De WRR heeft een interessant rapport uitgebracht. Het heet Grip en heeft te maken met het gevoel van controle dat mensen hebben. Het is geen adviesrapport dat direct concrete beleidsaanbevelingen geeft. Jammer natuurlijk, het vraagt wel om bij beleid meer te kijken vanuit burgers, hun waarneming en gevoelens. Maar het idee van grip is wel belangrijk genoeg om mee te nemen in het denken over onze samenleving, gezondheid, polarisatie, het zoeken naar zondebokken en sterke leiders.
Toenemende onzekerheid
Grip gaat over de controle die je voelt
over je eigen leven. Grote groepen burgers hebben weinig gevoel van
grip en hebben te maken met groeiende onzekerheid. Deze onzekerheid gaat
over veel meer dan een laag of onregelmatig inkomen. Ze gaat
ook over zorg, wonen en leefomgeving.
Allereerst de zekerheid over werk en inkomen. De inkomenszekerheid is afgenomen, zeker voor de groep van 18 tot 65, minder voor gepensioneerden. Hier de inkomenszekerheid in de loop van de tijd. De rode lijn is de potentiele beroepsbevolking inclusief gepensioneerden, de groene de bevolking tussen 18 en 64 jaar.
Inkomenszekerheid gedaald |
Ook de zekerheid over wonen is afgenomen, dat is bekend.
Je ziet echter ook de zekerheid over de leefomgeving duidelijk is afgenomen. Als het aantal mensen dat een andere leefstijl heeft groeit tast dat het gevoel van veiligheid aan. Je weet nooit hoe het met de buurt verder gaat als de herkomst van nieuwe buren niet voorspelbaar is. (helaas geen grafiekjes van de WRR)
Het gaat om concentratie van onzekerheid
Je kunt wel zeggen dat onzekerheid bij het leven hoort, maar de onzekerheid is voor de een wezenlijk anders dan voor de ander. Interessant is te zien hoe de
onzekerheid vooral zich concentreert bij de lagere inkomens. In de laagste inkomensgroep is de groep die zeer weinig zekerheid heeft 34,1%, de groep daarboven met een inkomen van 14.100 tot 29.500 26,7%
Het is dus niet zo dat zij onzekerder zijn door hun inkomen. Het is eerder zo dat onzekerheid over inkomen, werk, gezondheid en wonen zich bij hen concentreert. Je ziet wel dat mensen met een lage opleiding ook vaker zeer onzeker zijn ( 19,5%) dan zij met een hoge opleiding (10%). Het onbehagen kun je dus vooral vinden bij de mensen met lagere opleiding en lage inkomens. Maar het is niet zo dat mensen met een hoger inkomen of universitaire opleiding nooit zeer onzeker zijn.
Vooral concentratie onzekerheid bij lage inkomens en lage opleiding |
Gevoel van onzekerheid heeft invloed op de gezondheid: meer gevoel van controle geeft een betere gezondheid. Het verschil in levensverwachting tussen meest welvarende en minst welvarende mensen is 7 a 8 jaar. Het verschil in gezonde levensverwachting is zelfs 23 tot 25 jaar! Het punt dat dit rapport maakt is dat het niet effectief is om de algehele welvaart te verhogen, maar dat deze verschillen vooral worden verklaard doordat mensen met een lagere welvaart minder grip op hun leven ervaren. Dat heeft immers grote gevolgen voor hun geluk en gezondheid.
Enkele lessen voor beleidsmakers:
Ik zei al dat het rapport weinig concrete beleidsaanbevelingen geeft. Maar toch wat nuttige lessen, er zijn er meer, maar dit pikte ik op.
- Eerste is natuurlijk dat een focus op de grip die mensen ervaren effectiever kan zijn dan alleen te denken vanuit het domein van inkomen of van zorg. Voor mensen is hun leven ook niet gesplitst in domeinen.
- Het gevoel van controle is groter wanneer de overheid transparant, voorspelbaar en betrouwbaar is. Anders zie je dat bijvoorbeeld toeslagen het gevoel van onzekerheid versterken.
- Dan maar mee laten beslissen? Participatie bij besluiten geeft niet voor iedereen een extra gevoel van controle. Mensen die effectief kunnen participeren (tijd en competenties) hebben een groter gevoel van controle, mensen die dat niet kunnen zijn meer gebaat bij klassieke representatieve belangenbehartiging en voelen een verminderd gevoel van controle. De omgevingswet geeft initiatiefnemers meer mogelijkheden, mensen die vertrouwen op representatieve volksvertegenwoordiging juist minder.
Polarisatie, zondebokken en geloof in sterke leiders
Gevoelens van onzekerheid leiden tot
meer maatschappelijk onbehagen. Let wel: onbehagen is op zichzelf niet slecht. Als er iets moet veranderen is het belangrijk om onbehagen te uiten. Maar als dat vanuit een gevoel van
weinig controle komt zijn mensen eerder geneigd de wereld te
interpreteren in wij versus zij.
Een gevoel dat hun persoonlijke controle bedreigd wordt (achteruit gaat) leidt tot meer geloof in sterke leider, meer polarisatie en meer geloof in complotten (omvolking, vaccins). Deze mensen zullen eerder geneigd zijn tot het aanwijzen van zondebokken. Met als gevolg nog meer verstoring van het geluk in de samenleving en geen oplossing.
Eigenlijk heeft de neoliberale agenda de vruchtbare bodem gelegd voor de PVV. Het zou interessant zijn te kijken of dit zelfde geldt voor de VS en Trump. Mogelijk is gebrek aan optimisme over de toekomst uit mijn vorige blog ook van belang. Onzekerheid is anders als er vertrouwen is dat je kinderen het beter krijgen.
Akkoord van Wassenaar 2.0
In de publicatie wordt gepleit voor breed gedragen plannen op gebieden waar dat nodig is. Zoals het akkoord van Wassenaar richting gaf toen Nederland te maken had met hoge werkloosheid. Dit zou nodig zijn rond werk, energietransitie, immigratie, ruimtelijke inrichting. Zelf zou ik daar de toekomst van de zorg aan toe willen voegen.
Tegelijk staan we hier met lege handen, want dit is wel erg algemeen en anders dan in de tijd van het Akkoord van Wassenaar is de organisatiegraad laag en het gezag dat dit soort plannen heeft niet groot. Het pensioenakkoord is een mooi voorbeeld van een plan dat weinig weerklank krijgt bij mensen, hoe goed het ook in elkaar kan zitten.
Dat neemt niet weg dat het rapport stof tot nadenken geeft en richting voor beleid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten