woensdag 12 oktober 2016

Ouderen en the revolution of rising expectations



We horen niet veel meer over revoluties. De jaren ’60 waren de jaren van de revoluties. Maar ook tijdens de Arabische lente zag je meer enthousiasme voor een omwenteling. En kijk naar de woede van witte mannen in de VS. Kijk naar de woede van ouderen en de peilingen voor 50 Plus. Kijk naar de onrust onder de Britten die leidde tot de Brexit en de val van het pond. De politieke onrust vooral van ouderen is niet zomaar verdwenen als de economie weer wat op stoom komt.

De theorie van de revolutie van de groeiende verwachtingen zegt dat revoluties niet plaatsvinden als iedereen het slecht heeft, maar juist als het wat beter gaat en mensen de kans zien om echt wat te veranderen. De Tocqueville wees er al in 1856 op dat de Franse Revolutie startte in de regio’s waar het wat beter ging dan in de meest armzalige regio’s waar geen hoop was.

Revolutie door toenemend verschil
tussen verwachting en werkelijkheid
In de jaren 60 voegde James Davies daar de term "J-curve" aan toe. Je zou het een omgekeerde hockeystick kunnen noemen. De onrust komt vooral op waar het beter gaat en er een verandering ten kwade dreigt. Hij stelde dat revoluties het meest waarschijnlijk zijn wanneer periodes van langdurige verbeteringen op het gebied van economische en sociale ontwikkeling verstoord worden door een periode van scherpe ommekeer. Het verschil tussen wat mensen verwachten en wat ze krijgen wordt te groot. (plaatje: het verschil tussen de expected need satisfaction en de actual need satisfaction)

Politieke onrust blijft
De onrust in de Westerse wereld over de komst van migranten en vluchtelingen in combinatie met onzekerheid door globalisering kun je zien als een voorbode voor politieke onrust. Misschien is het goed om te bedenken dat Pim Fortuyn opkwam op het moment dat The Economist schreef dat Nederland zo’n economisch wonder was. De J-curve startte, want de globalisering leidde tot minder economische zekerheid voor mensen, vooral mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt die ook zagen dat juist hun buurten veranderden met de toename van migranten.

Zo kunnen we ook de onrust zien tegenover de EU. Want door de globalisering hebben nationale staten en nationale parlementen minder te zeggen. We zien het niet alleen in de EU, maar ook in de VS met Trump: onrust omdat de wereld verandert, mensen de greep op hun vertrouwde omgeving kwijtraken. Terwijl de EU juist vrede en voorspoed bracht, zijn mensen bang nu de EU weinig kan doen aan de stroom van vluchtelingen, terwijl die in bijvoorbeeld Libanon veel en veel groter is dan hier.

En de Arabische lente dan? Daar lijkt de oorzaak een hoog geboortecijfer en een laag sterftecijfer. Hierdoor vormde zich een 'jeugdbult', een nieuw soort babyboom. Een relatief groot cohort aan jongvolwassenen trad toe tot een arbeidsmarkt die de toevloed niet kon verwerken, met jongerenwerkloosheid tot gevolg. De verwachting liep dus hoger op dan de economie kon leveren.

De ouderen als belangrijke bron van onrust
De ouderen in Nederland dan? Hoe kan er dan zo'n onrust zijn dat 50Plus op 8 zetels gepeild wordt? Ook daar speelt echter de J-curve een grote rol. Het lijkt er zelfs een uit het boekje! Te beginnen met een voor Henk Krol vervelende constatering. De ouderen hebben het beter dan welke groep dan ook in Nederland. Vergelijk je de positie van ouderen in Nederland met Europa, dan hebben alleen de ouderen in Luxemburg het beter dan bij ons. En die positie is vooral de laatste twintig jaar fors verbeterd.

Ten opzichte van 1993 is het netto vermogen van ouderen gegroeid, terwijl het netto vermogen van jongere huishoudens (met een kostwinner tot 45 jaar) is afgenomen. Dat komt doordat oudere generaties relatief veel geprofiteerd hebben van de huizenprijsstijging die zich tussen 1984 en 2008 voordeed. Ongeveer 40% van de ouderen beschikt over een vermogen van meer dan 200.000 euro. Waar in 2000 bijna 12% van de ouderen onder de armoedegrens (lage inkomensgrens van CBS) leefde, was dat in 2011 afgenomen tot 3% van de ouderen. Voor de gehele bevolking ligt dat cijfer op 9%! (Peiling uit 2013) Van alle leeftijdsgroepen is onder ouderen de armoede het laagst.

Henk Krol geeft nu juist aan dat ouderen voortdurend de pineut zijn. Overigens stemmen veel ouderen ook PVV, vooral lageropgeleide ouderen. Het beeld is misschien anders, maar jongeren en 35 minners stemmen minder vaak op de PVV dan 35+ en ouder. Maar ook die ouderen hebben het de laatste twintig jaar beter gekregen! Hoe kan die boodschap zo aanslaan? Iedereen heeft toch last van de crisis gehad? 

Typisch gevalletje van de revolution of rising expectations. 
De woede neemt toe doordat na twintig jaar verbetering nu een terugslag komt. 
1. Door de lage rente kan hun pensioen gekort worden. De lage rentes zorgen ervoor dat pensioenfondsen als ze obligaties kopen, slechts een lage rentevergoeding krijgen. De rente op staatsobligaties is soms zelfs negatief. Hun verdiencapaciteit wordt dan minder en ze moeten korten op de pensioenen om in de toekomst ook te kunnen uitbetalen. Dat voelen ouderen in hun portemonnee, waar het lang zo goed mee ging. 
2. Verder zijn er steeds meer ouderen en wordt de ouderenzorg duur. Er wordt dan gezocht naar goedkopere zorg en er wordt een beroep gedaan op wat je zelf kan doen of wat je familie kan. Ook dat voelen ouderen. 

Welke kant de onrust opgaat weten we nog niet. Dat de onrust niet zomaar verdwijnt is zeker. De onrust onder ouderen niet, die kortingen dreigen ondanks dat de groei weer wat aantrekt. Ook de onrust onder lager opgeleiden verdwijnt niet zomaar. Ook bij lager opgeleiden zie je de bekende J-curve optreden. En juist de traditionele partijen die ooit verbetering brachten, krijgen de schuld. 

May you live in interesting times.... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten