dinsdag 2 december 2025

Het taboe van het burgerberaad: niemand is aansprakelijk

 

Aan de vertegenwoordigende democratie voegen we allerlei zaken toe om burgers meer invloed meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Meer laten besluiten in buurten. Buurtbudgetten geven. Het groen zelf beheren. Maar ook “right to challenge” (het recht om uit te dagen) geeft een bewonerscollectief dat ziet dat een dienst beter uitgevoerd kan worden de mogelijkheid om deze dienst over te nemen. Nu is daar als vernieuwing het burgerberaad bijgekomen. Daar ontbreekt iets waar niet over gepraat wordt.

Het burgerberaad is een belangrijke vernieuwing. De voordelen van een burgerberaad zijn betere en meer geaccepteerde beleidsbeslissingen, een toename van het vertrouwen in de politiek omdat ook “gewone burgers” hun bijdrage hebben geleverd, en de mogelijkheid om complexe en gepolariseerde onderwerpen uit de samenleving goed uit te lichten. Onlangs het klimaatberaad. Burgers worden ingeloot om mee te besluiten. Er wordt gelet op representativiteit en onder oververtegenwoordigde groepen (mannen 50+) opnieuw geloot. Mensen luisteren echt naar elkaar en komen tot besluiten die gedragen worden. Mooi.

De verantwoording?
Maar waar niemand het over heeft is de verantwoording. In onze democratie maken we keuzen voor partijen en als ze het niet goed doen, hebben we de mogelijkheid om ze weg te sturen. Ook bij een right to challenge of als bewoners zelf iets beheren kunnen mensen die het niet goed vinden bij mensen klagen.

Hoe moet dat met een burgerberaad? Wie spreken we dan aan?

Schervengericht
Het idee komt uit het klassieke Griekenland waar iedereen (de vrij mannen dan) mee kon praten. Bestuurders werden geloot uit vrije mannen om bestuurder te worden. De democratie is van ons allemaal. 

Maar wat nu niet is overgenomen is wat er gedaan werd als dat niet goed ging: het schervengericht.

Een schervengericht, ook wel ostracisme, was een stemming in het oude Athene waarbij burgers een politicus konden verbannen voor tien jaar door diens naam op een potscherf (ostrakon) te schrijven. Het werd ingevoerd om te voorkomen dat iemand te machtig werd en was een procedure van de volksvergadering (Ekklèsia). De verbannen persoon behield zijn bezittingen en rechten en kon later worden teruggeroepen. 

Dit gaat wat ver om te vragen van ingelote burgers. Maar het is wèl het overnemen van rechten, maar veronachtzamen van de plichten. Aristoteles vond dat iedere bestuurder aanspreekbaar moest zijn op zijn daden. Waar is die verantwoording gebleven???

Wie spreken we aan als het burgerberaad echt iets doms heeft gedaan?