Als we de democratie niet willen
overlaten aan politici moeten we meer zelf doen. Zelf stemmen, dat
lijkt nog wel te gaan, maar wat daarvoor gebeurt is moeilijker. Zelf
debatteren, elkaar serieus nemen en zoeken naar de beste oplossing
die aan de diverse belangen tegemoet komt is een stuk moeilijker. Het
is mooi, maar we hebben nog wel wat te leren....
In de Tweede Kamer zie je soms rare
taferelen. Staan ze elkaar eerst achter de microfoon voor rotte vis
uit te maken, zie je ze daarna vriendelijk keuvelen. Of ze zijn fel
in debat, maar spreken niet met elkaar maar met de voorzitter van de
vergadering. Een nieuw agendapunt kan ook niet zomaar op de agenda
komen, daar moet eerst apart over besloten worden.
Dat doe je op de buurtvergadering
natuurlijk anders.
Zwaar beledigen, ruziën en afdwalen
Ik heb nogal wat vergaderd en kom
geregeld tegen dat lang over de notulen van de vorige keer wordt
gesproken, dat mensen elkaar (onbedoeld) zwaar beledigen, dat
plotseling een onderwerp ter discussie staat dat niet geagendeerd en
dus niet voorbereid was. Of de discussie begint bij het reserveren
van geld voor onderhoud en zwaait via de sloten op nummer 11 naar de
lekkage bij nummer 3 en dat dat niet goed gerepareerd is. Of meneer A
stelt iets voor en als door een wesp gestoken reageert mevrouw B
dodelijk negatief (en later hoor ik dat A een keer ruzie heeft gehad
met B). En misschien is meneer C wel bij elk onderwerp als een
olifant door de porseleinkast door alles persoonlijk te maken en de
mensen die iets niet willen lui, dom of bang te
noemen.
Vroeger was de eerste afspraak voor
de vergadering om je wapens in te leveren zodat de deelnemers elkaar
de hersens niet in konden slaan.
Werken aan goede relatie
Het is niet zo gek om via de voorzitter
te spreken en elkaar na de vergadering even vriendelijk te spreken.
Je moet immers nog meer met elkaar bespreken, dus zorg dat je een
goede relatie met elkaar houdt. Zo zal een slimme voorzitter vooraf
even praten met C om te zorgen dat er niet op de persoon wordt
gespeeld. En hij stelt voor dat A en B hun ruzie na de vergadering
bespreken en op de vergadering teruggrijpen op wat ze zelf vinden en
niet op wat de ander doet.
We zijn het niet gewend om
professioneel te vergaderen. Daardoor is het een onderbelicht thema
in de participatiesamenleving. Maar ik sprak laatst iemand die na
2008 de bewonersvergadering niet meer wil bijwonen omdat hij zich nog
steeds onheus behandeld voelt. Vooral dat er iemand zei dat hij het
voorstel moest accepteren “omdat die mensen er zoveel tijd in
hebben gestopt” zit hem nog steeds dwars. Blijkbaar heb je meer
recht van spreken als je er meer tijd in hebt gestoken?
Leren van Megchelen
In Megchelen is een actieve
bewonersvereniging die met succes veel werk zelf aanpakt dat
traditioneel de gemeente deed. Hun werk zorgt voor betere kwaliteit
van de openbare ruimte en vooral een enorme betrokkenheid van de
bewoners bij elkaar. Hun geheim? Simpele gouden regels:
1. Bevorder een houding van samenwerking, vriendelijk blijven (het
spel kunnen spelen), focus op wat kan en wat te bereiken is. 2. Zorg voor een gemêleerd gezelschap, tegengestelde meningen in de organisatie omarmen
3. Durf elkaar aan te spreken
4. Accepteer mensen met meerdere petten, wees daar wel open over.
5. Zorg dat je mensen echt kent
6. Voer vaak overleg.
7. Werk met het principe “Wat je begint maak je af”
8. Geef elkaar ruimte
9. Houd elkaar goed op de hoogte
Ze kennen de mensen en halen de verschillen op tijd naar binnen. Ik geloof niet dat ze altijd via de voorzitter spreken, maar ze zorgen wel dat ze elkaar echt kennen, de gevoeligheden kennen en elkaar durven aanspreken. Megchelen, een klein dorp tegen de grens met Duitsland. De Achterhoek. Kunnen we veel van leren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten