Het is lastig een verzorgingsstaat op
te bouwen zonder fouten. Je moet schipperen tussen de goeden die
steun verdienen en de kwaden die profiteren. Dat gebeurt dan ook nog
op zo'n grote schaal dat er bij beleidsuitvoerders geen goed beeld is van de mensen die
ondersteuning krijgen. Inmiddels is de verzorgingsstaat in verbouwing
en verworden van iets waar we als Nederlanders trots op waren naar
iets waar elke Nederlander wel wat op aan lijkt te merken. De een
vindt het een hardvochtig stelsel, de ander vindt het veel te
genereus en beiden hebben voorbeelden om te tonen dat ze gelijk
hebben. De kans die er nu is om wezenlijk de verzorgingsstaat te verbeteren wordt verprutst.
Ik meen dat Dik Wolfson eens schetste
hoe het werkt. Eerst komt er hulp voor mensen die dat nodig hebben.
Dan kijken we naar gelijke behandeling en rechten waar iedereen zich
op kan beroepen. De eerste fout: er zijn mensen die deze hulp ook
verdienen, maar niet krijgen. Het stelsel wordt daarom generiek
uitgebreid en niemand wil het feestje verpesten. Resultaat is dat
niet alleen degenen die de voorziening echt nodig hebben, ervan
profiteren, maar ook de mensen die eigenlijk best zonder zouden
kunnen. Het stelsel is bovendien onbetaalbaar. Dat is de tweede fout. Het is dus niet alleen een financieel probleem, ook een probleem van onrechtvaardigheid. Inmiddels zijn we toe aan de derde
fout: er wordt generiek bezuinigd. Het financiële probleem wordt aangepakt, de rechtvaardigheid gaat verloren: juist de groepen die ze echt nodig hebben, hebben niet genoeg aan wat rest van die voorzieningen.
Zo komt er een wet die in de kern goede
gedachten heeft: wie kan werken, moet werken. Het is gebaseerd op een advies dat wil voorkomen dat er generiek bezuinigd gaat worden.
Dit advies zocht een systeem om de
Wajong, sociale werkplaatsen en de bijstand samen te voegen tot een
regeling. Misschien was die al te generiek, maar er moest iets
gebeuren. Er was namelijk een perverse prikkel: gemeenten die de
bijstand betalen konden bezuinigen door jongeren naar de Wajong over
te hevelen. Een probleem van rechtvaardigheid (onverdiende uitkering) en financiën (onbetaalbaar). Net zo'n prikkel waardoor ooit veel werkgevers mensen in
plaats van te ontslaan naar de WAO bonjourden: zoek iets wat jou geen
pijn doet en waar anderen voor betalen.
In het advies werd gezocht
naar een manier om eerlijk te kijken wat iemand kan en vervolgens te
zoeken op welke wijze die geholpen kon worden. Op termijn zou dat ook
fors kunnen besparen. Maar er zat ook de gedachte in dat mensen er
bij gebaat zijn zich zinvol in te zetten. Werk kan bijdragen aan je
geluk door erkenning, sociale contacten, zingeving. De commissie werd voorgezeten door de wat steile gereformeerde Bert de Vries, die zeker let op meer dan financiën, ook op rechtvaardigheid. Hij is niet voor niets een buitenverbander, lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk.
Nu wordt de besparing geïnd en de
gemeenten moeten uitzoeken hoe ze de eindjes aan elkaar knopen.
Daardoor trappen we in de derde fout, er wordt generiek
bezuinigd, precies wat De Vries niet wilde. Gemeenten krijgen niet de tijd, de instrumenten en het
geld om deze omslag voor elkaar te krijgen. Zelfs zijn de regelingen niet tot een regeling geïntegreerd.
We hebben in Nederland nu
eenmaal een enorme productiviteit. Niet iedereen kan daar in
meekomen. Zeker niet van de een op de andere dag, maar ook niet voor
mensen met een psychische, sociale of lichamelijke handicap. Dit nieuwe plan pakt mensen die ten onrechte profiteren, maar ook mensen die de hulp hard nodig hebben. Zo horen we in Nederland niet met elkaar om te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten