Een christendemocratisch antwoord op
het sociale vraagstuk van deze tijd, heet het onlangs uitgebrachte
rapport van het wetenschappelijk instituut (WI) van het CDA te zijn.
Het thema gelijkheid is weer onderwerp van debat geworden en het WI
probeert hierop een verrassend antwoord te formuleren.
Want het CDA moet niet naar gelijkheid streven. “Juist omdat mensen verschillend zijn, is hun bijdrage voor de gemeenschap zo belangrijk”. Zo komt het WI weinig verrassend op een gelijk speelveld. Wel ziet het een probleem met dat speelveld. Want op tal van terreinen blijkt helemaal geen sprake van een gelijk speelveld voor alle mensen. Op politiek, economisch en sociaal vlak bestaan scherpe tegenstellingen waarbij opleidingsniveau op het eerste gezicht de bepalende factor lijkt. Het antwoord mist helaas een culturele invalshoek.De invalshoek van de samenleving en de gemeenschap die het WI heeft gekozen spreekt mij aan. Maar wat die samenleving dan is, daar mist het WI wat.
Want het CDA moet niet naar gelijkheid streven. “Juist omdat mensen verschillend zijn, is hun bijdrage voor de gemeenschap zo belangrijk”. Zo komt het WI weinig verrassend op een gelijk speelveld. Wel ziet het een probleem met dat speelveld. Want op tal van terreinen blijkt helemaal geen sprake van een gelijk speelveld voor alle mensen. Op politiek, economisch en sociaal vlak bestaan scherpe tegenstellingen waarbij opleidingsniveau op het eerste gezicht de bepalende factor lijkt. Het antwoord mist helaas een culturele invalshoek.De invalshoek van de samenleving en de gemeenschap die het WI heeft gekozen spreekt mij aan. Maar wat die samenleving dan is, daar mist het WI wat.
De grofmazige cultuur met grote eigen verantwoordelijkheid
Wij leven in een grofmazige cultuur. De typering komt van David Pinto. In
een grofmazige cultuur zijn normen en waarden, goed en kwaad, niet
heel duidelijk omschreven. Het blijft fuzzy wat goed en slecht is, we
moeten het zelf uitvinden en in veel gevallen zelf een mening vormen
over wat wenselijk en onwenselijk is. Het is een samenleving met
veel vrijheid, maar ook een met een onbenoemde verantwoordelijkheid,
want eigenlijk vinden we dat vrijheid gepaard moet gaan met
zelfbeperking. De normerende rol van de dominee, de leraar, de vakbondsman die op het juiste moment pleit voor het luisteren naar anderen is weg.
Dit in tegenstelling tot een fijnmazige
cultuur. Fijnmazige culturen kennen juist een fijnmazige structuur
van gedragsregels. Voor bijna iedere situatie bestaan gedetailleerde
regels die het individu dient na te leven. Er is weinig ruimte voor
eigen interpretatie en afwijkend gedrag. Zo leer je in de fijnmazige
cultuur veel sneller wat niet en wat wel mag. De fijnmazige cultuur
heeft ook een duidelijkere collectieve identiteit. De cultuur heeft
een extern (in plaats van intern) referentiekader voor goed en kwaad.
Je blijft gemotiveerd door de groep en gezaghebbende figuren
daarbinnen (meer dan de intrinsieke motivatie). Logisch dat de imam gezag heeft.
In het algemeen is er in Nederland een
grofmazige cultuur met ruimte voor subculturen met een meer
fijnmazige cultuur. Denk daarbij niet alleen aan de zwartekousen kerk
of streng Marokkaanse gelovigen, maar ook aan een jongerencultuur of
een -gang, of zelfs de cultuur op het ouderwetse volkstuintje of in de volksbuurt. De fijnmazige cultuur is een duidelijke cultuur, ook een met minder twijfel en minder passend bij hoogopgeleide mondige mensen.
Rapport mist de cultuurverschillen
Het rapport van het CDA “Lang leve
het verschil, weg met de fragmentatie” over diversiteit en hoe je
toch een samenleving bouwt terwijl er een groeiend verschil is tussen
hoger en lager opgeleiden heeft het helemaal niet over die grofmazige
en fijnmazige cultuur. Dat is jammer. Het rapport laat zien dat de
bestaande groepen in de samenleving die zo verschillend denken over
het goede samenleven elkaar niet meer ontmoeten. Er is geen
publieke sfeer waar mensen hun botsende visies kunnen bespreken en
daarmee hun geschil kunnen pacificeren. Het maatschappelijke cement
dreigt teloor te gaan.
In de verzuilde samenleving kon dat
wel. Toen waren er zuilen (van hoog tot laag opgeleid) en de top van
de ene zuil kon zaken doen met de top van de andere zuil. De toppen
kenden precies de leefomstandigheden binnen de eigen groep en wisten
wat een compromis betekende voor de achterban. Was er toen een
verticale scheiding, nu is er een horizontale scheiding. D66 weet
precies hoe de hoogopgeleide wereldburger denkt over Europa, maar
heeft weinig beeld van de laagopgeleide PVV-stemmer. Dat heeft
gevolgen voor de politiek, maar ook breder voor de samenleving. De
verzuilde samenleving was ook een mooie emancipatiemotor: de leraar
die zag dat iemand van eenvoudige komaf meer in zijn mars had en hem
stimuleerde.
Naar mijn idee waren de zuilen
voorbeelden van fijnmazige cultuur. Met duidelijke regels en een
duidelijke collectieve identiteit. De vrijheid die de grofmazige
cultuur geeft is mooi, maar is ook ongemakkelijk. Als iedereen zelf moet
bekijken wat goed en kwaad is en de grenzen onduidelijk zijn vraag je
erg veel van individuen.
Het gaat dus ook niet er om (zoals het
rapport suggereert) 1) de kloof te overbruggen en 2) verschillen te
herwaarderen. Wel gaat het om (derde suggestie) het toerusten van
mensen om in deze snel veranderende samenleving een zinvolle plek te
verwerven en te kunnen bijdragen. Maar dan ... ontmoeten? Dat is ook een suggestie. Ontmoeten helpt niet om de
fijnmazige en grofmazige cultuur bij elkaar te brengen. En ook niet
om de verschillende fijnmazige culturen bij elkaar te brengen.Wat wel helpt is het vergroten van de
participatie, zoals het rapport ook stelt. Door aan onze representatieve democratie
participatieve elementen toe te voegen, kan voor veel mensen de
drempel worden verlaagd om politiek bij te dragen. Zo oefenen we meer
met de democratie (g1000 op basis loting, stadsgesprek). Integreren door te doen en door te merken dat belangen en waarden wel overeen kunnen komen. Maar dat is een druppel op een gloeiende plaat. In de wijk kan het werken, maar daar wonen arm en rijk niet bij elkaar.
Het rapport onderschat de veiligheid van de eigen fijnmazige cultuur
Het rapport bevat veel mooie
observaties en goede suggesties. Ja het gaat over het belangrijke thema van gescheiden werelden binnen een maatschappij. Gaat het wel over de teloorgang van het midden en kan dat wel terugkomen? Het maatschappelijk middenveld (de steun voor het CDA) is helaas aan het verdwijnen.Ja, we moeten van een marktsamenleving
terug naar een samenleving met een markteconomie. En het is de
uitdaging weer een publieke ruimte te creëren waar mensen met al hun
verschillen elkaar kunnen ontmoeten en kennis kunnen nemen van hun
anders-zijn. Maar het anders-zijn werd te individueel ingevuld in het
rapport en een culturele invalshoek heb ik gemist. Of was dat het "middenveld"?
Het is een rapport van
iemand van de grofmazige cultuur die niet begrijpt wat de veiligheid
is die de fijnmazige cultuur biedt. Het CDA verlangt terug naar het middenveld, maar is al veel wereldlijker dan ze zelf wil geloven.
Wetenschappelijk Instituut CDA: Lang
leve het verschil
Geen opmerkingen:
Een reactie posten