zondag 30 september 2018

Big data: wie ziet er op toe?


Toen iemand voor de honderdste keer zijn paspoort was kwijtgeraakt ging er een belletje rinkelen bij de gemeente. Het paste namelijk niet in het IT-systeem dat maar plaats bood voor twee cijfers. Ik weet niet of dit waar is, ik hoorde het verhaal ooit als voorbeeld hoe grotere gemeenten overduidelijke informatie over het hoofd kunnen zien. Het geeft wel aan welke problemen schaalgrootte kunnen brengen. Bij kleinere eenheden vallen sommige dingen vanzelf op, bij grote massaregistratie moet je programmeren dat iets gaat opvallen.

Massaregistratie brengt anonimiteit. Dat kan heel fijn zijn, maar ook vervelend. Daar hebben bedrijven al lang wat op gevonden. Verzekeraars zoeken uit welke gebieden niet alleen meer criminaliteit kennen, maar ook meer acceptatie van verzekeringsfraude. Banken kunnen creditcards extra volgen en zien of er vreemde transacties plaatsvinden om zo fraude te voorkomen. Verzekeraars en banken voorkomen daarmee dat wij, schlemielen, opdraaien voor de kosten die fraudeurs veroorzaken. 

Dus ook een wapenvergunning? 
Het is dan ook niet vreemd dat de minister van Justitie en Veiligheid meer wil kunnen zien van mensen die een wapenvergunning aanvragen en hebben. Toch gaat het wel wat vreemd worden als dat er toe leidt dat de overheid ras en religie wil vastleggen van mensen die een wapenvergunning aanvragen. Waarom ras en religie? Het voornemen zorgde terecht voor ophef. Nee! klonk het bij columnisten. Zie je het al voor je? Alle bellen gaan rinkelen als een zwarte een wapenvergunning aanvraagt??

En dan??
Even los van een eenvoudig nee, is het goed om door te denken. We willen niet dat de overheid ons extra in de gaten houdt alleen omdat we een bepaald geloof aanhangen of omdat we van een bepaald ras zijn (by the way: hoe definieer je dat? Blank, zwart, gemengd vooral blank, gemengd vooral zwart? We zijn helemaal niet goed in te delen!). Wat doet de overheid met die gegevens? Waar stopt het? En hoe gaat het als die gegevens ook nog worden doorgegeven aan andere landen? We zien niet wat er mee gebeurt, we zien niet wie de gegevens bekijkt en wie er wat mee doet. We vermoeden een "male chauvinist pig" die de gegevens bekijkt en op basis daarvan besluit). Ik heb dan liever de mening van een expert die kan vertellen waarom welke gegevens geregistreerd worden.
En toch, als iemand zijn naam verandert in Osama, een baard laat staan en in een vreemde jurk gaat rondlopen willen we wel dat dat opvalt. Zeker als diegene salafistische moskeeën bezoekt en contacten heeft met obscure bewegingen in Pakistan. Op dat moment roepen we dat de overheid had moeten ingrijpen.

Het gaat mij nu niet om een theoretische grens rond de privacy. Het gaat er om dat we moeten accepteren dat de overheid gebruik maakt van big data.

Registraties voor beleid
Als de overheid echtscheidingen registreert en vergelijkt, kun je zeggen dat de overheid niets te maken heeft met de vraag hoe mensen hun relatie kiezen. Ook kun je zeggen dat er iets aan de hand is als je bij mensen in bepaalde omstandigheden veel scheidingen ziet. Je kunt naar de achterliggende reden zoeken en hulp bieden. Of als er in bepaalde wijken veel eenzaamheid is bij een specifieke groep mensen kun je zien dat dit een gezondheidsgevaar vormt en daar iets mee doen. We zijn blij als iemand signaleert dat schulden bij mensen oplopen en dat er dan gekeken wordt wat er eigenlijk aan de hand is. Toen ik meer van die lachgascapsules in mijn buurt zag, dacht ik ook dat het reden was voor de overheid om daar iets mee te doen. Maar zag de overheid wat ik zag? (Ik denk het overigens wel)

Noodgedwongen, maar niet zonder ons!
De overheid gaat noodgedwongen gebruik maken van big data. “Sociale ongelijkheid los je op met dataanalyse” schreven Van Dam en De Jager zaterdag in de Volkskrant. .(hier: door-data-analyse-kunnen-we-sociale-ongelijkheid-oplossen

De vraag is dan niet hoe je alles verbiedt, maar hoe wij als samenleving betrokken zijn bij die analyses. Data-analyse komt, laten we die in handen van de anonieme overheid? Gaan we het verbieden? Of gaan we kritisch volgen wat er gebeurt?

dinsdag 25 september 2018

Bubblebelt en samenleven


Vind jij ook dat iedereen maar in zijn eigen bubbel zit en alleen bevestigd wordt in de eigen mening? Dan zal je in dezelfde bubbel zitten als ik. Zou het komen doordat we allemaal hard werken en weinig tijd hebben om te reflecteren? Is het de schreeuw om aandacht van de (sociale) media die gemakkelijker onze aandacht krijgt als die ons bevestigt in onze boosheid, onrust, behoefte? Dat zou kunnen: met meer zenders, online platforms etcetera blijft er per medium minder aandacht over.

Toch is er iets meer aan de hand dan alleen de media. Hoogopgeleiden trouwen met hoog opgeleiden, laag opgeleiden met laag opgeleiden, mensen met een Turkse achtergrond trouwen met mensen met een Turkse achtergrond. Dat kan je van een afstand vervelend vinden, maar als het om jezelf gaat is het vrij logisch. Het is prettig te leven met de mensen die dezelfde normen hanteren als jij. We kennen de bible belt waar mensen met hetzelfde geloof bij elkaar wonen normen en waarden delen. Dat is makkelijk te accepteren omdat het gaat om hard werkende mensen die zorgen voor de gemeenschap en historisch geworteld zijn in Nederland. 

Geen smeltkroes van culturen
Nu lijkt het alsof de steden een smeltkroes zijn van culturen waarbij alleen als de wijken snel veranderen gemopperd wordt op nieuwkomers. Maar ondertussen zie je dat het geen smeltkroes wordt maar een salade (zoals Adjiedj Bakas het noemt). Het mengt niet. In de centra vind je pied a terres van mensen die genieten van het culturele aanbod, daarbuiten vind je meer jonge gezinnen in kindvriendelijke nieuwbouwwijken en woonerven, verder wonen senioren liever niet bij singles en homostellen die juist genieten van veel uitgaan en geen kindvriendelijke wijken willen. De bubbels zijn niet alleen internetbubbels. Internet versterkt het wel.

In onze wijk vervult het islamitisch cultureel centrum een belangrijke rol voor de mensen die twee straten verder wonen. De aanwezigheid van dat centrum maakt de buurt aantrekkelijker voor geloofsgenoten om bij elkaar te wonen. In Leidsche Rijn was Denk groter dan de PvdA bij de laatste verkiezingen

Maar in de twee straatjes waar ik woon is het ook niet erg gemengd. Daar wonen vooral witte Nederlanders die elkaar hebben gevonden op duurzaamheid en elkaar ontmoeten in het gezamenlijk onderhouden groen. Veel lezers van Trouw, veel Groenlinks en PvdA stemmers, weinig Denk-stemmers. 

Redelijk pluralisme
Dat alles gaat verder dan via internet gesterkt worden in je mening. Het vraagt om overkoepelende Nederlandse normen. Het redelijk pluralisme zou je het kunnen noemen. De bereidheid te wonen in een land waar we sociale en culturele groepen naast elkaar laten bestaan, maar wel in alle redelijkheid die je van iedereen vraagt. Bereid zijn te zoeken waarin je overeenstemt, niet meteen veroordelen, maar laten uitspreken en zoeken naar de gemeenschappelijke basis. Je accepteert dat er verschillende normen en waarden zijn, maar vraagt van iedereen redelijkheid. Zolang je je houdt aan bepaalde basisrechten en wederkerigheid, mag je mee doen.

Starten bij de mensen in plaats van bij de ideologie
Die overkoepelende normen zijn er eigenlijk nog niet. Ik heb het dan niet alleen over de orthodoxe moslims die de Nederlandse samenleving niet accepteren. Het debat gaat maar al te vaak over anderen die zich moeten aanpassen. Toen een Syrisch gezin bij onze buurt een optreden verzorgde om iets terug te doen voor de steun die ze van mensen uit de buurt hadden gekregen vertelde de vader van het gezin zijn droom. Hij wilde graag dat zijn kinderen konden studeren, dat hij veilig kon zijn met zijn gezin. Zo verschillend was dat niet van de droom van alle vaders in Nederland.

Zoeken naar alledaagse integratie
Ik zeg niet dat alle mensen hetzelfde zijn. Maar het zoeken naar redelijk pluralisme moet niet ideologisch starten, met accepteren van Joods-Christelijke normen en waarden. Het zou het best kunnen starten bij de alledaagse behoeften en problemen in plaats van concentreren op al dan niet streng Islamitische groepen. Dan blijkt dat mensen ook wel weer op elkaar lijken. Ze denken over het opvoeden van hun kinderen, rekeningen betalen, jezelf en je kinderen voorbereiden op de toekomst. Zie je dat, dan zal ook de bereidheid groeien om naar elkaar te luisteren en een gemeenschappelijke basis te vinden. 
We moeten wel.


dinsdag 10 juli 2018

Waarom houden landen zich niet aan afspraken?


Een gewaardeerd lezer van deze blog wees mij op het verschijnsel dat afspraken veel te gemakkelijk terzijde worden geschoven. Daar heeft hij een goed punt. Als je geen afspraken kunt maken met elkaar, waar moet je dan je samenwerking op baseren? Hoe staat het met het vertrouwen in de politiek als afspraken zomaar terzijde geschoven kunnen worden?

In reactie op mijn blog over de 2% voor defensie schreef hij:  ik mis toch je uitleg waarom wij ooit de alles overstijgende afspraak over 2% van het BBP maakten. Die afspraak moet leidend zijn bij onze begrotingen en onze uitgaven”. En ben je het niet eens met de afspraken dan begin je niet om je er niet aan te houden. “Dan ga je toch met argumenten terug naar de onderhandelingstafel? Bedrijven doen dat, fatsoenlijke burgers ook, maar overheden kennelijk niet. Die leven bij de waan van de dag. Voor fatsoen, perspectief en visie moet u bij het volgende loket zijn!”. En zo staat de onbetrouwbare politiek te kijk, want je verliest het vertrouwen als je niet weet waar je van op aan kunt.

En zo is het.

Kun je nog afspraken maken?
Toch blijft het schuren. Het lijkt wel of je gewoon niets meer kunt afspreken. Denk aan de afspraken over de maximale schuld van de Eurolanden: dat andere landen zich er niet aan houden leidt hier in Nederland tot woede. Of denk aan het Vluchtelingenverdrag van 1951 dat bepaalt dat vluchtelingen en asielzoekers niet mogen worden teruggestuurd.

Als het landen uitkomt houden ze zich even niet aan afspraken. De VS niet aan het vluchtelingenverdrag (vrijwel geen enkel land houdt zich hier nog aan), Italië en Griekenland niet aan het verdrag van Maastricht om de schuld niet te hoog te laten oplopen, vrijwel geen land hield zich aan het maximaal afgesproken percentage van 3% begrotingstekort (De ophef daarover verdween toen Duitsland en Frankrijk zich er ook niet aan hielden). Duitsland houdt zich niet aan het verdrag van Dublin om het EU-land waar een vluchteling de Europese Unie binnenkomt verantwoordelijk te stellen voor de registratie van de betrokkene en de behandeling van de asielaanvraag (Italië en Griekenland ook niet, want die kunnen dat helemaal niet aan).  De VS legt handelsgeschillen niet meer voor aan een arbitragecommissie van de WTO, maar start een handelsoorlog. En als we het dan over vertrouwen hebben, de eigen kiezers zijn vaak dolblij als die politici de afspraken niet nakomen. 

Wat is er met afspraken aan de hand?
Daarom vraag ik mij af of het niet breder speelt. 

In onze buurt is de afspraak gemaakt dat er geen hoge heggen of schuttingen geplaatst worden, er schijnt zelfs een maximale hoogte te zijn afgesproken. Die afspraak was gemaakt om je niet af te sluiten van je buren. Op het moment dat mensen een schutting plaatsen of een te hoge heg hebben, wijzen er wel eens buren op de afspraak. 

Dat heeft in de praktijk echter totaal geen zin. Het idee van "afspraak is afspraak" is onpersoonlijk, ver weg, en is gemaakt door anderen. Het roepen “afspraak is afspraak” heeft geen zin als de afspraak nog bekend is, maar het doel uit zicht. Je zou zelfs kunnen stellen dat het streven naar individuele vooruitgang en niet meer denken aan wat het voor de ander doet, een aanzet geeft tot zo’n afspraak is afspraak-houding, zonder te kijken waarom mensen, organisaties, staten zich niet houden aan een afspraak. Die houding zit samenwerking in de weg, niet het gegeven dat iemand zich ergens een keer niet aan houdt. 

Trump geeft vaak genoeg aan dat een afspraak gewoon een verkeerde afspraak was in het nadeel van de VS. En als het ons uitkomt, roepen wij in nettere woorden hetzelfde. Maar hoe komen we er vervolgens samen uit?

Als je met elkaar verder wil komen moet je terug naar het doel van de afspraken. We zijn allemaal geneigd meetbare afspraken te maken omdat die makkelijk controleerbaar zijn. Maar als het er op aan komt spreekt - zeker in een beweeglijke democratie - dat meetbare doel helemaal niet aan. Uiteindelijk blijkt de werkelijkheid ingewikkelder. Zoals toen de 3% begrotingstekorten in vrijwel alle eurolanden opkwamen en een keur van economen klaar stond om te vertellen dat die 3% - afspraak niet deugde in tijden van economische crisis. Afspraken zijn uiteindelijk gemaakt om samen beter van te worden. 

En de NAVO dan?
Voor wat betreft de NAVO liggen de afspraken overigens iets anders. Tijdens de NAVO-top in 2014 hebben de bondgenoten afgesproken (1) de trend van dalende defensie-uitgaven te keren, (2) te trachten de uitgaven in reële termen te laten stijgen naarmate hun BBP groeit en (3) zich in te spannen om de komende tien jaar (2014–2024) hun defensie-uitgaven in de richting van twee procent van het BBP te bewegen.

Ik blijf er bij: dat is misschien een domme afspraak. Zo is Engeland aan de slag gegaan om allerlei uitgaven van diverse departementen alsnog onder Defensie te brengen en weet Griekenland de afspraak na te komen door enorme uitgaven aan pensioenen (en een door crisis dramatisch verlaagde BBP). Als wij onze pensioenen slechter hadden geregeld zouden wij bij Defensie ook meer uitgeven aan pensioenen zonder dat de veiligheid daarmee verbeterde. Breng vervolgens de AIVD over naar Defensie en het bedrag dat we aan Defensie uitgeven stijgt verder! Maar goed, de afspraak is je richting de twee procent te bewegen. Dat is ook omdat de VS gelijk heeft dat we in Europa onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en dat de defensie op orde komt. Daar houdt Nederland zich aan.  

Terug naar het doel
Toch zou het beter zijn om vaker terug te gaan naar het doel van de afspraken. In deze tijd van beweeglijke politiek is het belangrijk om een langere termijn in de gaten te houden. Waar wil je heen? In plaats van welke meetbare norm heb je gehaald? Dat terug naar het doel zou goed zijn voor de verdediging van de NAVO-landen, de vluchtelingencrisis en het vertrouwen in de euro. In onze buurt is het bij afspraken onontbeerlijk.