zaterdag 11 september 2021

Democratie tussen wal en schip

 Gaven vroeger partijen nog leiding en richting aan de achterban, nu is het omgekeerd. Dat lijkt goed: partijen die werkelijk geïnteresseerd zijn de gedachten en meningen van hun achterban naar believen te verkondigen. Het is echter nogal strijdig met de gedachte van de representatieve democratie. Politici versterken zelfs de meningen van hun achterban zonder te werken aan een weg naar verbetering. Want dat was het idee: om met andere politici samen te kijken naar betere oplossingen die recht doen aan belangen dan wel compromissen te zoeken die voor iedereen acceptabel zijn.

We zitten nu in een soort wal en schip-democratie. De wal van de directe democratie van bewoners die (samen) zelf beslissen en het schip van representatieve democratie van politici die samen in gesprek gaan en zoeken naar manieren om besluiten te nemen over publieke kwesties en zich verantwoorden aan de kiezers.

Schematisch ziet het representatieve systeem er zo uit: Kiezers stemmen hun vertegenwoordigers. de vertegenwoordigers voeren de discussie, overwegen en zoeken hoe belangen verenigd kunnen worden (delibereren). Vervolgens wordt gekozen, zodat dat de meerderheid zich er in herkent.  Het ideaal is een besluit dat de belangen overstijgt en dus beter is dan als er niet gezocht werd naar elkaars belangen en hoe daar recht aan gedaan kan worden.

representatieve democratie

Essentieel is dat er echte discussie is en naar elkaar geluisterd wordt om beter te kunnen besluiten. Dat gebeurt nu minder omdat kiezers niet trouw zijn. Een compromis van de representatieve democratie wordt niet geaccepteerd door de kiezers. Je wordt weggestemd. Het zou nog goed kunnen gaan als kiezers onderling gesprekken en debatten hebben. Die blijven echter beperkt tot de eigen bubbel. Precies om die reden accepteren ze ook geen compromis, want in hun eigen bubbel worden ze bevestigd in het beeld dat het niet nodig is. Op twitter krijgen de tegenstanders alle aandacht. de gematigde medestanders niet.  

In directe democratie discussiëren niet de politici, maar de mensen zelf. Dan moeten mensen wel uit hun bubbel komen en naar elkaar luisteren. De nuance neemt toe, het onderlinge begrip wordt groter. Dat is ook de ervaring in burgerjury's: men laat zich overtuigen en luistert naar elkaar.  We vinden zoiets terug in burgerjury's, G1000, of in het Amerikaanse rechtssysteem de juryrechtspraak waarbij mensen een oproep kunnen krijgen lid te worden van een jury. Nadeel is dat goedgebekte mensen hier blij mee zijn, maar minder goedgebekte kiezers misschien liever iemand als vertegenwoordiger kiezen die namens hen discussieert en luistert. Je ziet ook dat hoog opgeleide mensen sneller meedoen aan zo'n burgerjury of G1000. 

In de huidige tussen wal en schip-democratie luistert men niet meer naar elkaar, men zoekt niet naar belangen, maar wil graag zijn eigen mening terug horen in het debat. Zo kan iemand roepen dat alle Marokkanen het land uit moeten, omdat mensen met een Marokkaanse achtergrond (die vaak in Nederland geboren zijn) een gevaar zouden zijn. Schandalig, maar als je daar iets over zegt heet het dat je tegenwoordig de waarheid niet hardop mag zeggen. Dat dat helemaal niet kan, dat het verboden ophitserij is, doet er voor mensen niet toe. Ze spreken de mensen waar ze het over hebben ook niet, want dat past niet bij hun comfortabele bubbel. Een bevolkingsgroep kun je haten, het wordt lastiger als je de echte mensen ontmoet. Het zou  hun wereldbeeld doen wankelen, want dan blijken het gewoon net zulke mensen als zij zelf. Zo kan Wilders de derde partij van Nederland aanvoeren. Zonder belangen te willen overstijgen, zonder zich te willen binden aan compromissen of te kijken of de aangedragen oplossingen wel kunnen.

Politicus is een beroep dat niet veel vertrouwen inboezemt. Toch was het ooit wel wat. Uit beeld raakte dat de politici zochten naar de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen. Dat was een kunst: uit verschillende meningen, belangen en waarden iets te creëren wat de samenleving vooruit hielp. Uit beeld is ook dat directe democratie niet bestaat uit een wirwar van referenda waarin iedereen vlot zijn mening geeft. Ook directe democratie gaat over luisteren naar elkaar, belangen weten te verenigen en eigen belang weten te overbruggen. Democratie is dus wezenlijk anders dan steeds je privé-mening geven. Privé en publiek was vroeger gescheiden. Nu loopt het door elkaar. Ik wil privé geen last hebben van het algemeen belang is het idee. Mooi dat klimaat, maar kom niet aan mijn vlees, mijn auto en mijn werkgelegenheid. Maar dat komt wel ergens vandaan. Minder vertrouwen in compromissen wordt gevoed door minder vertrouwen in de overheid. 

Onze wereld is gepolariseerd, snel, gericht op meningen. Er is weinig tijd om verschillende belangen af te wegen en te integreren. Terwijl bekend is dat je tot betere besluiten komt als je wel naar elkaar luistert, bereid bent je eigen mening te heroverwegen en niet te blijven hangen in elkaars tegengestelde meningen, maar te kijken hoe je recht doet aan belangen. 

De vraag is nu waar je dat verandert. Aan de top, in de politiek? Of aan de basis, bij de burgers? Ik neig naar het laatste. Vertrouwen in burgers onderling en vertrouwen van burgers in politiek en overheid. Daar ligt de basis voor de democratie.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten