dinsdag 12 juli 2016

De kleine lettertjes van de democratie

Het volk heeft gesproken, maar de juristen wijzen nu op de kleine lettertjes: "Vooraleer het artikel 50 van het Verdrag van Lissabon in werking kan worden gesteld moet eerst de primaire wetgeving gevolgd worden". 

De uitspraak van de Brexit is gedaan en nu is het aan het VK om de onderhandelingen snel te beginnen. Het beste zou zijn als een Brexiteer als Boris Johnson de onderhandelingen had gedaan. Ik vind namelijk al dat gezeur van een tweede referendum of het beroep op artikel 50 traineren of helemaal niet doen ondemocratisch gezeur van de elite. Zeker die 1000 (!)  juristen die nu met behulp van juridische regels de uitspraak van het referendum gaan aanvechten. Een soort kleine lettertjes van de democratie. 

Ja de jongeren hebben niet gestemd en dat was dom. Maar ik herinner mij nogal wat verkiezingen in Nederland waarbij mensen achteraf spijt hebben van hun stem of hun niet-stem, maar zo werkt het niet. 

Peilingen bepalen niet het beleid. Juristen doen dat ook niet.

Natuurlijk hebben de Bremainers gelijk dat uittreden een klap gaat geven voor de groei en banen gaat kosten en weinig maar wel enige belangrijke beleidsruimte gaat geven. Maar ze leven nog in het tijdperk dat je moest vertellen om mensen te overtuigen. Nu is het: toon maar aan!

Aantonen kan gemakkelijk door de onderhandelingen te starten met de EU. Dat leidt tot een exitverdrag. Vervolgens schrijven de Britten verkiezingen uit met als inzet wel of niet uit de EU. 

Dan weten de mensen wat het echt inhoudt en kunnen ze vasthouden aan de Brexit of er op terugkomen. 

dinsdag 5 juli 2016

Wat is de toekomst van adviesbureaus?

De grote groei van adviesbureaus is al enige tijden voorbij maar nu de economie weer ruimte biedt kan ik mij voorstellen dat de adviesbranche weer wat groeit. De groei is met moeite, want sinds 2008 hebben grote adviesbureaus heel wat omzet ingeleverd. De verklaring is meestal dat er prijsdruk ontstaat, dat klanten kritischer en veeleisender worden en dat nieuwe kanalen de oudere onder druk zetten. Maar is er met adviesbureaus niet meer aan de hand?

Ik noem een paar interessante trends om rekening mee te houden in de publieke en semi-publieke sector.

  1. Democratisering van kennis
    Veel meer kennis die bureaus vroeger voor zichzelf hielden is nu te vinden op internet. Je vindt er een goede opzet voor ondernemingsplannen, planningen van diverse bedrijfsonderdelen, voorbeelden van beleidsnota's. Een goede zaak, want de adviesbureaus moeten echte meerwaarde leveren. Een junior die de juiste termen kent komt daar niet mee weg, je moet kennis en vaardigheid meebrengen die het bedrijf niet zelf heeft. Voor bedrijven is het ook goed: je kunt je beleidsnota meer eigen maken. Eigenlijk zouden adviesbureaus een self-service concept moeten leveren. Dat willen ze niet, want daarmee verliezen ze inkomsten. Maar het is aan het komen, dus je zou er bij aan moeten sluiten.
  2. Gewone burgers kunnen veel meer
    Burgers zijn beter opgeleid en er zijn veel mensen die meer weten dan veel ambtenaren. Ik schrijf hier over al in 2011. Het lastige met burgers is echter dat a) ze (vrijwel) gratis werken, b) ze in hun gewone kloffie komen, c) ze geen tijd nemen om de ambtenaar gerust te stellen en aan relatiebeheer te doen, d) ze haast hebben het probleem op te lossen. Ik stelde toen dat dat juist grote voordelen zijn. Langzaam dringt dat door en dat gaat ten koste van traditioneel advies
  3. Geen automatisch gezag
    Vroeger kon een leidinggevende een bureau inhuren om te laten vertellen dat er echt bezuinigd moest worden. Dat bureau leverde een gezag dat de eigen leidinggevende niet meer had. Dat gezag van een bureau van naam is nu weg. Je moet als bureau steeds opnieuw gezag verdienen.
  4. Netwerkleiderschap is ander leiderschap
    Nogal wat bureau zweren bij leiderschap als krachtige term om aan hun advies toe te voegen. Als het advies dan niet is aangeslagen, kan men zeggen dat de organisatie te weinig leiderschap toonde. Maar leiderschap is veranderd. Vroeger was het aan iemand die daarvoor aangesteld was (die het adviesbureau inhuurde). Het startte ook bij de inhoud (ook mooi voor een adviesbureau).
    Nu start het bij verbinding van organisaties en mensen bij elkaar. Het leiderschap volgt uit je sociaal kapitaal in combinatie met de inspiratie die je weet te brengen. Het adviesbureau moet zich dus gaan richten op het netwerk waar de organisatie die het inhuurt een onderdeel van is. Terwijl je inhuurder jou betaalt. Hier iets over "leiderschap" in de zwerm
  5. Mensen in plaats van bureaus
    Bij adviesbureaus gaat het net als in de politiek echt om de mannen en vrouwen, niet meer om het bureau of de partij. Vroeger kon je een opdracht binnenhalen met de beroemde vennoot en het laten uitvoeren door een junior. Nu telt het echte team dat aan de slag gaat
  6. Big data om verbanden te vinden
    Vroeger was het al heel wat als je de financiƫle gegevens kon oplepelen. De organisatie had de eigen kosten en baten niet altijd goed in beeld. Nu moet je ook in de data kunnen snuffelen. Je moet dus eerder bij de organisatie zijn om mee te denken over wat de organisatie later er uit wil halen.
  7. Co-creatie en advies
    Nu meer organisaties ontdekken dat ze samen met anderen moeten creĆ«ren is de term co-creatie opgekomen. Uiteraard een versimpeling van de werkelijkheid. Het suggereert alsof je het gezamenlijk maakt en alsof iedereen evenveel waard is. In Oude IJsselstreek merkte ik wat het beter dekte. Daar was een groep bewoners bezig geweest samen met een prima ambtenaar om een plein “in co-creatie” te ontwikkelen. Er zijn dan mensen die zeggen dat de ambtenaar van inhoud naar procesgericht is geworden. Dat is ook maar een deel van de waarheid. De betere beschrijving is; iedereen zijn eigen professionaliteit. De bewoners vertelden mij dat zij het plein invulden. De ambtenaar had de voortdurende zorg voor de juridische degelijkheid: “hij zorgt dat we aan het eind niet nat gaan”. Daarmee leverde de ambtenaar bij uitstek inhoudelijk werk. Niet iedereen doet het zelfde, niet iedereen is professional en heeft evenveel, maar iedereen heeft een andere kwaliteit. Dat betekent voor een adviesbureau dat het meer direct met de andere spelers werkt. Het is niet meer een traject van een beleidsnota waarna de organisatie aan het werk gaat. Het is meer hands-on, werkende weg met ieder zijn eigen professionaliteit. De adviseur moet weten welke professionaliteit hij in kan brengen

Wat blijft is het adviesbureau met superslimme mensen. Ze moeten meerwaarde bieden, aantonen, verantwoorden. En nogal eens moet de prijs omlaag.

Wat gaat is de macho die in woord en gebaar de suggestie wekt het allemaal beter te weten. 
Gelukkig maar.