is dat de media versnipperd zijn en dat er weinig tijd is om je te verdiepen in de feiten. We zien dus vooral allerlei opinies. Zoals de Engelsen zeggen: opinions are cheap, facts are expensive.

Maar een CEO die meer dan 20 keer de mediaan van de werknemers verdient is als de roker bij een pasgeborene: niet doen.


maandag 14 mei 2018

Complexe afwegingen tussen collectief en individu en de democratie


Met de opkomst van het populisme neemt ook het aantal artikelen over het einde van de democratie toe. Het is eigenlijk al een heel oude discussie die terug gaat op Plato. Geef het volk de kans te besluiten en ze kiezen verkeerd. Iets van wel de lusten, niet de lasten of zoals hij het noemde “Met genot als lokaas jagen zij op domheid”. Maar ja, wat doe je er tegen? Toch maar de elite laten regeren, de aristocratie, zoals Plato wilde? Geen referenda? Terug naar de vertegenwoordigende democratie? Zo worden oplossingen vooral gezocht in de democratie en stemmingen. Daarmee zien we iets over het hoofd.

Rechtsstaat
We hebben al lang iets, maar we negeren het. De oplossing is de rechtsstaat! Eigenlijk is de uitvinding van de rechtsstaat een van de mooiste uitvindingen van de mens. De rechtsstaat beschermt tegen machtsmisbruik: beschermt mensen tegen elkaar, tegen de macht van de staat en brengt het vertrouwen dat mensen (en organisaties) hun afspraken nakomen. 

Anders dan veel mensen denken staat de rechtsstaat niet gelijk aan democratie. Sterker: Fukyama stelt in zijn boek “Political order and political decay” dat de democratie beter functioneert in staten waar eerst een rechtsstaat was (met een betrouwbare bureaucratie) voordat er een democratie kwam. In staten waar democratie ontstond zonder rechtsstaat lag machtsmisbruik veel sneller op de loer. Dat is ook logisch, er zijn maar weinig mensen die macht hebben en er nooit misbruik van maken. Corruptie hoort bij macht zoals pek bij veren en kersen op de taart. Zo zie je ambtenarenapparaten die volgestopt worden met mensen die de politici willen belonen in plaats van mensen die op hun taak worden uitgekozen. Betalen komt later wel, wie dan leeft, die dan zorgt. Dan kun je zeggen dat het foute politici zijn, maar daarmee voorkom je dat mechanisme niet. Voor elke foute politicus staan er tien anderen klaar.

Individuele foute politici? 
Binnen een groep van 150 mensen lukt het nog wel om democratisch te beslissen. Het is niet gemakkelijk, maar het kan wel. Met 50 mensen lukt het veel beter: je kent elkaar, je luistert naar elkaar en je ontwikkelt een gezamenlijk idee van wat eerlijk en rechtvaardig is. Je ziet de pijn van een enkeling die geraakt wordt door een beslissing die goed is voor velen. Je leeft je in elkaar in. Je kent die persoon die de fout in ging en kan iets meer empathie opbrengen, voor je iemand echt verbant. 

Voor een samenleving die groter is dan die 150 zijn mechanismen ontwikkeld die voorkomen dat de enkeling zijn rechten inlevert omdat de meerderheid iets anders wil en zich laat leiden door volksmenners. De rechtsstaat is dan een rem op machtsmisbruik.

We moeten ons dus meer zorgen maken over de rechtsstaat dan over de democratie. De rechtsstaat regelt de afwegingen tussen individu en collectief, is het voordeel van velen het nadeel van die ene waard? Komt die ene wel aan zijn individueel recht? De rechtsstaat regelt ook rechten van verdachten, wie door een twitterstorm over seksueel misbruik getroffen wordt zal blij zijn dat hij in een rechtsstaat leeft. De rechtsstaat kijkt ook naar de mogelijkheid van terugkeer in de samenleving. Terwijl de woede over een misdaad er toe kan leiden dat “het volk” bepaalt niet meer te kijken naar het individu en zijn omstandigheden.  Slachtoffers willen niet nadenken hoe iemand zou kunnen integreren. Wie aangeeft dat een moordenaar die na 18 jaar vrijkomt moet wennen aan zijn terugkeer en moet re-integreren sluit niet goed aan bij die volkswoede, maar kijkt wel naar de gevolgen voor de samenleving. Die rechtsstaat krijgt veel minder aandacht dan de democratie, terwijl onze westerse democratie nu juist kan floreren door de combinatie van democratie en rechtsstaat. 

Dat slachtoffers boos zijn en vergelding eisen is immers van alle tijden. Dat politici dan vervolgens geen afstand meer nemen en rationele reflectie uitschakelen is hen te verwijten. Zij weten beter dan anderen dat de situatie veel ingewikkelder is dan op twitter gesuggereerd wordt. En daar komt de rechtsstaat op die zorgt voor tijd voor reflectie. Wat is er werkelijk gebeurd? Hoe houden we rekening met de verschillende belangen en wat is daar over afgesproken? Dan komt er tijd voor afwegingen die in groepen van 50 mensen ook kunnen: terug naar de feiten, empathie en wijsheid.

Leve de rechtsstaat
Aan die rechtsstaat wordt wel getornd. Denk aan het invoeren van minimumstraffen en het afschaffen van de mogelijkheid tot vervroegde vrijlating. En dat daar aan getornd wordt heeft niet te maken met de essentie van de democratie, maar met machtsmisbruik door vertegenwoordigende politici die er stemmen mee willen winnen.  

Die tijd voor reflectie moeten we koesteren. Betrek de burgers meer bij die rechtsstaat en er komt ruimte voor reflectie en afwegingen in complexe zaken. Ingelote jury's kunnen helpen, jongerenrechtbanken zullen ook helpen en laat de rechters gewoon weer in de buurt recht spreken. Laat mensen weer de degelijkheid van de rechtsstaat zien en ze leren hoe ze complexe afwegingen kunnen maken met aandacht voor individuele rechten. 

De aandacht voor democratie mag niet ten koste gaan van aandacht voor en vertrouwen in de rechtsstaat.


donderdag 3 mei 2018

Mei 1968 en de babyboomgeneratie


Mei 1968 was de kristallisatie van de bevrijding van een generatie. Het is ook een mythe: het was meer een inspiratie voor mensen dan daadwerkelijke revolutie Zou je de biografie schrijven van de generatie babyboomers, dan ziet het verhaal er ineens veel gewoner uit. Dat van een jongeling die ouder wordt en als zeventiger terugkijkt (en louter door aantallen de samenlevingsopbouw mee laat groeien). 

Bevrijding
Je herkent de levensfasen van mensen die opgroeien. De jongere die zich afzet tegen zijn ouders is de mei 1968 revolutie. De twintiger is geïnteresseerd in zichzelf en in persoonlijke groei. Er is een tijd van seksuele bevrijding. De jongeren willen de wereld inrichten, gehoord worden, er is een generatieconflict dat dit keer door de samenleving heen snijdt, louter door de aantallen jongeren. 

Aan het werk
Daarna gaat de generatie inzien dat er geld verdiend moet worden. Er is een crisis in 1978, er komt een nieuwe jonge generatie punkers aan en de nieuwe levensfase van de babyboomers is aandacht voor geld verdienen. Dertigers zijn prestatiegerichte carrièremakers. Ze zijn gericht op geld verdienen, individueel vooruit komen. 

Doorgaan zonder om te kijken
In 1988 krijgen we te maken met veertigers. Veertigers zijn minder gevoelig voor kritiek dan dertigers, ze hebben hun weg gevonden en zien de kritiek daarop minder. Het is de tijd dat de liberalisering start, waarbij mensen niet opletten op de kritiek op de liberalisatie, want voor de maatschappij en het verdienen is het goed. Zo wist de babyboomgeneratie een economische boom in te zetten waarbij de verliezers genegeerd werden. 

Negeren van kritiek
De vijftigers die daarna komen zijn vasthoudend en geloven in de recepten die ze zelf hebben toegepast. Kijk naar het kabinet Kok. Een nieuwe generatie gaat opkomen, maar die is niet zo groot in aantal als de babyboomers. De nieuwe generatie verzet zich net als de babyboomers toen tegen de elite vóór hen. Vrij voorspelbaar is dat de babyboomers nu dus geconfronteerd worden met de nieuwrechtse club.

2018: herwaardering voor traditionele waarden
Maar wat doet de generatie babyboomers? Inmiddels zitten we in 2018. De babyboomers zijn minder energiek en drukken minder hun stempel op de samenleving. Maar zestigers en zeventigers zie je nogal eens hun idealen herontdekken. Nu behoudender, maar opnieuw ideologisch getint, terwijl in de tijd tussen de 'dertig en de vijftig de ideologie een beetje weg is. Dat maakt hen gevoelig voor de opkomst van nieuw rechts, zeker omdat nieuw rechts de geborgenheid van een volk en herstel van traditionele waarden benadrukt. Er is herontdekking van het collectief en de geschiedenis. Plotseling zien ze dat er zo veel veranderd is en er komt een opleving van aandacht voor christelijke waarden. En het grappige is, dat het een waardering is uit nostalgie. Anders dan de jongeren die fanatieker zijn zie je een boek opkomen als van YvonneZonderop: herwaardering voor de christelijke waarden.

Babyboomers blijven de aandacht trekken, zij het wat minder
Kortom, mensen van mijn generatie, na de babyboomers,  ergeren zich aan de blijvende aandacht voor de babyboomers. Er is best veel te zeggen voor herwaardering van de eigen cultuur. Maar het heeft iets navelstaarderigs om steeds terug te komen op die mei 1968 als een kantelpunt, terwijl zonder Parijs de wereld hetzelfde had meegemaakt door de druk van de babyboomers. De energie is er uit, de babyboomers blijven zichzelf centraal stellen, maar de invloed is die van een zeventigjarige, terwijl de wereld verder trekt. 

China, hyperindividualisering en klimaat
Ik zou liever meer aandacht zien voor de grote lijn van opkomende macht van China, terugkeer van sterke mannen, de hyperindividualisering door sociale media, de klimaatverandering en hoe we met die krachten toch een mooie samenleving krijgen en houden met elkaar. 

It will end with a whimper
Maar ik gun het de babyboomers verder, lekker wentelen in de verdiensten (en gevaren) van wat de babyboomers in mei 1968 inzetten. Niet om iets wat in Parijs gebeurde, in het Maagdenhuis in 1969 of in het Kralingse bos in 1970. Maar de jonge generatie van na de oorlog die opgroeide, ging verdienen, (kritische signalen negeerde) en nu de traditionele waarden herontdekt. Geniet er maar van.

En zo eindigt de wereld voor de babyboomers niet met een grote knal, maar met zacht gejank.

This is the way the world ends,
Not with a bang but a whimper