Burgers krijgen meer te vertellen in
de gezondheidszorg. De mensen kunnen meer, zoeken meer zelf op via
internet, er komen apps om je eigen gezondheid beter te regelen. Dat
past bij de trend van individualisering en de trend van
informalisering. Grote instituties kunnen niet meer bouwen op
vanzelfsprekend vertrouwen, terwijl het vertrouwen in mensen in onze
omgeving toeneemt. Dat zijn trends die ik onlangs in beeld bracht op
de bijeenkomst over de burger in het kader van Verkenningen Toekomst
Volksgezondheid 2014. Ik verwacht dat er grote druk komt om het beleid goed te laten aansluiten op wat mensen zelf kunnen doen. Waarom verwacht ik dan toch een bemoeizuchtige overheid?
Mensen
Als je burgers centraal stelt kan je
zien dat de schaalvergroting uit de afgelopen periode de kwaliteit en
efficiëntie heeft kunnen vergroten, maar dat deze te weinig aansluit
bij de mensen zelf. Die mensen moeten hun leven richten naar de
instelling. Vroeger kon dat, toen was er nog groot vertrouwen. Nu is
dat vooral rond de thuiszorg en de ouderenzorg minder. Precies daar
waar het nodig is om in te spelen op de wensen van mensen om zelf hun
leven in te vullen lukt het niet goed. Een tweede punt waar het
minder goed gaat is bij chronische ziekten. Mensen zijn zelf hun
eigen expert geworden en het is voor instellingen moeilijk om daar
mee om te gaan.
Ik verwacht daarom een grotere rol van
netwerken van vrienden, familie en vertrouwde professionals rond de
“zieke”. Ik zet “zieke” tussen aanhalingstekens, want de
scheiding tussen ziek en gezond is steeds minder duidelijk.
Mensen zien het werken aan hun
gezondheid niet meer als gezondheidszorg, maar als onderdeel van het
op orde brengen en houden van hun eigen leven, met behulp van apps,
medicatie, zorg, etc. Vanuit eigen kracht en in samenwerking met
vrienden en bekenden. Net zoals hun financiële zaken, gaan ze
zelf in de gaten houden of het goed gaat. Daarin hebben vertrouwde
professionals ook een plaats.
Instellingen
Instellingen zullen het moeilijk vinden
om daar op in te spelen. Het is niet goed van bovenaf te regelen, in
te roosteren, te controleren. En hoe moet je omgaan met familie en
vrienden van de patiënt? Best lastig. De instellingen die het lukt
hier mee om te gaan zullen flexibeler zijn en professionals meer
ruimte geven. Ze zullen eerder het netwerk met eigen kracht rond de
patiënt helpen organiseren (als de patiënt dat niet zelf kan), dan
dat ze een eindbod doen waar de patiënt zijn eigen leven omheen moet
organiseren. Ook de financiële ruimte die beperkt is dwingt de
instellingen. Ingrepen zijn nu eenmaal succesvoller als de mensen er
zelf mee aan hebben kunnen regelen en er is te weinig menskracht in
de zorg om alles te doen zonder hulp van vrijwilligers.
Overheid
De overheid regelt de financiering en
het toezicht op de zorgsector. Hier ligt een enorme uitdaging. Er
gaat zo'n tachtig miljard per jaar naar de sector (cure en care). De vraag
blijft groeien door de toenemende vergrijzing, meer mogelijkheden om
kwaliteit te verbeteren en doordat dodelijke ziekten chronische
ziekten zijn geworden. Die zorg betalen we met zijn allen en dat
willen de meeste mensen ook zo. Er is nog steeds een duidelijke
behoefte om mensen goed te laten helpen en dat met zijn allen te
betalen. Maar er is hier ook wel iets veranderd. De solidariteit is
niet vanzelfsprekend en anoniem. Dat negeren beleidsmakers
Mensen zijn bereid te lappen voor de
verzorging van chronisch zieke mensen, Daar moet wel tegenover staan
dat die mensen zich netjes opstellen en de kosten niet laten oplopen.
Dat betekent dat men steeds kritischer wordt op misbruik, niet
meewerken aan je genezingsproces, fraude en het in de hand houden van
de kosten. Aan de overheid de ondankbare taak om hier op toe te zien
en dit goed te organiseren.
Steeds vaker zien we in de wachtkamer
regels hangen: wie niet komt opdagen bij een afspraak krijgt een
boete. Niet alleen gezondheidswerkers ergeren zich aan die laksheid, ook de gewone mensen die wel netjes komen opdagen.
Iemand die zich beroept op thuiszorg zal verder eerst duidelijk moeten maken waarom de overheid die thuiszorg betaalt. Is er echt alles aan gedaan om te kijken of het niet anders kan? Want dat willen de betalers eigenlijk wel weten.
En hoe zit het met al die suiker in frisdrank en zout in kant en klaarprodukten? Gaat de overheid de sector onder druk zetten om dit te veranderen? Ik verwacht van wel. Want obesitas kost de samenleving veel geld. Ook dat soort ingrepen kan op grote steun rekenen.
Iemand die zich beroept op thuiszorg zal verder eerst duidelijk moeten maken waarom de overheid die thuiszorg betaalt. Is er echt alles aan gedaan om te kijken of het niet anders kan? Want dat willen de betalers eigenlijk wel weten.
En hoe zit het met al die suiker in frisdrank en zout in kant en klaarprodukten? Gaat de overheid de sector onder druk zetten om dit te veranderen? Ik verwacht van wel. Want obesitas kost de samenleving veel geld. Ook dat soort ingrepen kan op grote steun rekenen.
Bemoeizucht
Dat betekent een bemoeizuchtige
overheid. Op de bijeenkomst haalde de stelling “Echte,
niet-anonieme solidariteit tussen burgers vereist een bemoeizuchtige
overheid!” niet veel stemmen. Niemand wil namelijk een
bemoeizuchtige overheid. Maar 80 miljard haal je niet zomaar ergens
vandaan. Wel hoorde ik pleidooien om de kosten te verlagen met meer
vrijwilligers. Dat ontkent hoeveel er vrijwillig gebeurt en hoezeer
de kosten nu al groeien. Meer vrijwilligers betekent eerder een
beperktere groei van de kosten.
Kortom: de kosten blijven groeien en daar moeten we de bereidheid voor vinden. Wil de overheid draagvlak
behouden voor de grote uitgaven aan zorg, dan moet de overheid laten
zien dat solidariteit de basis van deze kostenverdeling is die
mensen graag willen. We vinden nu al dat het met onszelf goed gaat,
maar niet met de samenleving. Daar ligt de steun voor alle uitgaven.
Er zijn nu mensen die vergoeding als recht zien en niet als een
regeling van solidariteit met elkaar. Wie niets wil doen de kosten in
de hand te houden zal merken dat de overheid bemoeizuchtig gaat
worden. Solidariteit blijft, maar niet de anonieme, vanzelfsprekende
steun voor wie zich beroept op een recht.
De vergelijking met de stevigere
controle op de bijstand en uitkeringen dringt zich op. We vinden het
nu heel gewoon dat iemand met een uitkering zich aantoonbaar moet
inspannen om uit de uitkeringssituatie te komen, anders dan tien jaar terug. Zo gaan we het ook
gewoon vinden dat gecontroleerd wordt of iemand gemakkelijk meelift
in de zorg.
Echte, niet-anonieme solidariteit
tussen burgers vereist een bemoeizuchtige overheid. Helaas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten