woensdag 7 mei 2014

Herinnering aan mijn vader

Prof. Dr. W. Albeda
Hij had er als minister van Sociale Zaken wel de pest over in dat hij het akkoord van Wassenaar niet op zijn naam kon schrijven. Hij had alle voorbereidingen gedaan en trachtte te bemiddelen tussen de mensen die de overheidsfinanciën op orde moesten brengen en de vakbeweging en werkgevers om tot een gezamenlijk akkoord te komen. In dat akkoord moest loonmatiging uitgeruild worden tegen meer banen. Als minister kreeg hij het net niet voor elkaar. De geesten waren wel rijp gemaakt bij de vakcentrales en de werkgevers. De achterban van FNV, CNV en VNO stond het niet eerder toe. Jan de Koning incasseerde zijn voorwerk en wist het met Lubbers wel voor elkaar te krijgen.


Mijn vader is in de nacht van 5 op 6 mei overleden. Hij werd bijna 89 jaar. Hij heeft het goed gedaan.

CNV en ARP
Zijn grootvader, mijn overgrootvader, was boerenknecht. Zijn vader wist zich op te werken tot “grenskommies”: een douanebeambte, dat was heel wat. Hij was een man met passie voor de 'cleyne luyden', het CNV en de ARP. Mijn vader voerde met hem veel discussies en wist met een beurs te gaan studeren. Theologie moest het worden, maar omdat je dan niet thuis kon blijven wonen (te duur dus) werd het een studie in Rotterdam. Economie. Dat paste mooi bij het CNV waar hij uiteindelijk ook kwam te werken. Hij heeft er een hekel aan leden van het studentencorps aan over gehouden, die een beetje op hem neerkeken met zijn goedkope geverfde oude kostuum van zijn vader.

Toch mooi hoe hij wist op te klimmen uit een familie van landarbeiders tot hoogleraar en later zelfs minister. En het aardige is, hij was geen echt politicus. Ja, hij wist wel hoe je in de krant moest komen. Hij sloot dan een weddenschap af met zijn staatssecretaris Lou de Graaf om de volgende dag op de voorpagina van de krant te komen. Lou dacht dat dat niet zo lukken met een saai onderwerp. Maar mijn vader pakte de vakbondskrant en ging die zo overduidelijk lezen dat de fotograaf al snel het mooie plaatje zag dat de voorpagina haalde. Pim Fortuyn beschouwde hem als een van zijn leermeesters en vroeg hem honderduit over hoe hij met de pers omging. Maar hij was geen politicus, zoals Pim Fortuyn juist te weinig wetenschapper en teveel politicus was. Was Fortuyn de politicus-provocateur, dan was mijn vader vooral de bemiddelaar en wetenschapper.

Passie voor het geven van verantwoordelijkheid
Een politicus / wetenschapper met een echt passie voor de vakbond en de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Misschien is het daarom leuk dit citaat van hem uit 1953 op te halen. “De geleide economie, met geleide lonen, de welvaartsstaat (…) zij dreigen de vakorganisatie uit te hollen en daardoor steeds meer verantwoordelijkheid te ontnemen aan de kleine man, wie op den duur slechts het stemrecht blijft om zich te laten gelden (eens in de vier jaar).” Hij meende dat alleen het stemrecht te weinig was. Hij wilde de mensen welzijn, maar ook de verantwoordelijkheid geven. Met zijn achtergrond wist hij dat mensen die verantwoordelijkheid best aankunnen. Hij heeft zich wild geërgerd toen hij als minister een hoge ambtenaar eens achteloos hoorde zeggen: “Ach hun grootouders waren nog analfabeet!”. Mijn vader wist dat dat ook voor een van zijn eigen grootouders gold.

Hij heeft ook mijn mening over Wiegel veranderd. Ik vond dat een akelige man, hij merkte op dat het in de omgang echt een aardige vent was. Bij de bijeenkomsten van oud-bewindslieden was het juist Wiegel die zag dat mijn vader steeds meer de weg kwijt raakte. Wiegel nam hem dan onder zijn hoede en dat hebben we als familie enorm gewaardeerd. Overigens was Wiegel niet eens de rechtsbuiten van het kabinet die hij altijd pretendeerde te zijn. “(..) moet ik zeggen dat hij (Wiegel, HA) vier jaar lang maar één idee had, namelijk het kabinet overeind houden”. Ik was meer een fan van Lubbers, die inhoudelijk veel interessanter was. Als Lubbers zondags bij ons thuis wat kwam “meedenken”, vroeg hij zelfs de mening van de kinderen om op te zuigen hoe iedereen dacht en reageerde. Als jongen van 18, 19 was dat wel bijzonder.

Trots
Zo heeft mijn vader me veel meegegeven. Hoewel ik tijdens zijn ministerschap nogal eens liever zonder achternaam door het leven ging om niet alles te hoeven verdedigen wat de minister van Sociale Zaken nu weer had gedaan! Nu ben ik trots. Waren er maar meer van die mensen zoals hij in de politiek. Ik lijk op hem, zeggen mensen nu. Dat is mooi.

Hij heeft wat betekend en hij heeft het goed gedaan.


1 opmerking:

  1. Je verhaal roert me. "wij" waren kinderen van de koude oorlog. Je was voor of tegen, zwart of wit. Je was dus ook voor of tegen Wiegel. Je vader was zijn tijd ver vooruit. Het polderen is door hem vorm gegeven. Paars is de kleur van de rouw. Toch ook een kleur die uitersten verbind om samen een doel te dienen. Jullie hebben het goed gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen