woensdag 5 juni 2013

Solidariteit vraagt wederkerigheid

Neem een werkloze en steun hem met een uitkering. Hoe solidair is de huidige samenleving nog als die steun niet meer te betalen is? Hoe zal iemand in de toekomst zorg ontvangen als de overheid dat niet meer kan betalen?  Nederland groeit naar een maatschappij waarin mensen minder beroep doen op overheidsvoorzieningen en meer terugvallen op onderlinge redzaamheid. Hoe behouden we daar de solidariteit bij?

De Raad voor maatschappelijke ontwikkeling heeft zich terecht gebogen over de toekomst van de solidariteit. “De organisatie van solidariteit zal in de toekomst meer bij mensen zelf komen te liggen. Solidariteit wordt daarmee dynamischer en minder gestold in beleid, waardoor de waarde ervan weer zichtbaar en doorleefd wordt." Het advies bekijkt de anonimisering van solidariteit doordat de solidariteit meer en meer wordt afgedwongen door een verzorgingsstaat. Nu blijkt dat de verzorgingsstaat niet te betalen is en mensen meer zelf moeten gaan doen kijkt de RMO naar solidariteit.

Advies slaat de plank mis ondanks goede theoretische basis
Ik las het met veel interesse en herkende veel. Maar waar gaat het advies heen? Solidariteit zal in de toekomst tot stand komen door voortdurende en wisselende afwegingen omtrent identiteit (met wie ben ik solidair?), belangen (wat heb ik aan solidariteit?), kennis (hoeveel risico’s wil ik delen op basis van wat ik van de ander en van mijzelf weet?) en organisatie (leggen we de uitvoering in handen van de samenleving of van de overheid?). Hm, tja.

De RMO gaat terug naar denkers over solidariteit met name De Tocqueville en het welbegrepen eigenbelang: “Mensen ontwikkelen welbegrepen eigenbelang alleen als ze op kleine schaal gezamenlijke problemen gezamenlijk oplossen”. Daarom is het belangrijk dat mensen zicht houden op de verbinding tussen het eigen belang en het publieke belang.

Het idee is dan dat de mensen weer zicht krijgen op welbegrepen eigenbelang, doordat ze meer zelf moeten gaan verzorgen. “Welbegrepen eigenbelang en solidariteit als waarde komen het beste tot uiting in directe vormen van solidariteit, zonder tussenkomst van de overheid.” is dan ook een quote. Meer eigen kracht dus als een soort opleiding voor behoud van draagvlak voor de verzorgingssamenleving.

RMO blijft steken in het kijken naar de betalers
Maar hoe zit het dan met de mensen die uitgesloten dreigen worden? (denk aan mijn blog “De wij-samenleving, maar hoe zit het dan met hulllie”) Daar blijft de RMO steken, hoe sympathiek dat ook is ingezet.

Wat me opvalt is dat het advies steeds alleen de betaler in beeld houdt. De betaler van de verzorgingsstaat moet overtuigd worden van het welbegrepen eigenbelang om de solidariteit te behouden. Daar ben ik het mee eens. Maar het zal niet helpen!

Hoe spoort dat met het pleidooi om tegelijk een soort anonimiteit te behouden om te voorkomen dat de betaler ineens afhaakt als iemand hem niet aanstaat? John Rawls wordt erbij gehaald. Die wordt als hulpstuk gebruikt om te laten zien dat een bepaalde mate van anonimisering past bij solidariteit. In mijn woorden: “Het is die hufter die hulp krijgt, maar dat doen we toch omdat we vinden dat we zelf ook in zo'n situatie hadden kunnen komen.

Het lijkt alsof de RMO erg bezig is met de solidariteit van de samenleving met losers. De angst bestaat dat de samenleving die uitsluit. Dat mag niet gebeuren. Om dat niet te laten gebeuren worden die losers anoniem gehouden. Dan behoud je solidariteit met de zigeuner door niet te laten weten dat het om een zigeuner gaat.

Wederkerigheid in solidariteit volledig genegeerd
Dat ligt toch iets ingewikkelder. Dan kom ik op het begrip “wederkerigheid”. Mij valt op dat dat begrip vrijwel niet in de publicatie voorkomt. “Met een simpel moreel appel van de overheid tot wederkerigheid of tot ‘een behoud van solidariteit’ komen we er niet.” De RMO legt wederkerigheid meer uit in de sfeer van 'je geniet van de voordelen van de publieke zaak, dan moet je je ook inzetten voor de publieke zaak'. Maar dat is de wederkerigheid niet! 

Wederkerigheid is de onderlinge verplichting binnen een relatie om een gift te beantwoorden met een tegengift. Maar als de gift een bepaalde vorm van zorg is, is de wederkerigheid niet om bereid zijn te betalen zodra je beter bent, of je in te zetten voor de gemeenteraad of een andere functie in de publieke ruimte.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de samenleving een heel andere vorm van wederkerigheid vraagt. Als je geniet van de betaling van je zorg, heb je de plicht die betaling zo laag mogelijk te laten zijn. Als je een uitkering hebt, moet je wel je best doen daar weer uit te komen. Als je een longziekte hebt, mogen we verwachten dat je stopt met roken. Krijg je medicatie, houd je daar dan ook aan. Dan maakt het inderdaad niet uit welke persoon de steun krijgt, maar wel of diegene alleen profiteert of het zijne doet om die steun binnen de perken te houden. 

Over die wederkerigheid horen we niets. Dat is een gemiste kans.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten