vrijdag 5 juni 2015

Niet spreken met de bestuurder?


We hebben in Nederland niet zomaar een democratie, we hebben een meervoudige democratie. Dat vraagt een aparte aanpak en vooral: nieuwe bestuurders.


Op internet vind je veel uitspraken over moderne politieke bestuurders. Er zijn ook trainingen voor. De moderne bestuurder heeft te maken met mondigere en beter opgeleide mensen. Gezag moet je verdienen, Je moet zorgen voor binding, moet kunnen loslaten en accepteren dat je niet de eerste bent die iets weet omdat de sociale media ervoor zorgen dat er altijd iemand is die dingen eerder weet dan jij. Je moet tegenspraak organiseren. De vraag is of dat nieuw is, Gezag heb je altijd al moeten verdienen, alleen is het tegenwoordig wat moeilijker.

Als politiek bestuurder heb je te maken met de gemeenteraad: vertegenwoordigers van burgers, met vertegenwoordigers van organisaties, maar ook met individuen. Niet alles wordt in de gemeenteraad besloten, dat kan ook helemaal niet, want organisaties hebben eigen beslisruimte. Wil je dat je door samenwerking verder komt, dan moet je kunnen verbinden. Daarnaast vraagt de politiek meer van bewoners en willen bewoners meer zelf beslissen. Je ziet het terugkomen in collegeakkoorden, waar ruimte voor initiatieven vrijwel altijd genoemd wordt.Spreken met de bestuurder is normaal geworden: het hoort er bij.

Respect en erkenning geven
Een burgerinitiatief is met de huidige sociale media snel opgestart, maar het is moeilijker om de doorzettingskracht te ontwikkelen en de uitvoering langere tijd zelf te doen. In onze eigen buurt lukt dat, waarbij het belangrijk is om steeds terug te gaan naar wat je zelf wilt, wat past bij de waarden van jou en je partners, maar vooral: mensen moeten er zelf voldoening uit halen. Affectie speelt een grotere rol. Als erkenning voor jouw werk uitblijft en je hebt er zelf geen plezier in, dan stopt het.

Een mooi voorbeeld van doorzetten (12 jaar lang), maar ook kwetsbaarheid als de overheid en professionals geen respect tonen kwam ik tegen in de publicatie “Burgermacht op eigen kracht?” van het Sociaal en Cultureel Planbureau. “Een inwoner van de gemeente Berkelland die twaalf jaar lang vrijwilliger voor Tafeltje Dekje was kreeg, toen hij vijf minuten te vroeg de maaltijden voor zijn groep kwam ophalen, te horen ’12 uur is 12 uur’. Diezelfde dag stopte hij met dit vrijwilligerswerk.1

Verschillende rollen, vrijwillig en professioneel
De samenleving heeft bestuurders nodig die kunnen samenwerken met groepen in verschillende rollen. Samenwerking met iemand die voor zijn werk móet samenwerken gaat anders dan met iemand die dat doet op vrijwillige basis. Die samenwerking kan mislukken als mensen geen respect krijgen of niet serieus genomen worden, maar ook als de zeggenschap als het er op aan komt bij de overheid blijft. Vroeger kwamen bestuurders uit maatschappelijke organisaties waar ze dit kenden. Nu zijn veel bestuurders onbekend met deze samenwerking.

Zo wordt duidelijk dat we meerdere vormen van democratie naast elkaar hebben. Representatieve democratie naast participatieve democratie en democratie in bedrijven en instellingen. De wrijving die dan kan ontstaan tussen representatieve democratie en participatieve democratie zal de politiek veranderen. Dat is ook goed. Technologische vernieuwingen die mensen sterker maken zullen afdwingen dat de representatieve democratie zichzelf opnieuw gaat uitvinden en daarbij aandacht gaat geven aan verschillen en rechten van minderheden in de participatieve democratie.

Politiek bestuurders moeten met die verandering en meervoudige democratie kunnen omgaan. Dat vraagt pas echt moderne bestuurders!


1SCPO “Burgermacht op eigen kracht?” 2014 p 138

Geen opmerkingen:

Een reactie posten