woensdag 24 oktober 2018

Nieuw liberalisme? Spreiding van macht, kennis en inkomen


Het blad The Economist deed enige tijd geleden een poging om het liberale gedachtengoed weer nieuw leven in te blazen. Dat was een interessante poging om opnieuw te bedenken waar je voor staat als je je er op beroept liberaal te zijn. (hier) Interessant, niet alleen omdat er oude liberale beginselen terugkwamen, maar ook omdat er enkele niet per se liberale beginselen bij kwamen. Het motto zou kunnen zijn: Spreiding van macht, kennis en inkomen.

Liberalen werden conservatieven om hun positie te beschermen
Echte liberalen verschillen volgens The Economist van conservatieven omdat ze weten dat aristocratie en hiërarchie en alle concentratie van macht neigt naar onderdrukking.  Maar, zo stelt de Economist, nu de liberalen de macht hebben maken ze zichzelf wijs dat ze een gezonde meritocratie hebben gemaakt. Onzin, want deze meritocratie is gesloten en houdt zichzelf als nieuwe elite in stand. Rob Jetten zou zijn kans moeten grijpen om het nieuwe liberalisme te zoeken en Klaas Dijkhoff zal over moeten gaan tot zelfonderzoek. Zo komt the Economist tot de constatering dat veel liberalen conservatief zijn geworden, terwijl het conservatisme niet de welvaartsgroei kan bieden die het liberalisme wel bood.
Spreiding van macht is het eerste liberale devies.

Migratie en liberalen
Volgens het blad hebben economen berekend dat het totale bruto product van de wereld zou verdubbelen als iedereen die wil migreren zou kunnen migreren. (Dat wil niet zeggen dat ze ook meteen recht hebben op de sociale zekerheid, het is volgens the Economist niet onliberaal om te zeggen dat je pas recht krijgt op sociale zekerheid als je hebt bijgedragen in het opbouwen van de pot met geld).  Hier begint tevens een niet per sé liberale draai, want de liberalen van de Economist geloven wel in beperking van de migratie. Er is namelijk een onderschatting geweest van de samenleving als waarde naast de waarde van individuen. “Liberalen moeten accepteren dat sommige mensen meer waarde hechten aan etnische en culturele homogeniteit”. Meer een christendemocratisch idee eigenlijk. 
Dat is overigens anders dan wat liberalen met het milieu hebben. De bescherming van het milieu komt misschien wel vooral voort uit liberale kringen, vanuit de gedachte dat de vrijheid van de een de vrijheid van de ander niet mag beperken. Het niet willen inperken van de automobiliteit is in die zin helemaal niet zo liberaal, want de grote hoeveelheid auto's beperken de beschikbaarheid van schone lucht. 

Ook pleit de Economist voor voorschoolse educatie gefinancierd door de staat. Spreiding van kennis dus. Want als je het aan de markt overlaat komt er geld bij de universiteiten en daar komen vooral studenten uit de 1% rijkste groep. Lijkt mij ook niet zozeer een liberale als wel een sociaal democratische gedachte.
Maar toch, Spreiding van kennis is het tweede liberale devies. 
Zo komt de Economist tot een manier om liberalisme opnieuw uit te vinden door elementen van de christendemocratie en de sociaal democraten toe te voegen.  

De welvaart vergroten door machtsevenwicht te bewaren
We hebben eigenlijk onze welvaart vergroot door naar meerdere krachten in de samenleving te kijken. De visie op de liberalisering van de economie zorgde ervoor dat concurrentie een prikkel werd die zorgde dat bedrijven beter gingen presteren en de productiviteit omhoog ging (de tucht van de markt). De socialisering van de arbeid zorgde er voor dat er geluisterd werd naar klachten van arbeiders en werklozen. De christendemocraten zorgden voor een verbinding tussen de liberale pleitbezorgers van het bedrijfsleven en de socialistische leiders die betere omstandigheden wilden voor de onderlaag. De christendemocraten hebben ook altijd veel waarde gehecht aan de sociale cohesie in de samenleving en  het maatschappelijk middenveld, maar ook meer ”law and order”- neiging dan de liberalen of de socialisten. De war on drugs is in feite een christelijk conservatieve strijd (naar mijn idee een verloren strijd, maar dat doet er nu even niet toe). De concurrentie tussen de partijen om de keus van de kiezer is feitelijk weer een liberale gedachte.

Daar kwam nog iets bij. De generatie van de jaren 60 stelde regels en dwang van instituties ter discussie. De vanzelfsprekende hiërarchie werd afgebroken, wat leidde tot ruimte voor creativiteit en werknemers die veel meer betrokkenheid werden bij het bedrijf, in feite liberaal, want hiërarchie is strijdig met het liberale gedachtegoed. Afschaffen van die hiërarchie gaat logischer wijs samen met een beter verdeeld inkomen. Anders kunnen we het niet anders zien dan misbruik van macht. 
Spreiding van inkomen is het derde liberale devies

Zo zijn er verschillende machten in de samenleving die op een of andere manier in balans gebracht werden met elkaar. Elke ideologie had extra aandacht voor een van de machten. Maar dat is niet wat je doet als bestuurder. Een samenleving besturen is immers wat anders dan opkomen voor de rechten van een individu, eerlijke regels hanteren en zorgen dat er een vangnet is voor wie dreigt af te vallen.

Drie machten in evenwicht
De econoom Kenneth Boulding vat dat samen in drie machten in de samenleving. Dreigingsmacht, uitwisselingsmacht en integratiemacht. Als je wat preciezer kijkt naar deze drie pijlers voor een samenleving die kan floreren zie je ook wat er mis gaat als een van de pijlers teveel nadruk krijgt.
1.       De dreigingsmacht is de macht van regels, handhaving en zo nodig met geweld de orde herstellen. Deze macht neigt naar de dictatuur, misschien van de meerderheid, de elite of een sterke man (m/v), en leidt tot misbruik van macht.
2.       De uitwisselingsmacht moet je zien als de macht van markten. Door uitwisseling van voorkeuren, wensen en kennis wordt macht uitgeoefend. Denk aan de markt die V&D failliet doet gaan. Maar denk ook aan het onderling handelen in gunsten: als jij dit voor mij doet, doe ik dat voor jou. Deze macht neigt naar uitsluiting, neiging tot monopolies en misbruik van kennis. En als je eenmaal tot de 1% inkomens behoort, dan verleent je dat enorme macht. Spreiding van inkomen zou beter zijn
3.       De integratiemacht is de macht van samenwerking en hulp aan elkaar. Liefdadigheid valt hier onder. Teveel integratiekracht zonder dreigingsmacht en uitwisselingsmacht kan leiden tot klaplopers, niet nemen van eigen verantwoordelijkheid en het bouwen van afhankelijkheid. Toch is dit de belangrijkste macht. Juist samenwerking heeft de wereld gebracht tot grote welvaart.

Samenleving in evenwicht
De boodschap dat we op de juiste manier een evenwicht moeten houden tussen deze machten is nu belangrijker dan ooit. Omdat mensen het gevoel hebben dat ze geen greep op hun eigen leven hebben, neigen ze meer dan vroeger naar de dreigingsmacht. Alle buitenlanders het land uit, iedereen moet zich aanpassen aan de Hollandse mores: Integratie is iets geworden dat afgedwongen moet worden met dreigingsmacht. Tegelijk zie je wel dat een instroom van veel mensen van buiten afbreuk doet aan de integratiekracht, vanwege culturele en etnische verschillen en de taalbarrière. Geen wonder dat mensen die het gevoel hebben geen regie meer te hebben over hun eigen leven of buurt naar dreigingsmacht uitwijken.

Geen van de machten is per se fout of goed. Om het individu te beschermen gebruiken we overigens net zo goed dreigingsmacht. Liefdadigheid kan neigen naar uitsluiting als je niet zo lief terug bent. Denk dan aan rechten van mensen om anders te zijn. Dan leidt bijvoorbeeld de integratiekrach t tot programma’s om mensen  met veel liefde van hun homoseksualiteit te genezen. Ook bij uitwisselingskracht gebruiken we dreigingsmacht door een verbod op monopolies.

Al met al is het misschien vooral een liberale gedachtegang om te kijken naar machten en zoeken hoe die machten in balans gehouden kunnen worden.

Spreiding van macht, kennis en inkomen: misschien is dat de vernieuwing die liberalisme vooral nodig heeft.



dinsdag 16 oktober 2018

Behoud het instrument voor decentraal toezicht op corporaties



Nu de crisis wat op de achtergrond raakt, komt met de evaluatie van de nieuwe Woningwet de vraag bij woningcorporaties op of ze niet teveel last hebben van toezicht. Een terechte vraag, want toezicht levert altijd administratieve lasten op die niet altijd in evenwicht zijn met de baten. En bij elke crisis is toezicht altijd het eerste middel waar men naar grijpt. Er zal nu dus wat druk komen om te schrappen in toezicht. Ik maak mij daar zorgen over. Namelijk dat vooral het decentrale toezicht het doelwit gaat worden.

Na de crisis bij woningcorporaties zag je inderdaad dat er veel aandacht kwam voor toezicht. Omdat enkele corporaties in de fout gaan wordt een hele sector onder curatele gesteld. Intussen hebben corporaties het gevoel dat de toezichthouders om hen heen zwermen: de Autoriteit Wonen, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, gemeenten, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dan zijn er ook nog de verplichte visitaties van woningcorporaties. Ik heb de hoeveelheid toezichthouders wel eens vergeleken met de beoogde moord op een quaestor in Asterix en de Helvetiërs die een eind wil maken aan de slechte bestuurders in Zwitserland. De quaestor roept om een dokter als hij is vergiftigd. Om genezing te voorkomen worden er zoveel mogelijk dokters naar hem toegebracht. 

Aedes en de VTW lijken te gaan pleiten voor een einde aan de verplichte visitaties. Om het aantal dokters dat toesnelt te verkleinen. Wat dat betreft kan het essay waarmee ik met Carry Bomhof een gedeelde eerste prijs won bij de VTW direct de vuilnisbak in. Toch is dat jammer. De redeneerlijn van toen geldt nog steeds.

Zet in op betrokkenheid van de gemeenschap
Wat was de redeneerlijn in dat essay?  (Nog steeds leuk, hier te vinden) 
  1. Er is veel aandacht voor het voorkomen van fouten omdat de corporaties kwetsbaar bleken. Onze inzet was dat dat niet de juiste weg was. Het tegenovergestelde van een systeem dat kwetsbaar, breekbaar, gevoelig voor fouten is, is niet onkwetsbaar, maar is een systeem dat sterker wordt van fouten
  2. Er zijn veel toezichthouders rond de corporaties. Al deze toezichthouders leveren belangrijke informatie, maar ook daarvan is de waarde in de afgelopen jaren niet toereikend gebleken om incidenten te voorkomen. Het is te laat en te zeer op afstand en draagt te weinig bij aan het leervermogen.
  3. Goed gedrag komt van binnenuit en laat zich niet afdwingen door regels, bonussen en straffen van buitenaf
  4. Woningcorporaties zijn van niemand, terwijl het vroeger verenigingen waren met een duidelijke eigenaar
  5. Corporaties kunnen pas legitiem opereren als de lokale bevolking zich eigenaar voelt.
  6. Is de betrokkenheid van de lokale gemeenschap groter, dan weet men op tijd wat er aan de hand is, zo hebben wij ervaren bij de visitaties van een aantal kleinere corporaties die midden in de gemeenschap staan.. 

Met de nieuwe woningwet is het visiteren van woningcorporaties verplicht geworden. Deze verplichting staat nu bij de evaluatie alweer ter discussie. Dat is jammer, want van alle instrumenten rond toezicht is dit het enige instrument dat zich richt op het versterken van de kracht van de gemeenschap.

Huurders kunnen zien of het met de corporatie echt zo goed of slecht gaat omdat er een blik van buitenaf komt die openbaar is en op een vaste methode is geënt. Gemeenten kunnen zien wat de visitatie zegt over de interne besturing in de corporatie. De rapporten bieden input voor de tegenstrevende krachten op lokaal niveau. De visitaties zijn ook aan het veranderen en trachten zich nog meer te richten op de kracht van de lokale netwerken.  

Rechten voor huurders
Als er nu toch een weeffout aangewezen moet worden, dan is het de positie van individuele huurders. De invloed van de huurders wordt in de woningwet volledig geregeld via de traditionele huurdersvertegenwoordiging. De meeste huurdersverenigingen die ik bij visitaties tref doen hun stinkende best, maar hebben moeite om echt een achterban te vertegenwoordigen. Zou je niet wat rechten voor huurders kunnen afspreken? Denk aan dingen als: huurders  hebben het recht om kleine onderhoudsreparaties uit te voeren, waarbij de besparingen ten goede komen van het buurtfonds. Huurders  hebben het recht hun eigen energievoorziening te regelen. Of huurders hebben recht op een correctief referendum bij vastgoedontwikkeling van corporaties.

Versterk de decentrale prikkels bij de corporatie
Mijn ervaring is dat de Tweede Kamer veel aandacht heeft voor harde cijfers en weinig voor de decentrale prikkels om de prestaties te verhogen. Ik mag toch hopen dat de Tweede Kamer niet op toezicht van bovenaf gaat gokken.

zondag 14 oktober 2018

Vergeving om de toekomst te veranderen


Ik moet bekennen dat ik helemaal niet goed ben in vergeven. Ook ik weet hoe het is om je te wentelen in woede over wat jou is aangedaan. En dat terwijl mij meestal niet zoveel aangedaan is: iemand die ten onrechte een beschuldiging uit, onbehoorlijk uit zijn slof schiet, lomp is en dan misschien die automobilist die me een kopstoot gaf omdat ik naar zijn idee niet snel genoeg uit de weg ging. Maar is vergeven niet voor mietjes? 

De huidige samenleving is goed in boosheid en slecht in vergeving. Vergeving is ook moeilijk te vangen in een tweet of een foto op instagram. Onderzoek naar tweets heeft aangetoond dat een boze tweet veel vaker wordt geretweet dan andere emoties als blijheid en droefenis. Boosheid is besmettelijk, vergeving absoluut niet.

De christelijke vergeving
Als je op vergeving zoekt kom je bij de EO-site, bij het Reformatorisch Dagblad en andere christelijke sites. Eerlijk gezegd verwacht ik dan vooral protestanten, want bij de katholieken denk ik eerder aan biechten en dan vergeven zijn. Dat komt waarschijnlijk omdat ik ze nooit heb vergeven dat ze niet met de protestanten meegingen, maar ook omdat ik daarna geen verandering zie.

Is het verdwijnen van het christendom een oorzaak voor het verdwijnen van vergeving? Een korte zoektocht toont niet een verbondenheid met christendom, wel met het denken over een samenleving en verbondenheid met elkaar. Want je vindt in heel veel culturen aandacht voor vergeving.
En terecht. Een samenleving kan geen samenleving blijven als er geen vergeving is.

Vergeving hoort bij weerbare samenlevingen
In China hoort het bij het Confucianisme. Tzu Kung vroeg: "Is er één woord waarmee gedurende een leven lang in overeenstemming kan worden geleefd?" Confucius zei: "Het is 'vergeving'. Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet." (Uit Gesprekken XV:23) Ik zie dit overigens vooral als het afwijzen van wraak.

Bij Ubuntu gaat het om onderlinge verbondenheid. Ook daar hoort vergeving bij. Niet de opdracht tot vergeving, maar het idee dat vergeving de mogelijkheid voor criminelen biedt hun menselijkheid terug te winnen. Het idee is dat een dader die zich door vergeving klaar voelt om zijn menselijkheid te herwinnen, ook voor ons de mogelijkheid opent om weer volledig mens te worden.

Ooit gehoord van ho’oponopono? Het is de oud- Hawaïaanse kunst van vergeven en genezen. Ook hier wordt vergeving gekoppeld aan herstel en een betere toekomst. 

Softe boel of harde pegels?
Klinkt het allemaal te soft? Econoom Marcel Canoy pleitte ook eens voor een economische blik. Vergeven kan lonen. "Onverbiddelijke sancties en straffen (‘betalen tot de laatste cent’) zijn vaak nadeliger dan ruimte maken naar de toekomst". In zijn column ging het over Griekenland. “Hiervoor is (…)  nodig dat de polariserende toon in het debat verdwijnt en communicatie gericht is op toekomstig wederzijds vertrouwen”.

Martha Nussbaum schreef een boek over Woede en vergeving, waarbij ze de ‘oog om oog, tand om tand’ –mentaliteit aanpakt, omdat deze wraak en woede juist in stand houdt. Maar ook vergeving vindt ze een probleem. Om vergeving smeken zonder het oog op de toekomst te richten heeft geen zin. Een beetje zoals ik het biechten van de katholieken beoordeelde.

Je zou kunnen zeggen: met alleen woede, wraak en boosheid blijf je hangen in het verleden, net zo goed als je dat doet als je alleen geen wraak neemt, maar niet los kan laten. De letterlijke betekenis van ‘vergeven’ (Grieks afièmi) is namelijk: wegsturen, laten weggaan, vrij laten. Al die boosheid en weinig vergeving op internet in tweets en facebook-posts is dan een teken dat we allemaal blijven hangen in het verleden en de toekomst uit de weg gaan.

Vergeving betekent niet dat je het verleden verandert, wel dat je de toekomst verandert.


donderdag 11 oktober 2018

Voorzieningen meer in samenspraak met bewoners

Het SCP meet elk kwartaal hoe wij over bepaalde zaken denken. Recent konden we lezen dat Bij voorzieningen in de buurt er minder steun is voor beslissingen door het lokale bestuur en meer voor grotere zeggenschap over de besteding van publieke middelen door buurtbewoners. In vergelijking met 7 jaar terug is er veel veranderd.

Zie hier de grafiek uit de kwartaalrapportage:

Dat is een interessante uitkomst. Zelf maak ik mee hoe in mijn buurt bewoners veel zelf doen, zoals het groen en een klein bibliotheekje. Dat gaat heel goed. Als voordelen zie ik meer aansluiten bij wat de bewoners willen, betere afweging tussen kosten en baten en vooral een grotere sociale cohesie in de buurt. Willen meer mensen dat zo doen?

Ja,  een meerderheid vindt dat. Maar echt eens met elkaar? Dat blijkt niet helemaal het geval en er is meer twijfel dan 7 jaar terug. Bovendien blijft er flinke steun voor een stevige overheid. In beide gevallen (2011 en 2018) was en is er heel weinig steun voor een minimale rol van de overheid. Helemaal los laten wekt geen vertrouwen op. Mensen vrezen ‘rotzooi’, ‘chaos’, ‘ruzie’, ‘heibel’, een ‘puinhoop’ en ‘ratjetoe’ of dat de brutaalsten de dienst gaan uitmaken.

Samenwerken!
Het lijkt mij dat het niet meer vanzelfsprekend is dat de overheid over voorzieningen beslist, maar dat de hand van de overheid niet gemist kan worden. Mensen pleiten voor taakverdeling. De overheid kan zaken doen, maar voor beslissingen vragen ze om meer te luisteren naar de kennis van mensen in de buurt. In de meeste gevallen willen mensen wel een eindverantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Zijn alle gemeenten klaar voor die samenwerking???

SCP Burgerperspectieven 2018 / 3